Radicale dawa in Eurabia – AIVD rapport

Navane
Berichten: 577
Lid geworden op: do nov 16, 2006 12:25 pm

Radicale dawa in Eurabia – AIVD rapport

Bericht door Navane »

Radicale dawa in Eurabia – AIVD rapport

'In West-Europa zijn diverse radicale dawa-bewegingen actief die steeds zelfstandiger worden en steeds minder direct worden aangestuurd vanuit islamitische gidslanden,' stelt de AIVD in haar rapport, en: 'Als de radicale dawa sterk zal blijven groeien is het voorstelbaar dat de antidemocratische boodschap kan resulteren in een groeiende gemeenschap van moslims die het gezag van de Nederlandse overheid niet langer aanvaardt.' (RD, 47 en 72).

Deze twee zinnen staan in 'Radicale dawa in verandering. De opkomst van islamitisch neoradicalisme in Nederland.' (Hierna RD). AIVD, oktober 2007.

Dit rapport bouwt voort op het rapport rekrutering (2002), waarin naar voren kwam dat er twee tactieken zijn waarvan transnationale islamistische netwerken zich bedienen in Nederland. Het eerste en meest bekende is jihad, de gewelddadige strijd tegen ongelovigen. Minder bekend is dawa, het geweldloos oproepen tot bekering tot de islam. Deze twee tactieken zijn complementair: ze vullen elkaar aan en versterken elkaar. Een radicaliseringsproces kan van dawa tot jihad leiden; andersom kan jihad een voorbeeldfunctie hebben voor moslims om hen te stimuleren tot het intensiever uitoefenen van hun geloof. Significant is de observatie van de AIVD dat we hier te doen hebben met een Europees verschijnsel.
Na het eerste rapport heeft de dienst eerst de jihad bestudeerd, omdat die een voornamelijk externe bedreiging vormde. Deze heeft zich in korte tijd verplaatst en is een interne bedreiging geworden. Dit noemt de AIVD het autonoom worden van de radicalisering: als de ontbranding een voldoende niveau heeft bereikt, is de vonk van buiten verder niet meer nodig.

SAMENVATTING
In Nederland, maar ook in België en Frankrijk, is echter vooral de niet-gewelddadige variant van het salafisme actief. De term salafisme verwijst naar de 'rechtvaardige voorouders', hiermee wordt verwezen naar de profeet Mohammed, zijn metgezellen en onmiddellijke opvolgers, volgens de overlevering de meest voorbeeldige mensen aller tijden (RD, 12)
De radicale dawa is geen marginale beweging van door externe omstandigheden gefrustreerde personen. De radicale dawa is een beweging die haar eigen dynamiek genereert, vanuit een innerlijke overtuiging opereert en met een duidelijke boodschap een redelijk groot bereik heeft weten te verkrijgen (RD, 14).

