Kathleen Stock: ‘Je kunt je sekse niet veranderen’
Kathleen Stock ex-hoogleraar filosofie
Verdacht van haat tegen transpersonen, stapte Kathleen Stock op als hoogleraar. Haar opvattingen zijn niet veranderd. ‘Iedereen is op zoek naar een label.’
Overal zag ze haar eigen naam. Op stickers in de toiletten van het universiteitsgebouw, op posters aan muren van de campus. Op spandoeken bij een demonstratie, nota bene tijdens een open dag voor nieuwe studenten. Leuzen als ‘ontsla Kathleen Stock’, ‘Kathleen Stock is transfoob’, ‘Stock eruit’, ‘Academische vrijheid omvat geen transfobie’.
Eind oktober liepen de spanningen op de campus van de universiteit van Sussex, in Brighton in het zuiden van Engeland, zo hoog op dat hoogleraar filosofie Kathleen Stock geen uitweg meer zag. Ze stapte op. Zo kwam een einde aan haar dienstverband van achttien jaar, waarvan de laatste drieënhalf jaar vol onrust en online aanvallen. Die begonnen toen ze zich in 2018 ging mengen in het genderidentiteitsdebat.
„Het gebeurde allemaal achter mijn rug om, nooit kwam iemand gewoon direct naar me toe”, vertelt ze in een interview met een groepje Europese journalisten. „Hoogleraren waarschuwden online tegen mij, of excuseerden zich voor mijn aanwezigheid. Ze zeiden dat ik transpersonen haat, begonnen petities tegen me.”
Kathleen Stock is in het Verenigd Koninkrijk inmiddels een van de bekendste stemmen in publieke discussies rond genderidentiteit. Haar belangrijkste punt is dat transvrouwen – zij die in een mannelijk lichaam zijn geboren, maar zich identificeren als vrouw – in biologisch opzicht geen vrouw zíjn. „Je kunt je sekse feitelijk niet veranderen. Wij zijn onderdeel van de natuur, we zijn een biologische soort. Niet alles is een sociaal construct, daar geloof ik niet in.”
En transvrouwen die een volledige transitie hebben ondergaan?
„Je kunt hen vrouwen noemen, en ik ga ook mee in dat sociale construct. Als een transvrouw zich als vrouw identificeert ga ik echt niet naar zo iemand toe om eens even hardop te zeggen: ‘Je bent een man’. Maar het is een feit dat onze sekse biologisch is bepaald in onze lichaamscellen. Je kunt hormonen nemen en je penis laten verwijderen, alleen daarmee bén je geen vrouw. Dit klinkt grof en ongelofelijk beledigend. Maar we moeten deze waarheid wel kunnen benoemen.”
Stock maakt hier vooral een punt van omdat ze risico’s ziet aan ‘zelfidentificatie’ van geslacht. „Anders was ik nooit aan deze strijd begonnen.” Bij zelfidentificatie kunnen burgers zelf kiezen met welk geslacht ze wettelijk geregistreerd staan bij de overheid. „Dat komt neer op een formulier invullen, meer niet. Niet alleen personen in transitie, die hormonen innemen, nee, iedereen kan zich naar keuze als man of vrouw identificeren. Je eigen gevoel van genderidentiteit is dan genoeg om wettelijk van geslacht te veranderen.” In zowel het Verenigd Koninkrijk als in Nederland liggen – omstreden – wetsvoorstellen in het parlement die dit mogelijk maken.
Wat zijn volgens u de gevaren van zulke zelfidentificatie?
„Er spelen allerlei problemen. Onder invloed van Stonewall [de Britse belangenorganisatie voor lhbti’ers] gaan veel instellingen nu verder dan de huidige wet, en zeggen zij dat niet langer geslacht maar genderidentiteit hun uitgangspunt is. Het betekent dat mannen die zeggen zich te identificeren als vrouw, bij vrouwen in de kleedkamer naar binnen kunnen lopen. En het heeft ertoe geleid dat we mannen met intacte genitaliën in onze vrouwengevangenissen hebben. Er is al een geval van seksuele aanranding in een gevangenis geweest. In die rechtszaak kwam het beroemde zinnetje langs dat ‘haar penis uit haar broek stak toen ze haar medevrouw aanrandde’. Het is een ramp.”
Dit zijn toch uitzonderingen? De meeste transgenders zullen gewoon blij zijn dat ze hun sekse in de systemen van de overheid kunnen veranderen.
„Ik begrijp niet waarom het uitmaakt dat het om kleine aantallen gaat. Ik vind het niet kunnen dat mannen met helemaal intacte penissen zomaar vrouwenkleedkamers binnen kunnen komen, of terecht kunnen komen in opvanghuizen voor vrouwelijke slachtoffers van huiselijk geweld. Daar verblijven kwetsbare, getraumatiseerde vrouwen. En in gevangenissen zitten vrouwen meestal voor zaken die niet aan geweld gerelateerd zijn, terwijl er dan mannen bij hen terecht komen die zijn veroordeeld voor seksueel misbruik.”
Ook transgenders zijn toch geregeld slachtoffer van geweld?
„Ja, alleen niet hier in het VK. Gelukkig is het aantal moorden op transgenders hier heel laag. De afgelopen twee jaar zijn geen transpersonen om het leven gebracht. En in de jaren daarvoor één per jaar. Eén. Het idee dat transgenders specifiek grote risico’s lopen, dat zij een soort unieke, kwetsbare populatie zijn zoals clubs als Stonewall het doen voorkomen, dat klopt niet. We zijn een tolerante samenleving. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat transgenders niet ook soms lijden. Net als vrouwen – er worden elke wéék drie vrouwen vermoord. En Stonewall vindt dus dat vrouwen rechten moeten opgeven om transvrouwen te accommoderen. Dat hoeft niet. We kunnen toch extra faciliteiten bouwen, zoals er inmiddels ook een aparte gevangenisafdeling voor transgenders is gekomen.”
