Rechtvaardige Mensen

Plaats reactie
Vera
Berichten: 756
Lid geworden op: ma jun 11, 2007 4:43 pm

Rechtvaardige Mensen

Bericht door Vera »

Rechtvaardige Mensen
De wijze waarop zij met hun begeertes omgingen
Shaykh `Abdul Hamid Kishk

Hier volgen een aantal voorbeelden van de houding en uitspraken van onze rechtgeleide voorgangers, die ons aantoonden hoe we tegen onze begeertes moeten strijden. Wij noemen ze hier als een waarschuwing en les voor diegenen die verstandig zijn.

Abūl Khayr al-`Asqalānī (Moge Allah met hem tevreden zijn) had jarenlang gehunkerd naar vis, en op een dag ging zijn wens op een volkomen toegestane wijze in vervulling. Wanneer hij zijn hand uitstrekte om de vis te eten, prikte een scherpe bot in zijn vinger. Hij haalde zijn hand weg en riep uit:

“Oh Heer, als dit gebeurt met iemand die zijn hand uitstrekt vanwege begeertes, voor iets dat toegestaan is, wat gebeurt er dan met iemand die zijn hand uitstrekt voor iets dat niet toegestaan is?”

Abū Sulaymān (Moge Allah tevreden met hem zijn) zei:

“Het verlaten van een begeerte van de lagere ik
is heilzamer voor het hart dan vasten en bidden voor een jaar.”

In één van de overleveringen, toegeschreven aan Allah de Almachtige, lezen we:

“Het minste wat Ik een geleerde aandoe, wanneer hij zijn begeertes de voorkeur geeft boven Mijn liefde, is om hem de genoegens van intieme gesprekken met Mij te ontzeggen.”

Abūl Hasan al-Shādhilī (Moge Allah tevreden met hem zijn) zei:

“De walī zal Allah niet bereiken door één van zijn begeertes,
of zijn eigen omgang, of enige keuze van zichzelf.”

Om uit te leggen dat de begeertes een soort van slavernij zijn waarin de mens geraakt en schakels die hem ketenen en hem ten schande maken, zei één van de dichters:

“Wanneer een onschuldige heer wordt gevangen door zijn begeertes, wordt hij ontbloot van zijn onschuld en ten schande gemaakt. Iemand met begeertes is een slaaf. Wanneer hij de begeerte overmeestert, wordt hij een koning.”

Hier volgen enkele uitspraken over het onderwerp die aan ons zijn overgeleverd:

“Vele begeertes laten een langdurig verdriet achter.”


“Als het hart gekoesterd wordt door liefde, vergaat de begeerte.”


“Het deel van de lagere ik dat daden van ongehoorzaamheid begaat, is duidelijk en zichtbaar. Het deel dat daden van gehoorzaamheid begaat, is verborgen en overschaduwd. Het is moeilijk om iets te behandelen dat verborgen is.”

Eén van de smeekgebeden van Ibn `Atā’illāh al-Iskandarī (Moge Allah tevreden met hem zijn) was:

“Mijn God! Het vonnis en lot hebben mij overrompeld en lust heeft mij gevangengenomen door de boeien van mijn begeertes. Wees mijn Helper en help mij en de anderen via mij. Verrijk mij met Uw gulheid zodat ik het nergens anders hoef te zoeken.”

Imam Abūl Qāsim al-Qushayrī (Moge Allah tevreden met hem zijn) zei:

“Een hart vrij van afleidingen hebben is een onvergelijkbare zegen. Als iemand ondankbaar is voor deze zegen, opent hij met zijn eigen hand de deur van zijn lagere lusten en wordt meegesleurd in de ketens van begeertes. Allah verstoort zijn vredige gedachten en verwijderd zijn gevoel van een puur hart.”

Sayyidunā `Umar (Moge Allah tevreden met hem zijn) zei:

“Als je Allah vreest, vermijd je wat Allah heeft verboden.”

