Onderzoek naar fundamentalisme: Homo, Jood en christen
Posted on 4 mei 2014
Islam en Jodenvijandigheid: wat we uit een empirisch Berlijns onderzoek naar fundamentalisme kunnen leren voor Oostenrijk en voor de toekomst. Een empirisch onderzoek van het Wetenschapscentrum Berlijn stelde onlangs vast dat 55% van de Oostenrijkse moslims fundamentalistisch ingesteld is. Bij deze mensen gaat het echter niet om bijzonder vrome islamieten, maar evidente Jodenvijanden: zo is 79% van de moslims van mening dat men Joden niet kan vertrouwen en 69% van hen wijst homoseksualiteit af. Daarmee vergeleken is slechts 9% van de christenen antisemiet en spreekt 13% zich uit tegen homoseksuelen (www.wzb.eu)
Het onderzoek werd in zes Europese landen uitgevoerd (Duitsland, Frankrijk, Nederland, België, Oostenrijk, Zweden) en vormt voor het eerst een solide wetenschappelijke basis ter beantwoording van de kwestie van het religieus fundamentalisme en de vreemdelingenhaat bij christenen en moslims in Europa.
De negatieve opvattingen gaan hand in hand met andere fundamentalistische dogma´s: 73% van de moslims plaatsen de goddelijke wetten boven die van de staat en 60|% eist een terugkeer naar de wortels van de islam. Bij de ondervraagde christenen plaatst 13% de regels van de religie boven de staatkundige soevereiniteit, nog altijd 20% stemt eveneens voor een herbezinning op zijn religie.
De uitslagen van het onderzoek voor Oostenrijk zijn daarom uiterst interessant, omdat ze een mythe van het integratieonderzoek weerleggen: namelijk dat religieus fundamentalisme een reactie is op niet erkend worden en uitsluiting. Hoewel de islam – in tegenstelling tot Duitsland – in Oostenrijk als deel van het openbaar recht wordt erkend, is “slechts” 30% van de moslims in Duitsland fundamentalistisch, in heel Europa bedraagt dit percentage 44%. Deze negatieve opvattingen tegenover hun niet-islamitische omgeving is bij moslims gebonden aan een slachtoffermythe: 45% is er van overtuigd dat het Westen de islam het liefst wil vernietigen. Slechts 23% van de christenen in Europa ziet in de islam een dienovereenkomstig gevaar. Deze cijfers bewijzen dat het islamitisch fundamentalisme absoluut geen randverschijnsel in de Europese samenlevingen is. Bij de jongere generaties zijn deze fundamentalistische opvattingen niet mindere, maar overtreffen ze die van hun ouders en grootouders.
Een studie van het Criminologisch Onderzoeksinstituut Niedersachsen onderzocht bij een enquête onder 44.000 scholieren met een migratieachtergrond in de jaren 2007/2008 de verbanden tussen religie, integratie en criminaliteit. In vergelijking met andere religiegemeenschappen doen de moslims het met het oog op de taalkundige, schoolse, sociale integratie en met het oog op de identificatie met Duitsers wezenlijk slechter dan de andere etnische en religieuze minderheden.
Hoe jonger, des te fundamentalistischer
Interessant is ook de vergelijking tussen islamitische en christelijke jongeren uit het voormalige Joegoslavië: de christelijke scholieren zijn tweemaal zo goed geïntegreerd als de islamitische. Vooral bij de opvatting tegenover geweld bestaat er een significant verschil: hoe christelijker een scholier is, des te lager is zijn bereidheid tot geweld. Bij islamitische scholieren geldt het omgekeerde: hoe sterker de religieuze binding is, des te lager is de graad van integratie en des te groter de bereidheid tot geweld.
