Van niet-praktiserende moslima tot overtuigd atheïst
Geplaatst: ma dec 26, 2016 9:07 pm
Ik ben geboren in een islamitisch (soennitisch) gezin van Marokkaanse roots. Ondanks het feit dat mijn beide ouders in Marokko geboren zijn, bezitten ze nauwelijks enige kennis over de islam. Als gevolg werd de opvoeding van mijn boers en ik nauwelijks beïnvloed door deze ideologie. Toch zijn er een aantal religieuze elementen waar, zeker ik als meisje niet onderuit kon.
Moslimouders leren hun dochters namelijk hoe ze zich moeten kleden om geen aandacht te trekken van andere mannen. Dit was ook bij mij het geval. Een religieus element dat ik altijd heb veracht. Je uiterlijk (en dus je kleding) is een uiting van je persoonlijkheid. Een recht dat me (grotendeels) is ontnomen. Bij het kopen van een nieuw kledingstuk, hield ik altijd rekening met de voorwaarden inzake ‘bescheidenheid’. Ook heeft mijn vader het dragen van de hoofddoek enkele keren naar voor gebracht. Al de meisjes/vrouwen langs zijn kant van de familie dragen die namelijk. Gelukkig nam de druk af toen mijn moeder enkele jaren geleden besliste om zich te ontdoen van de hoofddoek.
Een tweede aspect waar bijna geen enkele moslim onderuit kan, is de jaarlijkse vastenperiode. Een hele dag vasten om je nadien vol te proppen met allerlei lekkernijen is geen empathie tonen, maar spotten met de armen. Ik heb ooit vrijwilligerswerk gedaan bij een organisatie die nachtopvang voor dak –en thuislozen aanbiedt. Ik heb me tijdens deze korte periode meer nuttig gevoeld dan al de jaren dat ik heb gevast. Buiten deze twee zaken was islam vooral een ver van mijn bed show.
Islam
Mijn kennis over de islam was zeer gering. Toch weerhield dit me er niet van om islam met hand en tand te verdedigen. Elke keer wanneer ik vond dat iemand rondliep met misvattingen over mijn ‘vredige’ religie stond ik klaar, zonder enige onderbouwing weliswaar. De eerste keer dat ik met de leer van islam in aanraking kwam, was in het vierde leerjaar gemeenschapsonderwijs. Het vak islam werd geïntroduceerd. Eén keer per week werden alle leerlingen gescheiden per religie. Van de islamlessen herinner ik me voornamelijk de angst die ons werd bijgebracht. De lerares vertelde ons hoe Allah je huid in de hel keer op keer kan laten teruggroeien. Op die manier blijft het lijden intens. Ook de warmte van het vuur in de hel werd uitvoerig beschreven. Kortom er werd gebruik gemaakt van het belangrijkste wapen bij indoctrinatie van kinderen, namelijk angst.
Keerpunt
Alles veranderde toen mijn broers en ik overschakelden van het gemeenschaps- naar het katholiek onderwijs. De school was blanker, katholieker en intellectueel uitdagender. De lessen godsdienst benaderden we voornamelijk vanuit het christendom met de bijbel in de hand. Er was tijd en ruimte voor verschillende inzichten, tegenspraak en zelfs een vleugje humor. Mijn keerpunt was in het vierde middelbaar toen we op het examen godsdienst de vraag kregen of we al dan niet in God geloofden. Ik geloofde in God, maar kon niet zeggen waarom. Waarom geloofde ik in een God? Waarom in de islamitische en niet in de joodse God? Mijn argumentatie sloeg nergens op, maar het zette me wel aan het denken. Ik besloot om meer te leren over mijn religie.
Tijdens mijn zoektocht botste ik op zaken die ik voor geen geld van de wereld zou willen verdedigen. De positie man-vrouw, de kijk op anders –en niet gelovigen, afvalligen en het recht om slaven te behouden. Allemaal zaken waar islam een uitgesproken en gewelddadige mening aan over houdt. Een mening onverzoenbaar met de mijne. Op school waren de meeste van mijn vrienden atheïsten. Sommige onder hen behoorden zelfs tot de lgbt-gemeenschap. Allemaal hebben ze het hart op de juiste plaats. Ik kan geen enkele reden bedenken waarom zij of wie dan ook het verdient om eeuwig te branden in vuur met uitzonderlijk hoge temperaturen. Ik kan niet geloven in een God, die zoiets toelaat. Daarnaast denk ik dat een ‘Almachtige’ God er niet om geeft met welke hand we eten, met welke voet we de badkamer binnenstappen en wat we wel of niet eten. Het geloof in een leven na de dood is mooi, maar te mooi om waar te zijn. Tegelijkertijd haalden moslims steeds weer het voorpagina nieuws. Moslims in land X, Y en Z, moslimgroepering 1, 2 en 3.. Was ik echt de enige die telkens weer het verband zag? Ik kon niet anders doen dan afstand nemen van deze religie.
