Kunnen Syrische vluchtelingen terug naar huis?
Nu de burgeroorlog in een groot deel van Syrië is geluwd, dringt de vraag zich op: kunnen Syrische vluchtelingen terugkeren? Denemarken stuurt als eerste Europese land groepen Syriërs terug. Moet Nederland dit voorbeeld volgen?
Ze willen de taal leren, integreren, een toekomst opbouwen in Nederland, zich ’Nederlander’ kunnen noemen. De Syriërs, die tijdens de vluchtelingencrisis in 2015 en daarna in grote getale naar ons land kwamen, keren zich niet van de Nederlandse samenleving af, maar willen er in meerderheid onderdeel van uitmaken, wijst onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) uit.
’Groot aantal contacten met autochtone Nederlanders’
Het SCP ondervroeg, samen met andere wetenschappelijke organisaties, sinds 2017 periodiek een groot aantal Syriërs dat vluchtte voor de burgeroorlog in eigen land en zich vestigde in Nederland. Hoe is het hen vergaan?
„Wat bij hen opvalt is het grote aantal contacten met autochtone Nederlanders”, zegt hoofd-onderzoeker Jaco Dagevos (55). „Zeker in vergelijking met Turken en Marokkanen zijn die een stuk intensiever.” Het zijn veel buddy-achtige relaties. „Mensen die maatschappelijke begeleiding organiseren, een buurvrouw, vrijwilligers, een docent. Zulke contacten zijn van onschatbare waarde.”
Wat gebeurt er als de burgeroorlog eindigt?
De Syriërs vormen, met zo’n honderdduizend zielen, in Nederland inmiddels een redelijk grote, nieuwe minderheid van vooral moslims (78 procent), met kleine groepen niet-gelovigen (13 procent) en christenen (8 procent). Ter vergelijking: de grootste groep mensen met een migratieachtergrond in ons land heeft Turkije als land van herkomst: 422.356 personen per februari 2021. Bijna evenveel burgers stammen uit Marokko. Een andere relatief nieuwe – en grote – groep vormen de Polen, van wie er zo’n tweehonderdduizend in Nederland leven.
Wat willen de Syriërs, of beter wellicht: wat gebeurt er met hen als de burgeroorlog eindigt en de rust in hun thuisland terugkeert? Syrië was tot het geweld de regio ontwrichtte behalve een dictatuur, ook een ontwikkeld land; steden als Damascus en Aleppo bruisten. „Waar de Syriërs echt niet tegen kunnen is wanneer wordt gedaan alsof zij uit een ontwikkelingsland komen”, zegt Dagevos. „Zo van: hebben ze daar ook auto’s? Dat soort vragen krijgen ze en daar nemen ze enorm afstand van.”
Assad
Hoogstwaarschijnlijk zou een overgrote meerderheid van deze mensen in normale tijden de trek naar het Westen nooit hebben gewaagd. Willen ze ooit terug? Dagevos: „Dat is sterk afhankelijk van hoe het in Syrië gaat. Zolang Assad er zit, is de kans dat ze teruggaan niet groot. Vooralsnog valt juist hun bereidheid op om te integreren in de Nederlandse samenleving.”
De PVV wil dat de Syriërs terugkeren, net als FvD. Ook de VVD heeft daar oren naar. „Wij baseren ons bij dit soort zaken op de ambtsberichten van Buitenlandse Zaken”, zegt buitenlandwoordvoerster Bente Becker. „BZ beoordeelt waar het veilig is. We hebben er al eerder voor gepleit om die afweging niet per land, maar per regio te maken. Als zou blijken dat delen van Syrië veilig zijn, valt daar met ons zeker over te praten.”
Denemarken: ’Nul asielzoekers’
Precies dit laatste is de weg die de Deense regering bewandelt. Denemarken, dat bekendstaat om z’n strenge immigratiewetten, streeft er, in de woorden van de sociaaldemocratische premier Mette Frederiksen, naar om in de toekomst ’nul asielzoekers’ op te vangen. Frederiksens regering verklaarde de Syrische hoofdstad Damascus en omgeving ’veilig’ en trok inmiddels van zo’n honderd Syriërs de verblijfsstatus in. Zij wachten nu in speciale kampen op repatriëring. Van nog honderden anderen wordt de status opnieuw geëvalueerd.
