Culemborg ’Ze kwamen die nacht verhaal halen‘
Het is hier net Belfast aan de Lek
In Culemborg gingen Marokkanen en Molukkers begin dit jaar op de vuist. Komt het ooit goed?
S. (15), een slank Moluks meisje, stond op nieuwjaarsnacht rond vijf uur in de tuin toen een zwarte Fiat Punto kwam aanrijden. ‘Die probeerde eerst mijn neef aan te rijden, draaide en reed toen op ons tuinhek in.’ Een tante die tegenover woont, belde als eerste 112. ‘Ik hoorde een auto gas geven als op een racecircuit. Hij reed recht op het huis af. Ik zag mijn nichtje door de lucht vliegen.’
De reden voor de aanslag weet S. best. Een week ervoor was ze er getuige van hoe een Marokkaan een auto in de brand stak, een ware plaag in de wijk, waarop ze de politie verwittigde. ‘Ze kwamen die nacht verhaal halen.’ De veldslag die volgde in de Van Diepenbrockstraat was er een uit een serie.
Achter in de kamer volgt moeder het gesprek. ‘De Marokkanen halen zoveel uit. Maar nu vonden ze Molukkers tegenover zich.’ En die staan niet alleen in de strijd. ‘We hebben enorm veel brieven en adhesiebetuigingen ontvangen. Uit heel Nederland.’
S., inmiddels hersteld van een beenblessure, knikt verheugd: ‘De helft van die mensen ken ik niet eens.’
Opgejaagd
I. (22) was de bestuurder van de auto en wordt verdacht van poging tot moord. Sinds die eerste januari zit hij vast. Vandaag komt zijn zaak pro forma voor. ‘Er moeten nog extra getuigen worden gehoord’, verklaart het Openbaar Ministerie van Arnhem. Zijn vader Mohammed doet open in de Van Hoogendorpstraat. In de woonkamer zijn de gordijnen dichtgeschoven. Hij is blij met het bezoek, want wat die Molukkers zeggen is helemaal niet waar.
‘I. werd opgejaagd’, zegt Mohammed. ‘Hij is student, heeft geen strafblad en is vriend met iedereen. Toen ik hem bezocht in het Huis van Bewaring in Zutphen huilde hij: vader, ik heb niks gedaan.
‘Hij was in een disco geweest en reed met vier vrienden wat rond. Plots werden ze omringd en met stenen bekogeld door die apen. Hij is toen in paniek een tuin ingereden’, vertelt I.’s vader Mohammed.
Drie jongens wisten te ontkomen. Twee belandden in het ziekenhuis. M. (18) zat achterin. ‘Door een kapotte zijruit ben ik naar buiten gekropen. Toen kreeg ik een knuppel in mijn nek en was knock-out.’
M. wijst naar een litteken op zijn kin. Van half zes tot kwart voor acht zat hij bij de eerste hulp en werd toen voor drie dagen in de cel gezet wegens poging tot doodslag.
‘En ik reed niet eens. We provoceerden ook niet. Dat is onmogelijk met één auto zonder wapens.’
De rellen, die alle kranten haalden, waren geconcentreerd in de wijk Terweijde, een nieuwbouwbuurt zonder verwaarloosde huizen of brandende vuilcontainers, maar met aangeharkte voortuintjes en geveegde straten. In sommige straten verhinderen betonnen bloembakken drive-byschreeuwen of andere overlast uit auto’s.
Sussen
Professioneel sust een gemeentevoorlichter de nationale aandacht voor de Gelderse stad aan de Lek. ‘Er staan zo’n tweeduizend huizen in de wijk en de problemen vonden plaats in drie straten. Het wordt toegespitst op een etnisch conflict, maar het is gewoon ruzie tussen jongeren.’
Wel is tot juni nog een samenscholingsverbod voor meer dan vier personen van kracht. Totaal zijn er veertig aanhoudingen verricht en de helft wordt deze weken vervolgd voor variërend van poging tot moord en doodslag tot openbare geweldpleging en een te grote bek.
Een oom van de aangereden S. woont in de met bloembakken afgesloten straat. Inmiddels is hij veroordeeld tot 80 uur werkstraf en 250 euro schadevergoeding voor het bedreigen van de Mobiele Eenheid die vechtersbazen uit elkaar wilde houden. ‘Ik schaam me er niet voor’, zegt hij. ‘Ik hield alleen een bezemstok vast.’
Op zondagavond 3 januari rende een groep van twintig Marokkanen de straat in. De gewonde S. lag met het zere been op de bank toen een steen door de voorruit vloog. Een andere zeilde door de voordeur en trof haar vol op het hoofd. Ook andere huizen werden getroffen. Toen waren de rapen gaar.
De oom: ‘Er kwamen aanbiedingen uit heel het land om met een grote groep die Marokkanen te pakken. Maar wat schiet je er mee op. Je kunt hier toch niet zoals in Noord-Ierland wonen.’
Schuivend naar het puntje van de stoel zegt hij: ‘Ik heb geen hekel aan Marokkanen. Ook bij ons heb je rotte appels. Maar bij hen zijn het er gewoon een heleboel.’
Een paar straten verder hangen twee Marokkaanse jongens rond een elektriciteitkast. De een zegt: ‘De ruzie begon al in september in een shoarmazaak. Een Molukse jongen vond dat hij minder shoarma kreeg dan een Marokkaan. En toen werd de Marokkaanse bediende in elkaar geslagen.’
Maar nu is alles weer rustig, zegt-ie. De mensen zijn zelfs weer aardig voor elkaar. Alleen voor hoe lang?
De tweede haalt zijn schouders op: ‘Ik hoorde van mijn vader dat er twintig jaar geleden ook al ruzie was tussen de groepen.’
Het Molukse meisje S. gaat inmiddels naar school en kan weer square-dansen. Maar de loopgraven blijven betrokken. ‘Je rijdt niet met een Marokkaanse bak een Molukse straat in. Doen wij ook niet, want dan kun je iets verwachten.’
http://www.depers.nl/binnenland/470711/ ... e-Lek.html" onclick="window.open(this.href);return false;