Corrupte agent vaak ( niet altijd )allochtoon
Geplaatst: do sep 14, 2017 8:35 pm
’Dubbele loyaliteit allochtone agent problematisch’
De corruptieschandalen rond de politiemol Mark M. en de Rotterdamse douane legden bloot hoe kwetsbaar de opsporingsdiensten zijn als beambten de zijde van de misdaad kiezen. Het onderzoek naar aanleiding van deze zaken laat zien dat de dreiging voor nieuwe schandalen levensgroot is.
Voor het eerst is binnen alle opsporingsdiensten onderzoek gedaan naar integriteitsschendingen die een relatie hebben met de georganiseerde misdaad. In de periode 2012-2016 waren er maar liefst 256 keer signalen van foute ambtenaren. Tachtig keer was er hard bewijs.
„De opdracht van de Kamer was om te kijken naar de omvang van de corruptie, het type incidenten en hoe de corruptie is te voorkomen en te bestrijden. We hebben daarbij politie, douane, FIOD en Koninklijke Marechaussee onderzocht”, vertelt onderzoeksleider en hoogleraar criminologie Hans Nelen (56) van de Universiteit Maastricht.
Relatie met misdaad
De 256 zaken zijn geen gevallen van diefstalletjes door beambten of een geweldsuitspatting. Het gaat om lekken van informatie, omkoping, faciliteren van misdaad en ongewenst contact met criminelen. In tachtig gevallen was er aantoonbaar een relatie tussen georganiseerde misdaad en en deze integriteitsschendingen.
Bij andere signalen werd niet duidelijk wie de ’foute’ beambte was of speelde er weliswaar een integriteitskwestie, maar kon de link met georganiseerde criminaliteit niet worden gelegd of bleken de vermoedens ongegrond.
Vaak allochtoon
Misschien het meest opvallend is dat bij 40 procent van de tachtig harde zaken de bewuste beambte allochtoon was. Dat is enorm hoog, gezien het feit dat bijvoorbeeld bij de politie minder dan tien procent allochtoon is.
Nelen: „Dat is niet raar. Bepaalde etnische groepen zijn oververtegenwoordigd in de criminaliteit. Dan is de kans dat een beambte met een migratieachtergrond ontspoort en een crimineel heeft in zijn familie of sociale netwerk, ook groter.”
Volgens de criminoloog kampen deze politiemensen, douaniers of marechaussees vaak met een dubbele loyaliteit. „Loyaliteit richting de mensen met dezelfde achtergrond binnen en buiten de familie en loyaliteit naar de organisatie waarvoor ze werken. De etnische achtergrond geeft een speciale band en kan druk opleveren.”
’Alles leek solide’
De hoogleraar noemt een voorbeeld van een agent die op handen voeten werd gedragen en keihard werkte. „Alles leek solide. Tot hij gevoelige informatie lekte aan criminelen die vroeger zijn klasgenootjes waren.”
De bevinding is uiterst pikant omdat de politie het korps aanzienlijk diverser wil maken. Er wordt specifiek gezocht naar allochtone kandidaten.
Nelen: „Het korps moet diverser. Daar valt niets op af te dingen. De maatschappij verandert ook en voor de verbinding tussen politie en maatschappij is een meer diverse politie essentieel.”
’Betere begeleiding nodig’
Misschien, zo zegt de criminoloog, moet bij selectie van allochtone kandidaten scherper gekeken worden en is betere begeleiding nodig. „Bij twijfel zet je iemand niet op een gevoelige positie. En zoek proactief in de omgeving van een sollicitant of hij bepaalde criminelen kent. Ze zijn gewoon kwetsbaarder, blijkt uit ons onderzoek. Checken en beschermen is belangrijk.”
De hoogleraar realiseert zich de gevoeligheid van de conclusies over de achtergrond van de ’foute’ politiemensen. Hoewel ze voortkomen uit gedegen, wetenschappelijk onderzoek. „Er zal kritiek komen op de bevindingen. Dan wordt gezegd dat de conclusies koren op de molen van bepaalde groeperingen en personen zijn. Maar het zijn wel de feiten.”
Het rapport schetst een politiekorps dat kwetsbaarder is geworden voor corruptie. Dat komt mede door de nieuwe opzet van de Nationale Politie.
Onderlinge controle verslechterd
„De oude teams waren klein en overzichtelijk. De nieuwe basisteams zijn veel groter, waardoor de onderlinge controle van agenten en de controle vanuit de leiding aanzienlijk is verslechterd. En uit ons onderzoek blijkt nu juist dat dit type integriteitsschendingen vooral naar voren komt in de basispolitiezorg”
De zorgen sluiten naadloos aan op de noodkreet van wijkagent ’Marit’. De wijkagente, die anoniem wilde blijven, waarschuwde in een onthullend interview in deze krant voor de veel te groot geworden basisteams. Ook zij hekelde het gebrek aan onderlinge controle en toezicht.
„Het is belangrijk om te zien of iemand ineens met verkeerde types omgaat of plots veel geld heeft. Of privéproblemen heeft en zo kwetsbaarder is. Die signalen worden nu minder snel opgepikt. De binding onderling en de binding met de organisatie als geheel zijn afgezwakt.” Het korpsgevoel en de waardering voor elkaar lijkt minder aanwezig.
’Check telefoons at random’
Juist de agenten in de basispolitiezorg zijn kwetsbaar voor corruptie. „Ze zijn makkelijk bereikbaar en toegankelijk en kunnen veel info leveren. De corruptie onder rechercheurs is minder.” Nelen pleit voor het ’at random’ checken van telefoons van politiemensen. „Af en toe controleren om te kijken met wie er contact is en wat voor contact.”
Bij het inventariseren van de meldingen van integriteitskwesties dook meteen al een probleem op. „De afdelingen bij de eenheden die integriteitsonderzoek doen, de zogenaamde VIK’s, blijken er een verschillende manier van registeren op na te houden. Er is geen systematiek en informatie tussen leidinggevenden bij verandering van een functie wordt niet goed doorgegeven.”
Info blijft hangen
Zo blijft cruciale informatie soms hangen bij een oude chef. Er zijn ook voorbeelden van agenten die in de fout zijn gegaan, waarbij van de missers afzonderlijke dossiers werden gemaakt. Beter is als alles in één dossier zit.
Nelen zegt dat de reorganisatie van de politie ervoor heeft gezorgd dat onderzoek naar integriteitsschendingen en de aandacht ervoor binnen het korps, is ondergesneeuwd. „Het thema staat nu scherper op de agenda.”
Nelen zegt dat het moeilijk is om te zeggen of de corruptie is toegenomen. „We hebben geen nulmeting. Dat is dit onderzoek wel en het moet daarom herhaald worden. Corruptie is wel veel gevaarlijk geworden: de zaken zijn van een zwaarder kaliber. Onder meer door de digitalisering, waardoor een politieman over veel meer info kan beschikken en de schade bij een lek groter wordt.”
Criminelen intimideren meer volgens Nelen en ze zijn gehaaider bij het vergaren van informatie. „De sterkere aanpak van ondermijnende criminaliteit en integriteitsonderzoek bij eigenaren van bedrijven maakt het ze lastig, Ze moeten er meer voor doen nu en zoeken de confrontatie steeds meer op.”