Slavernij en beschaving. Geschiedenis van een paradox

Plaats reactie
Mahalingam
Berichten: 52064
Lid geworden op: za feb 24, 2007 8:39 pm

Slavernij en beschaving. Geschiedenis van een paradox

Bericht door Mahalingam »

Weerwoord tegen het Grote Verhaal over slavernij

Als het over slavernij gaat focussen we te veel op de economische motieven. We negeren de zwarte strijd voor afschaffing van slavernij, schrijft Karwan Fatah-Black in zijn boek Slavernij en beschaving. Collega-historici Piet Emmer en Henk den Heijer spelen geen fraaie rol in dat debat, vindt Fatah Black.

Er waart een Groot Verhaal door het Westen. Dat verhaal gaat over de trans-Atlantische slavernij, en luidt volgens historicus Karwan Fatah-Black ongeveer als volgt. Al tijdens de Romeinse en Griekse beschaving was slavernij een algemeen geaccepteerd verschijnsel. Het christendom bracht tijdelijk een einde aan de Romeinse slavernij, maar door onze contacten met Azië en Afrika, waar slavernij heel gebruikelijk was, lieten Europeanen zich er weer mee in, want ze hadden arbeiders op hun plantages nodig. Dankzij de verlichting en christelijke abolitionisten hebben we de slavernij anderhalve eeuw geleden weer afgeschaft.

In zijn zaterdag verschenen boek Slavernij en beschaving wil Fatah-Black (1981), universitair docent koloniale geschiedenis aan de Universiteit Leiden, dat Grote Verhaal corrigeren. “Rode draad in het Grote Verhaal is: er bestaat een uniek westers vrijheidsstreven, slavernij is in essentie vreemd aan onze beschaving, dat is meer iets voor andere samenlevingen”, legt hij uit. “Mijn boek is vooral een interventie in een discussie, meer dan een complete geschiedenis.” Fatah-Black richt zijn pijlen vaak rechtstreeks tot twee deelnemers in die discussie, de historici Piet Emmer en Henk den Heijer.
Spoiler! :
We beginnen bij de Oudheid: toen was slavernij niet gewoon?

“Bij de Romeinen was de aanvaarding algemeen, maar Aristoteles deed moeite om slavernij te rechtvaardigen tegenover critici. Dat toont aan dat er wel degelijk twijfel over was.”

Volgens Aristoteles was het onderscheid tussen slaven en eigenaren door de natuur bepaald. Een gelegenheidsargument, volgens u?


“Ja, hij moet zich in bochten wringen om het verhaal rond te krijgen. Zijn idee over een aangeboren verschil tussen slaaf en meester kwam later de Amerikaanse plantage-eigenaren heel goed van pas: ‘Wij zijn de natuurlijke heersers, zij zijn beter af onder onze hoede’. Terwijl mensen niet tot slaven worden gemaakt door de superieure intellectuele vermogens van de eigenaren, maar door fysiek overwicht en bruut geweld.”

Het christendom heeft de Romeinen afgebracht van slavernij, betoogden christelijke tegenstanders van de slavernij in de negentiende eeuw.


“Ja. ‘Via ons christenen loopt de weg naar de bevrijding’, was een populair idee, dat legitimiteit aan de afschaffingsbeweging gaf. Maar bijvoorbeeld op het christelijke Iberische schiereiland bleef slavernij bestaan tot ver in de middeleeuwen. Slavernij onder moslims en christenen rond de Middellandse Zee kende veel gelijkenissen. Vaak waren het enigszins open slavernijsystemen met diverse wegen naar vrijheid.

“De grootschalige productieslavernij die vanaf de zeventiende eeuw in de Atlantische wereld ontstond, was vaak een gesloten slavernijvorm. Werd je in Suriname of Virginia op een plantage geboren, dan werden je kinderen in principe eigendom van de slavenhouder. Die extreme vorm van productieslavernij is niet tot de Atlantische wereld beperkt gebleven. Begin negentiende eeuw zie je ook steeds meer productieslavernij opkomen in islamitisch Afrika, zoals in het Sokoto-kalifaat (West-Afrika).”

In het Grote Verhaal duikt die islamitische slavernij vaak op als vergoelijking, ‘zij deden het ook’. Maar wijdverbreid was het wel?

“Jazeker, maar het beeld van christelijke afschaffers tegenover islamitische verdedigers van slavernij klopt niet. Ook in de islamitische wereld ontstaat in de achttiende, negentiende eeuw een dynamiek richting afschaffing. Een slaaf vrijlaten geldt, net als het geven van aalmoezen, als zakat, liefdadigheid, een van de pijlers van het geloof. Sommige theologen voeren aan dat dat erop wijst dat het de bedoeling van de Profeet was om de slavernij af te schaffen. Afschaffing kwam dus niet uitsluitend onder westerse druk.”