De laatste schatting van de Britse overheid is dat er 500.000 transgenders zijn, dat aantal is de laatste jaren snel toegenomen. Waar komt die stijging vandaan, denkt u?
„Dat aantal is inclusief de non-binaire personen, die zichzelf niet als vrouwelijk of mannelijk identificeren. Op sommige scholen zijn zelfs tien op de dertig kinderen non-binair. Het is een trend. Ik denk dat het een stomme zet was van feministen uit de twintigste eeuw om vrouw-zijn aan te merken als een sociaal construct in plaats van als ‘iets biologisch’. Daardoor konden vrouwen achter het aanrecht vandaan komen, want als die huishoudelijke taak alleen iets sociaals is, kunnen we het dus veranderen. Maar die verandering in denken heeft ons later problemen gebracht, want natuurlijk maakt sekse uit, en is vrouw-zijn iets biologisch. Transgenders waren toen nog helemaal niet bij de discussie betrokken.
„Als je het grote plaatje bekijkt, speelt het kapitalisme zeker ook een rol. Het is winstgevend om ons op te delen in een soort verhandelbare eenheden. Met honderd verschillende identiteiten kun je honderd verschillende producten verkopen. En iedereen is op zoek naar een label, vaak online. Iedereen die mij op sociale media volgt lijkt een hashtag te hebben, #neurodivers, #autistisch. We geven een hoofdrol aan onze bijzonderheden.”
Is dat ook de reden dat deze ontwikkeling vooral bij jongeren aanslaat?
„Als het idee dat genderidentiteit het belangrijkste is zich verspreidt door de cultuur, dan krijgen kinderen dat ook mee. Veel jongeren zijn ongelukkig met hun lichaam, ze voelen zich bijvoorbeeld niet ontzettend vrouwelijk. Daarom hebben we een stijging van 5.000 procent van de aanmeldingen voor genderklinieken in het VK en zie je zo’n zelfde trend in de Verenigde Staten en andere landen.”
Accepteren jongeren misschien ook gemakkelijker dat er méér genderidentiteiten zijn dan alleen man of vrouw?
„Als ik nu achttien was geweest, was ik hier ook helemaal voor gevallen. In mijn tijd gingen we voor een neuspiercing en coole kleren. Wat is non-binair? Kijk naar mij, ik bén non-binair.” Ze wijst op haar spijkerbroek, gympen en nette jasje. „Non-binair zijn is niet een soort heilige innerlijke staat. Dit zijn gewoon etiketten die mensen die zich anders voelen en dat willen uitstralen, graag gebruiken. En dat is helemaal oké. Alleen beginnen veel jongeren uit deze generatie met puberteitsremmers en stappen daarna over op hormonen, zonder er nog bij stil te staan of ze dat wel echt willen. Er zijn kinderen in genderklinieken die zich aangetrokken voelen tot dezelfde sekse en denken dat ze dus in het verkeerde lichaam zitten, terwijl ze gewoon gay zijn. Scholen en leraren gaan erin mee, dat is het zorgelijke.”
Weten we hoeveel jongeren spijt krijgen van die medicijnen?
„Daar zijn weinig betrouwbare data over. Op internetforum Reddit heeft de de-trans-gemeenschap 25.000 leden. Daar gaan vaak verhalen rond van leden die spijt hebben, of het in elk geval niet meer zeker weten. En zij krijgen sociale problemen, omdat hun vrienden hen ineens als verraders zien. Daar zitten grote medische en psychologische problemen waar we echt naar moeten kijken.”
Vorige maand werd bekend dat Stock zich aansluit bij de Universiteit van Austin, een initiatief van academici in de VS die het vrije debat willen bevorderen – in Amerikaanse media de „anti-woke universiteit” genoemd. Onder meer islamcriticus Ayaan Hirsi Ali doet ook mee.
Hoe serieus is dit voor u?
„Ik ga niet naar Texas verhuizen en dat was ook nooit de bedoeling. Ik ga kijken wat ik voor lessen kan gaan geven. Het is voor mij vooral een symbolisch project, omdat het aandacht vraagt voor academische vrijheid, die ik heel belangrijk vind.”
Hoezeer staat die academische vrijheid onder druk in het VK?
„Er zijn enorme taboe-onderwerpen waar academici niet meer over durven praten, waaronder sekse en geslacht. Volgens mij heeft het te maken met het collegegeld. Op posters tegen mij stond ‘we betalen geen 9.000 pond per jaar om les te krijgen van die transfobe Kathleen Stock’. Daar zit het idee achter dat wie betaalt, bepaalt. Helaas, volgens mij betekent academische vrijheid ook dat je soms ideeën hoort die je onprettig vindt, maar waarvan je later blij bent dat ze zijn besproken.”
- Kathleen Stock (49) is feminist, filosoof en schrijfster. Begin dit jaar kwam haar boek Material Girls uit, waarin ze het principe genderidentiteit zeer kritisch behandelt. Ze stelt in het boek nadrukkelijk dat ze niet transfoob is: „Filosofische kritiek wordt vaak gezien als echte aanvallen op transpersonen.”
Stock woont in Sussex, een graafschap in het zuid-oosten van Engeland. Ze kreeg twee kinderen uit een eerdere relatie en kwam op latere leeftijd uit de kast als lesbisch. Haar vriendin is momenteel in verwachting.