"Ik zocht op Wikipedia: 'Wat is islam?'"
De eerste keer dat Vlaanderen kennismaakt met de aparte voornaam 'Jejoen' is in maart 2010. De dan 15-jarige Jejoen Bontinck is één van de kandidaten in het VT4-programma 'Move Like Michael Jackson'. De Antwerpse jongen met een Belgische vader en een Nigeriaanse mama raakt niet tot in de finale, al is presentatrice Véronique De Kock onder de indruk van zijn danspasjes. Een dag later is iedereen Jejoen vergeten.
Jejoen krijgt die zomer een B-attest en moet van richting en van school veranderen. In dezelfde periode maakt zijn lief het uit na een relatie van drie jaar. Alles zit tegen. Jejoen heeft het vooral moeilijk door zijn liefdesverdriet.
Jejoen: "Een Marokkaans meisje stelde mij op school de vraag waarom ik mij niet zou bekeren tot de islam... Ik ben er meer over gaan opzoeken, onder andere op Wikipedia, meer bepaald onder de rubriek 'Wat is islam?' Toen heb ik beslist mij te bekeren."
Antwerpenaars die zich bekeren tot de islam, doen dat meestal in de moskee De Koepel in Borgerhout bij imam Suleyman Van Ael, zelf een bekeerling. De imam geeft Jejoen een micro en laat hem zijn getuigenis afleggen in een volle moskee. Hij is dan net zestien geworden.
Jejoen: "Ik was voor mijn bekering volledig anders. Ik ging uit en ik dronk alcohol, ik dacht niet aan geloof. Dat is sinds mijn bekering veranderd. Ik begon met vijf keer bidden. Tot nu toe heb ik nog geen enkele dag gehad dat ik het beu was."
Jejoen woont vlak bij het Antwerpse De Coninckplein, een buurt met veel Noord-Afrikaanse moslims. Vlakbij in de Dambruggestraat woont zijn jeugdvriend Azeddine, op 200 meter van het lokaal van Sharia4Belgium. Azeddine vraagt Jejoen mee naar een bijeenkomst van Sharia4Belgium, maar die wimpelt het aanbod af. In moskee De Koepel wordt Sharia4Belgium bestempeld als "extremistisch". Uiteindelijk gaat Jejoen op een zondag toch eens mee. "Uit nieuwsgierigheid en om Azeddine een plezier te doen", zegt hij.
"Zonder Belkacem was ik nooit naar Syrië gegaan"
Jejoen raakt bij Sharia4Belgium onmiddellijk in de ban van leider Fouad Belkacem.
Jejoen: "De wijze waarop Fouad Belkacem praat, is uniek. Niemand binnen Sharia4Belgium komt ook maar in zijn buurt. Fouad Belkacem is zonder meer mijn geestelijke leider. Zijn lessen werken als een spuit die je wordt toegediend. Je wordt volledig opgezogen door de organisatie en hun beweging. Zonder die invloed van Fouad Belkacem was ik nooit naar Syrië gegaan. Achteraf bekeken is Sharia4Belgium de mentale voorbereiding geweest voor de jihad in Syrië."
Het is de winter van 2011 en Sharia4Belgium ligt nog niet wakker van de massale straatprotesten in Syrië. De mannen hebben het te druk met de bekering van Antwerpen. Jejoen gaat regelmatig naar de lezingen van Belkacem en naar de gevechtstraining in het lokaal van Sharia4Belgium. Die wordt gegeven door gewezen bewakingsagent Ahmed Daoudi. De leden worden per sms verwittigd door bestuurslid Mohammed Bali: "Training van Ahmed om 20.30 in pand inshalah. Wees erbij dan kunnen we goed wa worstelen."
Jejoen Bontinck vecht en predikt mee. Dat gaat zeer ver. Op een dag trekt hij zelfs naar een Antwerpse speeltuin en maant de moslimkinderen aan hun geloof niet te verwaarlozen.
Jejoen doet ook vrijwilligerswerk en gaat dikwijls bidden voor mensen die ziek zijn of met een depressie kampen. Volgens de speurders gaat het hier om regelrechte duiveluitdrijvingen.
