FFI Nederlandstalig

Canada, eerwraak ontoelaatbaar

Een jury in Canada heeft een Afghaans echtpaar en hun 21-jarige zoon schuldig bevonden aan moord op drie tienerdochters en de eerste echtgenote van de man. De vier vrouwen zouden zijn gedood om de eer van de familie te beschermen. De veroordeelden krijgen levenslang, met op zijn vroegst over 25 jaar kans op voorwaardelijke invrijheidstelling.
De drie zussen en de kinderloos gebleven eerste vrouw van de man werden volgens de aanklager door verdrinking omgebracht, waarna hun lichamen in een auto werden gestopt. Vervolgens werd die in een kanaal geduwd om het op een ongeluk te laten lijken.

De zaak heeft in Canada voor veel beroering gezorgd. In een reactie op het vonnis noemde de Canadese minister van justitie Rob Nicholson eerwraak een 'barbaars en in Canada onaanvaardbaar' gebruik.

De lichamen van de dertienjarige Geeti, de zeventienjarige Sahar en de negentienjarige Zainab werden samen met de 52-jarige Rona Amir Mohammad eind juni 2009 aangetroffen in een auto in een kanaal in Kingston. De familie had daar overnacht op weg naar huis in Montreal na een bezoek aan de Niagara Falls.

Volgens de aanklagers hadden de ouders en hun zoon de drie meisjes vermoord omdat ze zich niet hadden gehouden aan de regels inzake kleding, uitgaan en internetcontacten. Tijdens de zitting beschreef de aanklager de onmogelijke situatie thuis. Zo mocht de oudste dochter Zainab een jaar lang niet naar school omdat ze een Pakistaans-Canadese vriend had. Uit angst voor haar vader vluchtte ze naar een opvanghuis.

De jongste, Geeti, zou geheel onhandelbaar zijn geworden en hebben gestolen, waarbij ze de autoriteiten vroeg haar naar een pleeggezin over te brengen. Shafia's eerste vrouw woonde bij de familie, maar een dergelijke polygaam gezinsverband zou, als het werd ontdekt, hebben kunnen leiden tot deportatie van de hele familie. Zij schreef in haar dagboek hoe haar man haar sloeg en dat haar leven een kwelling was.

Centraal in de bewijsvoering stonden opnames van gesprekken waarin Shafia zijn dode dochters uitmaakte voor verraderlijke hoeren en de duivel opriep om hun graven te bezoedelen.

Na het voorlezen van het vonnis verklaarden de drie onschuldig te zijn. Een huilende Tooba, de tweede vrouw van Mohammed Shafia, noemde de uitspraak onrechtvaardig. "Ik ben geen moordenaar, ik ben een moeder, een moeder", snikte zij.

Volgens de verdediging was er sprake van een ongeluk: de auto zou te water zijn geraakt nadat de oudste dochter met haar zussen en haar vaders eerste vrouw de wagen had gepakt voor een joyride. Zoon Hamed getuigde dat hij het zag gebeuren, maar hij liet na om de politie ter plekke te bellen.

Volgens de rechter was het bewijs overduidelijk. "Een gruwelijker en verachtelijker misdaad is nauwelijks voorstelbaar", aldus rechter Robert Maranger. De verdediging kondigde aan in hoger beroep te gaan.