1. Grijp de macht
Alles begint uiteraard met aan de macht komen. De snelste maar ook riskantste optie is een staatsgreep. Hugo Chávez kon daarvan meepraten toen zijn putsch april 1992 mislukte en hij voor jaren de gevangenis in ging. Omslachtiger maar eleganter is meedoen aan de verkiezingen. Na zijn vrijlating werkte Chávez jaren aan zijn campagne. Hij had een uitstekende neus voor de zwakke plek van de Venezolaanse democratie: de enorme armoede die werd genegeerd door de corrupte politici. Hij presenteerde zich als buitenstaander; een luchtmachtofficier die het opnam voor het door de corrupte politici vergeten volk. Hij beloofde hun een ‘revolutie’: hij zou alles anders gaan doen.
Geholpen door zijn charisma maakte hij heftige emoties los bij de arme massa’s en werd hij eind 1998 met een enorme meerderheid tot president gekozen. In het parlement veegde hij de traditionele partijen in één keer van de kaart. Hij liet een nieuwe – overigens democratische – grondwet schrijven en kreeg bij herhaling parlementaire toestemming om gedurende lange periodes per decreet te regeren. Wat Chávez niet lukte was in 2007 een referendum winnen over de mogelijkheid om zichzelf oneindig opnieuw verkiesbaar te stellen – ergo voor altijd aan de macht te kunnen blijven –, iets wat hij een jaar later alsnog regelde via het parlement en de Hoge Raad.
2. Zuiver de strijdkrachten
Wie de wapens heeft, heeft de macht; het is dus essentieel om de strijdkrachten te politiseren en trouw te houden met behulp van geld en privileges. Het Venezolaanse leger stond bekend als professioneel en a-politiek. Chávez, zelf militair, gaf hun voor het eerst stemrecht, maar eiste in ruil daarvoor trouw aan zijn ‘Bolivariaanse revolutie’. Na een mislukte staatsgreep tegen hem in 2002 pakte hij het rigoureuzer aan. Het aantal generaals werd uitgebreid van 100 tot 2000, waarmee de kans op muiterij kleiner werd, en de top werd herhaaldelijk opnieuw gescreend en vervangen.
De huidige president van Venezuela, Nicolás Maduro, politiseerde de militairen verder. Een gevreesde geheime dienst speurt – met hulp van naar schatting 2500 Cubaanse experts – naar kritiek of potentiële rebellie op straffe van marteling en het lastigvallen van familieleden. Om de militairen loyaal te houden ontvangen zij goede salarissen en de controle over smokkelroutes van drugs, goud, geld, brandstof, voedsel en emigranten, waaraan kapitalen worden verdiend.
Voormalig hoofdaanklager Luisa Ortega die na kritiek op de regering Venezuela moest ontvluchten.
3. Politiseer de rechters
Maak zo snel mogelijk een einde aan onafhankelijke rechtspraak. “Heel vaak lukt het [de oppositie] beslissingen van de revolutie te neutraliseren via een rechter, of via de Hoge Raad!”, stelde Chávez verontwaardigd vast en noemde het ‘verraad aan het volk’. In 2004 vulde hij de tot dan toe onafhankelijke Hoge Raad met politieke bondgenoten die op hun beurt de leden van de Nationale Kiesraad kozen, om verkiezingsuitslagen veilig te stellen. De laatste verkiezingen werden geboycot door de oppositie omdat de Kiesraad elke kans om te winnen had geblokkeerd.
Rechters oordelen nooit meer in het nadeel van de regering. Wie het toch aandurft heeft een probleem, zoals rechter Maria Lourdes Afiuni, die het in haar hoofd haalde om een uitspraak te doen die Chávez niet zinde en vervolgens zelf voor jaren de cel in ging. Recenter is Maduro’s klopjacht op hoofdaanklager Luisa Ortega, die in 2017 plotseling kritiek ging uiten op de regering en het land moest ontvluchten om niet te worden opgepakt.
4. Neutraliseer het parlement
Maak van het parlement een applausmachine. In Venezuela was dit aanvankelijk geen issue want Chávez won steeds met gemak de meerderheid. Maar de veel minder charismatische Maduro deed dat trucje niet na. Al bij zijn eerste parlementsverkiezing, in 2015, veroverde de oppositie het parlement terug. Meteen werden de andere instituties in stelling gebracht. De Hoge Raad verklaarde – vanwege vermeende fraude – het parlement illegaal en nam alle wetgevende taken over. Dit was het moment waarop massale protesten uitbraken voor behoud van de democratie. De rechters draaiden hun besluit terug, maar alle toekomstige beslissingen van het parlement bleven onwettig. Vervolgens zette Maduro een schaduwparlement op in de vorm van een Grondwetgevende Vergadering – volledig gevuld met partijgenoten – die alle taken, faciliteiten en budgetten van het parlement overnam. Nu het parlement weer in handen is van de PSUV, is de Grondwetgevende Vergadering opgeheven.