Na een eerste fase waarin radicaal islamitische stromingen in Nederland zich onder buitenlandse aansturing uitbreidden, en nadat in de tweede fase een autonoom en op Nederland gericht moslimradicalisme opkwam, is een nieuwe fase inmiddels al voor een deel ingezet. In deze derde fase groeien radicale dawa en jihad uit elkaar. Deze ontwikkeling noemt de AIVD 'islamitisch neoradicalisme'.
Het moslimradicalisme bereikt Nederland voor het eerst in het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw. De radicale dawa in Nederland ontwikkelt zich in deze fase onder directe aansturing en met de financiële en logistieke steun van non-gouvernementele missieorganisaties die opereren vanuit islamitische gidslanden. De radicale dawa manifesteert zich in Nederland met name binnen het salafisme. (RD, 16)
De tweede fase van dit moslimradicalisme breekt aan na 2001, als de buitenlandse moederorganisaties als gevolg van de internationale strijd tegen terrorisme succesvol is ontmanteld. De opkomst van het autonome en op de lokale Nederlandse situatie georiënteerde moslimradicalisme komt ook voort uit het feit dat de aanhangers in Nederland van de gewapende jihad en de radicale dawa er van overtuigd raken dat ook in Nederland 'de islam wordt bedreigd'. (RD, 17)
Mede onder druk vanuit de Nederlandse politiek en samenleving spreekt de radicale dawa in Nederland zich vervolgens in het openbaar uit tegen het gebruik van geweld in het Westen. In het verlengde hiervan komt men zelfstandig tot de conclusie dat het schade kan toebrengen aan de doelstellingen van de radicale dawa als men deze vorm van jihadisme ondersteunt. De radicale dawa is eerder gebaat bij een gestage, maar duurzame voortgang die geen negatieve en de groei belemmerende aandacht oproept van authoriteiten of samenleving. Jihadisten betogen dat de radicale dawa teveel concessies doet aan de 'ongelovigen'. De radicale dawa verwijt op zijn beurt de jihadisten dat ze de groei en reputatie van de islam schaden door onbezonnen en niet door schriftgeleerden gesanctioneerd optreden. (RD, 20)
Volgens de nieuwe generatie moslimradicalen ontbreekt het al jaren aan een heldere strategische en tactische visie op de vraag hoe de islam een reële machtsfactor kan worden in het Westen. Een van de overwegingen van islamitische neoradicalen om terughoudendheid te bepleiten voor het gebruik van terroristisch geweld in Nederland en het Westen is om zich hiermee te verzekeren van een brede aanhang. Het gebruik van geweld zou de lange-termijndoelstellingen van de islamitische neoradicalen aanzienlijk kunnen schaden. (RD, 23).
Het islamitisch neoradicalisme bedient zich van twee strategische handelsrichtingen: die van het 'onverdraagzaam isolationisme'en die van het 'antidemocratisch moslimactivisme'. Beide hebben hetzelfde doel: het vergroten van de macht van het moslimradicalisme in Nederland. En ze bedienen zich beide van methoden die niet zozeer tegen de letter, maar wel tegen de geest van de democratische rechtsorde indruisen.
"Onverdraagzaam isolationisme' wil naast de publieke ruimte een ruimte creëren waarin een andere rechtsorde geldt dan de democratische rechtsorde. Het is de bedoeling om in de samenleving eigen, geïslamiseerde enclaves op te richten waarin geen plaats is voor andersdenkenden en andersgelovigen (exclusivisme).
'Antidemocratisch moslimactivisme' wil de publieke ruimte omvormen tot een ruimte waarin een andere orde geldt dan de democratische rechtsorde. Inzet is het belemmeren van de 'verwerpelijke' democratische rechtsorde als politiek systeem en als wijze van samenleven. (RD, 26)
Voorbeelden van tactieken hiertoe zijn: personen in de eigen directe gemeenschap dwingen om zich te conformeren aan strikte gedragsnormen of hen dwingen alleen loyaliteit te tonen jegens de eigen geloofsgemeenschap; hen oproepen niet te gaan stemmen; hen oproepen geen ambtenaar te worden; hen oproepen het contact met andersdenkenden te vermijden.

De radicale dawa wordt in Nederland en enkele ons omringende landen vooral vormgegeven door het politieke salafisme. Ongeveer 5 % van de religieus georiënteerde moslimbevolking is op enigerlei wijze ontvankelijk voor radicalisering; daarvan radicaliseert ongeveer 10 % ook daadwerkelijk.
Met de komst van een derde fase in het veranderingsproces van het moslimradicalisme zijn de vorige twee fasen niet volledig afgesloten. De achtereenvolgens ontstane vormen van moslimradicalisme bestaan momenteel onverminderd naast elkaar voort.

