Historicus: “De eerste huidkleurracisten waren de Arabieren.”
Geplaatst op 19 oktober 2014, door Prof. Egon Flaig
“Arabische zeevaarders transporteerden al eeuwenlang voor de islamitische expansie zwarte slaven langs de Oost-Afrikaanse kusten, waar een serie havensteden als Arabische koloniën te bestempelen is.”
De eerste huidkleurracisten waren de Arabieren
Met racisme omschrijft men traditioneel een ideologie die mensen van een nader ras, vaak met een donkere of andere huidskleur, als minderwaardig beschouwt. In de augustuseditie van de “Merkur” heeft de historicus prof. Egon Flaig zich met de vraag beziggehouden hoe de huidskleur het racisme vond. Overpeinzingen m.b.t. het culturele ontstaan van het “Untermenschendom”.
Bij de Grieken en de Romeinen speelde de huidskleur van de slaven geen rol
Egon Flaig schrijft, dat historisch gezien in principe alle slavenhouderssamenlevingen racisten waren, omdat heer en slaaf op een totaal verschillend niveau stonden. In zoverre waren de oude Grieken en Romeinen racisten. In beide samenlevingen speelde de huidskleur echter geen rol. Slaven waren mensen met de meest verschillende huidskleuren, heel vaak ook blonde Germanen bijvoorbeeld. Voor de Grieken was slavernij een kwestie van noodlot, pech gehad, zogezegd! Ook voor de oude Egyptenaren was de huidskleur geen criterium!
Arabieren zijn de pioniers van het huidkleurracisme
Laten we niet te lang als een kat om de hete brij heen draaien: De eersten, die andere mensen vanwege hun huidskleur verachtten, waren de Arabieren. Zij zijn de pioniers van het “huidkleurracisme”.
Eerst bij de Arabische geografen. Een anonieme schrijver uit Irak (rondom het jaar 902) voert het ontstaan van gebrekkige “rassen” terug op het klimaat. In de koude klimaatzone zou de foetus al in het moederlichaam zware schade lijden en een gebrekkige mens worden; in de hete klimaatzone echter zouden de kinderen te lang “gekookt” worden in het moederlichaam,
“zodat het kind tussen zwart en donker wordt, tussen kwalijk riekend en stinkend, met asymmetrische ledematen, gebrekkig verstand en verwaarloosde emoties, zoals de Zanj (Arabisch: “zwart”), de Ethiopiërs en andere zwarten, die op hen lijken.”
Een Perzische verhandeling (982) beweert:
“Wat betreft de landen van het zuiden, al hun inwoners zijn zwart… Het zijn mensen, die niet voldoen aan de maatstaf van het mens zijn.”
De geograaf
Maqdisi noteert in de 10e eeuw eveneens over zwarte Afrikanen:
“Er bestaan bij hen geen huwelijken; het kind kent zijn vader niet; en ze eten mensen ... Wat betreft de Zanj, dit zijn mensen met een zwarte huidskleur, vlakke neuzen … en weinig verstand of intelligentie.”
Bernard Lewis heeft erop gewezen dat we hier meestal niet met een in tweeën gedeeld racisme (zwart-blank) te maken hebben, maar met eentje die in drieën is gedeeld: twee minderwaardige rassen (zwart en blank) in de extreme klimaatzones staan tegenover een hoogwaardige (rood of lichtbruin) in de middelste zone. Dientengevolge gelden ook Turken, slaven en Chinezen als blanken en daarom als minderwaardige rassen.
De Arabische filosofie nam dit huidkleurracisme over
De grote
Avicenna (gestorven in 1037), in wiens naam tegenwoordig in Duitsland prijzen worden uitgereikt, beweert zonder omhaal: Extreem klimaat produceert “slaven van nature, want er moeten heren en slaven zijn”; “Turken en zwarten” zijn “slaven van nature”. In het “Liber Canonis”, een geschrift dat voor de studie geneeskunde belangrijk werd op Europese universiteiten, herhaalt hij dat de zwarte Afrikanen intellectueel minderwaardig zouden zijn.
