De afrekening

Plaats reactie
Gebruikersavatar
Pilgrim
Berichten: 51240
Lid geworden op: wo jan 17, 2007 1:00 pm
Locatie: Dhimmistad

De afrekening

Bericht door Pilgrim »

Boektip: “” – kroniek van een getergd volk (door Ton Nijhof en Sid Lukkassen)

Geplaatst op 9 november 2019

Afbeelding

Het boek gaat over afrekenen: in het boek plegen moslims meerdere aanslagen in dit land en daar blijkt Turkije achter te zitten, in opdracht van Poetin. Leger en politie pikken dat niet en plegen een staatsgreep. Vervolgens komen Rutte c.s. in een soort van Neurenberger-proces en blijkt zonneklaar dat ze schuldig zijn aan... precies hetzelfde als waarvan de nazi’s werden beschuldigd.

Bestel het boek HIER!

Door: E.J. Bron

https://ejbron.wordpress.com/2019/11/09 ... lukkassen/
De Islam is een groot gevaar!
Jezus leeft maar Mohammed is dood (en in de hel)
Gebruikersavatar
Pilgrim
Berichten: 51240
Lid geworden op: wo jan 17, 2007 1:00 pm
Locatie: Dhimmistad

Re: De afrekening

Bericht door Pilgrim »

De milieuambtenaar

Geplaatst op 12 november 2019

Afbeelding

Onderstaand het eerste bedrijf uit het hoofdstuk ‘In nucleair alarm’ – pag. 109 t/m 111 – uit het boek ‘De Afrekening’ van Ton Nijhof en dr. Sid Lukkassen.

[...] Wanneer Jeannet op het punt staat dat onderwerp aan te snijden, gaat de bel van de voordeur. Frans staat op, loopt naar de hal en kijkt bij het openen van de deur in het gezicht van een nette, gezette en streng kijkende man. “Goedemiddag meneer Van Nieuwtuin, mijn naam is Eric-Jan Bartelds, opsporingsambtenaar van deze gemeente. Momenteel ben ik bezig met een controle van de afvalcontainers op hun inhoud en plaatsing. Ik moet u zeggen dat uw container te kort tegen de trottoirrand staat, dat moet tenminste 30 centimeter zijn. Verder heb ik een verfblik en schillen in de grijze container aangetroffen. Het verfblik weliswaar leeg, maar die moet toch apart worden ingeleverd bij de milieustraat of op de Gemeentewerf als chemisch afval. Het valt me ook op dat de container stinkt, waardoor U niet voldoet aan de twee wekelijks reiniging van de container om die reukloos te houden. U weet toch wat de consequenties daarvan zijn?”


Een moment is Frans in de verleiding om te reageren zoals hij meestal doet: bescheiden, vriendelijk en enigszins mee buigend met de kennelijk stellige mening van zijn gesprekspartner. Maar daarentegen voelt hij nu woede in zich opkomen en het begint hem duidelijk te worden dat hij ergens grenzen moet trekken. Zeker na wat hem is overkomen op het werk en op de parkeerplaats tijdens de kermis. De aanslagen, het tv-programma wat ze zojuist hebben gezien, het ‘framen’ van het nieuws in oppervlakkigheid en schijnveiligheid, zijn broers, hijzelf, Jeannet en de kinderen die de prijs betalen voor al deze onkunde en marxistische politiek; alles schiet in één flits door zijn hoofd. Zijn belastinggeld wordt linea recta omgezet in de vorming van een maatschappij die hij niet wil en waar hij absoluut niet in gelooft.

Veiligheid, zorg, deugdelijk openbaar vervoer en vlotte doorstroming op de wegen: alle overheidstaken worden pover uitgevoerd, behalve de Belastingdienst en het aanpakken van gewone werkende Nederlanders. En nu deze man weer die ‘van overheidswege’ zelfs zijn vuilnisbakken staat te controleren, terwijl een ander wellicht op dat moment al in zijn computer en smartphone snuffelt. Een keer moet het afgelopen zijn en er is nog maar weinig nodig om het punt te bereiken dat hij uitbarst tegen deze exponent van alles wat hem nu stevig begint tegen te staan.

“Verder moeten schillen natuurlijk in de groene container en de krant waarin u dat verpakt heeft hoort in de blauwe papiercontainer”, vervolgt de man stoïcijns. “En de container mag dus niet op de rand van het trottoir staan, maar tenminste dertig centimeter daar vanaf en ten hoogste vijftig centimeter. Het spijt me, maar ik moet hiervan een proces-verbaal opmaken en ik verwacht toch een milieudelict-boete van ongeveer honderdvijfentwintig euro”.

Het bedrag is precies hoog genoeg om Frans uitzinnig van razernij te maken.

“Luister jij eens even mijn beste Eric-Jan Bartelds. Begrijp ik nu goed dat jij, zoals een NSB-er in de oorlog, in de containers zit te gluren wat de gewone en werkende, belasting betalende mensen zoal nog aan premie voor jezelf op zouden kunnen leveren? Dat jij als mens met misschien wel een heel klein beetje verstand, vanmorgen van je baas hebt geaccepteerd dat je vandaag de inhoud van vuilniscontainers moet controleren? En terwijl jij, als je tenminste een kerel was geweest, vanmorgen die baas een kleun recht in zijn smoelwerk had moeten geven met de boodschap dat hij een geheel groene en duurzame tyfus mocht genieten in een gesloten psychiatrische inrichting?”

