Van wie is de wereld?
Geplaatst op 19 augustus 2014
Kritiek op de Islam wordt vaak openlijk veroordeeld als “nieuw racisme”. Jodenvijandigheid echter is zo oud als de Islam zelf. Het nieuwe antisemitisme: een aanval.
Antisemieten vergelijken Joden, Zionisten en Israëli´s graag met Adolf Hitler, onlangs nog vond de Turkse minister-president Recep Tayyip Erdoğan van de Israëli´s dat ze erger zouden zijn dan Hitler: “Wat Israël op dit moment Palestina en Gaza aandoet, gaat verder dan hetgeen Hitler de joden heeft aangedaan.” In de Arabische wereld is deze vergelijking een legende, niet alleen Yasser Arafat maakte gebruik van deze belastering, ze behoort min of meer tot de Arabische identiteit. Deze extreme Jodenhaat is al lang overgeslagen naar Europese samenlevingen en verbreidt zich snel in de islamitische parallelsamenlevingen. Het beeld van de rechts-radicale antisemiet moet al lang aangevuld worden met de islamitische Jodenhater. De Franse politicoloog Pierre-André Taguieff stelde vele jaren geleden al vast: “De oorzaken van het tegen Joden gerichte geweld zijn merendeels niet meer afkomstig van de extreem-rechtsen: ze zijn vooral afkomstig van jonge immigranten, vooral uit de Maghreb.” De Jodenhaat zou tot hun culturele identiteit behoren.
Sociologen constateren al enkele jaren een “nieuw antisemitisme”, dat vooral een islamitisch anti-judaïsme is. De huidige geweldsexcessen en de Jodenvijandige leuzen van de islamitische meutes worden door veel linksen krachtig ondersteund en stuiten ook bij linkse mediavertegenwoordigers op begrip. In het linkse dagblad “taz”schreef de redacteur Stefan Reinicke: “Het moet mogelijk zijn in een vrij land om ongestraft het bestaansrecht van Israël te betwijfelen.” De stap om het bestaansrecht van Joden überhaupt te betwijfelen, is een kleine.
Jodenvijandigheid is noch bij moslims noch bij linksen een nieuw verschijnsel, maar ze is zo oud als de Islam respectievelijk het socialisme.
Vooral met betrekking tot de Joden is er in de Islam een extreem anti-judaïsme te zien. De koran is doorspekt met Jodenvijandige stereotypen, die merendeels overeenkomen met die van het christendom: De Joden zijn hard, ze hebben het verbond met God verbroken, ze plegen verdragsbreuk, zijn woekeraars, roven geld, ze geloven niet in het hiernamaals. In de koran verschijnen de Joden als boosaardige karakters. Daarom de strijdkreet:
“Bestrijdt diegenen onder de mensen van het Boek, die in Allah noch in de laatste Dag geloven, noch voor onwettig houden wat Allah en Zijn boodschapper voor onwettig hebben verklaard, noch de ware godsdienst belijden totdat zij de belasting met eigen hand betalen, terwijl zij onderdanig zijn.” (soera 9, vers 29). De koran portretteert de joden niet alleen als oorlogshitsers, maar vervloekt hen als “apen en varkens” en wijst hen zodoende de laagste, inferieure rang toe:
“Je hebt degenen onder u gekend, die inzake de Sabbath overtraden. Alzo zegden Wij tot hen: “Weest verachte apen.” (soera 2, vers 65). Omdat de Joden Allah niet erkend hebben, werden ze ontmenselijkt en in zekere zin beesten:
“Zeg: ´Zal ik u vertellen over degenen wier straf bij Allah erger is dan dit? Dezen zijn het, die Allah heeft vervloekt en over wie Hij Zijn toorn heeft uitgestort en van wie Hij apen, zwijnen en duivelsdienaren heeft gemaakt. Dezen zijn inderdaad in een slechte toestand en ver van het rechte pad afgedwaald´.” (soera 5, vers 60). Dit motief is steeds opnieuw te vinden.