Ook in het islamitische Spanje heerste deze rassentheorie
De islamitische historicus en rechtsgeleerde Sa´id al-Andalusi (gestorven in 1070) doceert een klimatologisch gefundeerde minderwaardigheid van de zwarte Afrikaan:
“Het langdurig verblijf van de zon aan de hemel maakt de lucht heet en de atmosfeer ijl. Daarom wordt hun temperament heet, hun gemoed vurig, hun kleur zwart en hun haar wollig. Het ontbreekt hen dus aan zelfbeheersing en bestendigheid van geest; daarom worden ze overmand door luiheid, domheid en ignorantie. Zo zijn de zwarten, die aan de grenzen van het land Ethiopië leven, verder de Nubiërs (Soedan, Zuid-Egypte), de Zanj en dergelijke.”
Waarom het racisme in het grootste slavensysteem van de wereldgeschiedenis kleur kreeg
Het is al lang bekend en goed onderzocht dat zwart Afrika in de oudheid geen belangrijke leverancier van slaven was. Grieken en Romeinen haalden hun slaven voornamelijk uit het noorden en oosten. Het is al lang bekend en goed onderzocht dat de Arabische veroveringen in de 7e en 8e eeuw het Noord-Afrikaanse continent geopolitiek volledig veranderden, met een diep religieuze, taalkundige en culturele kolonisering.
En dat vanaf de 10e eeuw, toen de laatste stammen van de Sahara bekeerd waren (gedwongen tot de islam waren toegetreden), de deportatie (roof, wegslepen) van tot slaaf gemaakte Afrikanen via de Sahara constant plaats kon vinden in grote omvang. Zwart Afrika werd de grootste leverancier van slaven in de wereld, ongeveer zes eeuwen lang, voordat het eerste Portugese schip de eerste zwarte Afrikanen aan de kusten van Senegal en Gambia inlaadde.
Wat linkse historici verzwijgen: De islamitische slavenhandel was veel omvangrijker dan de Europees-Amerikaanse
De export van tot slaaf gemaakte zwarte Afrikanen naar de islamitische kernlanden, dus noordelijk en oostelijk van de Sahara, was in totaal veel omvangrijker dan de trans-Atlantische export (naar Noord-, Zuid- en Midden-Amerika) naar de Europese koloniën.
De omvang van de deportaties van tot slaaf gemaakte Afrikanen uit zwart Afrika bedraagt ongeveer 28 miljoen mensen in bijna 130 jaar tijd. Volgens
Ralph Austen kunnen de deportaties tussen 650 na Chr. en 1920 na Chr. als volgt worden onderverdeeld:
4,1 miljoen via de Rode Zee
3,9 miljoen via de Indische Oceaan
9 miljoen via de Sahara
Dus in totaal 17 miljoen slaven naar de islamitische kernlanden (exclusief de sultanaten en emiraten ten zuiden van de Sahara); daartegenover werden van 1450 tot 1870 bijna 12 miljoen slaven via de Atlantische Oceaan gedeporteerd.
Deze enorme toestroom van zwarte slaven naar het rijk van de islam verklaart veel. Het Arabische huidkleurracisme was niet alleen maar een filosofische discussie, maar precies hetgeen Lewis vermoedde: het was de slavernij waarop de Arabische uitvinding van het huidkleurracisme op gebaseerd was; diens ontmenselijkende processen maakten het “Untermenschendom” van de zwarten plausibel.
De islam bracht als enige slavenhouderssamenleving boeken uit over de verkoop van slaven
Het werd cultureel van betekenis dat de islamitische wereld als enige slavenhouderssamenleving handboeken voortbracht over de verkoop van slaven. Deze boeken gaven informatie over welke slaven voor welk werk bijzonder geschikt waren; ze specificeerden ook de etnische eigenschappen en ze gaven de
geneeskundige en filosofische rassenleer ingang in het dagelijks leven en een alledaagse plausibiliteit. Omdat men slaven, afhankelijk van hun “raciale” eigenschappen, in sociale, militaire en economische functies gebruikte, stabiliseerden de vooroordelen zich in het dagelijks leven.
