Op dit moment heb ik mijn nieuwe printer/scanner (multifunctional), die ik samen met mijn nieuwe computer systeem aanschafte, voor het eerst professioneel gebruikt door het onderstaande artikel te scannen uit een magazine van het Leger des Heils. Ik weet niet waarom ze dit blad, Kans geheten, naar mij toegestuurd hebben. Mogelijk is dit omdat ik soms wel eens een donatie naar ze overmaak of misschien omdat ik er onlangs naar solliciteerde. Er stond echter een interessant artikel in dat ik jullie niet wil onthouden. Het gaat over een exmoslim die tot het Christendom bekeerd werd door een droom over Jezus. Dat schijnt veel voor te komen heb ik destijds gelezen (ook op dit forum). Maar wat me vooral ook trof was de reactie van een rector die hem van school schopte omdat hij met zijn ‘praatjes’ (over de Islam en Iran waarschijnlijk) mensen bang zou maken. Dit maakt me zo langzamerhand woedend! Ik heb het zelf ook meegemaakt dat ik uitgescholden ben omdat ik het een keer voor Wilders opnam en in een ander geval werd ik zelfs ontslagen omdat ik iets negatiefs over de Islam had gezegd. Ik hoorde destijds van de leider van de DDL in Nederland (ik weet zijn naam niet meer) dat dit overal voorkomt. Ik vraag me daarbij ook af of dit eigenlijk wettelijk wel mag. Er is immers nog steeds vrijheid van meningsuiting in Nederland… of niet? Volgens mij is die rector in het onderstaande artikel gewoon in overtreding en zou hier werk van gemaakt moeten worden. Daarom ben ik voorstander van een nieuw meldpunt, waar we op dit forum alvast mee kunnen beginnen. De PVV heeft al een meldpunt voor klachten over Midden- en Oost-Europeanen, maar volgens mij moet er nu een nieuw meldpunt komen over linkse intolerantie! Mogelijk kan deze nieuwe topic een sticky krijgen, waarop we vervolgens een email naar de PVV sturen die het dan van ons overneemt en op een speciale eigen website plaatst, net zoals het huidige Meldpunt Midden en Oost Europenanen.
http://www.meldpuntmiddenenoosteuropeanen.nl/" onclick="window.open(this.href);return false;
‘Ik ben gedoopt mama, huilde ik’
TEKST Galiëne Gerritsen
De ochtend dat Mehdi (32) wakker werd uit een vrolijke droom, moest hij huilen. Hij had Jezus gezien. Sindsdien zijn de nachtmerries voorbij. Zondag 13 november 2011 liet hij zich dopen. Een witte dag die alle zwarte bladzijden heeft verdreven.
Ik werd opgepakt op een rillerige herfstdag. De geheime politie bracht me naar een onbekend huis, waar ik in een soort kooi terecht kwam van anderhalf bij één meter. Ik zag niemand, hoorde alleen geschreeuw of gehuil. De verhoren begonnen meteen de dag erna. Ik was geblinddoekt, dan zag ik de klappen niet aankomen. Twee keer heb ik met een touw om mijn nek op een soort stoel gestaan. Ik moest mijn laatste woorden spreken. Daarna gooiden ze me in de kooi terug."
Profvoetballer
"Tot die herfstdag woonde ik bij mijn ouders in Shiraz, een moderne stad in Iran. Ik studeerde architectuur en trainde op hoog niveau om profvoet¬baller te worden. Dagelijks reed ik met de auto naar de universiteit. Ik had vrienden en een druk leven. We waren een intieme familie. Mijn vader was generaal geweest in het leger maar werd opgepakt toen ik geboren werd. Iedere maand ging ik met mijn moeder naar de gevangenis. Ik was tien jaar toen hij op een dag met een auto voor onze deur werd afgezet; we waren aan het voetballen. Ik rende naar hem toe; ik was trots op papa."
"Vier maanden hielden ze me vast. De dag dat ik voor de Iraanse rechtbank moest verschijnen, stond mijn vader daar ook. De papieren van het huis gaf hij aan de rechter; toen stonden we op straat. Mijn ouders trokken in bij mijn broer, ik ben diezelfde dag nog gevlucht."
"Mijn nicht woonde in Amersfoort, ik trok bij haar in totdat ik een kamer kreeg. Ik leerde Nederlands en droomde om filmmaker te worden van een documentaire over mijn leven in Iran. Soms sprak ik af met kennissen. Dan blowden we. Dat had ik in Iran ook wel eens gedaan. Een joint verdreef de herinnering aan de geheime politie. Dan voelde ik me minder slecht."
Iets lekkers
"Op een dinsdag vroeg de rector van het ROC me even mee te komen. We zaten tegenover elkaar. Hij zei: 'De mensen worden bang van jouw praatjes. Je moet van school.' De aanklacht kwam uit het niets, maar ik kon me niet verweren. Het stond vast. Ik heb de deur dichtgesmeten en de man nooit meer gesproken. Alles kwam samen: de heimwee, gemiste kansen, een verloren doel. Het verdriet was niet te dragen. Buiten kwam ik een vriend tegen. 'Kom', zei hij. 'Ik heb iets lekkers voor je'.
We rookten crack door een pijpje. Alles werd licht en zacht; het voelde geweldig. Maar crack werkt kort; 50 euro, een uurtje. Daarna komen emoties heviger terug. Met speed hield ik het langer uit. Ik ging dealen, kreeg de politie op m'n nek, kreeg problemen met de buren, raakte mijn huis kwijt en werd opgepakt. Niemand vertrouwde me, ik vertrouwde niemand. Zelfs bij mijn nicht was ik niet meer welkom.
In de cel realiseerde ik me: dit gaat mis, stop! Dat was op 2 september 2009, kort voor ik vrij kwam. Ik kwam bij De Wending terecht, een woonvorm van het Leger des Heils. Daar kwamen de nachtmerries terug. Ik zweette, trilde, kon niet slapen, werd bang. Maar het was er ook goed. Ik was geen vluchteling of allochtoon, ik was gewoon Mehdi. Via mijn begeleider kwam ik in contact met Albert, voorzitter van een Iraanse stichting. Toen ik voor het eerst bij hem thuis kwam, zongen ze een Iraans liedje voor me. Ik ging vaak met hen mee naar de kerk. Als ze over Jezus praatten zagen ze er blij uit. Dat had ik nooit. Op een avond zei ik zo maar tegen God: 'Waarom zie ik Jezus nooit? In een droom bijvoorbeeld?' Want dromen maken me bang."
Gouden steen
"Die nacht droomde ik. Ik stond met papa op een karretje, op de bok stond Jezus. Alle mensen aan de kant zwaaiden naar Hem, klapten, juichten. Ik herkende gezichten. Toen we stil stonden bukten we ons, om uit het water een gouden steen op te pakken. Toen ik wakker werd, huilde ik, want mijn hart bonkte rustig.
De dag dat ik me heb laten dopen, belde mijn moeder. Ze vertelde dat ze gedroomd had dat we samen gingen zwemmen. 'Ik ben gedoopt, mama', huilde ik. Ze begreep wel dat me dat gelukkig maakte.
Soms rookt mijn buurman een joint op het balkon en biedt hij mij een hijs aan. Die hoef ik niet, ik ben sterker geworden. Ik stopte met de gedachte: je kunt genieten van één kopje koffie. Dat klopt."
Uit de papieren editie van Kans