Waarom Eritrese asielzoekers massaal naar Nederland komen
Opeens kloppen asielzoekers uit Eritrea massaal aan bij de Nederlandse Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Hoe bereiken zij Nederland en waarom kiezen ze precies ons land uit?
Vorige maand dienden ruim duizend Eritrese vluchtelingen in Ter Apel een asielaanvraag in, meer dan in heel 2013. Met een vergelijkbaar verhaal over hun reisroute, dezelfde reden voor asielaanvraag en een overeenkomende hoeveelheid euro's in bankbiljetten op zak, hopen de Eritreërs zich uiteindelijk in Nederland te kunnen vestigen.
Die hoop is gegrond. "Ongeveer tachtig procent van de Eritrese asielaanvragen wordt ingewilligd", aldus Yvonne Wiggers, binnen het ministerie van Veiligheid en Justitie belast met de woordvoering over de IND. Het hoge inwilligingspercentage is volgens Wiggers vergelijkbaar met dat van andere West-Europese landen.
De asielzoekers uit Eritrea worden in Nederland verspreid opgevangen in verschillende opvangcentra. Vanwege de onverwacht grote toestroom worden in overleg met de gemeenten ook sportcentra en recreatiecentra ingericht als tijdelijke opvanglocatie.
Veel van de Eritreërs die in Nederland aankomen, hebben een gevaarlijke en uitputtende reis achter de rug. De meesten zijn eerder als bootvluchteling de Middellandse Zee overgestoken.
Van de 14.753 bootvluchtelingen die in 2013 op het Italiaanse eilandje Lampedusa aankwamen, hadden 9.834 mensen een Eritrese achtergrond. Elk jaar sterven honderden Eritreërs in hun poging om vanuit Afrika Europa te bereiken. Zo kwamen op 5 mei nog 22 asielzoekers, onder wie Eritreërs, om toen hun boot bij het Griekse eiland Samos omsloeg.
Eenmaal op Europees grondgebied gaat de tocht doorgaans over land verder. Slechts een klein deel van de asielzoekers bereikt Nederland via Schiphol, stelt Wiggers.
"De precieze reisroute wordt nog onderzocht. Maar de vluchtelingen komen vaak met de bus, trein, auto of vrachtwagen. Ze vinden vaak zelf hun weg naar Ter Apel, of ze worden door de vreemdelingenpolitie opgepikt. Uiteindelijk worden ze allemaal in Ter Apel of elders in het land opgevangen."
Dat de precieze route die de Eritrese asielzoekers in Europa volgen nog niet geheel bekend is, is volgens Femke Joordens van UNHCR verklaarbaar.
"De vluchtroute verandert steeds", aldus Joordens. "Het kan morgen alweer anders zijn dan vandaag. Als de politie lucht krijgt van een bepaalde vluchtroute, dan wordt deze meteen aangepast."
Dat verklaart mogelijk waarom Eritreërs in het verleden opeens massaal naar Zwitserland, Zweden of Engeland trokken, en nu naar Nederland. Eritreërs mijden Zwitserland nu overigens ook omdat het asielbeleid daar is aangescherpt.
Bekend is dat de asielzoekers zeer vaak met behulp van mensensmokkelaars Eritrea verlaten. Vaak belanden ze eerst in buurland Sudan, om vervolgens door de woestijn naar het noorden van Afrika te trekken.
Elke maand vertrekken zeshonderd tot achthonderd Eritreërs naar Sudan. Tachtig procent van hen probeert vervolgens vanuit dat land Noord-Afrika te bereiken, vaak met vrouwen en kinderen, baby’s. Eenmaal in Noord-Afrika stappen de vluchtelingen in overvolle bootjes, of als verstekeling op grotere schepen.
Mensensmokkelaars buiten de Eritreërs uit en mishandelen hen. Soms martelen ze de vluchtelingen om ze te dwingen via de telefoon meer geld van familieleden te vragen.
Dat de Eritreërs die zich nu in Nederland melden vaak dezelfde reden voor asielaanvraag opgeven en vergelijkbare geldbedragen bij zich dragen, zijn volgens Wiggers signalen die erop kunnen duiden dat hier ook sprake is van mensenhandel.
Wie kijkt naar de leefomstandigheden in Eritrea, begrijpt waarom mensen het land ontvluchten.
Eritrea is straatarm. Een rapport van de VN uit 2011 concludeert dat zeventig procent van de bevolking niet in de eigen voedselbehoefte kan voorzien. De regering houdt echter vol dat Eritrea volledig zelfvoorzienend is wat betreft voedsel, en het land weigert voedselhulp van buitenaf.
Gemiddeld worden Eritrese mannen niet ouder dan zestig.
De belangrijkste reden die Eritreërs hebben om het land te verlaten is de dienstplicht. Kinderen krijgen vanaf 15 jaar militaire training. Volwassenen – ook vrouwen – moeten verplicht achttien maanden in militaire dienst. Daarna wordt de dienst regelmatig verlengd voor onbepaalde tijd.
Militairen worden vaak ingezet om zware arbeid te verrichten, bijvoorbeeld in de landbouw of in staatsprojecten.
De dienstplicht werkt ook de economische voortuitgang van Eritrea tegen, omdat een groot deel van de bevolking niet op de arbeidsmarkt belandt, maar in het leger.
Er is ook sprake van gerichte vervolging op grote schaal. Duizenden Eritreërs, onder wie veel journalisten, politici en mensen met een afwijkende religie, worden voor onbepaalde tijd en zonder enige vorm van proces opgesloten.
Daarnaast belanden veel mensen in de gevangenis omdat ze proberen de dienstplicht te ontlopen, of omdat ze het land trachten te verlaten, zo valt te lezen in een rapport van Amensty International.
Arrestanten worden opgesloten in gevangenissen onder de grond en in metalen containers in de woestijn. Ze worden gemarteld, krijgen weinig te eten en drinken, en moeten in kleine ruimtes overleven in extreme hitte.
"Het is niet zo bekend, maar er zijn weinig landen - buiten erkende conflictgebieden als Syrië, Afghanstan en Irak - waar het met de mensenrechten zo slecht gesteld is als in Eritrea", aldus Ruud Bosgraaf van mensenrechtenorganisatie Amnesty International.
"Massale gevangenschap van iedereen die tegen de regering is of kritisch is ten opzichte van die regering, systematisch martelen, een totaal gebrek aan vrijheid van meningsuiting, religieuze vervolging: het komt allemaal op grote schaal voor, met als gevolg duizenden vluchtelingen ieder jaar".
http://www.nu.nl/weekend/3771111/waarom ... komen.html