5. Schakel de oppositie uit
Maak georganiseerde oppositie machteloos door ze financieel te treffen, ze te verdelen of door haar leiders te neutraliseren. Chávez begon met het beknotten van budgetten aan door de oppositie bestuurde deelstaten en gemeenten. Toen de oppositie in 2009 de hoofdstad Caracas heroverde, verzon hij de functie van ‘districtsburgemeester’ en benoemde een partijgenoot die de beschikking kreeg over budgetten, kantoor en personeel van de gekozen burgemeester.
President Maduro ontneemt populaire oppositieleiders en parlementsleden de immuniteit, en laat hen vervolgens oppakken en zonder proces voor jaren gevangenzetten, beschuldigd van corruptie, wapenbezit of samenzwering. De belangrijkste leiders, onder wie Leopoldo López, zijn naar het buitenland gevlucht. Alleen de bekende Juan Guaidó die zichzelf vorig jaar met brede internationale steun uitriep tot interim-president, wordt met rust gelaten, uit angst voor de internationale reactie. In aanloop naar de meest recente verkiezingen ontbond de Hoge Raad de besturen van de belangrijkste oppositiepartijen en verving die door regeringsgetrouwen, die vervolgens straffeloos campagne mochten voeren met de logo’s, symbolen, kleuren en vlaggen en nu ‘namens de oppositie’ in het parlement zitten.
6. Schakel de media gelijk
Sluit kritische media, te beginnen bij de invloedrijke televisiezenders. Doe dat discreet; politie-invallen zijn echt uit de tijd. Denk liever aan verlammende rechtszaken, onbetaalbare boetes, het intrekken van vergunningen of het intimideren van journalisten. Chávez sloot honderden onafhankelijke televisie- en radiozenders zonder de wet te overtreden. Emblematisch was de sluiting van de historische tv-zender RCTV door het niet vernieuwen van de zendvergunning die in 2007 afliep.
De invloedrijke anti-regeringszender Globovisión werd verzwakt door rechtszaken en hoge boetes en in 2013 vrijwel failliet opgekocht door een regeringsvriendelijke ondernemer. Venezuela’s laatste oppositiespreekbuis, dagblad El Nacional, sloot eind 2018 omdat het – dankzij doelgerichte sabotage van de regering – niet meer aan papier en inkt kon komen. In 2018 liet Maduro een ‘anti-haatwet’ aannemen om journalisten te vervolgen. Kritische journalistiek is, afgezien van een enkele kritische column in een van de overgebleven dagbladen, vrijwel helemaal verplaatst naar sociale media zoals Facebook en Twitter.
7. Intimideer je burgers
Laat je vijanden zien dat je weet wie ze zijn en dat tegenstand duur wordt betaald, desnoods met geweld. Chávez diskwalificeerde vanaf dag één iedereen met kritiek als lid van de oude corrupte elite of agent van de CIA. De intimidatie bereikte de individuele Venezolanen toen in 2004 een lijst van miljoenen burgers die hadden getekend voor een impeachment van Chávez, letterlijk op straat belandde: de lijst was op CD te koop. Velen van hen verloren hun baan en sociale voorzieningen.
Maduro verfijnde het controlenetwerk. Informanten in de volkswijken weten precies wie op de oppositie stemt of tegen de regering demonstreert. Wie loyaal is krijgt cadeautjes – in ruil voor een stem: “Wie niet stemt, die zal niet eten”. Ten behoeve van de politieke controle houdt de partij een monopolie op de hulp aan de armen. Internationale hulp wordt tegengehouden, lokale humanitaire organisaties worden geïntimideerd, hun leiders opgepakt.
Protest wordt hard neergeslagen. Bij massaprotesten in 2017 werden zeker 120 demonstranten gedood, anderen zijn gemarteld. Berucht zijn de paramilitaire colectivos die gewapend en op motoren tegenstanders terroriseren. In september publiceerde de VN een lijvig rapport vol gruwelijke details over marteling en schendingen van de mensenrechten.
Sinds 2016 zijn 18.000 burgers standrechtelijk geëxecuteerd, vooral in volkswijken. In 2020 doodde de politie meer burgers dan de misdaad. Het Internationaal Strafhof stelde onlangs vast dat er voldoende grond is voor een rechtszaak tegen Venezuela. De recentste verkiezingen zijn door vrijwel niemand erkend, net zo min als de applausmachine die vandaag wordt beëdigd, het voorlopig sluitstuk van 22 jaar afbraak van de democratie.