De eindtijdprofetie van de Islam kent de vernietiging van de Joden; de desbetreffende Hadith luidt:
“In het laatste uur zullen de moslims tegen de Joden vechten. Omdat de Joden deel uitmaken van het leger van Satan en moslims de soldaten zijn van de profeet Jezus, zullen ze tegen elkaar vechten en de moslims zullen zegevieren, totdat zelfs een steen of een boom zal zeggen: ´Oh moslim, dienaar van Allah, er zit een Jood achter me verstopt. Kom en dood hem!´.” Het islamitische anti-judaïsme is echter slechts het topje van de ijsberg in de strijd tegen de ongelovigen.
De Jihad is de hoogste religieuze oplicht in de Islam, waaraan zich geen enkele moslim mag onttrekken. De martelaren van de jihad komen rechtstreeks in het paradijs, terwijl de moslims die de jihad weigeren “helstraffen” dreigen. Zolang de moslims een minderheid in een niet-islamitisch land vormen, mag er geen offensieve militante Jihad plaatsvinden. Als de moslims tot een relevant deel van de bevolking zijn uitgegroeid, dan moeten ze zich voorbereiden op de aanstaande strijd:
“En maakt aan de grens alle mogelijke strijdkrachten en vastgehouden paarden voor hen gereed, waarmee gij de vijand van Allah en uw vijand en anderen buiten hen, die gij niet kent, doch die Allah kent, moogt afschrikken. En wat gij ook voor de zaak van Allah besteedt, het zal u ten volle worden terugbetaald en u zal geen onrecht worden aangedaan.” (soera 8, vers 60). Als de moslims over voldoende macht en invloed beschikken, moeten ze actief de jihad voeren. Iedere moslim is verplicht om ongelovigen die weigeren zich te bekeren, te doden:
“Wanneer de heilige maanden voorbij zijn, doodt dan de afgodendienaren waar je hen ook vindt en grijpt hen en belegert hen en loert op hen uit elke hinderlaag. Maar als zij berouw hebben en het gebed houden en de Zakaat betalen, laat hun weg dan vrij. Voorzeker, Allah is Vergevensgezind, Genadevol.” (soera 9, vers 5). Het enige alternatief to bekering is de vrijwillige onderwerping als dhimmi en het betalen van beschermingsgeld.
Vanuit islamitisch oogpunt gezien is de wereld van Allah: de jihad is vanuit theologisch oogpunt slechts de herovering van islamitische territoria. De Jihad betekent de permanente oorlog tegen de ongelovigen en sluit vrede met hen uit. De strijd tegen de niet-moslims mag alleen door een “wapenstilstand” worden onderbroken, die niet langer dan tien jaar mag duren. De op verdragen gebaseerde wapenstilstand kan op ieder moment door de moslims opgezegd worden, een duurzame vrede kent de “Heilige Oorlog” niet. De Jihad kan echter ook op vreedzame manier gevoerd worden: door bekering, propaganda en omkoping.
De klassenstrijd was de seculiere “Jihad” van de linksen. Door hem diende de oorspronkelijk perfecte wereld weer hersteld te worden. Veel anarchisten, socialisten en communisten zagen het speerpunt van de klassenstrijd in de Joden. Karl Marx schreef in zijn smaadschrift “Over de Jodenkwestie”: “We moeten het geheim van de Jood niet in zijn religie zoeken, maar we moeten het geheim van de religie in de echte Jood zoeken. Wat is de wereldlijke reden van het Jodendom? De praktische behoefte, het egoïsme. Wat is de wereldlijke cultus van de Joden? Het gesjacher. Wat is zijn wereldlijke god? Het geld... De Jodenemancipatie is uiteindelijk de emancipatie van de mensheid van het Jodendom.” Marx staat in de traditie van een oudere linkse Jodenhaat: De Franse vroege socialisten droomden in het begin van de 19e eeuw van een interne wereldse mensheidsverlossing en riepen een politieke religie uit, waarvan de keerzijde het antisemitisme was. Ze verwereldlijkten als het ware het christelijke anti-judaïsme tot het moderne politieke antisemitisme.
Charles Fourier predikte een utopisch socialisme en zag zichzelf als de nieuwe profeet, die in de joden het onheil van de mensheid herkend zou hebben. Zijn leerlingen Pierre Leroux en Alphonse Toussenel waren eveneens overtuigde Jodenvijanden, die in de joden het absolute kwaad zagen. Toussenel waarschuwde voor een joodse wereldheerschappij. De filosoof Pierre-Joseph Proudhon proclameerde: “De Jood is de vijand van het menselijk geslacht. Men moet dit ras naar Azië terugsturen of het vernietigen.” Zijn antisemitisme werd het voorbeeld voor een moderne Jodenhaat, die de linksen tot op de dag van vandaag niet kon afdanken.