Denemarken is het eerste Europese land dat niet-criminele Syrische vluchtelingen terugstuurt. Kan Kopenhagen hiermee een precedent scheppen? „Dat de Denen deze stap zetten zou voor Nederland reden kunnen zijn om het beleid te heroverwegen”, zegt immigratieonderzoeker Carolus Grütters van de Radboud Universiteit in Nijmegen. „Maar het zou natuurlijk niet te rijmen zijn dat er jaarlijks aan de voordeur grote groepen Syrische asielzoekers in Nederland worden toegelaten, terwijl we via de achterdeur mensen terugsturen.”
Terugkeerbeleid
Nederland kan Bente Beckers voorstel volgen en in Syrië ’veilige zones’ aanwijzen. Grütters: „Dat is tijdens de oorlogen in Irak ook gebeurd. Nederland hanteerde toen een terugkeerbeleid dat zich richtte op de regio waar de asielzoeker vandaan kwam. Mensen uit het noorden kregen daardoor met andere regels te maken dan mensen uit andere delen van het land.” Uiteindelijk is dit alles een politieke afweging, zegt Grütters.
Syriërs die in 2015 binnenkwamen verblijven inmiddels langer dan vijf jaar in Nederland, waardoor zij recht hebben op een permanente verblijfsstatus: de opmaat naar naturalisatie. „Vooral mentaal is dat een belangrijk markeringspunt”, zegt Jaco Dagevos. „Dan pas hebben ze écht het gevoel – wat ook klopt – dat ze niet meer kunnen worden teruggestuurd, zoals Wilders wil.” Mocht Nederland het Deense terugkeer-voorbeeld volgen, dan zouden alleen Syriërs met een tijdelijke verblijfsvergunning in aanmerking komen voor repatriëring, dus mensen die ons land de afgelopen vijf jaar binnenkwamen. Die ’cohorten’, zoals dit heet in jargon, zijn veel kleiner dan de grote vluchtelingenstroom uit 2015.
Permanente verblijfsstatus
Overigens hoeft het wel of niet hebben van een permanente verblijfsstatus niet te betekenen dat de Syrische immigranten altijd in Nederland zullen willen blijven. Dagevos: „Als je kijkt naar vluchtelingengroepen uit de jaren ’90, blijkt dat na vijftien jaar maar liefst 40 procent weer is vertrokken. De gedachte: als ze eenmaal binnen zijn, gaan ze niet meer weg, klopt dus niet. Somaliërs bijvoorbeeld reisden massaal door naar Groot-Brittannië, veel Irakezen keerden terug naar huis. Nu gaat nog bijna niemand van de Syriërs weg, maar we weten niet wat er op den duur gebeurt.”
De meeste Syriërs uit de SCP-onderzoeken zijn enthousiast over het idee dat zij in Nederland mogen blijven. Maar Dagevos wijst erop dat zij veel hordes zullen moeten nemen. „De eerste jaren van hun verblijf hier staan in het teken van de taal leren en de inburgeringscursus afsluiten. Maar dan gaan ze de arbeidsmarkt op en blijkt wat voor ingewikkeld diploma-land Nederland eigenlijk is. Jongvolwassenen vinden vaak geen baan die aansluit bij hun opleidingsniveau in Syrië. Het hele positieve beeld dat zij nu hebben van Nederland en van de mensen en de instituties hier, ook van de rechtsstaat – omdat zij zich hier veilig voelen – kan dan kantelen. En als het leven hier tegenvalt, kan dit reden zijn om door te emigreren. Dan is die 40 procent wel een indicatie.”
Massaal op taalcursus
Wat kan op basis van de SCP-onderzoeken worden voorspeld? Dagevos: „De eis dat je in drie jaar moet inburgeren is een belangrijke trigger gebleken. Syriërs gingen massaal op taalcursus en slaagden voor de inburgeringscursus. We zien vanaf 2017 een verschuiving naar mensen die al aan het werk zijn of werk zoeken.”
Maar de arbeidsparticipatie is nog laag: in 2019 lag die bij 34 procent, waar het aandeel werkenden in de algemene bevolking tussen 15 en 74 jaar 69 procent bedraagt. Veel Syriërs kampen met psychische problematiek, gerelateerd aan hun oorlogstrauma’s. Huwelijken – niet zelden gearrangeerd op jonge leeftijd – staan onder druk: meer dan de helft van de Syrische echtparen in Nederland overweegt te scheiden of ligt al in scheiding, zo blijkt uit onderzoek. De coronacrisis met al z’n sociale beperkingen en de onvermijdelijk oplopende werkloosheid zal, verwachten de experts, negatieve gevolgen hebben voor verdere integratie.