Tegen Bernard Lewis werd ingebracht dat de islamitische wereld zich in de eerste eeuwen overwegend van blanke slaven zou hebben voorzien. De moslims maakten van de 7e tot de 10e eeuw bij hun Jihads (heilige oorlogen) meerdere miljoenen Grieken, Armeniërs, Noord-Afrikanen, Zuid-Europeanen, Kaukasiërs en Indiërs tot slaaf; en ze kochten meerdere miljoenen Turken, Turkmenen, Tataren, Mongolen en Slaven op de markten. Het racisme tegen zwarte huidskleur moet verbazen gezien de enorme import van “blanke” slaven in de islamitische wereld. Dus, luidt de tegenwerping, kan de directe relatie tussen slavernij en huidkleurracisme niet kloppen.
Dan zijn er twee mogelijkheden: men ontkent dat het huidkleurracisme tegen de zwarten uit de Arabische cultuur afkomstig is, men zoekt zijn schepping elders, bijvoorbeeld in de klassieke Oudheid, tegen het schreeuwende protest van de bronnen in. Of men verklaart het huidkleurracisme tot een fenomeen dat helemaal niets te maken zou hebben met de slavernij; dan moet men een “van tevoren bestaand huidkleurracisme” erkennen, die alleen valt af te leiden uit de culturele betekenis, uiteindelijk uit de cultuurspecifieke kleursymboliek. Met de tweede mogelijkheid staan de deuren wagenwijd open naar alle vormen van charlatanerie van de “linguistic turn”.
Hoe kan deze vraag aangepakt worden? Want er hangt de ongestoordheid van een fundamenteel uitgangspunt aan hem, waarop de Jamaïcaan Eric Williams al in 1944 zijn boek “Capitalism and Slavery” had gebaseerd: niet het racisme leidde tot slavernij, maar de slavernij leidde tot racisme. Omdat zich in de discussies over de culturele constructie van racistische clichés geen economische historici mengen en omdat historici die zich bezighouden met de slavernij zich inhouden bij kwesties over de culturele semantiek, werd een zeer eenvoudige omstandigheid over het hoofd gezien.
De Arabische slavenhandel is veel ouder dan de islamitische expansie
Antieke teksten zoals de reisbeschrijvingen van Periplous of de “Naturalis historia” van Plinius bewijzen de Arabische slavenhandel, ja zelfs de Arabische kolonisering aan de oostkust van Afrika; deze moet teruggaan tot in de tijd van keizer Augustus (63 v. Chr. tot 14 na Chr.).
Arabische zeevaarders transporteerden al eeuwenlang voor de islamitische expansie zwarte slaven langs de Oost-Afrikaanse kusten, waar een serie havensteden als Arabische koloniën te bestempelen is.
In het begin van de 6e eeuw liet de Perzische koning Chosroes I. grote suikerplantages aanleggen in Irak: dat was het eerste model voor grootscheeps opgezette plantageslavernij. Arabische zeevaarders voorzagen de Perzische plantages met constant nieuwe toevoer van Afrikaanse slaven.
Dat betekent: Voor de bewoners van het Arabisch schiereiland had slavernij al lange tijd voor de islamitische veroveringen een duidelijke kleur, namelijk zwart, voordat ze schoksgewijs, van het einde van de 7e eeuw tot aan de 9e eeuw veelkleurig werd.
Daarom is het huidkleurracisme in de Arabische wereld waarschijnlijk twee- tot driehonderd jaar ouder dan we dachten.
Het oordeel van de historicus
Olivier Pétré-Grenouilleau in zijn boek “Les Traites negrieres” (2004):
“De slavenhandel naar de islamitische wereld en het racisme tegen de zwarten ontwikkelden zich simultaan.”
Zijn oordeel is dus op een juiste aanname gebaseerd. Het enige dat er aan veranderd moet worden is dat de Arabische cultuur al lange tijd een puur zwart-Afrikaanse slavernij onderhield, voordat de islamitische expansie begon en het grootste slavernijsysteem creëerde dat de wereldgeschiedenis kende…
Bron:
http://michael-mannheimer.info
Auteur: Michael Mannheimer
Vertaald uit het Duits door: E.J. Bron
http://ejbron.wordpress.com/2014/10/19/ ... arabieren/