De liberale islam bestaat niet!
Op 4 juni j.l. vond in Utrecht de jaarlijkse Vrijdenkersmiddag plaats. Samen met Dennis Honing, Jan Jaap de Ruiter, Tineke Bennema en Gert Jan Geling mocht ik onder leiding van Joep Schrijvers mijn licht laten schijnen over de stelling “De liberale islam bestaat niet”. Hieronder kunt u lezen wat ik daarover heb gezegd in de mij toebedeelde spreektijd.
Goedemiddag allemaal. Wat ontzettend leuk en ook spannend om hier te zijn.
De laatste in een rij sprekers met zeer verschillende achtergronden. Ik ben geen wetenschapper, geen activiste, geen ex-radicalinski. Ik werk in het onderwijs en daarnaast schrijf ik over dingen die mij bezighouden. Meestal voor OpinieZ, een site die een onlineplatform biedt voor anti-politiekcorrecte schrijvers en hun columns. Neem er eens een kijkje, zou ik zeggen! Einde reclameblok
Gemengde school
Het onderwijs dus. Ik geef de laatste jaren vooral Nederlands en momenteel doe ik dat op een vmbo-t in Amsterdam, vlakbij het Museumplein. Prachtige omgeving, mooie buurt. Hartje van de stad. Mijn leerlingen hebben wortels in allerlei landen: Turkije, Marokko, Suriname, Curaçao, Ghana, Irak, Egypte, Pakistan, India en ook Nederland. Het is een gemengde school: qua afkomst, qua culturen, qua religie.
De school waar ik hiervoor werkte, bestond voor 95% uit leerlingen met een islamitische achtergrond met wortels in Turkije en Marokko. De rest van de kinderen was donker. En er was één meisje met blond haar en blauwe ogen. Eén meisje maar. Chantal de Boer. Die school stond in Amsterdam Nieuw-West. “In het ghetto” zoals een toenmalige collega het destijds omschreef. Ik kom daar straks nog op terug.
Grappig
Het is grappig om een tijdje rond te lopen met in je hoofd het thema van een middag zoals deze en een beetje te kauwen op de vraag of de liberale islam wel of niet bestaat. Het is grappig, omdat je dan wel bijna elke dag iets meemaakt, dat een antwoord, of een gedeelte van een antwoord biedt op die vraag.
Twee van die voorvallen wil ik graag met jullie delen. Daarna koppel ik die aan belevenissen en wetenswaardigheden uit mijn eigen school en eigen klassen. En tot slot kom ik tot mijn stelling.
Deze week hoorde ik in de lerarenkamer bij mij op school een collega van mij vertellen hoe drie jonge vrouwen op een andere school in Amsterdam bij een sollicitatie waren afgewezen, omdat ze een hoofddoek dragen. Zij noemde dat discriminatie en sprak er schande van. Ik vond dat interessant en ben erbij gaan zitten. Zij is zelf begin jaren 80, als pasgeboren baby, naar Nederland gekomen in het kader van gezinshereniging, is in Amsterdam-Zuid naar de lagere school gegaan met bijna geen andere allochtone kindjes, maar juist veel Nederlandse en ook Joodse kinderen.
Angst
Zij kreeg van haar onderwijzer een vmbo-t advies, terwijl ze uiteindelijk slim genoeg bleek om het gymnasium succesvol af te sluiten en een universitaire studie te voltooien. Haar Nederlands is accentloos. Ze noemt zich liever Amsterdamse dan Nederlander en ze draagt een hoofddoek. En de kritiek op of het verwerpen van de hoofddoek was volgens haar een uiting van angst. Angst voor moslims, angst voor de islam.
Toen heb ik haar het volgende verteld.
Brabant
Ik ben opgegroeid in de jaren 60 en 70, in de tijd dat het geloof nog een grote rol speelde in het leven van Nederlanders. In het Brabantse dorp waar ik woonde had de paus het voor het zeggen: voorbehoedsmiddelen waren verboden en homoseksualiteit was een grote zonde. Mensen geloofden dat je naar de hel kon gaan. De hel. Branden in de eeuwigheid. Mensen geloofden dat ècht.
Op de protestantse middelbare school in Eindhoven waar ik heenging, was het niet veel beter: het puriteinse calvinisme droop er van de muren. Als je ademde, beging je al bijna een zonde. De verstikking. De benauwdheid. Voor een meisje zoals ik –opgevoed door anti-christelijke, anti-religieuze ouders was het een gruwel. Maar ja, het onderwijs was er wel goed.
Irrationeel
Thuis bij mijn eerste vriendje werd gebeden voor en na het eten en in het weekend werd er aan tafel uit de Bijbel gelezen. Elke zondag naar de kerk. Dat hysterische zingen. Ik heb het allemaal meegemaakt. En mijn afschuw voor geïnstitutionaliseerde religie, die mensen belet om zèlf na te denken, komt uit die tijd. Geloven –als het dan echt zo nodig moet- doe je maar fijn achter je eigen voordeur, in je eigen gebedshuis. En laat mij daarbuiten. Hou je irrationele overtuigingen voor jezelf, laat staan dat je ze aan mij opdringt. En dat ik daar maar rekening mee moet houden.