De demonisering van andere religies vormt een integraal bestanddeel van de islam, dat terug te vinden is in de koran en de hele religieuze traditie. Er is vooral onverholen een extreem anti-Judaïsme te zien. De koran is doorspekt met Jodenvijandige stereotypen: de joden hebben verharde en besneden harten, ze hebben God´s verbond gebroken, de profeet gedood, ze liegen en hebben God´s woord vervalst, ze plegen verdragsbreuk, zijn woekeraars, roven geld, en ze geloven niet in het hiernamaals. In de koran staan alleen maar negatieve karakteriseringen van Joden. Hij portretteert ze niet alleen als oorlogshitsers, die voor alle misdaden op aarde verantwoordelijk zijn, maar vervloekt hen als “apen en varkens” en wijst hen zodoende de aller laagste rang toe:
“Je hebt degenen onder u gekend, die inzake de Sabbath overtraden. Alzo zegden Wij tot hen: “Weest verachte apen.” (soera 2, vers 65).
Omdat de Joden Allah niet hebben erkend, werden ze ontmenselijkt en als het ware tot dieren gedegradeerd:
“Zeg: ´Zal ik u vertellen over degenen wier straf bij Allah erger is dan dit? Dezen zijn het, die Allah heeft vervloekt en over wie Hij Zijn toorn heeft uitgestort en van wie Hij apen, zwijnen en duivelsdienaren heeft gemaakt. Dezen zijn inderdaad in een slechte toestand en ver van het rechte pad afgedwaald´.” (soera 5, vers 60). Dit motief keert telkens terug:
“En toen zij overtraden, hetgeen hun was verboden, zeiden Wij tot hen: ´Weest verachte apen´.” (soera 7, vers 166).
De eindtijdprofetie van de islam kent uiteraard de vernietiging van de Joden; de dienovereenkomstige Hadith, dat wil zeggen een bindende religieuze overlevering, luidt:
“In het laatste uur zullen moslims tegen Joden vechten. Omdat de joden deel uitmaken van het leger van de Dajjal (Satan) en moslims de soldaten van de profeet Jezus zijn, zullen ze tegen elkaar vechten en de moslims zullen zegevieren, totdat zelfs een rots of een boom zal zeggen: ´Kom hier moslim, er zit een Jood achter me verstopt, dood hem´.”
In de twist tussen de islam met het christendom staat vooral de Drievuldigheidsleer en de goddelijkheid van Jezus in het middelpunt. Deze centrale theologische posities van het christendom worden als vervalsingen van de oorspronkelijke Openbaring afgewezen. De islam is tegenover het christendom niet veel minder tolerant dan tegenover het Jodendom. Ook voor de christenen dreigen – zoals voor alle “ongelovigen”- de ergste straffen: vernietiging door vuur, kokend water, verbranden. Alleen bekering kan de verloren zielen redden.
In de relatie tussen moslims en “ongelovigen” is de Jihad, de vreedzame alsmede gewelddadige verovering van de niet-islamitische wereld, het centrale probleem, die niet verdwenen is met de ineenstorting van de traditionele ordes in de islam. In de moderne tijd doorloopt de islam geen met het christendom of het Jodendom vergelijkbare modernisering – afgezien van enkele uitzonderingen. Islamitische bewegingen, die de islam met de moderne tijd wilden verzoenen, kregen geen enkele invloed. De mislukte modernisering van de meeste islamitische samenlevingen en landen in de late 19e en in de 20e eeuw zorgde echter voor een partiële radicalisering van religieuze krachten. De radicale Avant-gardes eisten de terugkeer tot de ware islam en vormden een moderne totalitaire islam. Ze kregen steeds meer gehoor en politieke invloed. Ze oriënteerden zich niet meer op overgeleverde concepten, maar zagen in het Europees totalitarisme respectievelijk de politieke religies organisatorische en politieke voorbeelden. De seculiere politieke religies van de 20e eeuw kunnen als symptomen van een ingrijpende culturele, maatschappelijke en politieke crisis gekarakteriseerd worden. Hun politieke utopieën kunnen als het ware gelezen worden als verwereldlijking van religieuze eindtijdsopvattingen.
Anders uitgedrukt: In de context van de Europese totalitarismen wordt de transcendente verlossing veranderd naar het aardse heil en als massawaan bestraft. In hun strijd tegen de moderne tijd sloten de radicale religieuze krachten een bondgenootschap met de antimoderne totalitaire Avant-garde van Europa. Deze fundamentalistische krachten schiepen een symbiose van totalitarisme en islam.