Jejoen: "Ik ben een paar keer bij duiveluitdrijvingen geweest. Ik heb nooit dingen gedaan waar mensen bij gewond geraakt zijn, zoals een geval in Antwerpen en Brussel waarbij een vrouw tijdens een duiveluitdrijving is omgekomen. Ik reciteerde verzen voor mensen en wou hen een beter gevoel geven. Ik heb daarvoor boeken van buiten moeten studeren. Ik deed dat zowel voor mannen als vrouwen. Toch vooral vrouwen. Ik ben geen vrouwengek, ik ben steeds door die vrouwen gecontacteerd."
Binnen Sharia4Belgium wordt er geroddeld dat Jejoen tijdens zijn duivelsuitdrijvingen zijn handen niet kan thuishouden en vrouwen bepotelt. Als het gerucht ook leider Fouad Belkacem bereikt, gooit die Jejoen buiten. Tien maanden voor hij naar Syrië zal vertrekken, is Jejoen niet meer welkom bij Sharia4Belgium. De advocaten van Belkacem zullen dit conflict op het proces breed uitsmeren. 'Hoe kon Belkacem Jejoen overtuigen om naar Syrië te gaan als hij hem bijna een jaar voor zijn vertrek zelf aan de deur heeft gezet?'
Tot ergernis van vader Dimitri Bontinck zit Jejoen vanaf dan meestal thuis voor de computer. Hij ziet niemand meer van Sharia4Belgium en gaat niet meer naar hun lokaal in de Dambruggestraat. Alleen met zijn beste vriend Azeddine spreekt hij wel eens af. Om te bidden blijft hij naar de moskee gaan. Hij heeft wel veel 'contact' met een alleenstaande vrouw. De vrouw verklaart aan de politie dat zij Jejoen leerde kennen tijdens een duiveluitdrijving - de zogenaamde roqia.
Verloofde F.: "Jejoen is bij mij thuis geweest voor roqia. Dit wil zeggen lezen uit de Koran voor zieke mensen om genezing te brengen. Ik was verdrietig omdat mijn vader net gestorven was. Wij voelden ons goed bij elkaar en we hebben ons heel snel verloofd. Voor ons gevoel waren we getrouwd, maar er is geen akte opgesteld. Jejoen was een soort imam. Hij wou altijd mensen helpen en genezen. Wij woonden niet echt samen, maar hij was wel bijna altijd bij mij. Hij vertelde mij dat hij een slechte band had met zijn vader."
Het is deze vrouw over wie vader Bontinck later zal zeggen dat zij zwanger is van Jejoen. "Zij verwacht zelfs een drieling", schreeuwt hij uit in de kranten.
F: "Neen, dit klopt niet. Dit heeft vader Dimitri Bontinck verzonnen. Ik heb dit ook gelezen. Toen ik hem daarover aansprak, zei hij mij dat hij dat had verzonnen om Jejoen terug te krijgen."
"Afspraak gemist door Burger King"
In Syrië is ondertussen het Vrije Syrische Leger opgericht en is de burgeroorlog in alle hevigheid losgebarsten. Op internet verschijnen filmpjes met mensonterende taferelen over de manier waarop president Assad zijn tegenstanders afmaakt. Bij Sharia4Belgium worden de filmpjes in groep bekeken en besproken. Ook Jejoen zit thuis en raakt in de ban van de video's op Facebook en YouTube. Hij krijgt het gevoel dat hij iets moet doen. Begin 2013 krijgt hij ineens telefoon van zijn vriend Azeddine die met een buitenlands nummer belt.
Jejoen: "Het nummer begon met + 963 .... Ik vroeg hem wie er al in Syrië was, hij zei 'iedereen'... Eén van de eerste namen die hij noemde was Abu Fallujah, Houssein. Hij zou mijn komst naar Syrië met hem bespreken, en dan zou hij me terugbellen. Twee dagen later belde hij terug, hij vroeg me hoeveel geld ik had en hij gaf me details hoe ik naar Syrië moest gaan."
Jejoen trekt naar de Decathlon voor een zaklamp, een slaapzak en wat warme kledij. Op 22 februari haalt hij zijn bankrekening leeg en vertrekt met 2.000 euro vanuit Schiphol naar Istanboel. Redouan, de broer van Azeddine, brengt hem naar de luchthaven.
Jejoen: "Ik heb op Schiphol afscheid genomen van Redouan en heb gezegd: 'Wie weet tot binnenkort, en anders is het tot in het hiernamaals.' Ik moest in Istanboel overstappen op een vlucht naar Adana. Die vlucht heb ik gemist omdat ik naar de Burger King ben gegaan. Daardoor ben ik ook de afspraak met twee Brusselse broeders die naar Syrië gingen misgelopen."
