Turkije in de EG ?

Plaats reactie

Mag Turkije toetreden tot de EG ?

Ja
1
8%
Nee
9
75%
Ik zou het begot niet weten ....
2
17%
 
Totaal aantal stemmen: 12

Gebruikersavatar
sprot
Berichten: 4146
Lid geworden op: ma jan 27, 2003 11:25 pm
Locatie: Hel
Contacteer:

Turkije in de EG ?

Bericht door sprot »

De Morgen’ begint vanaf 21/08/04 met opmerkelijke reeks TURKIJE HET NIEUWE EUROPESE LID IN SPE


Turkije wil extreem graag Europa binnen. Niet iedereen in het Europese landschap is verguld met de komst van dit land. De Morgen-journaliste Ayfer Erkul trok een maand lang door Turkije, het land van haar voorvaderen. Geen toeristische trip, maar journalistiek pur sang.

Hoe verhoudt de islam zich in dit land tegenover de democratie? Dat werd de leidraad van haar opmerkelijke reeks reportages die volgende zaterdag begint. Ayfer Erkul praatte met tientallen mensen, niet het minst met de gewone man en vrouw in Turkije.

Regelmatig (vanaf midden volgende week, teneinde u de kans te laten te 'pollen') zal ik de reeks op dit forum zetten.
Vooraleer de reeks start, een korte poll .....

Na de reeks zal ik dezelfde poll opstellen en u vragen of deze reeks uw eerste opinie veranderd heeft .....
Soms denk ik juist,soms denk ik fout,maar ik dénk tenminste
Dubitando ad Veritatem pervenimus (Cicero)
Sapere aude!
In het 'Huis van de Vrede' is het steeds Oorlog.
Gebruikersavatar
AREND
Berichten: 129
Lid geworden op: wo mar 12, 2003 6:22 pm

Bericht door AREND »

Ik zeg nee tegen turkeye

turkeye is een aziatisch land.. Bovenien corrupt.. ze schenden mensenrechten en martelen nog steeds op politiebureau,s...


waar is de grens... nee ik blijf er bij.. turkeye worden we niet beter van.

groetjes
"leest u ons ook voor uit de
fabeltjeskoran,t"
[url=http://ah_52.tripod.com/zeg-het-maar/]mijn homepage[/url]
Afbeelding
Gebruikersavatar
sprot
Berichten: 4146
Lid geworden op: ma jan 27, 2003 11:25 pm
Locatie: Hel
Contacteer:

'Dit is Turkije! Hier kan eigenlijk alles...'

Bericht door sprot »

Zoals beloofd : Deel 1

'Dit is Turkije! Hier kan eigenlijk alles...' door Ayfer Erkul


publicatiedatum : 21-08-2004

Een catastrofe voor de democratie, dacht Europa toen Turkije in 2002 plots een islamitische regering kreeg, met een leider die een verleden had als rabiate fundamentalist. Schrikbeelden van een tweede Iran deden ook in Turkse media de ronde. Het draaide anders uit: Turkije is nooit democratischer geweest dan nu. Nog lang niet zoals westerse landen, maar de eerste stappen zijn gezet. En de godsdienst in Turkije? Moslim-zijn blijkt plots hip, maar ook Kerstmis en Halloween zijn heel erg hot.

De oude man lurkt aan zijn waterpijp, blaast traag een rookwolk en staart secondenlang bedachtzaam voor zich uit. Zijn magere gezicht is doorgroefd met rimpels, zijn grijze stoppelbaard minstens vier dagen oud. Necdet Yilmaz zit voor zijn buurtwinkeltje in een achterafstraatje in Beyoglu, het oude hart van Istanbul. Al jaren zit de zestiger hier, op een gammele stoel, schuin tegenover de moskee. Buiten als het weer het toelaat, binnen als regen en wind Istanbul teisteren. Klanten ziet hij nauwelijks. De stoffige rekken in zijn donkere winkeltje nauwelijks zichtbaar. De etalage zit tot boven volgepropt met gekreukte dozen waspoeder, vergeelde zakken rijst, pampers, thee en koekjes, waarvan de houdbaarheidsdatum zichtbaar verstreken is.

"Ik weet niet of ik dit allemaal ooit nog verkocht krijg", zucht de zestiger gelaten. "Maar ik heb tenminste iets om handen." Vanuit zijn stoel heeft Yilmaz een uitstekend uitzicht op de moskee aan de overkant. Hij observeert haar bezoekers, dag in dag uit. Ieder jaar werden het er meer; dit jaar telde hij er zelfs eens 150 tijdens het vrijdaggebed. Hij was er zelf ook bij die dag; zijn moskeebezoek op vrijdag slaat hij nooit over. "Maar dat heeft me er nooit van weerhouden om ook wel eens stevig aan de raki te zitten", grinnikt hij. "Waarom zou je alcohol en islam niet kunnen combineren? Dit is Turkije! Hier kan dat!" Hij neemt nog een trek van zijn nargileh en murmelt: "Hier kan eigenlijk alles..."

Een meisje in minirok en lichtblauw topje slentert voorbij, heupwiegend, met een brood onder de arm. Iets verder slaat ze een praatje met een jonge vrouw met hoofddoek die in een portiek een tafelkleedje zit te haken. Yilmaz' ogen hebben het hele tafereel gevolgd. "Zie je wel", zegt hij, met een hoofdknik naar haar blote meisjesbenen. "Niemand zal tegen haar zeggen dat ze niet in mini mag rondlopen." Yilmaz grijnst. "Behalve haar vader misschien." Mijn dochter zou nooit zo mogen rondlopen, zie je hem denken. "Maar ik bedoel dus dat niemand op straat haar zal aanklampen en zeggen dat ze zondigt. We zijn hier niet in Saoedi-Arabië of Iran. Dit is Turkije. De vrijheid die je hier hebt, vind je nergens. Ga je naar de moskee, geen probleem. Ga je niet en drink je hele dagen raki onder de vijgenboom, even goede vrienden. In kiosken liggen seksblaadjes en islamitische kranten in hetzelfde rek. Waarom ook niet?"


Zoals Necdet Yilmaz zijn er veel Turken. Raki drinkend maar toch gelovig. Met moderne opvattingen over de vrouw, behalve als het om hun eigen dochter gaat. De oude man heeft het veranderende politieke landschap in Turkije met argwaan gadegeslagen. De jongste twee jaar is er meer veranderd dan in de afgelopen twintig jaar. Niets is nog zoals vroeger sinds de islamitische partij AKP in 2002 de verkiezingen won met een verpletterende meerderheid. Europa reageerde verontrust: premier Recep Tayyip Erdogan, berucht vanwege zijn verleden als rabiaat fundamentalist, zou Turkije leiden naar een tweede Saoedi-Arabië. Het land zou zich keren tegen het Westen. Doemdenkers hingen een schrikbeeld op van vrouwenblikken gevangen achter een zwarte sluier, religieuze politie die terreur zaait in winkelstraten, en een potentiële broeihaard voor een nieuwe lading Al-Qaeda-strijders. Het draaide anders uit.


In november 2002 veroverde een nieuwe term de politieke wereld: islamdemocratie. De AKP kwam aan de macht en propageerde een nooit eerder gezien programma: een combinatie van westerse democratie en islamitische waarden, een combinatie die misschien nog het best te vergelijken is met de christen-democratie in Europa. "Het project is uniek", zegt Nilüfer Narli, sociologe en decaan van de faculteit communicatie aan de moderne Kadir Has-universiteit in Istanbul. "Niemand was ooit op het idee gekomen om islam en democratie onder één dak samen te brengen."

Sociologe Nilüfer Narli is als islamexperte een belangrijke stem in de Turkse maatschappij. Ook zij had haar reserves toen de AKP aan de macht kwam, geeft ze toe. Ook nu nog. De mogelijkheid dat er achter de tolerante houding van de AKP een verborgen agenda schuil kan gaan, spookt soms door haar hoofd. "Hoewel, die vraag hield mij in het begin veel meer bezig dan nu", zegt ze er meteen bij. "Ik stel zelfs vast dat de AKP tegenwoordig een belangrijke rol speelt in het matigen van de radicale islam. Dat de partij in de steden de steun krijgt van de middenklasse, is ook veelzeggend: die zijn doorgaans niet zo uitgesproken religieus. Zij zien in premier Erdogan een weg naar de EU. Het klinkt misschien choquerend, maar Turkije is nooit democratischer geweest als nu, met een islamitische regering."