De radicale islam beschouwt het als zijn wereldhistorische taak om het Jodendom te vernietigen – de verlossing van de mensheid. Deze overeenkomst tussen nationaalsocialistische en radicaalislamitische vernietigingsfantasieën is geen toeval. Desbetreffende overeenkomsten met het Europese – vooral het nationaalsocialistische – antisemitisme zijn te vinden bij de Moslimbroeders en hun opvolgerorganisaties. De joden worden verantwoordelijk gemaakt voor de Franse revolutie, voor de Oktoberrevolutie en voor het uitbreken van zowel de Eerste Wereldoorlog als de Tweede Wereldoorlog. De joden wordt in de schoenen geschoven dat zij streven naar wereldheerschappij, dat de Verenigde Staten van Amerika worden aangestuurd door joodse belangen en dat de Verenigde Naties niets anders zijn dan een instrument zijn om de globale joodse heerschappij te verkrijgen. Het is niet verwonderlijk dat er ter motivering van deze thesen verwezen wordt naar de beruchte “Protocollen van de Wijzen van Zion”, dat propagandageschrift, dat de Russische en nationaalsocialistische antisemieten al als voorwendsel gediend had voor de onderdrukking respectievelijk vernietiging van de Joden. Deze extreme Jodenhaat is terug te vinden bij alle radicaalislamitische groeperingen van Hamas tot Al Qaida.
Uitzichten op de burgeroorlog
De Jihad richt zich weliswaar tegen alle niet-moslims, maar de vernietiging van het Jodendom – gewoon niet alleen van de joodse staat – is voor de extremisten alsmede voor de orthodoxe islam de voorwaarde voor de islamitische wereldverlossing. Het islamitische anti-Judaïsme is in Palestina nog extremer dan in Europa: 73% van de moslims in Palestina waren het in een enquête in het jaar 2011 eens met de Hadith die het doden van Joden van iedere moslim eist.
Niet alleen de resultaten van enquêtes in de afgelopen jaren weerleggen het sprookje van de vreedzame islam enerzijds en de illegitieme instrumentalisering van de islam door radicale politieke krachten anderzijds. Onderscheid maken tussen islam en “islamisme” heeft geen zin: de jihad is bindend voor iedere orthodoxe moslim en is daarmee een integraal deel van de islam. Hierin ligt het eigenlijk geweldpotentieel van de islam.
Conclusie: Met het oog op de Jodenvijandigheid van moslims en niet-moslims is een schrikbarend verschil te zien. Maar de politieke en mediale elites houden zich niet bezig met het probleem van het islamitische anti-Judaïsme en zwijgen of liegen in hoge mate bij alle integratieproblemen. Omdat men het eigen falen niet wil toegeven, worden crityici belasterd en wordt er een dreigend populisme op de muur geprojecteerd. De islamdeskundige Thomas Tatsch stelt terecht de vraag: “wie waagt het nog de religieuze fundamenten van het zich uitbreidende islamitisch vernietigende Jodenhaat tot onderwerp te maken?”
Het is zeer zeker geen toeval dat de Europese Commissie op dit moment een wetsvoorstel onderzoekt dat ieder kritiek op de islam graag strafbaar wil stellen. Deze eis stellen de islamitische verenigingen al jaren om dichterbij hun doel van een islamisering van de Europese samenlevingen te komen.
Met deze politiek zullen de gevestigde partijen en de Europese Unie vast en zeker één ding bereiken: de Europese burgeroorlog. Hans Magnus Enzensberger stelt deze scherpziende diagnose al in de jaren-90 van de vorige eeuw in zijn essay “uitzichten op de burgeroorlog”. Ze is actueler dan ooit.
Bron:
http://diepresse.com
Auteur: Dr. Michael Ley
Vertaald uit het Duits door: E.J. Bron
http://ejbron.wordpress.com/2014/05/04/ ... more-61396