Trans-Atlantische slavernij was uniek door de omvang en de industriële aanpak ervan, en ook door de geracialiseerde, overerfbare vorm. Er kwamen isgelijktekens tussen zwart en slaaf, en tussen zwart en heiden.


“En misschien nog wel belangrijker: tussen wit en eigenaar. Er waren ook niet-witte eigenaren, maar het raciale onderscheid is hardnekkig gebleken. Er is nu veel aandacht voor slavernij, en ook voor het perspectief van tot slaaf gemaakten. Dat is belangrijk. Maar mijn boek gaat ook over de vraag waarom daarover zo’n moeizame discussie is in Nederland. Dat heeft ermee te maken dat mensen zich soms nog identificeren met de eigenaren van toen.”

Fatah-Black memoreert in dat verband dat nieuw te bouwen straten en tunnels nog altijd vernoemd worden naar ‘zeehelden’. We focussen te veel op de economische motieven achter slavernij, en laten buiten beschouwing dat de slavenhouder zijn macht en status ontleende aan slaven, vindt hij. En we negeren de zwarte strijd voor afschaffing van de slavernij. Zoals de slavenopstand op het Franse Saint-Domingue (Haïti), eind achttiende eeuw.

Was die opstand wel zo belangrijk voor de afschaffing van de slavernij?


“Ja, die maakte grote indruk in koloniale machtscentra. De opstandelingen koppelden hun strijd direct aan de idealen van de Franse Revolutie. Voor conservatieven was het een afschrikwekkend voorbeeld van wat er zou gebeuren als de hiërarchie wordt afgebroken.”

De opstand leidde tot afschaffing in de Franse koloniën, schrijft u. Maar Napoleon voerde de slavernij toch snel weer in?


“Ja, maar de geest was uit de fles. De opstand speelde een rol bij de Britse afschaffing van de slavenhandel in 1808. De Britten begrepen: als we zo doorgaan, riskeren we net zulke desastreuze revoluties als op Saint-Domingue.”

Afschaffing was dus niet alleen het werk van fatsoenlijke witte mannen. En afschaffing was ook een dekmantel voor imperiale ambities?

“Ja, voor de Britten en ook voor de Belgische koning Leopold II was bestrijding van de slavernij een argument om tot diep in Afrika door te dringen. Beschaving brengen was een veelgehoord argument op de Conferentie van Berlijn in 1885, waar Afrika werd opgedeeld. De Nederlanders hanteerden het ook in Indië.”

Na de afschaffing van de slavernij bleef de racistische hiërarchie in stand, schrijft u.


“Dat zie je heel pijnlijk in de verbeelding van de afschaffing. Ik noem onder meer het monument van Abraham Lincoln in Boston en Washington: een bevoogdende witte man die een slaaf naar de vrijheid helpt. Zeer vergelijkbaar met de omstreden schildering op de Gouden Koets die lang na de afschaffing van de slavernij werd gemaakt: onderdanige dankbare zwarte man naast een blanke die beschaving brengt.”

U schrijft: ‘Wie het waagt te beweren dat er continuïteit is tussen het verleden van slavernij en het heden krijgt de wind van voren’. Maar wie dat zegt heeft de wind toch behoorlijk in de zeilen? De excuses van de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema, de onderzoeken naar het slavernijverleden in grote steden, de plannen voor een slavernijmuseum: ‘de doorwerking van het slavernijverleden’ wordt daarbij steeds genoemd.

“Het klopt dat daar meer ruimte voor is. Maar dat is gepaard gegaan met heftige reacties. Over dat zijpaneel op de Gouden Koets praten kon echt heel lang niet. Pronken met het koloniale verleden was heel algemeen. Nu doen alleen radicalen het nog, die maken hier een soort onderscheidend punt van. Neem Thierry Baudet die tijdens de Black Lives Matter-protesten in 2020 zich liet fotograferen terwijl hij bloemen legde bij het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen.”

Fatah-Black verwijt collega-historici Piet Emmer en Henk den Heijer dat zij voedsel geven aan Baudet en andere radicale politici. De twee klommen in 2019 in de pen toen het Mauritshuis een tentoonstelling wijdde aan de naamgever en eerste eigenaar van het Mauritshuis: Johan Maurits van Nassau-Siegen, gouverneur-generaal van Nederlands Brazilië voor de West-Indische Compagnie. Het Mauritshuis zou ‘activistische propaganda’ bedrijven door ‘zonder bewijs’ te stellen dat Maurits zich voor eigen rekening had verrijkt aan slavenhandel.