Affijn. U kunt zich voorstellen hoe het voor mij was om in 1979 in Amsterdam te gaan studeren. Er te gaan wonen. De opluchting! De bevrijding! Zelfs aan de VU, waar ik ooit begonnen ben, werd er niet of nauwelijks aandacht besteed aan geloof. Universiteiten waren toen links en dùs seculier en zelfs anti-religieus. Religie was immers opium voor het volk. Een bron van onderdrukking, machtsmisbruik, indoctrinatie en al die dingen.
Wij wilden vrij zijn. En dat betekende ook vrij van religie.
Religieuze macho
Begin jaren 80 kwam mijn collega dus als baby naar Nederland met haar moeder en broertjes. Gezinshereniging. En zij waren de enigen niet. De mannen met wie we voorheen doorzakten tot diep in de nacht, bier dronken en jointjes rookten en die net zo vrij wilden zijn als wij… die mannen gingen ineens de religieuze macho uithangen. Elkaar erop aanspreken dat hun vrouwen en dochters in het gareel gehouden moesten worden. Ervoor zorgen dat ze nauwelijks de deur uitkwamen. Lekker primitief.
En ze gingen naar de moskee met imams die uit de oorsprongslanden werden ingevlogen en hier de meest conservatieve islam naar toe brachten. Met financiële hulp van landen als Saoedi-Arabië, Qatar, Turkije en Oman werden hier uiteindelijk zelfs moskeeën gebouwd voor het alsmaar groeiende aantal belijdende moslims in Nederland.
Zo in tegenstelling van waar ik en mijn generatiegenoten mee bezig waren geweest. Waar wij ons bevrijdden van het juk van het christendom, werd de dwang van de islam door de nieuwkomers omarmd. Hoe moest ik dat begrijpen?
Privézaak
Dat alles heb ik mijn collega verteld deze week. Bij ons in de lerarenkamer. En ik vertelde haar dat ik geen angst voelde voor haar hoofddoek, maar dat ik ervan baalde dat zij met die hoofddoek tegen iedereen, ook tegen degenen die het niet willen horen, eigenlijk de hele dag door roept; “Kijk, ik ben moslima!”. Terwijl ik in eerste instantie niet geïnteresseerd ben waar zij in gelooft, omdat ik dat een privézaak vind. En als ik het wèl wil weten, dan kan ik haar daar naar vragen. Nu dwingt zij mij bij voorbaat aandacht af voor het antwoord op een vraag die ik niet eens heb gesteld.
Net zoals een gebedsruimte voor studenten bij universiteiten en Hogescholen wordt afgedwongen. Net zoals ik mij gedwongen voel mij in de islam te verdiepen, omdat ik anders niet meer begrijp wat er gebeurt in de wereld, in Europa, in Nederland, ja zelfs in mijn eigen klas. Terwijl ik dus druk bezig ben geweest om een seculiere samenleving voor elkaar te krijgen, zijn het moslims die mij steeds maar weer confronteren met het feit dat zij dat niet willen.
Identiteitsbeleving
Op mijn vraag hoe het toch komt, dat die eerste mannen uit Marokko en Turkije veel vrijer waren dan de mannen nu en dat de geloofsbelijdenis van moslims hier veel strenger en minder divers is dan in de landen van herkomst, antwoordde mijn collega: wereldpolitiek en identiteitsbeleving. 9/11 en alles wat er daarna gebeurde en het gevoel dat je er niet bij hoort hier. En als je geen Nederlander mag zijn, trek je je terug en zoek je op een andere manier een houvast, een identiteit. Op dat punt moesten we stoppen, helaas. Maar ik ga haar vast vaker spreken, want het was een goed gesprek.
Joodse Syriër
Ik had nog een goed gesprek de afgelopen week. Door een stomtoevallige samenloop van omstandigheden kwam ik in een synagoge ergens in Nederland naast een gevluchte Joodse Syriër en zijn gezin te zitten. Met zijn Koerdische vrouw en hun twee dochters was hij uit Aleppo, via Turkije met een bootje naar Griekenland gevlucht en vandaar naar Nederland gelopen… Wat een verhaal, wat een mensen!
We raakten aan de praat, hij sprak goed Engels. Hij vertelde dat er nog maar zeven of acht Joden in Aleppo zijn, zij bewaken de eeuwenoude Joodse begraafplaats daar. Ze zijn stokoud. Ze kunnen niet meer vluchten. In Aleppo had hij altijd moeten verbergen dat hij Joods was, anders was hij vast en zeker vermoord. “Door die gekken, door die wilden zonder enige beschaving,” zei hij. “En diezelfde gekken zitten nu hier in de azc’s, dus ik kan nog steeds niet openlijk Joods zijn, vertellen waar ik vanavond ben geweest, want dat is veel te gevaarlijk.”
