Meisjes van Atatürk, zonen van de sultan

Gebruikersavatar
Pilgrim
Berichten: 51240
Lid geworden op: wo jan 17, 2007 1:00 pm
Locatie: Dhimmistad

Meisjes van Atatürk, zonen van de sultan

Bericht door Pilgrim »

Boek van Betsy Udink: Meisjes van Atatürk, zonen van de sultan

Boekrecensie door: Leo De Haes

Afbeelding

Enkele weken na de moordaanslagen in Parijs van 13/11 schreef Fethullah Gülen, de Turkse leider van de diepreligieuze Gülenbeweging in Le Monde: ‘Ik wil duidelijk stellen dat waar we nu getuigen van zijn geen clash of civilizations is, maar een botsing tussen menselijkheid en barbaarsheid binnen onze gemeenschappelijke beschaving.’ Hij had het over ‘het uit zijn verband rukken van onze religieuze bronnen en het vervolgens dienstbaar maken aan geperverteerde ideologieën’. Of nog: ‘Europese moslimburgers willen in vrede en rust leven.’ Het klinkt allemaal bijzonder gematigd en redelijk, maar deze gebruikelijk humane toon is een vileine façade, zo blijkt uit Meisjes van Atatürk, zonen van de sultan van Betsy Udink (kleine foto).

Afbeelding

Naar de buitenwereld is Gülen nooit dogmatisch, maar zijn streefdoel is de bekering van de hele wereld tot de islam, met name tot de soenitische Turkse versie ervan, want Gülen vindt sjiieten en salafisten maar verachtelijke hypocrieten. Met joden en christenen wil hij best nog wel een ‘interreligieuze dialoog’ aangaan, niet zozeer uit verdraagzaamheid, maar uit overtuigd proselitisme, want alleen de islam is de ware religie. Tolerantie als strategie dus. Atheïsten haat hij al helemaal. ‘Atheïsme is een gevolg van een gebrek aan kennis en studie, van ondervoeding van het hart en van de ziel.’ Sterker, ongelovigen zijn hopeloos psychisch gestoorde mensen. Hun leven kan vergeleken worden ‘met casestudies van krankzinnigen’ uit handboeken psychologie. En westerse feministen krijgen er uiteraard ook van langs. Betsy Udink: ‘Vrouwen behoren zich onder bescherming van mannen te plaatsen; dat is hun natuurlijke plaats. Individuele rechten en de vrijheid om het leven naar eigen wens in te richten, zijn absoluut taboe voor Gülen.’

Deze moslimgeleerde heeft het in zijn preken altijd over ‘liefde’ en ‘vrijheid’, ook voor vrouwen, maar het betreft telkens ‘liefde voor Allah’ en ‘de vrijheid voor vrouwen om een hoofddoek te dragen’. De Gülenbeweging heeft vijf miljoen aanhangers, mijdt doelbewust de confrontatie en provocaties, maar zet integendeel eindeloos geduldig soft power in, niet alleen in Turkije maar over heel de wereld, ook in België en Nederland. Het succesrijkst was Gülen tot dusver in zijn vaderland. Samen met Erdogan en zijn islamitische partij AKP heeft hij de afgelopen decennia Turkije van een seculiere kemalistische staat haast geruisloos omgekneed tot een intens islamitische autoritaire republiek door overal eigen vrome mannetjes (geen vrouwtjes) te plaatsen in het onderwijs, in rechtbanken, in de industrie, bij politie, leger en andere staatsinstellingen, in de pers, tv-stations, wijkorganisaties, artsenpraktijken, enzovoort. Gülen: ‘Jullie moeten de aderen van het systeem binnendringen zonder dat iemand zich van jullie bestaan bewust is, totdat je alle centra van de macht hebt bereikt.’ Een wolf in schaapsvacht dus of in de woorden van Betsy Udink: ‘een sluipwesp’.

Turkije opnieuw veroveren voor de islam is Gülen aardig gelukt. Althans tot voor kort, want hij is er vandaag persona non grata. En daar zijn redenen voor. Hoewel Gülen zogenaamd niet aan politiek wil doen, bestrijdt hij president Erdogan, met wie hij intussen in onmin leeft, met alle mogelijke (onethische) middelen. Het is tot een heuse clash tussen beiden gekomen. Daaruit blijkt onder meer dat de Gülenbeweging jarenlang iedereen in het machtsapparaat heeft afgeluisterd en gecontroleerd, zelfs zijn vroegere vriend en huidig president. Het schandaalsfeertje dat tegenwoordig rond Erdogan en de AKP hangt is helemaal het werk van Gülen en zijn organisatie. Zelf woont hij veilig in Amerika, want hij is tegenwoordig vijand nummer één voor het bewind dat hij zelf van achter de schermen in het zadel heeft geholpen. Erdogan is zelfs begonnen met de totale ontmanteling van de gülenisten in de Turkse samenleving. Hij heeft rechters, journalisten, tv-commentatoren en politiemensen uit hun functie laten verwijderen of gevangengezet en ook andere sociale geledingen gezuiverd van Gülenaanhangers, de zogenaamde Fethullaçilar, naar de voornaam van Gülen.