Dat onomstotelijke bewijs hebben historici wel uit de archieven opgediept. U had een excuus verwacht?

“Emmer en den Heijer wisten ook dat die akten er waren, en ze zijn doorgegaan met hun verwijten.”

U haalt ook hun kritiek aan op een slavernijmonument bij Hoofddorp. “Ten tijde van de slavernij was daar een meer, een watervlakte. Hoe ‘schuldig’ is een meer?’, vroegen ze zich af in Elsevier.


“Ze zetten hun autoriteit als hoogleraar in om in opiniestukken schadelijke en onjuiste beweringen te doen. Ze maken van een monument een ‘beschuldiging’. Als ik luister naar wat de herdenkingsbeweging zegt, dan gaat het helemaal niet om beschuldigen. Door dat zo voor te stellen, dragen ze bij aan polarisering.”

Aanvallen op de integriteit van de opponent komen van beide kanten. Emmer en Den Heijer verwijten u en andere wetenschappers activisme te bedrijven in plaats van wetenschap, en u wrijft hun in uw boek ‘onaangename raciale connotaties’ aan.


“Ja, zij hameren op een kloof tussen zwarte emoties en witte wetenschap, dan is zo’n connotatie wel duidelijk toch?”

Ook noemt u een Telegraaf-artikel uit 2018, waarin Emmer een verband legde tussen de economische positie van mensen die over het slavernijverleden willen praten en hun neiging om “niet naar jezelf te kijken, dat je lui bent of niet genoeg opleiding hebt, maar om oorzaken buiten jezelf te zoeken. En dan kom je al snel uit op het slavernijverleden”.

“Ik vind dat onkies. Nazaten hebben een oprechte wens om de geschiedenis te herdenken, en zij beweren dat wetenschappelijk argumenten daartegen pleiten. Dat is onjuist, maar past wel mooi in wat ik het Grote Verhaal noem.”


“Ik beweer ook niet dat racisme een doorwerking is van slavernij. Ik zie wel Europees superioriteitsdenken, en daar zie ik een historische continuïteit in. Een paar maanden geleden zei Ronald de Boer op sportzender ESPN dat de arbeidsomstandigheden in Qatar beter worden doordat wij daar zijn. ‘Dankzij ons komen ze in een betere situatie’ is een manier van praten en denken over eigen verantwoordelijkheid die heel erg lijkt op wat waarop slaveneigenaren zeiden: de situatie in Afrika is heel slecht, als ze onder onze hoede komen werken is dat een verbetering. Het gaat in Qatar om dwangarbeid en met onze aanwezigheid legitimeren we die praktijken.”
Reactie Piet Emmer

“Dat wetenschap en activisme elkaars vijanden zijn lijkt Fatah-Black niet te beseffen. Vandaar dat hij verontwaardigd is over de opmerking dat de verre nakomelingen van de slaven vaak het verleden te hulp roepen als verklaring voor hun positie in de huidige maatschappij, terwijl de veel talrijkere nakomelingen van de slachtoffertjes van kinderarbeid vaak niet eens weet hebben van hun verleden. Waar komt dat verschil vandaan? Fatah-Black noemt deze vraag onkies, ik ben geïnteresseerd in het antwoord.

Heeft de gouverneur van Nederlands Brazilië het Mauritshuis met winsten uit de slavenhandel gefinancierd? Onderzoekers van het museum hebben met veel moeite ontdekt dat Maurits zelf een of twee illegale slavenreizen heeft gefinancierd en de sporen daarvan heeft uitgewist. Goed speurwerk! Maar dit feit laat ons nog steeds in het ongewisse of Maurits eraan heeft verdiend en zo ja, of dat genoeg was om daarvan een heel stadspaleis te laten bouwen. En had Johan Maurits de mogelijke winst uit de slavenhandel wel nodig voor de financiering? De bouw was immers al begonnen nog vóór zijn vertrek naar Brazilië.

Ongemakkelijke feiten kun je altijd nog afdoen als racisme. Dat Fatah-Black zijn toevlucht neemt tot deze goedkope truc zegt genoeg.”
Wie in de Islam zijn hersens gebruikt, zal zijn hoofd moeten missen.
Mahalingam
Berichten: 52064
Lid geworden op: za feb 24, 2007 8:39 pm

Re: Slavernij en beschaving. Geschiedenis van een paradox

Bericht door Mahalingam »

Als wetenschapper hoort Fatah-Black geen polarisatie aan te wakkeren

Als wetenschapper hoort Fatah-Black kritische distantie te betrachten. Maar hij kiest ervoor om in het publieke debat over slavernij de polarisatie aan te wakkeren, betoogt emeritus-hoogleraar maritieme geschiedenis Henk den Heijer.