Dat succes van de AKP kwam niet vanzelf, verklaart Narli. De partij moest zichzelf volledig opnieuw uitvinden en kwam met een nieuw programma waarin de referentie naar de islam volledig verdwenen was. Met het oog op een EU-lidmaatschap voerde premier Erdogan de ene hervorming na de andere door. "We hebben ze hier aan de universiteit stuk voor stuk gewikt en gewogen", zegt Narli. "En het moet gezegd: die hervormingen zijn revolutionair."

Het leger bijvoorbeeld. Een bastion dat al decennialang achter de schermen de eigenlijke baas in het land is en het laatste woord heeft over belangrijke politieke beslissingen. Al jaren wordt vanuit progressieve hoek - en vanuit Europa - geroepen dat er een eind moet komen aan die militaire bemoeizucht. Niemand durfde er iets aan doen. De AKP deed het wel.

De Koerden - nog zoiets. Hoelang eist Europa al niet dat ze meer rechten krijgen? Tot in Antwerpen en Brussel betoogden duizenden Koerdische sympathisanten voor hun onderdrukte broeders in Turkije. Iedereen sprak er schande van, maar het was pas toen de AKP aan de macht kwam dat Koerden onderwijs in hun eigen taal konden volgen, en dat ze hun de eerste nieuwsuitzending op de officiële Turkse televisie kregen, in het Koerdisch.

Betekent dat dat Turkije een volwaardige democratie is geworden? Absoluut niet. Daarvoor zijn er nog veel te veel problemen. Vrouwenrechten die nog steeds beschouwd worden als een 'luxeprobleempje'. Het gerecht dat in afgelegen bergdorpen nog eremoorden tolereert. Het onderwijs dat er maar niet in slaagt om ieder kind een gelijkwaardige, degelijke opleiding te geven. Mensonwaardige situaties in gevangenissen. Een gezondheidszorg die nauwelijks die naam verdient...

Ja, Turkije is een democratisch land. Maar lang niet zo democratisch als, pakweg, België. "Het is nog te vroeg voor Turkije om lid te worden van de EU", vindt sociologe Nilüfer Narli. "Maar als stimulans voor wat er nu aan het gebeuren is, moeten ze wel een datum krijgen waarop de onderhandelingen voor hun lidmaatschap kunnen beginnen. Anders vrees ik dat alle positieve ontwikkelingen van de laatste jaren uiteindelijk toch verloren zullen gaan. En reken maar dat het leger dan weer op de loer ligt..."

Het succes van de AKP bleef natuurlijk niet onopgemerkt in de moskeeën. Allah's gebedshuizen zitten weer vol, en niet alleen op vrijdag. Godsdienst mag weer. Jarenlang werden gebedsmatjes alleen achter gesloten deuren in de huiskamer uitgevouwen, alsof het een misdaad was. Religie was bijna een taboe in het openbaar leven, een erfenis van Atatürk, stichter van Turkije, die de islam in de jaren twintig naar het privé-leven had verbannen, in een poging tot volledige verwestering.

Maar nu mag het dus weer. Ook het vasten tijdens de ramadan en de bedevaarten naar Mekka zitten in de lift. Allemaal heel voorspelbaar, zou je denken. Maar het is niet helemaal wat het lijkt. "Vergis je niet, de mensen zijn niet plots veel conservatiever of religieuzer geworden", zegt Narli. "Godsdienst is meer een society-event geworden, vooral bij de gegoede middenklasse. Het is gewoon hip moslim te zijn."

Niet alleen moslim zijn is 'in'. Ook Kerstmis, een feest dat Turken nooit vierden, is de jongste jaren plots heel erg hot. De Sint-Antoniuskerk in het centrum telt doorgaans amper een dertigtal christenen op zondag, maar met Kerstmis is de kerk barstensvol. Niet alleen met christenen, maar ook, en vooral, met islamitische Turken.

"Je ziet, het gaat in alle richtingen", zegt Narli. "Ook typisch westerse feesten als Halloween en Valentijn zijn hier in een mum van tijd razend populair geworden. Ergens is dat ook logisch; het gaat gewoon om een toename van de diversiteit in de maatschappij. Islamitische kleding, bijvoorbeeld. Bekijk de foto's van tien, twintig jaar geleden: gelovige vrouwen waren gehuld in grijze regenjassen en kleurloze hoofddoeken. Maar de afgelopen jaren verscheen er heel chique kledij voor de vrouw met hoofddoek: kleurrijke sjaals, mantelpakjes en hippe broeken. En alle meisjes willen nu ook make-up."


Geen beter adres voor een islamitische vrouw om een modieuze hoofddoek of een leuke tuniek te vinden dan in Fatih, de meest religieuze gemeente van Istanbul. In de winkelstraten is er voor elk wat wils: etalages met grauwe bommakleren voor de iets oudere Turkse moslimvrouw; boetiekjes met blitse kleding voor de buitenshuis werkende jongedame. De clientèle is navenant: hier zit een meisje, verborgen onder een grote vale sjaal, te graaien in een berg gordijnen. Wat verder zien we een jonge vrouw met een hippe hoofddoek, strakke broek, heel erg blote enkels. Zet haar in de jaren vijftig, denk er puntborsten bij en ze kan zo meedoen in een Amerikaanse film, met cabrio en rock-'n rollmuziek. "Ik ben moslim", klinkt het een beetje hooghartig, als we vragen of ze haar hoofddoek uit overtuiging draagt. "Ik toon mijn geloof via mijn hoofddoek en mijn kleding. Een minirok zal ik nooit dragen, en zeker geen bikini. Maar dat betekent niet dat ik mij moet kleden zoals mijn moeder."

Die ongedwongenheid in islamitische milieus is er lang niet overal. Enkele honderden meters van de winkelstraat in Fatih ligt de beruchte wijk Carsamba. "Wat? Willen jullie daar echt heen", had de taxichauffeur geroepen en ons daarna bedolven onder de waarschuwingen en aanbevelingen. Trek je jas aan over die korte mouwen, kijk mannen niet recht in de ogen en spreek ze zeker niet zomaar aan. "Wil je dat ik vraag of mijn dochter je begeleidt door de wijk? Misschien is dat verstandiger, ze draagt een hoofddoek." De waarschuwingen zullen achteraf schromelijk overdreven blijken, maar het beeld dat de taxichauffeur heeft opgeroepen, zit in het hoofd van vele inwoners van Istanbul.

Carsamba is het schrikbeeld van de modale Turk: de verpersoonlijking van wat Turkije te wachten staat als blijkt dat de AKP toch een hidden agenda heeft. We hebben amper een voet gezet in de wijk of we zijn omringd door vrouwen in chador. Overal waar we kijken, zien we in zwarte lakens gehulde gestaltes. In de schaduw van een moskee staat een man met ruige, islamitische baard en een lang wit hemd de koopwaar in zijn kraampje aan te prijzen: cd's, vcd's, posters en prenten van profeten. We hebben hem nauwelijks aangesproken of hij begint al zijn gal te spuwen op de vijanden van de islam. De joden bijvoorbeeld, "het smerigste volk ter wereld". We kijken hem stomverbaasd aan, maar de man raast onverstoorbaar verder. "Waarom zouden ze anders in de oven gegooid zijn door de nazi's?" Hij meent het; dat zie je aan zijn priemende ogen vol walging.

Het beeldmateriaal dat hij verkoopt is niet alleen islamitisch. Zo opportunistisch is de man wel: hij heeft documentaires over voetbal, sciencefictionfilms en videospelletjes. Die verkopen namelijk het beste; tot zijn grote teleurstelling, dat wel. "Niemand is geïnteresseerd in de rest. Ze willen allemaal westerse films. Het gaat steeds slechter met de godsdienst in Turkije", zucht hij theatraal. "Zie je hem", wijst hij naar de kleine jongen naast hem. "Hij is negen jaar en kent de hele koran al van buiten. Zo moet dat."