"Wat doede gij hier?"
Uiteindelijk komt Jejoen met de twee Brusselaars met de bus in Antakya aan, vlak bij de Turks-Syrische grens. Na een nacht in een grensdorp pikt een auto hen op. In de wagen zitten Houssein Elouassaki en Feisal Yamoun, twee kopstukken van Sharia4Belgium. De wagen rijdt naar een villa in Kafr Hamra, het hoofdkwartier van de Belgische, Nederlandse en Franse Syriëstrijders. Daar wordt hij in het plat Antwerps begroet.
Jejoen: "De eerste persoon die ik zag, was mijn goede vriend Mohamed Bali, die ondertussen gestorven is. Daarna kwam Azeddine met een brede glimlach op mij af: "Wat doede gij hier?"
Jejoen zal acht maanden in Syrië blijven. Wat hij er doet, probeert hij aanvankelijk geheim te houden. In de eerste ondervraging heeft hij het enkel over humanitaire hulp. "Ik heb vooral in een ziekenhuis gewerkt." Zoals overigens alle teruggekeerde Syriëstrijders beweren. Antwerpenaars Walid Lakdim, Mohammed El Youssoufi en Vilvoordenaars Elias Taketloune en Hakim Elouassaki, die net als Jejoen maandag terechtstaan, zeggen eveneens geen wapen te hebben aangeraakt. Hakim Elouassaki hield zich bezig met kinderen in vluchtelingenkampen - hij had nog als animator gewerkt bij Thomas Cook. Elias Taketloune toonde de speurders zijn medewerkerskaart van de Syrian Arab Red Crescent (een variant op het Rode Kruis) en een foto tijdens een hulptransport van de Verenigde Naties. "Allebei getrukeerd", geeft hij later toe.
Jejoen ziet in dat blijven liegen over de gang van zaken in Syrië weinig zin heeft. Bij zijn tweede ondervraging vertelt hij hoe het er echt aan toeging bij Maglis Shura, de brigade van buitenlandse strijders -die treedt midden 2013 toe tot de terreurbeweging Islamitische Staat.
Jejoen: "Je moest eerst 20 dagen op trainingskamp. Dat bestond uit drie onderdelen: conditietraining, tactische training en lezingen. De conditietrainingen begonnen na het ochtendgebed en bestonden uit lopen, trainen van het bovenlichaam en de benen. Die training werd gegeven door Abu Mushab, een Egyptenaar die opgeleid was bij de Special Forces. Nadien volgde het ontbijt, en dan kregen we tactische training. Hier werd geleerd hoe er met een wapen moest omgegaan worden. Men simuleerde ook aanvalsposities en we leerden wat we moesten doen bij een aanval van een vliegtuig. Er werd ook geoefend op welke gebaren men moest maken. De tactische trainingen duurden ongeveer 2 uur. Nadien begonnen dan de lezingen. De voertaal in het trainingskamp was Arabisch, maar alles werd vertaald naar het Nederlands."
"Geen losgeld = executie"
De Syriëstrijders moeten hooguit één keer per maand deelnemen aan een veldslag. De rest van de tijd hangen zij rond in hun villa waar alles voorhanden is: internet, PlayStation, flatscreens... Aanvankelijk moeten de mannen zelf koken, maar wanneer de rebellengroepen samensmelten tot Islamitische Staat (IS) wordt het eten voortaan aan de villa geleverd. Wie verder iets nodig heeft, pakt het gewoon af.
Jejoen: "Onze leider Abu Aseer was de grote financierder van alles. Individueel weet ik niet hoe je daar aan geld zou kunnen komen. Verder is er ook zoiets als een oorlogsbuit. Wanneer de vijand gevangen of gedood werd, mocht je die bezittingen tot jou nemen. Als er na een veldslag soldaten gevangengenomen werden, werden zij onmiddellijk gedood. Als zij berouw toonden, konden zij eventueel vrijkomen."
Een andere teruggekeerde Syriëstrijder, Elias Taketloune, onthult aan de speurders nog een andere manier om aan geld te geraken.