Moslims vormen inmiddels ongeveer 8 % van de Nederlandse bevolking (RD, 33). Eind jaren tachtig van de vorige eeuw ontstaat in Nederland een salafitische geloofsgemeenschap. In deze periode worden in Amsterdam en Eindhoven, met behulp van Saoedische missieorganisaties, respectievelijk de al-Tawheed en de al-Fourkaan moskee opgericht. Aanvankelijk slaagt men er nauwelijks in de eerste generatie Marokkaanse migranten te bereiken. Vanaf 2005 blijken de ultraorthodoxe predikers steeds beter aan te sluiten bij de belevingswereld van de nieuw (tweede) generatie moslimjongeren. Deze jongerenpredikers stellen dat ze een sluitend antwoord hebben op de vele vragen van moslimjongeren over hun positie in de Nederlandse samenleving, hun religieuze achtergrond en recente politieke en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen. Ze beweren dat de antwoorden op deze vragen te vinden zijn binnen de zuivere islam en niet in de Nederlandse samenleving of het land van herkomst. (RD, 35)
In Nederland zijn ongeveer 550 moskeeën, waarvan ongeveer veertig procent als Marokkaans gekwalificeerd kan woren. Thans bereiken de salafieten zo een dertig Marokkaanse moskeeën. Het is niet ongebruikelijk dat rond de honderd jonge Nederlandse Marokkanen zo een lezing bijwonen. De snelle groei van het aantal lezingen en predikers en de toegenomen belangstelling onder jonge Marokkanen wijst op een groeitrend. (RD, 39)
De salafitische predikers weten de gevoelens van achterstelling en marginalisatie van deze gemeenschap uitstekend te bespelen. Zij betogen dat de slechte sociaal-maatschappelijke positie van veel jonge Marokkanen niet aan henzelf te wijten is. Ze stellen dat de oorzaak van de problemen binnen de groep van jonge Nederlandse Marokkanen enkel en alleen in de Nederlandse samenleving is gelegen. Het is trouwens een beroep op ressentiment dat ook bij andere etnisch-islamitische groeperingen in Nederland wordt toegepast. Geven de toehoorders geen blijk van dergelijke gevoelens van ressentiment, dan betogen de predikers stelselmatig dat moslims vanwege hun religieuze achtergrond in Nederland altijd tweederangsburgers zullen blijven en nooit in hun rechten zullen worden gekend (RD, 40).
De predikers presenteren de 'zuivere islam' als een goddelijke openbaring die losgekoppeld moet worden van de traditionele religieuze beleving. De toehoorders krijgen te horen dat ze in Nederland noch een Marokkaanse, noch een Nederlandse identiteit hebben, maar in de eerste plaats moslim zijn. (RD, 40).
De predikers zijn er meet het lezingencircuit actief op uit om een groepsidentiteit te creëren. Nu de deelnemers de zuivere islam omhelzen, worden ze opgenomen in een nieuwe, hecht georganiseerde en door warme vriendschapsbanden gekenmerkte groep, zo wordt hen verteld. Nu ze toetreden tot de groep van ware moslims vinden ze niet alleen geestelijke rust, maar ook een solide sociale basis. Het individu wordt hierdoor op de achtergrond geplaatst; ze gaan deel uitmaken van een islamitisch collectief. Deze jongeren worden nadrukkelijk gesommeerd zich uiterlijk als moslim te presenteren om zich te kunnen onderscheiden van de 'ongelovige' en 'zondige' buitenwereld. Met kleding bevestigen ze de moslimidentiteit, maar ze laten er tegelijk hun afkeur van de omringende maatschappij mee blijken. Dit alles maakt uittreding uit deze gemeenschap in een latere fase buitengewoon moeilijk en komt de groei en kracht van de salafitische gemeenschap ten goede (RD, 40-41).
Centraal bij de theologische onderbouwing staat het principe van 'tawheed', de eenheid van God. Mensen dienen God te erkennen als een unieke entiteit die als heerser van het universum ultieme verering verdient. De aanhangers hebben de plicht om dit niet alleen als een geloofspunt te erkennen, maar ook om die erkenning daadwerkelijk in praktijk te brengen. Dat gebeurt door het strikt navolgen van enerzijds de wetten die god geopenbaard heeft in de koran en anderzijds de hadith en door het voorkomen en bestrijden van shirk, afgoderij. Onder afgoderij verstaan de salafieten niet alleen het vereren van andere goden, maar ook al het menselijke handelen dat geen rekening houdt met de geboden van god en dat zich daaraan niet onderwerpt. Hieronder wordt ook het vereren en respecteren van democratische instituten, de monarchie, een land, een vlag enzovoort verstaan. Afgoderij komt voort uit de, in hun ogen, waangedachte dat mensen zelfstandig, zonder de aanwijzingen van god in acht te nemen, hun persoonlijke en maatschappelijke leven kunnen inrichten (RD, 43).
De wens om de zuivere islam ten uitvoer te brengen leidt ertoe dat salafieten niets willen weten van participatie in een niet-salafietische omgeving. Salafieten vinden dan ook dat vrome moslims onderscheid moeten maken tussen moslims en niet-moslims. Moslims mogen nooit op voet van gelijkwaardigheid verkeren met niet-moslims (RD, 44).