Al snel wordt duidelijk dat iedere winkel in Carsamba wel iets islamitisch heeft. De ijsventer prevelt een koranspreuk over onze vanille-met-chocolade, de slotenmaker heeft koranverzen opgehangen tussen de sleutels en in de souvenirshop krijgen we een boekje cadeau met de verschillende namen van Allah. "Dat kun je nog gebruiken", spreekt de jongen met zoetgevooisde stem. Dat het hem enkele minuten eerder niet lukte ons een volledige koran verzilverde hoeken te verkopen, heeft hem helemaal niet ontstemd.

Ook in boekenshop Sarmasik krijgen we een gratis religieus boekje. Eigenaar Ahmet Bozer komt er onmiddellijk mee aandraven, als hij hoort dat we niet behoren tot de 'gewone' Turkse journalisten. "Het is onvoorstelbaar welke leugens er over deze wijk verschijnen", zegt hij. "Ze beschouwen ons als boemannen. Weet je wat een tv-zender ons onlangs gelapt heeft?" Bozer sputtert van woede. "Ze stuurden een undercoverjournaliste in chador. Die kwam zich hier prostitueren. Ze wilden bewijzen dat hoererij ook een gewoonte was bij vrouwen met chadors. We hebben die vrouw op heterdaad betrapt en, ik zeg u, ze is maar nipt kunnen ontsnappen uit onze handen."

In de etalage van boekhandel Sarmasik staat een tv waar videobeelden worden afgespeeld van milities in training. Tsjetsjeense strijders in een of ander kamp. De hele film ruikt vaag naar terrorisme. "Maar dat is helemaal niet zo", haast Ahmet Bozer zich te zeggen. "Wij moslims, wij helpen elkaar in de hele wereld. En de Tsjetsjenen hebben onze steun hard nodig. Eigenlijk hebben wij moslims in Turkije ook wel wat steun nodig. Weet je dat ze hier zelfs hebben afgeschaft dat je godsdienst wordt vermeld op je identiteitskaart? Daar stond eerst müslüman (moslim, ae) bij iedereen, maar dat is nu weg. Hoe kan dat nu, een Turk die geen moslim is? Weet je wat hier zou moeten gebeuren? Een terugkeer naar het grote Ottomaanse Rijk, waar werd geregeerd volgens de voorschriften van de koran. Of Saoedi-Arabië, dat zie ik ook wel nog zitten."

Dat heel Turkije wordt als Carsamba is onmogelijk, zegt sociologe Nilüfer Narli. "Het kan nooit zover komen met ons land. We hebben natuurlijk een kleine minderheid van moslimextremisten, maar die kunnen het land nooit omvormen tot een islamitische staat à la Saoedi-Arabië." Daarvoor is de islam in Turkije veel te verschillend van die in Arabische landen. Narli: "Het Turkije-model van de islam kun je niet begrijpen als je het loskoppelt van onze voorgeschiedenis, het Ottomaanse Rijk. Allereerst is de bekering tot de islam heel verschillend verlopen bij Turken en Arabische volkeren. De Ottomanen werden moslim vanuit het sjamanisme, dat ze hadden overgehouden aan hun emigratie uit het huidige Azië. Die sjamaanse invloed, met mystieke elementen, bleef een invloed hebben. De islam van de Ottomanen was wars van orthodoxie, had een zekere mate van verdraagzaamheid. De Arabieren daarentegen bekeerden zich als paganisten, heidenen, tot de islam en kozen voor een strikt orthodox-soennitische cultuur."

En precies daar scheidden de wegen van Turkse en Arabische moslims. Beiden zaten onder de noemer van 'de islam', maar terwijl de Arabische landen zich terugplooiden op de islam als ontegensprekelijke basis van de samenleving, ging het Ottomaanse rijk van de sultans zich steeds meer naar het Westen richten. Vanaf de negentiende eeuw kwam er een gedeeltelijke secularisering van het onderwijs en zelfs in het rechtssysteem verloor de islam een groot deel van zijn invloed. Atatürk voerde de verwestering nog meer door. Hij schafte de shariarechtbanken af, en de madrassa's (koranscholen, AE) Het Arabische schrift werd vervangen door het Latijnse en alle sektes werden verboden.

Niet iedereen accepteerde de hervormingen: de radicale moslims begonnen zich ondergronds te organiseren. Moslims als Necmettin Erbakan bijvoorbeeld. Hij probeert al sinds de jaren zestig door te breken in de Turkse politiek met zijn extreem fundamentalistische partijen. Eén keer in 1997 schopte hij het zelfs tot premier, maar het succes was kortstondig. Vandaag stelt hij met zijn Saadet Partisi (Partij van het Geluk) zo goed als niets meer voor in de Turkse politiek. Zijn fundamentalistische visie heeft de bevolking niet kunnen blijven bekoren.

Waarom lukte het de AKP, toch ook een islamitische partij met wortels in het fundamentalisme, dan wel? Narli: "De AKP heeft een heel verdeelde achterban. De partij haalde in 2002 35 procent van de stemmen. Maar veel kiezers stemden ook op de AKP uit ontevredenheid met de andere partijen, niet uit sympathie voor de islamitische ideologie. Ik schat dat hoogstens een vierde van de Turkse kiezers stemde voor een politieke islam. Daarin heb je de nationalisten, die zich volkomen tegen de EU hebben gekant. Je hebt de ultrareligieuzen die, teleurgesteld in Erbakan, kozen voor Erdogan. Daarnaast heb je een grote groep liberale moslims die pro EU zijn omdat ze hopen op meer vrijheid."


Niet iedereen is optimistisch over de toekomst van Turkije onder het nieuwe islamitische AKP-bewind. In de mondainere buurten van Istanbul is de argwaan tegenover de vroegere fundamentalisten niet verdwenen. Het Brasschaat van de Turkse metropool luistert naar namen als Nisantasi, Bebek, Etiler: hier geen hoofddoekvrouwen of baardmannen, maar kortgerokte blonde dames, haastige zakenmannen, nonchalante artiesten met tongpiercings. In deze betere buurten gruwt men van wijken die Carsamba heten en wekken termen als islamdemocratie en hoofddoeken ongeloof op. Hip of niet, moslim zijn ze hier enkel in naam.

Nisantasi, met zijn gerestaureerde oude huizen en winkeltjes vol designspullen, zou om het even welke Europese stad kunnen zijn, als er niet plots dreunende Turkse popmuziek zou schallen uit een voorbijscherende Porsche cabrio. De meeste inwoners hier beschouwen zich dan ook als Europeaan en willen dolgraag bij de EU horen. "Als dat conservatieve AKP-volk maar geen spaak in de wielen steekt", zegt de 26-jarige stiliste Gül Durmaz, nippend aan een glas bier op een terrasje. "Het lijkt allemaal onschuldig, die revival van de islam. Maar dat is het niet." Ze wijst naar haar blote buik met navelpiercing en tattoo. "Denk je dat ik zo zou kunnen rondlopen in een gelovige buurt als Fatih? Die baardmannen zouden me de ogen uit het hoofd krabben." Maar, geeft ze toe, de partij heeft Turkije wel veel goed gedaan. Al heeft ze er in deze buurt niet echt veel van gemerkt. En, zegt ze, in Fatih zou ze toch nooit gaan wonen.


Deze reportagereeks kwam tot stand met steun van de Koning Boudewijnstichting

Morgen : De 'hoofddoek'-affaire
Soms denk ik juist,soms denk ik fout,maar ik dénk tenminste
Dubitando ad Veritatem pervenimus (Cicero)
Sapere aude!
In het 'Huis van de Vrede' is het steeds Oorlog.
Gebruikersavatar
sprot
Berichten: 4146
Lid geworden op: ma jan 27, 2003 11:25 pm
Locatie: Hel
Contacteer:

Trouw aan een lap stof

Bericht door sprot »

Met het nieuwe schooljaar laait in Vlaamse en Brusselse scholen de discussie over de hoofddoeken ongetwijfeld weer op. Diezelfde lap stof ligt in Turkije aan de basis van een van de grootste problemen van de afgelopen twintig jaar. Hoofddoeken zijn verboden in universiteiten en openbare instellingen, maar de meisjes dragen ze er niet minder om. Een heksenjacht, massabetogingen en een premier die zijn vrouw met hoofddoek thuis moet laten, zijn de gevolgen. De situatie zit muurvast.