Recep Tayyip Erdogan krijgt, net als Gülen, een apart hoofdstuk in het boek van Udink. Ook van die man word je niet vrolijk. De president bemoeit zich met alles. Wie geen kinderen heeft – Gülen bijvoorbeeld – wordt als landverrader weggezet, keizersneden wil hij verbieden, geschiedenishandboeken worden in zijn opdracht in nationalistisch islamitische zin herschreven, al was het maar omdat Erdogan vindt dat een Turk Amerika ontdekt heeft en niet Columbus, de persvrijheid wordt voortdurend geschonden en journalisten opgesloten, de rechtstaat is nagenoeg afgebroken, Turken in het buitenland moeten Turkse onderdanen blijven en mogen zich niet assimileren en minderheden zoals ongelovigen, kemalisten, christenen en alevieten is de oorlog verklaard, om van de Koerden maar te zwijgen. En democratie beschouwt hij uitsluitend als een middel om aan de macht te komen.

Erdogan: ‘Voor ons (islamisten) is democratie als een tram. We rijden mee tot we zijn waar we moeten zijn en dan springen we eraf.’ Turkije is inderdaad ver op weg naar een moslimdictatuur onder het mom van verhullende slogans als ‘Nieuw Turkije’ en ‘Geavanceerde Democratie’. Het is even schrikken als Betsy Udink schrijft: ‘Tayyip Erdogan heeft na het uitbarsten van de strijd om de macht met Gülen de Fethullaçilar de laan uitgestuurd en heeft er honderden laten arresteren. Hun plaatsen worden nu ingenomen door AKP’ers. Alle gouverneurs van de eenentachtig provincies van Turkije zijn tayyipisten. Alle rectors van de staatsuniversiteiten zijn tayyipisten. Alle zenders van de staatstelevisie, de TRT, worden bevolkt door tayyipisten.’ Turkije is inmiddels al even autoritair als onder de seculiere Atatürk, maar dan islamitisch. Het is wachten tot de sharia wordt ingevoerd.

Maar Erdogans ambities beperken zich niet tot Turkije. Net zoals Poetin Rusland wil uitbreiden tot het Rusland van de tsaren, droomt de Turkse president van het herstel van het Ottomaanse rijk. Het onderricht in het Ottomaans (een mengsel van Arabisch en Perzisch), dat onder Atatürk werd afgeschaft, is weer verplicht op school. Zo kan de jeugd kennismaken met het grootse verleden van het Ottomaanse rijk, dat zich van Tunesië tot Egypte uitstrekte en van Bulgarije tot Irak. Hoe Erdogan de Balkan, de Kaukasus en grote delen van het Midden-Oosten weer bij Turkije wil voegen, blijft erg vaag maar dit nationalistisch identitair discours werkt bij vele jonge moslims wel inspirerend. Intussen heeft Turkije economisch de rest van de wereld weinig te bieden, blijft het innovatief achter en stagneert het op alle andere gebieden dan de godsdienst. Bovendien is de oorlog tegen de Koerden in alle hevigheid opgelaaid en blijft Turkije voor het Westen en voor Rusland een onbetrouwbare partner, ook in de bestrijding van IS. Hoewel Turkije zich volledig van Europa heeft afgekeerd, wil het plotseling toch weer lid worden van de EU.

Begrijpe wie kan, want het land is onder Erdogan alleen maar anti-Europeser geworden en schendt constant de mensenrechten en de meeste EU-voorwaarden tot toetreding. Betsy Undinks besluit over de toestand van het land is schrijnend, vooral voor de Turkse bevolking: ‘Paranoia is de permanente gemoedstoestand van een behoorlijk deel van de inwoners van Turkije, niet alleen van islamisten, maar ook van nationalisten, van de Koerdische guerrillabeweging, van ultralinks en van kemalisten: in Turkije is er geen ontkomen aan. Iets is nooit wat het is. Er zijn altijd engerds die ergens – meestal in Washington en Tel Aviv, vaak ook in Londen – moslims en Turken trachten te manipuleren en erger nog: van de aardbodem te verdrijven. Over duistere bedreigingen van het vaderland leren Turkse kinderen al op de basisschool. Het natuurlijke gevolg van die waan is intolerantie, discriminatie van minderheden, censuur en despotisme.’