Onder salafieten heerst een sterk geloof in anti-islamitische samenzweringen. Nederlandse salafieten zien pogingen tot een dialoog juist als een schoolvoorbeeld van bewuste dreiging. Uit zelfverdediging mag men wel contact onderhouden met de vermeende 'vijanden van de islam', maar de werkelijke doeleinden en gedachten mogen daarbij nooit aan de niet-gelovigen worden geopenbaard (takkiya). Salafieten streven naar de volledige invoering van de sharia. (RD, 45). Dit is ook de reden waarom salafieten de wijze waarop in het Westen de scheiding tussen kerk en staat is vormgegeven, verwerpen. Zij beschouwen een dergelijke scheiding als een belediging van god, omdat dit betekent dat de geestelijkheid zich buiten de politiek, dus de ordening van de samenleving, dient te houden. Dit is een directe bedreiging van de islam, vinden ze, omdat juist de geestelijkheid de taak heeft de samenleving te richten naar islamitische leef- en gedragsregels. Vanwege deze opvattingen worden integratie en assimilatie in de Nederlandse samenleving als een bedreiging voor het geloof beschouwd RD, 46).
De opkomst van de radicale dawa neemt de AIVD ook mondiaal waar. Radicale dawa-bewegingen zijn al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw in West-Europa actief, en dan vooral in Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië.
Ook in Nederland (op meer beperkte schaal) zijn actief de Moslimbroeders, opgericht in 1928 in Egypte door Hassan-al-Banna. De oprichting hangt samen met het streven om de islamitische identiteit van de Arabische wereld, die door het kolonialisme zou zijn aangetast, te doen herleven. De beweging wil een tegenkracht zijn tegen het oprukkende westerse culturele en ideologische hegemonie. De Palestijnse Hamas komt voort uit de Moslimbroeders. In de jaren zestig werden ze actief in Europa, onder leiding van Saïd Ramadan, de vader van de hedendaagse Tarik Ramadan. De politieke salafieten in West-Europa hebben de methodiek van de Moslimbroeders overgenomen. De methodiek om te komen tot islamisering van de samenleving door gestaag en heimelijk te bouwen aan een streng religieus, islamitisch maatschappelijk middenveld (RD, 50-52)
Een democratische rechtsstaat kan niet bestaan zonder een open samenleving (het geheel van niet in wetten vastgelegde condities), waarvan de belangrijkste elementen zijn maatschappelijk vertrouwen, sociale cohesie, solidariteit, actief burgerschap en loyaliteit. De radicale dawa draagt bij aan de vermindering van het draagvlak voor de democratische rechtsorde, tot polarisering in de samenleving en belemmert andersdenkende en andersgelovige moslims in de uitoefening van grondrechten. De radicale dawa wijst het gebruik van geweld in het Westen deels om principiële deels om pragmatische redenen af. Een daadwerkelijke scheiding tussen de jihad en de radicale dawa is echter nooit volledig te maken. De onverdraagzaam isolationistische en antidemocratische boodschap van de radicale dawa kan bij sommige individuen een opmaat vormen voor verder radicalisering in de richting van geweld. De radicale dawa stelt herhaaldelijk dat de islam vanuit de westerse wereld doelbewust wordt aangevallen (RD 68 ).
De radicale dawa tast op dit moment de democratische rechtsorde al ten dele, maar dan wel op beperkte wijze, aan (RD, 71). Als radicale dawa blijft groeien is het voorstelbaar dat de antidemocratische boodschap kan resulteren in een groeiende gemeenschap van moslims die het gezag van de Nederlandse overheid niet langer aanvaardt. Hieruit zullen onvermijdelijk spanningen voortkomen op het vlak van ordehandhaving, het naleven van wet- en regelgeving, interactie met de overheid, het verdelen van de collectieve lasten en het afwijzen van het democratische proces (RD 72).
Bij de democratische paradox gaat het om de vraag of het is toegestaan dat democratische instituties worden gebruikt om de democratie te vernietigen of te ondermijnen. De democratische paradox is onoplosbaar als men een minimalistische opvatting over de democratische rechtsorde huldigt en deze reduceert tot het meerderheidsbeginsel. Er horen echter ook onvervreemdbare grondrechten bij, evenals de rechten politiek kwantitatieve minderheden en een terughoudende opstelling van de overheid waar het gaat om het privéleven van de burgers. Het is daarom ook geoorloofd als men langs democratische weg probeert de democratische rechtsorde te ondermijnen (RD, 75)
Vooral vormen van onverdraagzaam isolationisme zijn bedreigend voor de democratische rechtsorde: exclusivisme van de eigen groep ten aanzien van andere groepen en parallellisme.
Vanuit relativistisch perspectief wordt betoogd dat het probleem van moslimradicalisering slechts een kortstondige fase in het emancipatieproces van de Nederlandse moslims betreft. Vanuit een absolutistische invalshoek verzekert men dat de islamisering van Nederland binnen enkele decennia voltooid zal zijn. Beide beelden zijn waarschijnlijk niet realistisch.

Voor het hele rapport:
http://www.aivd.nl/contents/pages/90124 ... dering.pdf
Als wij onze cultuur niet verdedigen, wie gaat het dan wel doen?
Plaats reactie