Het geroezemoes in de tochtige zaal verstomt als een gedrongen vrouw opstaat. Tik tegen de micro, slokje water, geritsel met papieren. Dertig paar ogen onder hoofddoeken vandaan volgen alles. Plastic stoeltjes. Sibel Eraslan kucht en trekt haar zwarte hoofddoek recht. Zware wenkbrauwen boven harde ogen en een humorloze glimlach: het cliché van de militante feministe. Maar dit is er een met hoofddoek en lang zwart gewaad. "De vraag of Turkije een islamitische vrouwenbeweging heeft, is moeilijk te beantwoorden", declameert ze luid. Haar publiek - verschillende generaties vrouwen met hoofddoek - luistert vol ontzag. "Wat is ze toch goed, hè", glundert een jonge vrouw naast mij. Onmiddellijk klinkt een luid 'ssssst'. De kleine zaal ligt in een antieke madrassa (koranschool, red.) in Istanbul. Af en toe duiken verdwaalde toeristen op, stadsplattegrond in de hand. Ze werpen een steelse blik in de ruimte vol hoofddoeken, en reppen zich snel weer naar de uitgang. Eraslan predikt onverstoorbaar. Over de werkende vrouw, haar rol in de politiek en haar beeld in de media. De islamitische vrouw, uiteraard. Met hoofddoek. "Waarom dragen wij een hoofddoek?" galmt het door de koude ruimte. "Omdat Allah dat wil? Dat zeiden vrouwen tien, vijftien jaar geleden. Nu hoor je: omdat ik dat wil, omdat ik mij daar goed bij voel. Dat is een hele evolutie. Een goeie evolutie."


Sibel Eraslan is een ster in het radicale kamp van de hoofddoekendraagsters. Haar columns in de extreem-islamitische krant Akit worden verslonden door duizenden vrouwen én mannen, die haar lef bewonderen. Eraslan mixte extreem feminisme en religie en bereikte daarmee in de jaren negentig als een van de eerste islamitische vrouwen de top. Haar campagnes voor Refah, de fundamentalistische partij van Necmettin Erbakan, lokten duizenden vrouwen naar de partij. De eerste stenen voor een islamitische vrouwenbeweging waren gelegd.

Maar eigenlijk vond de islamitische feministe de partij veel te soft. Eraslan pleitte openlijk voor een sharia. 'Gewone' feministen joeg ze in de gordijnen door haar uitspraak dat de islamitische vrouwenbeweging enkel kon bestaan bij gratie van "Allah, onze echtgenoten en onze vaders". Haar speeches zijn nog altijd doorspekt met heimwee naar het islamitische Ottomaanse Rijk.

Die fascinatie heeft ze niet van haar ouders geërfd. Vader was militair, moeder een verbeten aanhanger van het links-nationalisme. Voor godsdienst was er geen plaats. Pas in haar universiteitsjaren ontdekte ze het geloof en deed ze een hoofddoek om. Ze studeerde rechten, maar een carrière als advocate kon ze vergeten: islamitische kleding is verboden aan de balie. De strijd tegen het hoofddoekverbod werd de rode draad in haar acties. "Onze weg is niet gemakkelijk", dramt ze haar toespraak in de oude madrassa verder. "Maar we zullen niet opgeven." Haar publiek knikt enthousiast. Het meisje naast mij trekt haar sjaal wat vaster om haar hoofd. Onder hun hoofddoek zijn deze islamitische vrouwen geen zielige stumpers. Ze werken als dokter of jurist, schrijven artikels of lobbyen in verenigingen. Zo fundamentalistisch als Sibel Eraslan zijn ze niet allemaal, maar wel even vastberaden als het om hun hoofddoek gaat. Zoals de 20-jarige Güler Küçük. Het meisje heeft pas sinds enkele dagen een bedekt hoofd. Ze frunnikt af en toe onhandig aan de hoeken van haar gloednieuwe sjaal. Een paarse, die ze draagt met een jeans en een paarsroze lange tuniek. Ze wilde de hoofddoek omdat ze haar leven zinloos vond. "Pas nu weet ik wie ik ben", zegt ze. "Voordien werd ik verscheurd door twijfels."

Toen ze haar baas, een tandarts, vertelde dat ze voortaan met hoofddoek tanden zou vullen, schrok de man zich een ongeluk. "Urenlang heeft hij daarna op mij ingepraat en mij proberen te overtuigen om het niet te doen". Ze rolt met haar ogen. "Alsof ik mij tot een sekte had bekeerd."

Güler liet zich niet ompraten. De volgende dag stond ze op straat. Ze haalt haar schouders op. "Ik moet nu weer snel werk zoeken. Een tandarts die wél een assistente met hoofddoek kan verdragen."


Vrouwen als Güler Küçük zijn er met hopen. Veelbelovende studie, goeie job in het vooruitzicht, en plots niks meer. Als pa rijk is, kunnen ze in het buitenland studeren. Anders zijn ze veroordeeld tot de huiskamer, hun frustatie verbijtend en wachtend op verandering. Sommigen wachten al jaren: het verbod op het dragen van hoofddoeken in openbare gebouwen als rechtbanken is al meer dan twintig jaar oud. De maatregel kwam van - hoe kan het ook anders - het Turkse leger. Het seculiere Turkije van Atatürk moest beschermd worden tegen extremistische moslims. Niet alleen links vormde begin jaren tachtig een gevaar voor de Turkse staat, ook het moslim-extremisme lag op de loer.

Het leger maakte af wat Atatürk in de jaren twintig begonnen was. Ook hij probeerde, na de oprichting van de republiek, de islamdreiging de kop in te drukken. De nieuwe Turkse leider maande zijn volk aan 'hedendaagse kleding' te dragen. Geen islamitische fez meer voor mannen, maar een hoed. Vrouwen kregen de raad hun sluier op te bergen. Ambtenaren moesten zich kleden "naar voorbeeld van beschaafde landen".

Schoorvoetend trokken de mannen en vrouwen van het nieuwe Turkije naar de winkels. In de spiegels werden preutse blikken geworpen op de knielange rokken. Atatürks kledingrevolutie slaagde niet overal even goed: in grote steden pasten vrouwen zich geleidelijk aan, maar in conservatieve milieus bleef de hoofddoek stand houden. Gaf Atatürk 'aanbevelingen', dan ging het leger na de staatsgreep van 1980 nog een stap verder. De militairen hielden grootschalige 'zuiveringsacties' om het oprukkende fundamentalisme te stoppen. In 1981 kwam er een wet die het vrouwen in overheidsdienst verbood het hoofd te bedekken tijdens het werk. Universiteiten moesten studentes met hoofddoek weigeren. Niet iedereen hield zich even strikt aan het verbod. In auditoria verschenen na een tijd weer meisjes met hoofddoek. De receptioniste in het gemeentehuis op het platteland mocht met bedekt hoofd de telefoon beantwoorden. In een afgelegen ziekenhuis prikte een verpleegster met hoofddoek in de armen van zieken. Iedereen leek maar wat aan te modderen. In de jaren die volgden bleef de precieze strekking van het hoofddoekverbod vaag.

Tot 1997, toen de generaals met de vuist op tafel sloegen. Het moest nu maar eens voorgoed afgelopen zijn met al die uitzonderingen en 'speciale gevallen'. Voor hen was een hoofddoek een uiting van fundamentalisme. Punt. Alle scholen en staatsinstellingen kregen een waarschuwing van de Nationale Veiligheidsraad. Het fundamentalisme is de grootste bedreiging voor het land, schreef die in een intimiderend ultimatum. De boodschap kwam over. In heel Turkije begon er een heksenjacht op hoofddoeken.

Het leger hield woord. Een pasfoto met hoofddoek voor je rijbewijs? Onmogelijk. Een prof die te veel commentaar had op het hoofddoekverbod? Enkele gespierde agenten van de oproerpolitie klaarden die klus wel eventjes. Advocaten die slachtoffers van het verbod verdedigden, werden aangeklaagd wegens destabilisatie van het land en belandden zelf in de cel. Een 72-jarige gesluierde vrouw die aan kanker leed, werd geweigerd in een ziekenhuis. De vrouw overleed kort daarop. De arts die haar buiten had laten staan, noemde zich achteraf in de media "een overtuigde secularist".