Elias: "Er werden door Hussein Elouassaki, mijn broer Tarik, Nabil, Zakaria en de Tsjetsjeen mensen ontvoerd. Zij deden dit om losgeld te bekomen. Dat varieerde van kleine bedragen tot soms wel 70.000 euro. Er werden christenen en sjiieten gevangengenomen. Indien het losgeld niet betaald kon worden, werden zij geëxecuteerd. Ofwel onthoofd met een mes of met een kogel in het hoofd... Houssein heeft me een film van de onthoofding op zijn gsm getoond. (dat filmpje zorgde voor groot ophef toen het in België bekend raakte, red.) Hij vertelde dat hij diegene was die de onthoofding uitvoerde. Ik weet ook dat mijn broer Tarik een onthoofding heeft uitgevoerd, net als Zakaria Asbai en Magomed, de Tsjetsjeen uit onze groep."
Jejoen Bontinck houdt vol dat hij nooit aan gevechten of andere gewelddaden heeft deelgenomen. Omdat hij weigerde te vechten, denken de andere Syriëstrijders dat Jejoen een spion is. Zij gooien hem in de cel en dreigen hem te executeren.
Jejoen: "Zakaria heeft een handgeweer tegen mijn hoofd gehouden. Hij zei: 'Eén schot en het is gedaan'. Abu Sayef hield mij bij de keel. Ze hebben mij op het bed geduwd. Ondertussen waren anderen aan het herladen en hadden ze hun wapens op mij gericht. Abu Chechen zijn vizier was op mij gericht. Ik sloot mijn ogen. Uiteindelijk is iedereen weggegaan en hebben ze mij in de cel achtergelaten."
Jejoen wordt één keer vrijgelaten, maar een week later alweer opgesloten. In de zomer van 2013 zit hij enkele weken samen in de cel met de ontvoerde journalisten James Foley en John Cantley. Wanneer Jejoen akkoord gaat om mee wacht te lopen aan de checkpoints van Islamitische Staat in Duarina, komt hij opnieuw vrij. Hij krijgt een kalasjnikov en een handgranaat voor de wachtopdrachten. In zijn vrije uren bezoekt hij een internetcafé in Aleppo en kan hij contact leggen met zijn vader. Die stippelt een ontsnappingsroute uit, maar zet zelf geen stap in Syrië. De speurders onderscheppen het chatgesprek tussen vader en zoon, die zich op Facebook Sayfullah Ahlu Sunna noemt (zie kader rechts).
Met de bus naar Turkije
Jejoen volgt de richtlijnen van zijn vader op en raakt met het gratis openbaar vervoer tot in een ziekenhuis vlak bij de Turkse grens. Een tussenpersoon haalt bij vader Dimitri het reispaspoort van Jejoen en het visum op. De dag nadien passeert Jejoen zonder problemen langs de Turkse grenswacht en valt hij zijn dolgelukkige vader in de armen. Samen vliegen zij via Schiphol terug en komen in een vakantiepark in Zierikzee enkele dagen op adem. Wanneer zij op 12 oktober in Antwerpen aankomen, staat een vriendinnetje hem thuis op te wachten.
Vader Dimitri: "Hij heeft zich echt kunnen acclimatiseren. Jejoen heeft vanuit Nederland met verschillende meisjes uit Antwerpen gechat via Facebook. Vriendinnen uit zijn periode van voor Sharia4Belgium. Eén van die meisjes was vrijdag aanwezig toen hij werd gearresteerd. Het was zelfs de bedoeling dat het meisje bij hem zou blijven slapen."
De speurders pakken Jejoen al na een uurtje thuis op voor ondervraging. Daarna laat de onderzoeksrechter hem opsluiten in de gevangenis. Daar zal hij ruim twee maanden blijven. Net voor zijn vrijlating op 13 december 2013 willen de speurders nog weten hoe hij zijn toekomst ziet.
Jejoen: "Ik ben niet teruggekomen om in de gevangenis te zitten. In Nederland en Frankrijk wordt niemand aangehouden en worden de jongeren geholpen om aan werk te geraken. Ik wil niet meer terug naar Syrië of andere plaatsen waar er oorlog is. Ik wil hier mijn leven opbouwen en normaal functioneren en niet meer zo extreem denken als daarvoor. Misschien wil ik wel een bvba oprichten of zo om iets creatiefs te doen met eten, bijvoorbeeld een halal fastfoodrestaurant. Ik wil verder oprecht zijn in mijn aanbidding van Allah."