“Dat jij, Eric-Jan, gebogen boven containers staat te genieten zoals Quasimodo bij de klokken van de Notre Dame? Ben jij niet gewoon de nageboorte van jezelf, die met behulp van een te heet strijkijzer tot een vage verpersoonlijking van de echte Eric-Jan is verworden? En wordt het godverdomme niet eens tijd dat jij, nu je hier toch staat, van mij zo’n legendarisch pak slaag op je gebochelde sodemieter krijgt dat zelfs je achterkleinkinderen nog moeilijk in slaap kunnen komen, maar dat jij dan tenminste nog degene bent geweest met de definitieve en erfelijke ‘Aha-Erlebnis’? Is jouw partner eigenlijk wel trots en gelukkig als jij met de boodschap thuiskomt dat je vandaag verdomme containers hebt zitten doorploegen met een duimstok op zak?!” Die laatste zin schreeuwt Frans bijna uit, terwijl de beide vrouwen, die in de keuken naar het gesprek luisteren, schrikken van de kennelijk woedende Frans.

“Maar meneer, ik doe toch alleen maar wat mij opgedragen wordt? Ik bedènk dit zelf niet, ik moet het uitvoeren!”, brengt de geschrokken man hiertegen in terwijl hij achteruit stommelt. “Voor dat soort krankzinnige argumenten zijn godverdomme in Neurenberg destijds al mensen terecht kapotgeschoten, LUL!”. Frans refereert met een van woede doorwrongen gelaat aan de processen van Neurenberg, omdat hem het onbehaaglijke gevoel van een oorlogstijd overvalt.

“En nu opgedonderd, van mijn terrein af, idiote sukkel! En reken erop dat ik lapzwansen als jij weet te vinden als je het in je godverdomde randdebiele hersens haalt om hiervoor een proces-verbaal uit te schrijven, rampzalig stuk ongedierte! Ik garandeer je dat jij je hele leven in een plastic zakje aan de riem van je broek zult schijten als je het gore lef hebt, idioot! Rot op, staatsmongool!”

De man kijkt angstig om zich heen. omdat achter hem, op de kruising, zich een aantal luidruchtige buren van Frans hebben verzameld, die op het gebulder van Frans tegen de ambtenaar zijn afgekomen.

Zij hebben het grootste deel van het woedende betoog gehoord en komen nu dreigend op de situatie af. Ze zijn het kennelijk roerend met Frans eens en laten dat meer dan duidelijk blijken. Logisch, want hun vuilcontainers staan ook klaar langs de weg voor lediging en niet voor overheidscontrole. Onder de medestanders van Frans is ook Jan Demmink, die bezig is een verzetsgroep op te richten. Hij loopt kalm naar de zenuwachtige ambtenaar en adviseert hem de inhoud van zijn tas weg te gooien en te maken dat hij wegkomt. De inmiddels zwetende man kijkt nog eens vertwijfeld om zich heen, keert van de zenuwen zijn tas verkeerd om waardoor de inhoud op straat valt en stapt haastig op zijn – duurzame – elektrische fiets.

De kortste weg uit het dorp is direct naar de dijk, die hij dan ook wijselijk kiest en waarna hij, over de dijk, met een wijde boog om het dorp fietst. Terwijl Jan Demmink en een nog van woede trillende Frans de vluchtende man met een peinzende blik nakijken, vraagt een van de omstanders zich tot hilariteit van de toehoorders af ‘of de ambtenaar zelf eigenlijk wel milieubewust is’ nu hij het papier ‘niet in de papiercontainer heeft gegooid’.

Frans kan er ook weer om lachen en realiseert zich de beperkingen die woede kan opleggen. Terwijl hij zich omdraait, geeft hij Jan een klapje op de schouder en vraagt of hij even mee naar binnen gaat. “Ik wil even de nare smaak die ik van die gast heb overgehouden wegspoelen”. Jan knikt en pakt de op straat liggende papieren op, waarna de mannen samen naar binnen lopen, terwijl de nog steeds toestromende mensen worden geïnformeerd over wat zich zojuist afspeelde.

———————————————————————————————————————

Wie zich interesseert voor ontwikkelingen in politiek en op het terrein van de interne- en externe veiligheid van dit land, is dit epische boek een ‘must-read’. Wie daarnaast met verbazing de razendsnelle islamisering en de manier waarop onze democratie wordt ontmanteld uiteengezet wil zien met voorbeelden uit de praktijk, moet dit boek (met 263 controleerbare voetnoten) beslist aan de boekenkast toevoegen.
Bestellen kan HIER
Nederlands | Druk: 1 | EAN: 9789463387361 | september 2019
Paperback | 264 pagina’s | € 18,95
Door: Ton Nijhof

https://ejbron.wordpress.com/2019/11/12 ... ambtenaar/
De Islam is een groot gevaar!
Jezus leeft maar Mohammed is dood (en in de hel)
Plaats reactie