Nergens was de sfeer zo gespannen als aan de Universiteit van Istanbul (UI). Rector Kemal Alemdaroglu werd witheet van woede als meisjes met hoofddoek over zijn campus liepen. Massabetogingen tegen het verbod ontaardden in chaos. De oproerpolitie wreef tevreden over de knuppel. "Het waren rake klappen", herinnert Yüce Yilmazoglu zich met een pijnlijke grimas. "Ik deed twee of drie hoofddoeken over elkaar om. Zo had ik toch een beetje minder pijn." Twee keer werd ze door de terreurcel van de politie meegenomen voor een nachtje cel. "Ze zeiden dat we islamterroristen waren." De kleine vrouw lacht meesmuilend en werpt een blik op haar tengere lijf. "Kom nou."

Yüce Yilmazoglu zat in haar tweede licentie rechten aan de Universiteit van Istanbul toen hoofddoeken plots in het hele land werden verboden. Nog een jaar en ze zou afstuderen. Ze probeerde het toch stiekem, met een pruik. "Als je die op je hoofddoek zet, zie je de stof niet, maar heb je toch een bedekt hoofd. Dat lukte een paar keer. Of een muts. Daaronder kon je je hoofddoek ook kwijt. Maar het beste trukje was om zo vroeg mogelijk de campus binnen te geraken, in de koffer van een auto verstopt. Eenmaal in de cursus zeiden de meeste proffen niets over de hoofddoek."

Maar het spiedend oog van rector Alemdaroglu was overal. "Ik liep hem eens tegen het lijf in de gang toen ik mijn hoofddoek weer eens de universiteit had binnengesmokkeld. Hij kleurde paars en begon woest te schreeuwen: 'Zie dat daar nu staan, met die Arabische vodden!'" Yüce lacht als ze aan de scène met de rector terugdenkt. "Net op dat moment weerklonk in de verte het zangerige gebed van de muezzin vanuit de minaret."


Vandaag gaat meer dan de helft van vrouwenhoofden in Turkije schuil onder een hoofddoek of ander sjaaltje. Vaak meer uit gewoonte of traditie dan uit geloof. Vijftien procent van de vrouwen draagt een echte 'islamitische' hoofddoek, die hoofd en hals bedekt. Vaak zelfverzekerde vrouwen met een uitgesproken mening, maar niet altijd. "Vergis u niet", zegt Pinar Kara op het Beyazit-plein, aan de Universiteit van Istanbul. "Er zijn veel meisjes die verplicht worden om de hoofddoek om te doen." Pinar studeert communicatie en ze draagt geen hoofddoek. Maar haar vriendin Asli moet dat wel, van haar vader. "Toen Asli veertien was, nam haar moeder haar apart. Ze zei dat ze voortaan haar hoofd zou moeten bedekken. Asli werd hysterisch, maar na een paar klappen van haar vader boog ze het hoofd." Pinar moest haar vriendin de volgende jaren opvangen. "Huilend zat ze dan bij mij en rukte haar hoofddoek af." Asli kon nergens naartoe en zit nu thuis, zegt Pinar. "Ze mocht verder studeren, dat wel. Tot bleek dat ze dan haar hoofddoek zou moeten afdoen. Geen denken aan, zei haar vader. Nu zit ze urenlang voor het raam of kijkt ze soaps op televisie. Onlangs hoorde ze haar vader iets mompelen over "een huwelijk" en een "goede jongen"."

De hoofddoeken kregen een eigen modelijn, trends volgden elkaar op. Dit jaar was je niet in als je er geen had met ingebouwde zweetband, afgezet met glinsterende steentjes. Jonge meisjes dragen fier felgekleurde sjaals; hun ogen krijgen een extra laagje kohl. Zelfverzekerd stappen ze door de stad, gsm in de ene, aktentas in de andere hand. En toch blijven veel Turken denken dat een vrouw met hoofddoek onderdrukt en onderdanig is. Zielige figuren als Asli, die zwijgend in een hoekje van de kamer zitten. "Dat beeld blijft leven omdat ze dat zelf willen", zegt Yüce Yilmazoglu, de jonge vrouw die haar rechtenstudie moest opgeven voor haar hoofddoek. "Het is gemakkelijk om te denken dat we geen eigen mening hebben. Zo kunnen ze ons opzijschuiven zonder naar ons te luisteren."


"Ze moesten er soep van koken", vindt taxichauffeur Ibrahim, die ons van de ene afspraak naar de andere rijdt. Als hij hoort dat ik net een interview over hoofddoeken heb gedaan, is hij niet meer te houden. "Als ik een van hen zie zwaaien, rijd ik met opzet heel hard door", zegt hij. Op medelijden kunnen ze niet rekenen bij Ibrahim, bij hem is het regelrechte afkeer. Want, zegt hij, dat doekje is een laagje vernis op een een massa hypocrisie. "Ze lijken zo fatsoenlijk, maar dat zijn ze niet. Een vriend van mij heeft een maîtresse die een tsjador draagt. Al jaren gerotzooi, maar voor de buitenwereld - en haar eigen echtgenoot - speelt ze de deugdzame, diepgelovige vrouw met kinderen."

De taxichauffeur is nu rood aangelopen. Zijn dikke snor trilt. "Die vrouwen moet je in een grote ketel gooien en al roerend koken", snuift hij. "Nu ook met de AKP. O ja, iedereen is vol lof over hun openheid, hun tolerantie, hun... (walgend) 'islam-democratie'. O ja, ze zijn modern. Maar de vrouw van de premier verschijnt wél met een doek op haar hoofd in het openbaar. Modern Turkije noemen ze dat. Een mooie indruk maken we in het buitenland, dat zeg ik je."

Terwijl hij zijn taxi behendig rond het Taksimplein stuurt, wijst de vijftiger naar het standbeeld van Atatürk dat uitkijkt over het hele plein. "Dit is niet het Turkije dat Atatürk wilde", briest hij. "Vrouwen in tsjadors, mannen met baarden: onze grote leider draait zich nu om in zijn graf." Emine Erdogan, de vrouw van premier Tayyip Erdogan, is beslist niet wat Atatürk in de jaren twintig voor ogen had met zijn modern, westers Turkije. Net zo min als Hayrinüsa Gül, de vrouw van de minister van Buitenlandse Zaken. Beiden weigeren ooit een stap buitenhuis te zetten zonder hoofddoek. Vervelend voor een islamitische premier die al op een slap koord danst: aan de ene kant zijn islamitische achterban die hij te vriend wil houden, aan de andere kant de secularisten die hem nauwgezet in de gaten houden. Een stap te veel richting islam en hij kan inpakken. In 2003 was het bijna zo ver, bij de viering van de tachtigjarige republiek, op 29 oktober. Toen Emine Erdogan 's ochtends de uitnodiging voor de officiële receptie zag, trok ze bleek weg onder haar hoofddoek. Er stond enkel 'aan de heer Recep Tayyip Erdogan'. Geen 'en partner'. Dat was ook zo bij verschillende andere AKP-parlementsleden die een vrouw met hoofddoek hadden. Even was er twijfel: had president Ahmet Necdet Sezer, die het feest organiseerde, misschien helemaal geen partners uitgenodigd? Of was er een foutje gebeurd op de drukkerij? Neen, zei de president, dat was bewust. Sezer, een uitgesproken secularist, wilde geen vrouwen met hoofddoeken in het parlement, waar het feest gehouden werd. Bovendien, zei hij, was dat wettelijk verboden. 'De onbeleefdheid!' riep de AKP-parlementsvoorzitter, wiens vrouw ook niet welkom was. Ik kom niet, zei een andere politicus. Slechts tien van de meer dan driehonderd AKP-parlementsleden vertoonden zich op de receptie. Een crisis werd afgewend toen premier Erdogan toch opdaagde. Hij heeft zich sindsdien niet meer uitgesproken over hoofddoeken. Vrouwen en sympathisanten die hoopten dat zijn islamitische regering iets zou veranderen, blijven ontgoocheld achter. De AKP heeft niet durven raken aan het verbod. "Iedereen had dat verwacht", zegt Mustafa Ercan, de voorzitter van Mazlum-Der, een vereniging die opkomt voor de rechten van vrouwen met een hoofddoek. "We zijn nu wel teleurgesteld." Het pro-hoofddoekkamp heeft al zijn hoop op Europa gezet. Een EU- lidmaatschap zou meer vrijheden kunnen brengen, ook op het gebied van hoofddoeken. Hoewel, er is al een domper op de vreugde geweest. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens besliste eind juni dat het Turkse hoofddoekverbod niet in strijd is met de godsdienstvrijheid. De zaak was aangespannen door Leyla Sahin, die haar studie geneeskunde moest afbreken omdat ze een hoofddoek droeg. Na haar dienden nog andere studentes klachten in bij het Hof, maar echte hoop is er niet meer. In Turkse anti-hoofddoekkringen werd de beslissing van het Hof onthaald op groot gejuich.


