De pseudo-wetenschap van Jaap van Donselaar
Door Carel Brendel
Veiligheid en bestrijding van de criminaliteit is ook een links onderwerp. We mogen best eens trots zijn op Nederland en een beschaafde vorm van nationalisme ontwikkelen. Toen PvdA-leider Wouter Bos afgelopen maandag (10 november) het Amsterdamse partijkader toesprak in jeugdtheater De Krakeling, gingen mijn gedachten onwillekeurig naar Jaap van Donselaar.
Van Donselaar is cultureel antropoloog, universitair hoofddocent aan de Universiteit Leiden (bestuurskunde) en senior onderzoeker bij de Anne Frank Stichting. Daar houdt hij zich bezig met het monitoren van racisme en extremisme. Van Donselaar geldt als de expert op het gebied van extreemrechts. Die reputatie heeft hij te danken aan de dissertatie Fout na de oorlog, over fascistische en racistische organisaties tussen 1950-1990, en De Nederlandse Volks-Unie, het ‘portret van een racistische splinterpartij’, dat hij samen met Carolien Bouw en Carien Nelissen schilderde.
Een probleem bij het bestuderen van fascistische partijen is dat maar weinig organisaties zich na 1945 hebben beroepen op de denkbeelden van Hitler en Mussolini. Aangezien openlijk fascisme nagenoeg niet voorkwam, gingen onderzoekers als Van Donselaar op zoek naar ‘potentieel’ of ‘latent fascisme’. Het extreemrechtse karakter van een partij werd zichtbaar door bepaalde kenmerken en programmapunten.
Zo zag de Leidse onderzoeker duidelijk overeenkomsten tussen de rechts-populistische Boerenpartij (BP) van Hendrik Koekoek en de Nederlandse Volks-Unie (NVU) van Joop Glimmerveen. Beide partijen waren tegen de komst van gastarbeiders. De beginselprogramma’s van beide clubs hadden meer overeenkomsten. Van Donselaar noemt onder meer bestrijding van criminaliteit en nationalisme. Hieruit konden we opmaken dat BP en NVU wel degelijk iets met elkaar te maken hadden, te meer omdat enkele figuren uit de NVU een verleden hadden in de partij van Koekoek.
“De NVU en de Boerenpartij zijn takken van dezelfde rechts-radicale boom”, schreven Van Donselaar c.s. in De Nederlandse Volks-Unie (blz. 71-72). Is de PvdA, nu Wouter Bos een beschaafd nationalisme predikt en de criminaliteit wil aanpakken, ook een tak van de rechts-radicale boom geworden? Misschien lezen we er iets over in de volgende Monitor Racisme en Extremisme.
In Fout na de oorlog werkt Van Donselaar zijn wetenschappelijke inzichten verder uit. Nog steeds was het moeilijk om het verschil tussen rechts, radicaal rechts en fascistisch vast te stellen. Van Donselaar (blz. 23): “Het gaat hierbij in feite om de vraag welke verschillen er zijn tussen ‘fascistisch’ en ‘extreem-rechts’. Naar mijn mening zijn fascistische organisaties per definitie extreem-rechts, maar dat geldt niet voor het omgekeerde. In een aantal gevallen is het onderscheid niet erg moeilijk. De Nederlandse Volks-Unie is bijvoorbeeld niet alleen extreem-rechts maar ook duidelijk fascistisch. De partij beantwoordt qua ideologie voor een groot deel aan de typering die Hagendoorn (een onderzoeker van naoorlogs fascisme, CB) van manifest fascisme geeft.
Omgekeerd is het mijns inziens ook evident dat partijen als het GPV, de SGP en de RPF niet fascistisch zijn. Hun ideeënwereld is op een aantal punten weliswaar extreem-rechts te noemen, maar van een fascistische ideologie zijn zij naar mijn oordeel ver verwijderd. In een aantal gevallen is het onderscheid op grond van ideologie niet goed vast te stellen: ik doel op de organisaties met ‘vage contouren’. In dergelijke gevallen is de vraag van belang in hoeverre zij aantrekkingskracht uitoefenen op personen die blijk hebben gegeven van fascistische sympathieën, alsmede de vraag in hoeverre deze personen door de organisatie worden gedoogd. De toepassing van deze criteria leidt bijvoorbeeld tot het betrekken bij mijn onderwerp van de Boerenpartij.