Goed gesprek
Ik vertelde deze man over het thema van vanmiddag, de liberale islam. En vroeg hem wat hij daarvan dacht. Heel resoluut was zijn antwoord: “Zoiets bestaat niet.” Toen ik hem vertelde over de voorlichting die wordt gegeven aan vluchtelingen over de Nederlandse, westerse normen en waarden over bijvoorbeeld gelijke rechten voor mannen en vrouwen, moest hij ontzettend lachen. Maar het klonk ook een beetje meewarig, wanhopig. “Vergeet het maar, overtuigingen die er zo diep inzitten, krijg je er niet uit met een goed gesprek.”
Ik denk dat hij gelijk heeft. De liberale islam bestaat niet. Het is islam of geen islam.
Liberale moslims bestaan wel. Maar het zijn er zo verdomd weinig. En ze zijn er zo verdomd zwijgzaam over. Ze laten zich niet zien of horen. Noodgedwongen.
Levensgevaarlijk
Want het wordt niet bepaald gewaardeerd als je – zoals bijvoorbeeld Samira Bouchibti – openlijk spreekt of schrijft over hoe jij je eigen islam vormgeeft. Het kan zelfs ronduit levensgevaarlijk zijn. Net zoals het levensgevaarlijk kan zijn als je überhaupt kritiek laat horen op de islam of de profeet Mohammed. Of grappen over hem maakt. Of films. Of cartoons.
De vrijheid om zelf te denken, om je eigen leven te creëren, je eigen weg te zoeken… individueel. Het liefst in verbondenheid met anderen. Maar steeds weer alleen verantwoordelijkheid afleggend uitsluitend aan jezelf. Daar gingen we naar toe als samenleving. Dacht ik.
Daar staat tegenover:
– de groepsdruk: leerlingen die elkaar dwingen om niet te eten niet te drinken tijdens ramadan, ook al moet iemand dat juist wèl doen op doktersvoorschrift
– het bijna tribale leven: in de kantine van mijn school mengt het nauwelijks, men verdedigt elkaar blindelings en met geweld als het zo uitkomt en snitchen doe je niet, want de waarheid en eerlijkheid zijn niet belangrijk, de bescherming van de groep is waar het om gaat en je hoort alleen bij de groep als je dezelfde, islamitische achtergrond hebt
– het wij/zij denken: een nieuwe, jonge collega van mij hoorde opmerkingen in het Berbers van leerlingen over haar mooie achterwerk, omdat die jongens dachten dat zij ze niet verstond, de ene leerling zegt daarop tegen de andere: niet doen, zij is ook moslim! Wat betekent dat voor meisjes en vrouwen die geen moslim zijn…
Ervaringsdeskundige
Het zijn anekdotes, zult u misschien zeggen. Het is geen wetenschappelijk onderzoek. Hiermee wordt niets bewezen. Dat mag allemaal zo zijn. Maar ik werk nu inmiddels acht jaar met deze doelgroep. Alles wat ik niet snapte, heb ik nader onderzocht, bevraagd, doordacht. En ik noem mijzelf nu ervaringsdeskundige.
Ik ben in 2008 op die school “in het getto” (zoals mijn collega daar het bestempelde) gaan werken, omdat ik als fervent GroenLinksstemmer en aanhanger van het multiculturalisme mijn steentje wilde bijdragen aan het bouwen van de nieuwe samenleving. Het was een bewuste keuze. Een idealistische keuze.
Inmiddels stem ik geen GroenLinks meer. Ik verdraag de Ivoren Toren-praatjes van de Bekende Nederlanders, Intellectuelen en Politici niet meer. Ze zijn niet gegrond, ze zijn losgezongen van de werkelijkheid.
Gesegregeerd
De werkelijkheid is dat Nederland een gesegregeerd land is. Er zijn wijken, buurten en scholen waar mensen en hun kinderen steeds maar in hetzelfde kringetje ronddraaien. Er komen niet of nauwelijks nieuwe ideeën, denkbeelden of inzichten bij. Men leeft daar afgesloten van de rest van Nederland, nog immer sterk gefocust op het land van herkomst.
En dat kringetje wordt bepaald door de islam in al zijn facetten: cultureel, sociaal, religieus en ook politiek. Er wordt gezegd dat onderwijs –naast maatschappelijke participatie- in dezen een belangrijke motor voor verandering is. We werken er keihard aan op de scholen in Nederland. Ook al lijkt het vaak op dweilen met de kraan open.
Je kunt het ook anders, meer optimistisch formuleren: het is zaaien in een droge akker. En als er af en toe een plantje tot wasdom komt, omdat een leraar op de juiste wijze water heeft gegeven en onkruid heeft gewied, dan mogen we in onze handjes knijpen.
Een liberale vorm van islam zou het proces vergemakkelijken, maar ik zie hem niet, ik ken hem niet. Liberale moslims zijn er wel.
Laat ze opstaan, hun mond opendoen, kritisch durven zijn, individualistisch durven zijn, seculier en vrij durven zijn. Ik ben hun bondgenoot. Bij voorbaat.
Opiniez