Net zoals er fervente verdedigers zijn van de hoofddoek, zijn er militante anti's. Dat ondervinden we bijna aan den lijve bij Gülseven Güven Yaser, de voorzitter van Cagdas Egitim Vakfi, de Stichting voor Hedendaags Onderwijs. De vrouw is een van de bezielers van de anti- beweging. Haar stichting wil het onderwijs verlossen van alle islamitische invloeden. De AKP heeft er goed aan gedaan het verbod niet aan te roeren, zegt ze. "Het hele land zou op stelten hebben gestaan. Niet alleen het leger, maar ook mensen als wij. Modern, vooruitstrevend en tegen extremisten die vrouwen onderdrukken." De blonde vrouw veegt een denkbeeldig stofje van haar donkerblauw mantelpakje en buigt zich vertrouwelijk naar ons. "Als er niet snel iets aan gedaan wordt, word ik straks ook verplicht een hoofddoek te dragen", fluistert ze tussen samengeknepen, rozegestifte lippen. "Stel je voor!" Ze weet waarover ze praat, zegt ze. Ze heeft alles zien veranderen "Ik was vroeger docent communicatie op de Universiteit van Istanbul", zegt Yaser. "In 1986 had ik geen enkele student met hoofddoek in mijn klas. In 1992 was er één. En daarna was de stroom niet te stoppen."

Die meisjes en vrouwen met hoofddoek, die zijn helemaal niet zo onafhankelijk, zegt Yaser. "Arme zielen, dat zijn het." Maar de meeste vrouwen dragen toch niet een hoofddoek uit onderdrukking, opperen we. Wat met de meisjes die aanwezig waren op de toespraak van Sibel Eraslan? Zij waren hoogopgeleid en droegen hun hoofddoek heel bewust. En ze luisterden naar een speech van een notoire islamfeministe. "Feministisch? Ha! Dat denken zij. Maar ze beseffen niet dat ze worden gebruikt door extremistische groeperingen voor wie de hoofddoek een politiek symbool is. Wie haar draagt, toont zich solidair met hen. En dat betekent dat ze zich scharen aan de kant van diegenen die de Turkse democratie willen afschaffen en de sharia willen opleggen. En dat symbool verspreidt zich razendsnel."

De vrouwen in de oude madrassa waren niet bepaald solidair met extremistische groeperingen als de Hizbullah in Turkije. Maar dat ze door hen worden gerecupereerd, hebben ze niet in de hand. Vergelijk het met het Vlaams Blok, dat het onveiligheidsgevoel recupereert. Niet iedereen die zich onveilig voelt, stemt voor het Blok. Toch gebruikt de racistische partij hun angst om stemmen te winnen. Of de Arabisch-Europese Liga van Abu Jahjah, nog zoiets. De partij profiteert van de hoofddoekproblemen in België om zich te profileren als een partij die strijdt voor de fundamentele waarden als 'godsdienstvrijheid'. Dat er meisjes met hoofddoek zijn - en wellicht heel veel - die niets van de AEL moeten weten, of Abu Jahjah niet eens kennen, is niet belangrijk. Islamitische kleding is ook hier een te smakelijk probleem geworden om zomaar te laten liggen. De afgelopen jaren sloop de hoofddoek Europa binnen. En met haar de angst. Wat verbergen die vrouwen onder die grote sjaal? Zijn die meisjes islamterroristen in spe? Of moeten ze van hun vader, en is de integratie van de allochtone vrouw in gevaar? Frankrijk zette de eerste stap. Toen in scholen steeds meer meisjes met hoofddoeken verschenen, werden in eerste instantie rechtbanken ingeschakeld. Vooral leerlingen uit middelbare scholen in Parijse banlieues die naar de rechter stapten. Soms kregen ze gelijk, en ging de school in beroep. Soms kregen ze ongelijk, en dan gingen ze in hongerstaking. In januari van dit jaar greep de regering in: voortaan waren hoofddoeken verboden in Franse klassen. Frankrijk nam voor het verbod Turkije als voorbeeld. Voor toenmalig Vlaams minister-president Patrick Dewael (VLD) kwam het verbod in Frankrijk uit de hemel gevallen. Ook in Vlaanderen en Brussel zaten steeds meer allochtone meisjes met hoofddoek in de schoolbanken. Iedereen was verontrust, maar niemand durfde iets te doen uit angst voor islamofoob versleten te worden. Tot Frankrijk de hete kolen uit het vuur haalde. Als het daar kan, kan het ook in Vlaanderen, meende Dewael. De discussie laaide hoog op. De stem van de moslims wordt niet gehoord, klonk het in pro-hoofddoekkamp. We willen net de bevrijding van de moslimvrouw, zeiden de anti's. Uiteindelijk werd de beslissing uitgesteld tot het najaar. Het schooljaar begint volgende week. Turkije als voorbeeld nemen, was heel gemakzuchtig van Europa, zegt Mustafa Ercan, de voorzitter van Mazlum-Der. "Niet alleen omdat wij hopen dat Europa een oplossing zal brengen voor ons", verklaart Ercan. "Maar de situatie is totaal niet te vergelijken. Bij ons gaat het om een probleem dat al jaren speelt. Het verbod in Turkije is helemaal geen oplossing. Integendeel, nooit zijn de problemen zo groot geweest. Bovendien zijn de Franse en Belgische problemen met de hoofddoek volledig verschillend van de onze. Wij zitten hier niet met een tweede en derde generatie, op zoek naar een identiteit. Of met westers wantrouwen tegen hoofddoeken. Je kan niet zomaar oplossingen kopiëren en verplaatsen naar een ander land."


Deze reportagereeks kwam tot stand met steun van de Koning Boudewijnstichting


Morgen deel 3 De islamitische scholen 'Pas op, daar maken ze fundamentalistjes!'
Soms denk ik juist,soms denk ik fout,maar ik dénk tenminste
Dubitando ad Veritatem pervenimus (Cicero)
Sapere aude!
In het 'Huis van de Vrede' is het steeds Oorlog.
Gebruikersavatar
sprot
Berichten: 4146
Lid geworden op: ma jan 27, 2003 11:25 pm
Locatie: Hel
Contacteer:

'Pas op, daar maken ze fundamentalistjes!'

Bericht door sprot »

Het lukte de islamitische AKP niet het religieuze onderwijs in Turkije op hetzelfde niveau te brengen als de gewone opleidingen. Te delicaat. Niet alleen het leger ziet de zogenaamde imam-hatipscholen als kweekvijvers van fundamentalisten. Leerlingen die er afstuderen, kunnen daarom al jaren niet naar de universiteit. Maar volgens de AKP voorkomen de scholen net dat streng islamitische ouders hun kinderen naar schimmige sektescholen sturen, geleid door moslimextremisten.

Ongeduldig wiebelen de leerlingen op hun voeten. Slungelige pubers met donzige snorretjes. Gezichten vol pukkels onder slordige haren. Meisjes met hoofddoeken of roze speldjes in de opgebonden kapsels. Op de speelplaats van de imam-hatipschool in Eyüp, in Istanbul, zitten honderden donkerblauwe uniformen onder krijt- en ketchupvlekken. Het is bijna weekend, de leerlingen willen naar huis. Maar ze moeten wachten.

