DE ECHTE MOORDENAARS VAN ANNE FABER
DOOR JOOST NIEMÖLLER
Het lichaam van Anne Faber is gevonden, maar de vraag over de schuld van haar moord gaat uiteraard rond. De oom van Anne gaf bij een persconferentie aan welke vragen er leven. Bij de familie maar in heel Nederland wel:
‘Wat is er precies gebeurd? Waarom liep deze man vrij rond? Had deze verschrikkelijke daad voorkomen kunnen worden?’ Ook de familie hoopt antwoorden te krijgen op de vragen die blijven beklemmen, zei oom Hans Faber. ‘Helaas krijgen we Anne daarmee niet terug.’
Bij de linkse gekkies is er geen twijfel. Mannen zijn schuldig. Alle mannen. Maar laten we niet te lang stilstaan bij deze doorgeslagen feministische idioten. Het is duidelijk dat de dader een psychopaat was. Dat blijkt uit zijn verleden. Daarom had hij TBS moeten krijgen om voor de rest van zijn leven opgeborgen te worden. Maar dat gebeurde niet. Integendeel: Door de rechters werd hem een milde straf opgelegd:
Uit het vonnis bleek het vermoeden van een psychische stoornis: P. werd naar het Pieter Baan Centrum (PBC) gestuurd voor een persoonlijkheidsonderzoek. Maar hij weigerde mee te werken en ontliep tbs.
De zestien jaar die de rechter hem in 2011 oplegde voor de dubbele verkrachting en een reeks berovingen met geweld, werd in hoger beroep afgezwakt tot elf jaar. Het hof vond zestien jaar geen straf die in verhouding stond tot ‘de aard en ernst van deze feiten.’ P. zou daarom volgende maand vrijkomen, na het uitzitten van tweederde van zijn straf.
Dat iemand die geen TBS wenst, dit soort onderzoek ook niet krijgt, en daarom automatisch in aanmerking komt voor een lichte gevangenisstraf, is natuurlijk een ernstige fout in het systeem. Er zit een wetsverandering aan te komen, die dit kan veranderen, maar de wettelijke molens malen langzaam.
De PVV wilde een Kamerdebat over de zaak, maar de Kamer wil dat niet.
Gelukkig is er nu een mooie en succesvolle petitie opgesteld om het rechterlijke systeem aan te klagen waardoor Michael P. Zo mild bestraft werd.
Een andere lijn naar de schuldige gaat naar de kliniek in Den Dolder waarin de dader zat en veel vrijheden kreeg. Daarnaar wordt nu door de minister een onderzoek ingesteld.
Michael P. Kon niet alleen vrij rondlopen buiten de kliniek, hij had er ook een relatie met een medewerkster van de kliniek, en had een andere patiente zwanger gemaakt. Kennelijk liet men in de kliniek alles maar zo’n beetje op zijn beloop. Ook gaan er verhalen rond over ongelimiteerd drugsgebruik. Patienten voelen zich in zo’n losgeslagen omgeving uiteraard onveilig en verknipte roofdieren als Michael P. maken er misbruik van.
Dat soort verhalen over losgeslagen toestanden in klinieken hoor je steeds vaker. Onlangs nog hoorde ik het verhaal van een jonge vrouw waarbij door haar psychische aandoening seksueel alle remmen los gingen, zodat ze met zo’n beetje elke beschikbare man in de kliniek naar bed ging. Inmiddels, met het juiste medicijngebruik weer bij haar zinnen, stelt ze verbitterd vast hoe weinig er destijds door de leiding van de kliniek op haar gelet werd. Ook haar viel het vrije drugsgebruik op de kliniek op; fataal uiteraard voor psychische patienten.
Hoe heeft het zover kunnen komen in Nederland? Dat is te danken aan een manier van denken die in de jaren zestig en zeventig dominant werd, waarbij de ‘ burgerlijke maatschappij’ niet meer als de norm gold, en daders als een soort slachtoffers werden gezien. Dat soort denken is diep in de rechterlijke macht doorgedrongen. Bij een veroordeling gaat het er niet om dat de echte slachtoffers van daders genoegdoening krijgen, maar dat de daders zo ‘menselijk’ mogelijk worden behandeld. Het hele idee van straf is veranderd in het idee van heropvoeding. Het gaat erom of de dader er iets aan zal hebben.
In de psychiatrie is er van een vergelijkbare ontwikkeling sprake. In het Westen kwam de anti-psychiatrie op.
Daarbij is er geen sprake van ziektebeelden, maar van een aanpassingsprobleem van de maatschappij ten aanzien van psychiatrisch gedrag.
In Nederland explodeerde deze ontwikkeling, toevalligerwijze precies in deze kliniek in Den Dolder. Het heette toen nog idyllisch Dennendal. Daar werd uitgevonden dat de maatschappij een probleem had, en gekte de nieuwe norm. Het leidde uiteindelijk tot de ontruiming van Dennendal.
In die extreme vorm is de anti-psychiatrie niet meer blijven bestaan. Medicijngebruik is onder andere, na groot succes, weer prominenter geworden. Het bestaan van psychische ziekten wordt weer onderkend. Maar we zijn daar nog steeds te voorzichtig in. In het geval van Michael P. had bijvoorbeeld chemische castratie ervoor kunnen zorgen dat Anne Faber nog leefde. Maar verplichte chemische castratie is ook in het geval van zulke zwaar gestoorde zedendelinquenten als Michael P. niet mogelijk. Vanuit steeds weer diezelfde gedachte: De dader is ook een soort slachtoffer.
Om terug te komen op de vraag van de oom van Anne hoe dit had kunnen gebeuren, ligt het antwoord diep verstopt in de jaren zestig en zeventig. In het relativeren van psychiatrische aandoeningen. In het omdraaien van de dader-slachtoffer rol bij de rechtelijke macht.
Nee, we zijn misschien niet meer zo gek als toen. Maar er is nog een enorme inhaalslag te gaan.