Onverwerkte trauma’s
Bij Solid Road, een organisatie die Syriërs helpt bij repatriëring, hebben ze ervaring met mensen die het uiteindelijk niet redden in Nederland en ervoor kiezen om terug te keren. Projectmedewerker Hiran Ali (35): „Als mensen hier niet kunnen aarden omdat hun trauma’s niet zijn verwerkt of omdat men zich om andere redenen niet thuis voelt, is terugkeer misschien wel beter, ook al is Syrië niet overal veilig.”
Het gaat vooralsnog om heel geringe aantallen Syriërs die deze keuze maken. De rest focust op een toekomst in Nederland. Hoe die eruit zal zien? Jaco Dagevos noemt zichzelf gematigd optimistisch: „Kijk naar de Iraanse en Afghaanse groepen, hoe goed die zich grotendeels hebben ontwikkeld. Zij werden Nederlander. Ik denk dat we met de Syriërs, die er zo op zijn gebrand om dat te worden, in twee generaties al een stuk verder zijn.”
’Weet je het zeker?’
Moet Nederland de Deense plannen kopiëren? Dagevos: „Ik kan alleen iets zeggen over de eventuele consequenties. We hebben te maken met mensen die enorme inspanningen hebben gepleegd om hier te komen, die soms al enkele jaren in Turkije hebben doorgebracht en die vaak hun gezinsleden naar Nederland hebben laten overkomen. Dat is een hele onderneming. De angst om opnieuw je spullen op te moeten pakken, zorgt dan voor veel onrust.”
Ja, zegt Hiran Ali, er zijn Syriërs die terug willen en die ook terug gaan. „Dat kan ook wel want er zijn regio’s waar het relatief veilig is.” Hiran Ali werkt bij Solid Road, een organisatie die Syriërs helpt bij repatriëring. Hoewel Solid Road vaak wordt gebeld voor informatie wagen uiteindelijk slechts enkelen de stap. In 2019 waren het er via Solid Road in totaal acht. Hiran Ali: „En in 2020 lag het reizen nagenoeg stil door de coronacrisis.”
Wie definitief terugkeert, verliest zijn verblijfsstatus. „Dus vragen wij nadrukkelijk: weet je het zeker? Ook wat betreft de slechte economische situatie daar. Als ze bij hun besluit blijven, stellen wij met onze partners ter plekke een businessplan op. Het re-integratiebudget dat zij kunnen besteden is 1800 euro per volwassene; per kind is het 2800 euro. En we houden contact om te kijken hoe het hen vergaat.”
Solid Road vraagt of zij mogelijk iets te vrezen hebben van het regime in Damascus. Het komt regelmatig voor dat terugkerende vluchtelingen, bijvoorbeeld uit Libanon, waar meer dan een miljoen ontheemde Syriërs leven, worden gearresteerd en gemarteld. Hiran Ali: „Dat willen we absoluut voorkomen.”
"Terugkeer is totaal niet realistisch"
In 2015 kwam Tareq Alshoffe (30) aan in Nederland, na een lange tocht vanuit Damascus. Hij vroeg asiel aan in Ter Apel, op basis van de onveilige situatie in zijn vaderland.
„Eerst probeerde ik in de regio te blijven in de hoop om terug te keren”, vertelt Tareq. „Ik was langere tijd in Libanon, maar nadat ik voor de derde keer door de gewapende militie van Hezbollah werd opgepakt, zonder enige reden, besloot ik om naar Europa te gaan.”
In 2017 reisde zijn vrouw Ruba hem na. Hun dochter Sham (2) werd in Nederland geboren. Alshoffe, die werkt als projectcoördinator bij een internetprovider, spreekt goed Nederlands. Het gezin verwacht binnenkort een Nederlands paspoort te krijgen.
De familie Alshoffe voelt zich thuis in Nederland. „Toch overwegen we permanent om terug te gaan naar Syrië”, zegt vader Tareq. „Maar dan moet er wel eerst veel veranderen. In Syrië woedt immers nog altijd een burgeroorlog, ook al zie je daar in de media niet veel meer van terug.
Hij heeft daarom weinig begrip voor het Deense besluit om Syriërs terug te sturen. „Totaal niet realistisch”, vindt Tareq. „De Syrische munt is ingestort, de economie ligt helemaal plat en daarbovenop heeft Assad nog meer macht dan voor de revolutie.”