Voorts heb ik bij het blootleggen van fascistische continuïteit een benaderingswijze gehanteerd die men ‘genealogisch zou kunnen noemen. Deze berust op de bevinding dat organisaties als regel niet uit de lucht komen vallen, maar op enigerlei wijze uit andere organisaties voortkomen. Onder de oprichters van organisaties bevinden zich, voor zover ik heb kunnen nagaan, altijd personen die voordien bij een of meer andere verwante organisaties aangesloten zijn geweest. Deze personele continuïteit geldt niet alleen voor de oprichters, maar evenzeer voor een aantal personen die zich gaandeweg bij een organisatie aansluiten.”
Tot zover Van Donselaar, die ik uitvoerig citeer om geen misverstand over zijn wetenschappelijke werkwijze te scheppen. Welnu, volgens deze ‘genealogische benaderingswijze’ ziet het er dramatisch uit voor de Partij van de Arbeid.
Neem de in 1971 opgerichte Nederlandse Volksunie. Binnen een jaar na de oprichting dreigde dit partijtje uit elkaar te vallen. Men zocht een nieuwe voorzitter en de keuze viel op de Amsterdamse socioloog W.J. Bruyn. Deze Amsterdamse gemeenteambtenaar is lid geweest van de Partij van de Arbeid en was zelfs enige tijd actief voor de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van deze partij. Daar was hij - zo lees ik op het jongste weblog van Stan de Jong - zelfs een goede kennis van de later heilig verklaarde Joop den Uyl. Bruyn liet het voorzitterschap van de NVU overigens aan zich voorbijgaan, en trok zich weldra terug uit deze partij.
Bruyn was niet de enige NVU-voorman met een PvdA-verleden. Aan het slot van De Nederlandse Volks-Unie van Van Donselaar c.s. staan een Korte autobiografie van Joop Glimmerveen en een Commentaar van de Nederlandse Volks-Unie. Glimmerveen vertelt daar dat hij na 1949 (toen hij 21 jaar oud was ) enige tijd lid was van Nieuwe Koers, de jongerenorganisatie van de PvdA. In 1960 werd Glimmerveen gevraagd om lid te worden van de PvdA. Volgens zijn verslag was hij weldra bestuurslid van een lokale afdeling en tevens lid van een werkgroep die een nieuwe jongerenorganisatie in Den Haag op poten moest zetten. Na een meningsverschil vertrok Glimmerveen in 1962 uit de PvdA.
Niet alleen Glimmerveen, maar ook zijn ‘tweede man’ Joop Hagenbeek, zou sociaal-democratische roots hebben, volgens het NVU-commentaar: “Opzienbarend voor sociologen zou moeten zijn, dat de twee leden van de NVU die tijdens de verkiezingsstrijd van 1977 naar buiten toe optraden als het leidende duo van de NVU, Glimmerveen en Hagenbeek, hun politieke carrière zijn begonnen in de socialistische PvdA en daar hun eerste politieke vorming ontvingen.”
Het wordt nog erger voor de PvdA. Want volgens de ‘genealogische benaderingswijze’ van Van Donselaar loopt er ook een lijn van de PvdA naar de Centrumpartij (CP). De allereerste verkiezingslijst van de CP werd in 1980 namelijk aangevoerd door Hans Janmaat, die een blauwe maandag lid is geweest van de PvdA. Van Donselaar in Fout na de oorlog (blz. 176): “In politiek opzicht is hij een zwerver: KVP, PvdA, VVD en in 1979 DS’70.” Nummer twee op de lijst was Wim Bruyn, de bijna-voorzitter van de NVU. Ook zijn rode verleden is terug te vinden in dit boek (en dus niet alleen bij Stan de Jong): “Voorts sluit hij zich aan bij de Partij van de Arbeid en bij het Humanistisch Verbond.” Volgens de ‘genealogische benaderingswijze’ en de ‘personele continuïteit’ zou de Partij van de Arbeid dus een fascistische organisatie zijn.