Dat betekent jezelf oprecht richten tot Allah (Hoog en Verheven is Hij!), lichamelijke bezigheden van je afzetten, nauwgezet zijn, en je ontdoen van de ketens van de zichtbare wereld. Alles van dit wordt verkregen als gevolg van vrees voor Allah, zoals Allah belooft wanneer Hij zegt:

“En vrees Allah, en het is Allah die jullie onderwijst.”
(Koran, Sūrat al-Baqara 2:282)

Lisānuddīn ibn al-Khatīb zei:

“Weet dat wanneer een wijze ambachtsman zijn zaak onder ogen neemt en de resultaten bekijkt, hij weet dat zijn winkel, wat zijn werkplaats is, ooit in verval zal geraken, zijn gereedschappen verslijten, zijn kracht verminderen, en de dagen van zijn jeugd verdwijnen. Iemand die van de tijd gebruik maakt en hard werkt voordat zijn winkel onherstelbaar wordt, zal geen andere winkel of nieuwe gereedschappen nodig hebben. Hij zal een beloning ontvangen voor de dingen die hij heeft gemaakt, en kan het profijt oogsten van zijn arbeid en genieten van wat hij heeft verdiend. Dit is een toepasselijke metafoor voor de ziel na het verval van het lichaam. Haast u zich dan en werk hard, haast u en neem maatregelen voordat uw winkel en huis vernield zijn. De beste maatregel is vrees voor Allah.”

Als je deze mogelijkheid mist, houdt het op. De enige tijd die je hebt is nu. Er is geen andere. Iemand die dingen uitstelt tot morgen zal nooit slagen. De mens is het kind van het moment en dus moet je voorzichtig zijn om het niet te verspillen. Uitstel is de dood van de daad en de vijand van voltooiing. Diegene die aan boord gat, faalt zelden om aan te komen. Geluk begunstigt de doortastende. Als iemand zijn lot verbindt aan tijd, zullen zijn handen gebonden worden door de handen van ontbering. Voordeel wordt gevonden in doortastendheid. Diegenen die dingen weg laat glippen, zal waarschijnlijk verliezen. Ibn `Atā (Moge Allah tevreden met hem zijn) zei:

“Gezien je weet dat Shaytān je niet negeert,
negeer dan niet de Ene die jouw lot in zijn Hand heeft.”

De vijand ziet jou, en jij ziet hem niet vanwege zijn intense voorbereidingen.

Ik klaag over een sluwe vijand die me in zijn zicht heeft,
maar ik zie hem niet wanneer hij mij ziet.
Als ik hem vergeet, vergeet hij mij niet.
Oh Mijn Meester! Als U mij niet helpt, zal hij mij gevangen nemen!

Ook al ziet hij jou en jij hem niet, Allah ziet hem en hij ziet Allah niet.
Zoek daarom Allah’s hulp tegen hem.

Ik wordt geteisterd door vier vijanden die mij aanvallen,
met pijlen van een boog, gespannen en gestrekt:
Iblīs, deze wereld, ikzelf en lage begeerte.
Mijn Heer, U heeft de kracht om mij te bevrijden!

Sūfyan al-Thawrī (Moge Allah tevreden met hem zijn) omschreef de betekenis van ware ascetisme door te zeggen:

“Een man dient afstandelijk te zijn betreft deze wereld als hij rijk is,
en niet ernaar te verlangen als hij arm is.”

Eén van de dingen die Ruwaym al-Baghdādī (Moge Allah tevreden met hem zijn) gezegd heeft is:

“Standvastigheid is om het klagen te verlaten, en tevredenheid is om met kwellingen tevreden te zijn, en vertrouwen is om zich te ontdoen van secundaire hulpmiddelen.”

Sārī al-Saqātī (Moge Allah tevreden met hem zijn) zei:

“Tijd bestaat slechts uit drie dagen: gisteren, wiens leed, tegenspoed en verdriet weg is en niets ervan is overgebleven; vandaag, waar u nu in leeft en wat u binnenkort zal verlaten; en morgen, waarvan u verwachtingen van heeft maar die u wellicht nooit zal zien.”

