Piraten kaapten een schip maar deze militairen verrichtten een heldendaad: ’Voelde me machteloos’
Ondanks het gevaar gingen ze erop af. Een team Nederlandse militairen krijgt maandag dapperheidsonderscheidingen voor een spectaculaire bevrijdingsactie op een door piraten gekaapt schip.
Het is een race tegen de klok, als op 5 april 2010 het Nederlandse marineschip Hr.Ms. Tromp de melding krijgt dat piraten het Duitse vrachtschip Taipan enteren bij Somalië. Lukt het de piraten om aan boord te komen, dan wordt militair ingrijpen te riskant. „Dan gijzelen ze de bemanning”, zegt marinier Jeffrey. „Als je dan ingrijpt is de kans op bloedvergieten groot.”
Volle kracht vooruit stoomt de Tromp op naar de Taipan. Vlieger Yvonne stijgt in haar Lynx-helikopter op van het dek en gaat vast vooruit. Al gauw meldt de radio dat de piraten aan boord zijn geklommen. „We waren te laat”, zegt ze. „Ik voelde me machteloos. We konden alleen op veilige afstand, buiten het bereik van hun wapens foto’s maken.”
Via de reder in Hamburg krijgt het verhaal toch een wending. De bemanning blijkt zich te hebben opgesloten in een safe room, buiten het bereik van de piraten. Dat verandert de zaak. Als de bemanning veilig is, kunnen de mariniers toch een bevrijdingsactie wagen. Direct smeden ze plannen. Ze zoeken naar plattegronden en onderzoeken de beste plek om aan boord te komen. „Er waren duizend ideeën”, zegt Yvonne. „Bijvoorbeeld om via bootjes aan boord te gaan. Dat was geen optie, je vormt dan op het water een sitting duck.”
Eén schot
De keus valt op ’fastropen’; mariniers zullen zich vanuit de helikopter aan boord laten zakken. Dat moet snel, want met een helikopter vol mariniers boven een schip vol piraten hangen is gevaarlijk. Eén schot met een raketwerper en de heli eindigt in zee.
Via de megafoon stellen ze de piraten voor de keus: overgeven of ze openen het vuur en komen aan boord. „De piraten dachten: dat doen ze toch niet”, zegt Jeffrey. Vanuit een vurende helikopter afdalen op een gekaapt schip – dat is ook voor Nederlandse militairen nieuw terrein. „We hadden dit wel geoefend maar dan met meer mensen. We waren nu maar met zes, tegenover een tiental piraten. Normaal zouden we dit doen met meer aanvalsteams. Dus toen we een go kregen, gaf dat opluchting maar ook spanning.”
Zwaarbeladen
Voor Yvonne is het een moeilijke manoeuvre: geen wind, de warme zeelucht is ijl en de Lynx zwaarbeladen. Ze moet op precies het goede punt stil hangen. Terwijl collega’s vanaf de Tromp het dekkingsvuur openen met een .50 machinegeweer vliegt ze naderbij. Ze ziet de kogels inslaan op de brug waar de piraten zich hebben verschanst. „Het ene na het andere raam sneuvelde. Ik kon me niet voorstellen dat er één piraat zou durven opstaan met een raketwerper. Vanuit de Lynx namen wij het vuur over met de MAG-mitrailleur.”
Jeffrey klemt zich met een hand vast in de deur van de volgepakte heli terwijl hij met de andere hand vuurt. Een collega laat de afdaallijn zakken. Jeffrey gaat als laatste naar beneden en ploft op de zeecontainers beneden. Om op het dek te komen moeten ze nog de containers af. Daarvoor gebruiken ze ook de lijn uit de helikopter. Dan gaat het mis. Een van de mariniers, zwaarbeladen met extra munitie, springt naar het touw maar zakt te ver door, waardoor hij op zijn rug tegen een staaldraad valt.
„Hij was even buiten bewustzijn”, zegt Jeffrey. „Ik was bang dat ik met nog minder man door moest. We wisten niet wat we nog tegen zouden komen. Hij kwam een beetje bij en uiteindelijk konden we toch met zes man verder.” Ze trekken via bak- en stuurboord langs de reling naar voren. Dat is gevaarlijk: als de piraten het vuur openen is er geen dekking. De mariniers kunnen dan alleen nog het water in springen.
Prikkeldraad
Ze zoeken hun weg op het overhoop gehaalde schip, maar stuiten op veel prikkeldraad, hekken en sloten. Achter een ingeslagen ruit zien ze beweging. Met getrokken wapens schreeuwen ze dat de Somaliërs de handen in de lucht moeten steken. De eerste groep geeft zich over. „Uiteindelijk kwamen die laatste twee ook naar beneden”, zegt Jeffrey. „Heel mak, op gestolen slippers, bezweet en stinkend na dagen op zee. Ze hadden grote ogen, dit hadden ze niet verwacht.”
Eerst stillen de mariniers hun dorst, want bij het afdalen hebben ze wel veel munitie meegenomen maar geen water en het is snikheet. De situatie is onder controle, maar waar is de bemanning? Met een megafoon gaan ze de dekken langs om ze naar buiten te roepen. Via de rederij hebben ze codewoorden doorgekregen, maar nergens zwaait een deur open. „Toen kwamen ze uit het niets naar buiten. Ze applaudisseerden en wilden samen op de foto. Dan besef je: we hebben hen echt bevrijd.”
De Nederlanders zijn euforisch over het succes. Ze hebben de bemanning is behoed voor misschien wel een jarenlange gijzeling onder erbarmelijke omstandigheden. „Die piraten hebben niks te verliezen”, zegt Yvonne. „Het is echt de onderkant van de Somalische samenleving.”