Net als iedere week verschijnt ook deze vrijdagmiddag de directeur bovenop de trappen van het hoofdgebouw. "Stilte", bast de man in de micro. Niemand zwijgt. "Stilte", buldert zijn stem nu. "Oké", knikt hij dan naar de man beneden. Naast het borstbeeld van Atatürk wordt de Turkse vlag gehesen. De muzieklerares grijpt de microfoon. "Een, twee, drie. Nu allemaal." De directeur is in houding gesprongen. Ook de lerares staat stokstijf, borst fier vooruit. Haar sopraan galmt over de speelplaats. De leerlingen volgen aarzelend, met hese, onvaste stemmen. "Korkma sönmez bu safaklarda yüzen al sancak, sönmeden yurdumun üstünde tüten en son ocak..." ("Vrees niet, deze rode vlag die wappert in de dageraad zal nooit vervagen worden voordat de laatste haard in mijn natie is gedoofd"). Woord voor woord worden alle tien de strofen van het Turkse volkslied meegezongen.

In de imam-hatipschool van Eyüp kijkt Atatürk van aan zijn muur vorsend iedere klas binnen. Net als in iedere andere Turkse school wordt de vlag gehesen en klinkt iedere dag het volkslied. Ook hier zitten meisjes en jongens gemengd op de banken. Grijze betonnen muren en aluminium ramen heb je in honderden scholen in Turkije. Maar deze school is anders. Aan de uitgang wachten meer moeders met hoofddoek en vaders met islamitische baard dan aan andere schoolpoorten. De helft van de tijd zitten de leerlingen met hun neus in een koran. Gemengde turnlessen voor meisjes zijn een probleem. "Ik turnde eerst in een gewone trainingsbroek", zegt Mine, die in haar voorbereidingsjaar zit. Het meisje wacht aan de buitenmuur op haar vader. "Maar toen keken de oudere meisjes mij vuil aan. Zo'n strakke broek, dat was niet fatsoenlijk. Nu ga ik naar de turnles in mijn uniform." Ze strijkt teleurgesteld over haar donkerblauwe rok. "Lopen gaat nog wel met een rok. Maar zie je mij al handstand doen?"


Mine is een van de 85.000 leerlingen in het religieuze onderwijs in Turkije. De imam-hatipscholen dienden oorspronkelijk om imams en hatips (prekers) op te leiden. Vergelijkbaar met een seminarie voor priesters. Wie er afstudeerde, vond werk in een van tienduizenden Turkse moskeeën of werd islamleraar.

Vandaag denkt bijna geen enkele leerling eraan om in een moskee aan de slag te gaan. "Ik zit hier omdat er zoveel godsdienstles op het lessenrooster staat", zegt Elif, die later lerares wil worden. "We krijgen hier net als in een gewone humaniora fysica, chemie en Turkse taal. Maar daarnaast is er vooral de studie van de islam."

De koran bestuderen, islamitische wetten interpreteren, Arabisch leren lezen en schrijven. Ouders sturen hun kind naar een imam-hatip omdat ze een religieuze opvoeding belangrijk vinden. Het schamele uurtje koranles dat in de gewone humaniora wordt gegeven, is te weinig. Religieuze scholen heten ook fatsoenlijk te zijn. Algemeen middelbaar onderwijs is niet streng genoeg voor conservatieve families. Een imam-hatip houdt zoon en dochter tenminste kort. Lijfstraffen zijn er in alle Turkse scholen, maar in een imam-hatip kletst de stok of meetlat wat vaker op leerlingen. Hier geen stiekeme sigaret in het stinkende toilet, laat staan een joint. Geheime afspraakjes achter de fietsenstalling? Te verderfelijk. "Dat doen we niet", zegt Ahmet. "Dat is in strijd met ons geloof. En reken maar dat leerlingen die het wel doen ervan langs krijgen als ze betrapt worden." De zeventienjarige jongen trekt een beledigd gezicht als we hem vragen of er dan helemaal niets gebeurt tussen de jongens en de meisjes. "We hebben geen tijd voor al dat geflirt", klinkt het streng. Zelfs geen blozende blikken? "Dat leidt alleen maar de aandacht af. We leven al in een verdorven wereld. In deze school word je daar een beetje van verlost."

Meisjes mogen sinds 1976 studeren aan imam-hatipscholen. Niet om imam te worden; er zijn geen vrouwelijke imams. Wel omdat gelovige ouders van de overheid eisten dat ook hun dochter in een 'fatsoenlijke' school kon studeren. Ook voor Tugba en Seyma was fatsoen belangrijk. "Je hoort voortdurend enge verhalen over gewone scholen", zegt Seyma, die in haar vierde jaar zit. "Je weet wel, drugs en zo. In het lager middelbaar zat ik op zo'n school. Er werd drank binnengesmokkeld en de meisjes droegen minirokken. Niet dat ze dat niet mogen. Maar ik wil er niet meer tussen lopen. En ik mag hier een hoofddoek op."

Net als in alle openbare Turkse scholen is het kledingstuk ook in het religieuze onderwijs strikt verboden. Maar de directeur van een imam-hatip knijpt al sneller eens een oogje dicht. "Een koran moet je nu eenmaal lezen met bedekt hoofd", zegt Tugba. Ze draagt de donkerblauwe 'uniform'-hoofddoek. "We zouden wel in de lessen fysica of chemie zonder hoofddoek kunnen zitten. Maar dan doen we de hele dag niets anders dan die doek vast- en losknopen."

Tugba zit in het vijfde en droomt van een carrière als advocate. Ahmet wil iets met computers doen. Seyma ziet zichzelf over tien jaar voor een klas staan. De drie leerlingen van de imam-hatipschool in Eyüp weten dat ze waarschijnlijk met een diploma secundair onderwijs zullen eindigen. Verder studeren aan de universiteit als je op een imam-hatip had gezeten, is zo goed als onmogelijk sinds 1997. Weer een maatregel van het Turkse leger in de strijd tegen het fundamentalisme. Onrechtvaardig, vond religieus Turkije. Strikt noodzakelijk, riep het leger. Het fundamentalisme moest dringend aangepakt. De seculiere staat van Atatürk was in gevaar. Na het hoofddoekverbod werd het godsdienstonderwijs onder handen genomen. Volgens de militairen wemelde het in de religieuze scholen van staatsgevaarlijke activiteiten. "Ze kweken er fundamentalistjes", heet het. Jongens en meisjes worden er omgekneed tot baardmannen en hoofddoekvrouwen. Eenmaal op de universiteit bekeren ze andere studenten. Die extremisten studeren dan af als arts of ingenieur, dringen door in alle lagen van de Turkse maatschappij en organiseren zich. En voordat je het weet, is de islamitische staat geboren. De imam-hatipscholen allemaal afschaffen, ging niet.

Zeshonderdvijftig scholen sloot zelfs het oppermachtige Turkse leger niet zomaar. En wat doe je met een half miljoen leerlingen? Het leger besliste het aantal studiejaren te beperken. Religieus onderwijs, dat voordien een volledige middelbare opleiding was, kon enkel nog als hoger secundair. Kinderen van twaalf jaar ontsnapten zo 'aan de greep van fundamentalisten'. Hogere studies zaten er voor afgestudeerden bijna niet meer in. Tijdens toelatingsexamens voor universiteiten kregen ze voortaan een pak minder beginpunten dan leerlingen van het algemeen onderwijs. Prompt begonnen ouders hun kinderen van de imam-hatips te halen. Het aantal inschrijvingen daalde spectaculair. "Het werd hoog tijd", zegt Ayse Duman. "Beeld je eens in: een half miljoen jongens en meisjes die niets anders doen dan naar een koran staren en bidden. Turkije heeft wel iets beters nodig." Duman geeft les in een lagere school in Izmit, op zo'n 100 kilometer ten westen van Istanbul. De vrouw moet steeds vaker meisjes met een hoofddoek weigeren in de klas. Kleintjes met een schooluniform en een reuzegrote lap stof rond hun hoofd. Duman sprak de ouders aan, maar die haalden hun schouders op. Religie, zeiden ze. De islam verplicht het. Fel: "Maar niet bij mij. In mijn klas komen ze zo niet binnen. Erger is dat de ouders die ik sprak hun dochters later naar een islamitische school wilden sturen." De lerares loopt rood aan. "Die dochters worden daar natuurlijk toe verplicht", roept ze. "Arme meisjes! Van mij mogen ze die scholen prompt sluiten. Dan kunnen die meisjes iets anders studeren dan de islam en meebouwen aan een modern Turkije."