De academische gemeenschap kent, zoals alle gemeenschappen, haar eigen rituelen. Een daarvan is dat een promotor aan het eind van een promotieplechtigheid de kersverse doctor eraan herinnert, dat de zojuist verkregen graad hem of haar ook verplichtingen oplegt jegens de wetenschap en de samenleving . Ook ik deed dat na de promotie van Karwan Fatah-Black. Rituelen zijn geen loze kreten of handelingen, maar bindmiddelen die waarden en normen vertegenwoordigen om gemeenschappen bijeen te houden.

Afgelopen zaterdag verscheen in Trouw een interview met Fatah-Black over zijn recente boek Slavernij en beschaving, waarin hij fel uithaalt naar zijn collega’s Piet Emmer en ondergetekende. Het is kenmerkend voor hoe sommige wetenschappers de laatste jaren zich in de media roeren. Sinds Fatah-Black in 2015 een kwart miljoen euro subsidie ontving voor wetenschappelijk onderzoek naar de vrije zwarte samenleving van Paramaribo en dat geld besteedde aan het schrijven van een publieksboek getiteld Eigendomsstrijd in plaats van aan een wetenschappelijke studie, heeft hij zich gespecialiseerd in mediaoptredens en twitterberichten voor gelijkgestemden. Daarin doet hij afwijkende opvattingen van collega’s over slavenhandel en slavernij af als ‘dooddoeners en vergoelijkingen’.

De academische vrijheid is niet onbegrensd

Wetenschappers zoals Fatah-Black zijn ook burgers met meningen die zij binnen de kaders van de wet vrij kunnen uiten. Maar er zit wel spanning tussen hun academische vrijheid en de vrijheid van meningsuiting die zij in het publieke debat hebben. In februari dit jaar stelde de Koninklijke Akademie van Wetenschappen (KNAW) vast dat de academische vrijheid niet onbegrensd is; ‘wetenschappers moeten steeds een goed evenwicht zoeken tussen academische vrijheid aan de ene kant, en hun maatschappelijke verantwoordelijkheid aan de andere kant’. Dat sluit naadloos aan bij de rituele zin aan het eind van een promotieplechtigheid. Maar wat is dat evenwicht en waar ligt die grens? Academische vrijheid gaat vooral over de vrijheid van onderzoek, het daarover vrij kunnen publiceren en integer debatteren over meningsverschillen met vakgenoten. Het jezelf toe-eigenen van onderzoeksgegevens van de historicus Johannes Postma en die onder je eigen naam in het boek De Sociëteit van Suriname publiceren, zoals Fatah-Black deed, en het collega’s met andere visies publiekelijk ‘onaangename raciale connotaties’ aanwrijven, vallen zo goed als zeker niet onder die academische vrijheid.

De polarisatie in de samenleving rondom het koloniale verleden, slavernij, racisme, migratie en andere onderwerpen neemt hand over hand toe. Grote woorden als racist, fascist en landverrader worden niet geschuwd, helaas niet alleen door radicaal links en radicaal rechts, maar ook door sommige historici in krantenartikelen en tweets. Hun uitlatingen zijn olie op het vuur dat tegenstellingen in de samenleving aanwakkert. Mogen die historici zich dan niet publiekelijk in het debat mengen? Natuurlijk wel en scherp zelfs, maar als het gaat om hun expertise moeten zij wel de kritische distantie in acht nemen zoals de KNAW die van hen verlangt. Zo dient een historicus geen selectief gebruik te maken van bronnen om het eigen gelijk te bewijzen en ideologische bevlogenheid te vermijden. Helaas gebeurt het omgekeerde in publieke optredens maar al te vaak, het interview met Fatah-Black is daarvan het bewijs. Het affakkelen van collega’s die een andere opvatting hebben, schept geen vertrouwen in de wetenschap die toch al zo onder vuur ligt. Sommige krantenlezers zullen er hun schouders over ophalen, maar anderen zien het als het zoveelste bewijs dat wetenschap ook maar een mening is. In het huidige gepolariseerde klimaat is dat een kwalijke zaak. Het zou beter zijn om op een integere manier met elkaar in debat te gaan. Dat er over complexe historische kwesties zoals het slavernijverleden verschillende opvattingen bestaan is duidelijk, maar alleen een fatsoenlijke uitwisseling van standpunten kan de kennis daarover naar een hoger plan tillen.
https://www.trouw.nl/opinie/als-wetensc ... bd4d24a4d/
Wie in de Islam zijn hersens gebruikt, zal zijn hoofd moeten missen.
Plaats reactie