Het is overgeleverd van Ibn Sirāj dat al-Junayd (Moge Allah tevreden met hem zijn) zei:

“Ik droomde over Iblīs en hij was naakt. Ik vroeg, ‘ben je niet beschaamd om zo voor mensen te verschijnen?’ Hij zei, ‘bij Allah, zijn dat mensen die met u zijn? Als ze werkelijk mensen waren, kon ik met ze spelen zoals kinderen met een bal spelen. Zij zijn geen mensen.’ Ik vroeg hem, ‘wie zijn ze dan?’ Hij zei, ‘ze zijn in de Shuniziyya Moskee. Ze hebben mij ondermijnd en verzwakt. Steeds wanneer ik mij richtte op hen, keerden zij zich tot Allah en ik was bijna opgebrand.’Toen ik wakker werd ging ik rechtstreeks naar de Shuniziyya Moskee en er waren drie mannen zittend met hun hoofden in hun capuchons. Toen ze zich van mij bewust werden, ontblootte één van hen zijn hoofd en riep uit: ‘Abūl Qāsim! Geloof je alles wat je wordt verteld?’ Het waren Abū Hamza, Abūl Hasan al-Nūrī en Abū Bakr al-Raqqāq.”

Op een dag wilde de Kenner van Allah , Ibrāhīm ibn Adham, één van de Shaykhs van de asceten, vijgen eten. Omdat hij niet genoeg geld had om ze te kopen, zei hij tegen de verkoper: “Geef ze aan me en ik betaal je later.” De verkoper zei: “Ik verkoop enkel voor geld.” Dus Ibrāhīm ibn Adham vertrok en zei: “Bij Allah, ik zal geen vijgen meer eten tot aan de Dag der Opstanding.” De verkoper wist niet dat het Ibrāhīm ibn Adham was, en toen dit hem werd verteld stuurde hij zijn jongen achter hem aan, en die zei: “Mijn meester heeft u deze vijgen gestuurd.” Ibrāhīm ibn Adham zei tegen hem: “Bij Allah, ik zal onder geen enkele voorwaarden vijgen aannemen.” De jongen zei: “Meester, accepteer dit geschenk. Als u dat doet, zal mijn meester mij vrijlaten.” De Shaykh zei tegen hem: “Dat zou jouw vrijheid in deze wereld afkopen, maar het zou mijn slavernij betekenen op de Dag der Opstanding.”
Abū Bakr al-Shiblī zei:

“Jihad tegen jezelf is beter dan Jihad tegen andere mensen.”

Hij zei ook vaak:

“Iemand die thuis is met dhikr (gedenken),
is niet hetzelfde als iemand die thuis is met de Ene die wordt gedenkt.”

Hij zei:

“Wanneer je iets in je hart vind dat met je ‘ik’
in overeenstemming is, vrees Allah.”

Oh Allah, maak ons van de mensen die streven tegen hun lagere ik. Geef ons succes in hetgeen U van houdt en wat U behaagt, en verbindt ons met de Profeten, de ware en martelaren; zij zijn de beste metgezellen.

Bron: www.sunni.nl
Gebruikersavatar
sprot
Berichten: 4146
Lid geworden op: ma jan 27, 2003 11:25 pm
Locatie: Hel
Contacteer:

Bericht door sprot »

Ik hen geen god, noch geloof nodig om een goed mens te zijn ...
Soms denk ik juist,soms denk ik fout,maar ik dénk tenminste
Dubitando ad Veritatem pervenimus (Cicero)
Sapere aude!
In het 'Huis van de Vrede' is het steeds Oorlog.
Gebruikersavatar
Freya
Berichten: 1229
Lid geworden op: wo apr 25, 2007 2:57 pm

Bericht door Freya »

Vera, je bent hier de boel aan het verzieken met jouw gespam. Jij bent zeker de tweede Mohyouknow19, met ellelange knip en plak teksten.
Dutch
Berichten: 3285
Lid geworden op: ma jan 20, 2003 7:10 pm
Locatie: Darul Hourria

Bericht door Dutch »

Rechtvaardige mensen zijn rechtvaardig met IEDEREEN, niet enkel de geloofsgenoten. Zij bezitten geen slaven, noch zijn zelf slaaf van wat dan ook...
Rechtvaardig zijn komt rechtstreeks voort uit de Gouden Regel van het humanisme beste Vera, daar komt geen godheid bij te pas.
Plaats reactie