Geen zinnig mens zal de PvdA als fascistisch bestempelen op grond van het lidmaatschap van Janmaat en Glimmerveen. Het geeft wel aan op wat voor dun ijs de politieke genealogie is gebouwd. De ‘genealogische benaderingswijze’ is voor mij een vorm van pseudo-wetenschap. In Nederland kun je daar kennelijk ver mee komen.
In de vandaag (10 december) verschenen achtste Monitor Racisme & Extremisme bedrijft Jaap van Donselaar nog steeds de pseudo-wetenschap, die ik signaleerde in mijn weblog van 12 november. (Lees verderop). Ik schreef toen dat de PvdA dankzij de door Wouter Bos gepredikte 'beschaafde vorm van nationalisme' en zijn 'trots op Nederland' gevaarlijk opschoof naar extreemrechts, althans volgens de door Van Donselaar gehanteerde onzindefinities. 'Het benadrukken van het eigene' is immers een symptoom van extreemrechts, zo lezen we ook weer in de nieuwste monitor. Ook de 'sociale genealogie', een andere als hocuspocus ontmaskerde formule van de Leidse onderzoeker, speelt een rol in het jongste rapport van de Anne Frankstichting.
De opmerkelijkste passage in de jongste monitor is voor mij niet de zeer geforceerde indeling van Geert Wilders bij extreemrechts, maar het pleidooi (op blz. 221) voor een aparte registratie van het verschijnsel 'islamofobie' - de verzamelnaam waaronder alle mogelijke kritiek op de islam in de racistische hoek wordt geduwd. Ik herhaal nog maar eens de definitie van Afshin Ellian: "Gerechtvaardigde kritiek op de islam wordt - zonder een zweem van argumentatie - islamofobie en racisme genoemd. en wordt verdacht gemaakt door de aantijging dat daardoor alle moslims worden gestigmatiseerd. Dat soort verdachtmakingen zijn aanslagen op het vrije woord, gepleegd door vrije mensen in een vrij land."
Als we dan toch islamofobie gaan registreren, dan kan minister Hirsch Ballin misschien ook een subsidiepotje vrijmaken voor het melden van alle vormen van godsdienstkritiek, dus ook op het christendom en het religieuze jodendom (niet te verwarren met het tegen alle Joden gerichte antisemitisme). Tot het bot beledigde new-agers kunnen wat mij betreft terecht bij het Meldpunt Zweeftevofobie.
Jaap van Donselaar hanteert merkwaardige criteria om vast te stellen of een partij of groepering extreemrechts is. De allerlermerkwaardigste uit het pseudo-wetenschappelijke arsenaal van de Leidse onderzoeker is de zogeheten 'magneetfunctie'. Een nieuwe partij heeft een aanzuigende werking op extremistische mensen buiten die partij en is daarom zelf extremistisch.
Volgens deze redenering zou de Socialistische Partij (SP) extreemlinks zijn. Immers, de links-extremistische Internationale Socialisten (IS) willen maar al te graag opgaan in de SP. De SP is echter niet gediend van de 'trotskistische wroeters' (zo heette dat ooit in het CPN-jargon), met als gevolg de kopstukken van de IS geen lid mogen worden. Gelukkig doen Van Donselaar en de Anne Frank Stichting geen onderzoek naar links radicalisme, dus de blamage van een extreemlinks stempel blijft de SP bespaard.
Maar wat dacht u van de SP als extreemrechtse partij? Constant Kusters, de voorman van de neonazistische Nederlandse Volksunie (NVU), heeft verklaard dat hij tegenwoordig op de SP stemt. Volgens hem is het verschil tussen NVU en SP niet zo groot. Kusters moet niets hebben van de 'zionist' Wilders, maar voert net als de SP actie tegen de Amerikaanse aanwezigheid in Irak en Afghanistan. Kusters is verder voorstander van een Palestijnse staat. Als Jaap van Donselaar consequent is en zijn drogredeneringen doortrekt naar links, dan is de SP extreemrechts en zijn Harry van Bommel en Anja Meulenbelt gevaarlijke rechts-radicale politici.
Carel Brendel is auteur van Het verraad van links (Uitg. Aspekt)
http://home.hetnet.nl/~c.brendel/Donselaar.htm" onclick="window.open(this.href);return false;