Toekomst
Momenteel ben ik nog volop vorm aan het geven aan mijn leven. Ik hoop om ooit een balans te vinden tussen de manier waarop ik mijn leven wil leiden en de verwachtingen van mijn ouders. Ik hoop een manier te vinden waardoor ik gelukkig kan zijn, zonder mijn ouders teleur te stellen. Ik respecteer ieders keuze voor een religie, maar respecteer dan ook de onze om eruit te stappen.
Moslimouders leren hun dochters namelijk hoe ze zich moeten kleden om geen aandacht te trekken van andere mannen. Dit was ook bij mij het geval. Een religieus element dat ik altijd heb veracht. Je uiterlijk (en dus je kleding) is een uiting van je persoonlijkheid. Een recht dat me (grotendeels) is ontnomen. Bij het kopen van een nieuw kledingstuk, hield ik altijd rekening met de voorwaarden inzake ‘bescheidenheid’. Ook heeft mijn vader het dragen van de hoofddoek enkele keren naar voor gebracht. Al de meisjes/vrouwen langs zijn kant van de familie dragen die namelijk. Gelukkig nam de druk af toen mijn moeder enkele jaren geleden besliste om zich te ontdoen van de hoofddoek.
Een tweede aspect waar bijna geen enkele moslim onderuit kan, is de jaarlijkse vastenperiode. Een hele dag vasten om je nadien vol te proppen met allerlei lekkernijen is geen empathie tonen, maar spotten met de armen. Ik heb ooit vrijwilligerswerk gedaan bij een organisatie die nachtopvang voor dak –en thuislozen aanbiedt. Ik heb me tijdens deze korte periode meer nuttig gevoeld dan al de jaren dat ik heb gevast. Buiten deze twee zaken was islam vooral een ver van mijn bed show.
Islam
Mijn kennis over de islam was zeer gering. Toch weerhield dit me er niet van om islam met hand en tand te verdedigen. Elke keer wanneer ik vond dat iemand rondliep met misvattingen over mijn ‘vredige’ religie stond ik klaar, zonder enige onderbouwing weliswaar. De eerste keer dat ik met de leer van islam in aanraking kwam, was in het vierde leerjaar gemeenschapsonderwijs. Het vak islam werd geïntroduceerd. Eén keer per week werden alle leerlingen gescheiden per religie. Van de islamlessen herinner ik me voornamelijk de angst die ons werd bijgebracht. De lerares vertelde ons hoe Allah je huid in de hel keer op keer kan laten teruggroeien. Op die manier blijft het lijden intens. Ook de warmte van het vuur in de hel werd uitvoerig beschreven. Kortom er werd gebruik gemaakt van het belangrijkste wapen bij indoctrinatie van kinderen, namelijk angst.
Keerpunt
Alles veranderde toen mijn broers en ik overschakelden van het gemeenschaps- naar het katholiek onderwijs. De school was blanker, katholieker en intellectueel uitdagender. De lessen godsdienst benaderden we voornamelijk vanuit het christendom met de bijbel in de hand. Er was tijd en ruimte voor verschillende inzichten, tegenspraak en zelfs een vleugje humor. Mijn keerpunt was in het vierde middelbaar toen we op het examen godsdienst de vraag kregen of we al dan niet in God geloofden. Ik geloofde in God, maar kon niet zeggen waarom. Waarom geloofde ik in een God? Waarom in de islamitische en niet in de joodse God? Mijn argumentatie sloeg nergens op, maar het zette me wel aan het denken. Ik besloot om meer te leren over mijn religie.
Tijdens mijn zoektocht botste ik op zaken die ik voor geen geld van de wereld zou willen verdedigen. De positie man-vrouw, de kijk op anders –en niet gelovigen, afvalligen en het recht om slaven te behouden. Allemaal zaken waar islam een uitgesproken en gewelddadige mening aan over houdt. Een mening onverzoenbaar met de mijne. Op school waren de meeste van mijn vrienden atheïsten. Sommige onder hen behoorden zelfs tot de lgbt-gemeenschap. Allemaal hebben ze het hart op de juiste plaats. Ik kan geen enkele reden bedenken waarom zij of wie dan ook het verdient om eeuwig te branden in vuur met uitzonderlijk hoge temperaturen. Ik kan niet geloven in een God, die zoiets toelaat. Daarnaast denk ik dat een ‘Almachtige’ God er niet om geeft met welke hand we eten, met welke voet we de badkamer binnenstappen en wat we wel of niet eten. Het geloof in een leven na de dood is mooi, maar te mooi om waar te zijn. Tegelijkertijd haalden moslims steeds weer het voorpagina nieuws. Moslims in land X, Y en Z, moslimgroepering 1, 2 en 3.. Was ik echt de enige die telkens weer het verband zag? Ik kon niet anders doen dan afstand nemen van deze religie.
Toekomst
Momenteel ben ik nog volop vorm aan het geven aan mijn leven. Ik hoop om ooit een balans te vinden tussen de manier waarop ik mijn leven wil leiden en de verwachtingen van mijn ouders. Ik hoop een manier te vinden waardoor ik gelukkig kan zijn, zonder mijn ouders teleur te stellen. Ik respecteer ieders keuze voor een religie, maar respecteer dan ook de onze om eruit te stappen.