Wie denk dat Udink een Turkijebasher is of fors overdrijft, heeft het mis. Ze is dol op het land en weet waarover ze spreekt: ze heeft in Ankara gewoond van 2005 tot 2009 en in Istanbul in 2013 en 2014. Zo schrijft ze ontroerend liefdevol en vertederend ironisch over het verschil tussen ‘islamitisch en seculier wandelen’, over haar gezellige bezoeken aan ‘Paris Kuaför’, over een Duits christelijk gezin met missioneringsdrang in Turkije (de man overleeft het niet!) of over rijden met de dolmus, ‘het meest egalitaire vervoermiddel dat ik ken’. Deze mooie miniaturen creëren ademruimte ter afwisseling van hoofdstukken die er echt toe doen zoals over de Armeense genocide (die meer dan ooit in Turkije wordt ontkend) of over een andere hoofdpersoon in de huidige Turkse politiek, Koerdenleider Abdullah Ocalan, een al even tirannieke en onbetrouwbare politicus als Erdogan, zo blijkt.

Doorheen alle verhalen neemt ze bovendien de recente geschiedenis van Turkije door: van sultan Abdülhamid II die begon met pogroms tegen de Armeniërs eind negentiende eeuw, de ineenstorting van het Ottomaanse rijk na de Eerste Wereldoorlog, de machtsgreep van Atatürk die Turkije tot een seculiere staat dwong tot de herislamisering van Turkije door de AKP. Onwillekeurig denk je na lezing van dit intens betrokken journalistieke boek: zowel Turken als Koerden verdienen betere politici. Nog twee bedenkingen die bij me opkwamen. Ik ken geen moslimland waar de bevolking het in termen van welvaart en welzijn goed heeft, op een elite en een smalle middengroep na. (In Saoedi-Arabië verteren de 60.000 leden van de koninklijke familie 45% van het BNP en dan maar afgeven op het decadente consumentisme van het Westen).

Ook de herislamisering heeft de gemiddelde Turk weinig voordeel gebracht. Het bewijst dat godsdienst geen basis kan zijn voor een gezond sociaal-economisch beleid, waarvan alle inwoners genieten. Even was Turkije het lichtend voorbeeld voor andere moslimlanden, omdat de economie aantrok dankzij een buitensporig bouwprogramma met als top of the bill een derde internationaal vliegveld, shopping malls en het paleis van Erdogan met meer dan duizend kamers. Die zeepbel is intussen gesprongen, volgens Udink staat zelfs een groot deel van de nieuw gebouwde woningen leeg. Ook het Turkse sprookje dat islam en democratie samen kunnen gaan is een loos verhaal gebleken. De islamisering heeft geen voorspoed gebracht, wel fraude, vriendjespolitiek, omkoperij en verrijking van een (moslim)elite. Voor andersdenkenden is alles minder leefbaar geworden.

Ten tweede. Decennialang heeft een bepaalde intelligentsia bij ons het multiculturalisme omarmd. Ook politici zijn daarin meegegaan. Het faillissement van dat beleid is inmiddels duidelijk, ook mede doordat de landen van herkomst zoals Turkije hun ‘onderdanen’ beletten om te integreren. Noem het een vorm van geestelijk kolonialisme. Tegelijkertijd stevent Turkije onder het bewind van Erdogan af op een monoculturele samenleving, die het elke religie anders dan de islam moeilijk tot onmogelijk maakt. Toch mag Turkije bij ons probleemloos Turkse moskeeën blijven bouwen en financieren. Het wordt de hoogste tijd dat Europa een politiek van wederkerigheid begint. Voor elke moskee in het land van herkomst een christelijke kerk, een mensenrechtenvereniging of een atheïstisch humanistisch verbondfiliaal, ik noem maar wat. Met dezelfde vrijheid van meningsuiting als imams hier. Hoe dan ook, het evenwicht moet dringend hersteld worden.

Recensie door Leo De Haes

Betsy Udink, Meisjes van Atatürk, zonen van de sultan. Verhalen uit Turkije, Atlas Contact, 2015

http://www.liberales.be/boeken/udink2
De Islam is een groot gevaar!
Jezus leeft maar Mohammed is dood (en in de hel)
Plaats reactie