‘Wilders heeft staaf dynamiet in zijn hand’
Door HERMAN ROSENBERG
DEN HAAG - De rabbijn staat met zijn handen op de rug voor het raam van zijn werkkamer aan de Haagse Prinsessegracht.
Hij kijkt naar de oude Portugees-Israëlitische synagoge, waarin hij talloze malen is voorgegaan in gebed. „De dag gaat open als een gouden roos,’’ klinkt het plotseling. „Uit Mei van Gorter, mooi hè?’’
Awraham Soetendorp, die vandaag op zijn 65ste verjaardag afscheid neemt van de Liberaal Joodse Gemeente in Den Haag, is ten prooi aan tegenstrijdige gevoelens. ,,Het was een gelukkig huwelijk van veertig jaar. Er is diepe genegenheid en ook nog altijd liefde. Dus een scheiding kan eigenlijk helemaal niet. Natuurlijk, we hebben onze problemen gehad. De verbintenis heeft zelfs aan een zijden draad gehangen. Bij alles wat ik elders deed, doen moest, leek de gemeente soms een stiefkind. Maar we hebben het altijd weer bijgelegd.’’
Door al die activiteiten die hem soms in zijn gemeente kwalijk werden genomen, werd Soetendorp de bekendste rabbijn van Nederland. Hij was de drijvende kracht achter de campagne voor de emigratie van de Russische Joden. Hij onderhield en onderhoudt contacten over de hele wereld - van New York tot Jordanië, van Davos tot India - met geestelijke en politieke leiders. In Nederland stond hij onlangs nog aan de wieg van de Dag van Respect, een project dat via scholen beoogt het wederzijds begrip tussen de verschillende groeperingen in de samenleving te bevorderen.
Soetendorp maakt zich grote zorgen over de toenemende spanningen in Nederland in het algemeen en over het optreden van Geert Wilders in het bijzonder. Daarom steunt hij ook het initiatief van Doekle Terpstra om te strijden voor verdraagzaamheid. ,,Ik was onlangs bij het World Economic Forum in Davos. Tot mijn schrik merkte ik dat Wilders in het buitenland inmiddels bekender is dan Johan Cruijff. Wilders is een politicus met een staaf dynamiet in zijn hand. Wat hij heeft gezegd over de Koran kán eenvoudigweg niet. Je kunt niet op zo’n manier spreken over een boek dat voor honderden miljoenen mensen heilig is. In de Koran staan dingen die in onze ogen bedenkelijk zijn.
Maar het gaat erom hóe je dat boek leest en hoe je ermee omgaat. Ik ga ook niet zeggen dat het Nieuwe Testament moet worden verboden, omdat de evangelisten daar de Joden in de mond leggen: ‘Zijn bloed kome over ons en onze kinderen’. Woorden die mijn volk in de loop van de geschiedenis onnoemelijk veel leed hebben berokkend.’’
De kern van het probleem is, volgens Soetendorp,
dat door het optreden van politici als Wilders de grote islamitische minderheid in Nederland zich onveilig voelt. ,,En als je je onveilig voelt, ga je om je heen meppen. Dat moeten we dus voorkomen. Maar Wilders is als iemand die ‘brand!’ roept in een volle zaal, terwijl er geen brand is. Er zijn in Nederland spanningen, maar het land staat niet in brand. Dus mag je ook niet net doen alsof dat wél zo is. Ik heb Wilders verzocht om een onderhoud. Ik wil met hem spreken, van aangezicht tot aangezicht. Maar hij heeft niet gereageerd.’’
Maar de rabbijn laat zich niet uit het veld slaan. ,,Ik blijf knokken voor de nuance. Wat dit land en deze wereld nodig hebben is een moreel kompas.
Een van de ideeën die ik wil uitwerken is de stichting van een wereld-gewetensraad. Een soort council of elders, raad van ouden met een onbetwistbaar moreel gezag, zoals Mandela die heeft voorgesteld. Die zou zich moeten buigen over de grote problemen van deze tijd.’’
Soetendorp ontvouwt zijn visioenen, gepassioneerd, gedreven. Hij moet zich soms voelen als een roepende in de woestijn, of misschien zelfs als Mozes die moet opboksen tegen de scepsis van het volk. Wat drijft hem? Geëmotioneerd: ,,In het diepste van mijn ziel zal ik altijd het onderduikkind zijn dat in leven is gebleven. Het verhaal is me later verteld. In 1943 viel de Gestapo bij mijn ouders binnen. Mijn vader had willen onderduiken, maar mijn moeder wilde niet, want dan moest ze scheiden van mij, haar baby. ‘Wat jammer nou dat het een jodenkind is,’ zei die Duitse officier tegen mijn vader. Mijn vader antwoordde: ‘Maar het zal niet opgroeien als kind van moordenaars.’ Die Duitser sloeg hem daarop in het gezicht. Maar toen ging hij weg met de mededeling dat ze morgen zouden terugkomen. Die man had tranen in zijn ogen. De baby had mededogen in hem wakker gemaakt. We zijn alsnog ondergedoken en hebben de oorlog overleefd. Ik werd ondergebracht bij een katholieke boeren in Velp. Toen de Duitsers wegtrokken, gooiden ze een granaat. Mijn stiefvader heeft zich toen over mij heen geworpen. Hij stierf opdat ik zou leven.’’
De dichtregel van Gorter schoot hem vandaag door het hoofd toen de zon opkwam. ,,Ik heb zelf een gedicht geschreven, over mijn afscheid. ‘Afgebroken worden zonder te weten of de oneffenheden zullen helen’, staat erin. Ik was heel gelukkig dat die woorden kwamen.
Nee, er is niet alleen weemoed. Er is ook vreugde en dankbaarheid om wat bereikt is. De wederopstanding van de Haagse gemeente, dat is een wonder geweest. We zijn gegroeid tegen de klippen op. Demografisch gezien kon het eigenlijk niet, maar het is toch gebeurd. We zijn nu met 325 families. Dat is de verdienste van al die mannen en vrouwen, die de vaste wil hebben het jodendom te laten voortbestaan. Natuurlijk heb ik het mijne bijgedragen. Maar de rabbijn is een vogel en de gemeenteleden vormen zijn vleugels. Zonder hen is hij vleugellam.’’
http://www.ad.nl/binnenland/article2057152.ece