Misdrijven tegen de openbare orde?
De bepalingen in het Nederlandse Wetboek van Strafrecht die met "haat zaaien" worden geassocieerd staan Titel V. van het Tweede Boek van dit wetboek, onder de titel "Misdrijven tegen de openbare orde", terwijl "Belediging" (smaad, laster, etc.) aan de orde komt in Titel XVI. Kort gezegd gaat het in het eerste geval om een collectiviteit en in het tweede geval om individuen.
In de inventariserende studie "Godslastering, discriminerende uitingen wegens godsdienst en haatuitingen" van Bas van Stokkom e.a. wordt onderscheid gemaakt tussen beledigen en haat zaaien: Beledigende uitlatingen hebben een andere logica dan haatzaaiende uitlatingen. De belediging is in eerste instantie afgestemd op het neerhalen van de status van de opponent (zijn of haar goede naam, reputatie, rang of stand). In het geval van haat zaaien daarentegen is niet de status van de tegenstrever in het geding, maar zijn bestaansrecht. Op haatsites wordt de tegenpartij dan ook geen meningsvrijheid gegund. Zij is niet alleen ‘minder’ of ‘onder’ maar verdient überhaupt geen respect. Haat is dan ook niet ontvankelijk voor informatie die de tegenpartij van ‘schuld’ ontlast.
In de context van vrije meningsuiting geeft haat zaaien soms begripsverwarring tussen bedoelde (smalende, minachtende) beledigingen en onbedoelde beledigingen die het gevolg zijn van vrije en oprechte meningsvorming. Strafrechtelijk is beslissend of het opzettelijk gebeurt. - Bron: Wikipedia