In de postmoderne tijd zijn uiteraard de proletariërs niet meer de onderwerpen van mensheidsverlossing, zij werden echter vervangen door de migranten. Zij zijn de nieuwe zuilheiligen van de linkse utopie voor een tot ondergang veroordeelde oude, in verschillende hoeken nog burgerlijke samenleving. Miljoenen migranten dienen het oude Europa te ontbinden ten gunste van een nieuwe cultuur van het multiculturalisme, dat wil zeggen, van het overmeesteren van een nationale identiteit ten gunste van etnische, religieuze en identitaire verscheidenheid.
De westerse apologeten van de Islam en de belangenbehartigers van de islamitische verenigingen worden niet moe om iedere kritiek op de Islam openlijk als “nieuw racisme” te veroordelen. De nieuwe definitie van het racisme luidt: wie de oorzaken van het islamitisch terrorisme en de ontbrekende bereidheid om te integreren van veel moslims in de religie van de Islam zoekt en hiervoor niet opdringerig de kruistochten, het kolonialisme, het imperialisme en de vreemdelingenhaat van de Europese samenlevingen verantwoordelijk maakt, openbaart een racistische houding tegenover de Islam en de moslims.
Met deze strategie dient iedere kritiek op de Islam openlijk als “racisme” respectievelijk “islamofobie” veroordeeld te worden, wat uiteindelijk uitdraait op de afschaffing van religie-, cultuur- en maatschappijkritiek met betrekking tot de Islam. Uiteindelijk zouden alle positieve culturele en politieke verworvenheden van de moderne westerse wereld betwijfeld worden ten gunste van een veelvolkerenstaat, waarvan de basis een waarderelativisme zou zijn. Een samenleving, die haar bindende normen en waarden opgeeft, zet zichzelf daarmee buitenspel. De uitsluitende maatschappelijke zelfkritiek en de dwangmatige xenofilie zijn de uitdrukking van een zware collectieve neurose en getuigen van een niet meer te overbieden politieke dwaasheid.
Het politieke doel van de linkse mainstream om door enorme migrantenstromen de samenleving te transformeren, zal in de nabije toekomst bereikt zijn. Van het resultaat zal echter de meest naïeve goedmensch schrikken: het doel van de orthodoxe Islam en zijn verenigingen is de islamisering van de Europese samenlevingen, en in deze context speelt de linkse de rol van de nuttige idioot, die gelooft in de orthodoxe Islam een bondgenoot gevonden te hebben om de gehate burgerlijke samenleving te overmeesteren.
De vertegenwoordigers van de Islam zijn echter niet in het minst in de utopie van een nieuwe mens in de zin van het multiculturalisme of van de diversiteit geïnteresseerd, zij willen iedere andere levensvorm, die niet islamitisch is, overmeesteren. Mocht de islam over enkele tientallen jaren politiek succes hebben, dan zijn de linksen de eerste slachtoffers van deze gevaarlijkste politieke religie van de 21e eeuw. Dit besef was echter al niet aanwezig bij de linksen in Iran in hun gezamenlijke strijd aan de zijde van ayatollah Khomeini tegen de gehate sjah. Zij werden na de machtsovername door de moellahs genadeloos vervolg en vernietigd.
Het doel van de orthodoxe Islam en van de radicale islamieten is de islamitische Godstaat, waarin voor een decadente westerse samenleving geen plaats is. Daarom moeten alle radicale verenigingen zoals de Moslimbroeders, de Salafisten, de Wahabieten respectievelijk de door hen ondermijnde verenigingen en de buitenlandse vertegenwoordigingen van de Turkse religieautoriteit verboden worden.
Radicale imams en hun moskeeën mogen geen plaats hebben binnen een open, pluralistische samenleving. De Jihad van de Islam is de grootste bedreiging van de vrijheid van Europa en betekent niets anders dan nieuwe slavernij, de definitieve dood van de Europese beschaving.
Bron:
http://diepresse.com
Auteur: Michael Ley
Vertaald uit het Duits door: E.J. Bron
http://ejbron.wordpress.com/2014/08/19/ ... more-68747