Amerikaanse oligarchen transformeren hun sociale media in opiniemonopolies
Geplaatst op 13 januari 2021
De Senaat en het Huis van Afgevaardigden, die samen het Congres vormen, hebben in het Capitool en zijn bijgebouwen hun voorname vertrekken. De meeste Amerikanen hebben geen hoge dunk van het Congres, dat bij peilingen niet veel populairder is dan een willekeurige groep bandieten. Het gebouwencomplex zelf lijdt niet aan impopulariteit. Het staat symbool voor het Amerikaanse systeem van bestuur van en door het volk.
Naast de treurige gebeurtenissen van vorige week (waarvoor president Trump onmiskenbaar medeverantwoordelijkheid draagt) heeft het Capitool, ondanks zijn sacrale positie, de nodige incidenten gekend van onbeschoft en gewelddadig gedrag. In 1983 werd een zware bomaanslag gepleegd op de vertrekken van Republikeins senatoren. In 2017 werd het kantoor van een Republikeinse senator bezet. Ten tijde van de hoorzittingen over rechter Kavanaugh in 2018 werden ruimtes bezet door honderden anti-Kavanaugh demonstranten. In februari van 2020 werd in de grote zaal van het Capitool door de leider van de Democraten Nancy Pelosi achter de rug van president Trump een kopie van zijn State of the Union speech letterlijk verscheurd – waarmee Pelosi dit statige ritueel in het Capitool ontwijdde.
Nauwelijks protesten
De meeste media in de vrije wereld omschrijven de gebeurtenissen van 6 januari als een opstand of staatsgreep. En omdat Donald Trump toch al de reputatie had van een tweede Adolf Hitler, worden de beschuldigingen gretig geconsumeerd. Het gevolg is dat wanneer de sociale media van de fascist Trump door de Tech-bedrijven worden opgeheven, nauwelijks protesten klinken.
Wat is de positie van die bedrijven onder de Amerikaanse wet?
Facebook en Google zijn zelfstandige bedrijven die onder speciale wetgeving opereren, namelijk Sectie 230 van de Communications Decency Act (CDA) van 1996. De kern van Sectie 230 luidt: „Geen leverancier of gebruiker van een interactieve computerservice zal worden behandeld als de uitgever of spreker van enige informatie geleverd door een andere leverancier van informatie-inhoud.”
Wat houdt deze zin in? Hiermee konden de sociale media functioneren als open arena’s. Zij waren niet verantwoordelijk voor de meningen van hun gebruikers, zij waren dus geen uitgevers die keuzen maakten maar alleen doorgeefluiken, zoals de postdiensten, die ongeacht wat brievenschrijvers met elkaar delen de brieven distribueren.
Ofschoon bedrijven die de sociale media beheersen door Sectie 230 juist afstand moeten houden van de beoordeling van de inhoud die op hun sites wordt geopenbaard, doen zij dat al geruime tijd wel onder het mom van het tegengaan van fakenieuws of geweld. Dit heeft nu een enorme omvang gekregen.
Controle is gezichtsloos
Hun acties veroorzaken een opheffingsgolf van conservatieve sociale media-accounts. Verzet is onmogelijk. Je kunt niemand bellen. De controle is gezichtsloos, anoniem, ongrijpbaar.
Op de vlucht voor beperkingen openden de laatste maanden conservatieve en rechtse gebruikers van sociale media een account op het Parler-platform, de conservatieve tegenhanger van Twitter. Nadat vorige week Apple en Google toegang tot de Parler-app ophieven, heeft Amazon afgelopen zondag de servers afgesloten waarvan Parler gebruik maakte – Amazon is niet alleen een online warenhuis, maar biedt ook serverservices. Ofwel: eerst worden conservatieven uit de sociale media verdreven en daarna wordt hun uitwijkplek technisch vernietigd. Is dit gesynchroniseerd met de nieuwe Democratische machthebbers?
Dit heet, laten we er niet omheen draaien, censuur. Zonder aan iemand verantwoording af te leggen transformeren de Amerikaanse oligarchen hun sociale media in opiniemonopolies.
Progressief Amerika beheerst de media, Hollywood, de universiteiten, de toplagen van de grote bedrijven, en nu ook de sociale media. Donald Trump werd gekozen door de stemlozen van “Middle America”, die de helft van de bevolking vormen, maar dit deel van Amerika heeft nu zijn online stemmen verloren door ingrijpen van de Tech-bedrijven.
Techoligarchen
Wanneer de president van de Verenigde Staten monddood gemaakt kan worden, wanneer hij niet meer met gebruik van de technieken van de eenentwintigste eeuw kan communiceren met zijn aanhangers, dan kunnen de Techoligarchen iedereen zo behandelen, en dat doen ze op dit moment. Het is onbegrijpelijk dat progressieve journalisten en politici dit niet veroordelen.
Vrijheid van meningsuiting, met alles wat daar bij hoort zoals conflicten, gescheld, getier, hysterie, chaos, onzin en vrolijke of serieuze gekte, is – zolang dit alles zonder geweld verloopt – cruciaal voor een vitale samenleving. De Techoligarchen doen daar nu een aanval op. Vroom dromen zij van zogenaamde ’communities’ met diversiteit ten aanzien van ras en gender – maar zij laten weinig diversiteit toe ten aanzien van politieke, morele of wetenschappelijke standpunten als die niet samenvallen met de ’identity’ ideologieën die nu en vogue zijn bij de oligarchen en de Amerikaanse progressieve elites.
Dit blijft niet beperkt tot het internet: andere bedrijven zoals banken en vliegtuigmaatschappijen lijken hun voorbeeld te gaan volgen. Op universiteiten is het al lang zo ver: er zijn nauwelijks conservatieve hoogleraren te vinden. The Wall Street Journal waarschuwde zondag: „De progressieve zuivering begint.” Wat dreigt te ontstaan is een controlestaat naar Chinees model.
De historicus Jacques Presser merkte al in 1947 op: „Het fascisme, als het ooit terugkeert, zal zich ongetwijfeld aandienen in het gewaad van het antifascisme.”
We maken het mee.
Bron:
De Telegraaf (Premium artikel)
Met dank aan “Blaffertje”
https://ejbron.wordpress.com/2021/01/13 ... onopolies/