Sluiten: het voorstel werd de afgelopen maanden al vaker geopperd. Als er geen religieuze scholen meer zijn, moeten de leerlingen wel naar een gewone school. Dat klopt niet. Er zijn ook nog de schimmige sektescholen, geleid door extremistische figuren. Aantrekkelijk voor gelovige ouders die in de kou blijven staan als de imam-hatips verdwijnen. Scholen waar hoofddoeken verplicht zijn en enkel de koran wordt bestudeerd.

Niemand die daar beter over geïnformeerd is dan Gülseven Yaser, de voorzitter van de Stichting voor Hedendaags Onderwijs. Toen we haar spraken over het hoofddoekverbod toonde ze zich heel erg anti. Het islamitische onderwijs is een nog groter kwaad, zien we aan de gloeiende blik in haar ogen. "Zoals de scholen van Fethullah Gülen", roept ze van achter haar enorme bureau. "Daar bidden de kinderen zelfs zeven keer per dag in plaats van vijf." Ze bladert haastig door brochures, steekt een cd-rom in haar pc. "Kijk, hier heb je ze."

Haar monitor toont kinderen met tulband of hoofddoek. Een meisje heeft een groene band met Arabische letters rond haar hoofd. Een jongen poseert trots met Arafat-sjaal en kogelgordel. Net kleine jihad-soldaatjes, merken we op. "Ja, hé", knikt Yaser, blij dat we het ook gezien hebben. "Hoe kunnen deze kinderen ooit functioneren in een moderne maatschappij?"

Gülseven Yaser behoort tot het radicale anti-kamp. Over de hoofddoeken zei ze dat de meisjes werden gebruikt door islamitische extremisten. Over het islamitische onderwijs zegt ze dat er een geheim leger wordt samengesteld. "Ze pikken overal de slimste en sterkste kinderen uit en vormen die om tot terroristen."

Ondanks haar overdreven uitspraken heeft Yaser niet helemaal ongelijk. Turkije maakt zich al een tijdje bezorgd over de groei van het aantal sektescholen. Die konden opgericht worden nadat enkele jaren geleden het privé-onderwijs een nieuw statuut kreeg. De meest duistere figuren, in lange mantel en tulband, noemden zich plots schooldirecteur. De regering heeft er geen greep op.

Het is beter om de imam-hatips niet te sluiten, verklaarde minister van Buitenlandse Zaken Abdullah Gül onlangs. Zij voorkomen dat kinderen ten prooi vallen aan extremistische sekteleiders.

De AKP stelde een andere oplossing voor, maar verbrandde haar vingers aan de imam-hatips. Toen de partij in november 2002 aan de macht kwam, boog ze zich onmiddellijk over de religieuze scholen. Een delicate klus. Aan de ene kant mochten trouwe, conservatieve stemmers niet worden teleurgesteld. Anderzijds keek seculier Turkije haar op de vingers: elk privilege aan het religieuze kamp was er een te veel. Premier Tayyip Erdogan liep op eieren, maar beet door. Hij had zelf op een imam-hatipschool gezeten en daarna met succes economie gestudeerd aan de Marmara Universiteit.

Pas dit voorjaar kwam er een wetsvoorstel dat imam-hatipscholen gelijkschakelde met gewone middelbare scholen. Leerlingen kregen dezelfde kansen om aan de universiteit te studeren. "Ik vond het fantastisch", zegt de zeventienjarige Tugba. "Misschien zou ik dan toch advocaat kunnen worden."

Het leger was minder enthousiast. Antisecularistisch, schreef de generale staf in een vernietigende reactie. Ook academische kringen protesteerden. Decanen, rectoren, professoren en studenten eisten in betogingen de intrekking van het wetsvoorstel. We halen het paard van Troje binnen, klonk het. Binnen de muren van de universiteit hebben ze vrij spel om onze scholen om te vormen tot madrassa's.

Het parlement keurde het wetsvoorstel goed, maar president Ahmet Necdet Sezer, een strikt seculiere politicus, stelde zijn veto. De AKP heeft het niet meer aangedurfd een nieuwe stemronde te organiseren. De stap had te veel kritiek uitgelokt, ook bij de bevolking. In juni verklaarde premier Erdogan dat het voorstel voor onbepaalde tijd was opgeborgen.

De imam-hatipschool van Eyüp telt 1.050 leerlingen. Niet slecht voor een religieuze school. Maar ooit waren dat er 7.000, zegt onderdirecteur Cahit Top. De vroege jaren negentig waren gloriejaren. "Tot in 1997 het leger besliste dat onze leerlingen niet meer verder zouden kunnen studeren. Daarna zakte hun aantal ieder jaar een beetje. We hebben er zelfs eens 500 gehad. Dat was een zwart jaar."

Afgelopen schooljaar verdubbelde het aantal inschrijvingen. Plots moesten er nieuwe schoolbanken besteld worden. Muf ruikende klassen die in geen jaren meer waren gebruikt, werden verlucht. De kantine kreeg er een kok bij. "Eerst hadden we het niet door", zegt Cahit Top, onderdirecteur van de imam-hatip in Eyüp. "Maar toen zei een van de ouders dat de AKP goed bezig was."

Toen het wetsvoorstel werd afgeblazen, berekende Top het verlies voor zijn school. "We verwachten volgend schooljaar dan ook veel minder leerlingen. Ouders die hadden gehoopt op een oplossing, halen nu één voor één hun kinderen van deze school. Als er geen oplossing komt, moeten we binnenkort sluiten. Dan hebben de tegenstanders toch hun zin."

Deze reportagereeks kwam tot stand met steun van de Koning Boudewijnstichting.


Morgen in deel 4: Het leger in de knel: 'Het is tijd voor een republiek zonder Atatürk'
Soms denk ik juist,soms denk ik fout,maar ik dénk tenminste
Dubitando ad Veritatem pervenimus (Cicero)
Sapere aude!
In het 'Huis van de Vrede' is het steeds Oorlog.
Gebruikersavatar
sprot
Berichten: 4146
Lid geworden op: ma jan 27, 2003 11:25 pm
Locatie: Hel
Contacteer:

‘Weg met de generaals’

Bericht door sprot »

Turkije wil dolgraag bij de Europese Unie. In december wordt beslist of het land een datum krijgt waarop de onderhandelingen voor lidmaatschap starten. In afwachting voerde Turkije verregaande hervormingen door. Maar is de manier waarop Turkije islam en democratie verzoent leefbaar?

Waarom is er nog steeds geen oplossing voor religieuze problemen als hoofddoeken en islamitische scholen? En wat met het wijdverspreide geweld tegen vrouwen? De Morgen trok een maand lang naar Turkije, op zoek naar antwoorden. Vandaag in deel 4: het leger in de knel Atatürk is overal en het Turkse leger nog meer. Maar het vroegere prestige van de militairen kalft af.

Weg met de generaals, wordt vanuit verschillende hoeken geroepen. Beetje bij beetje ontneemt de regering het leger zijn macht. De bewakers van Atatürks erfenis zijn niet meer nodig, heet het. Turkije blijft wel seculier zonder hen. Maar aan Atatürk mag nog steeds niet geraakt worden.

Of we niet even binnenkomen, loodst Ramazan ons in zijn souvenirshop in Izmir, in het westen van Turkije. We wringen ons tussen een waardeloos bric-à-brac van verbleekte schelpenkettingen, spuuglelijke vazen en vettige flessen eau de cologne. Ramazan duwt ons verder naar achteren, naar de posters, schalen en koffiekoppen met een foto van Atatürk. Dit wilde hij per se laten zien toen we hem aanspraken over de stichter van Turkije. De verkoper neemt voorzichtig een fotokader van het rek en blinkt het op met de mouw van zijn vaalgrijze T-shirt. “Ken jij een leider die zo groot was als hij”, straalt hij. Onmiddellijk daarna: “Je vindt niemand, hé. Ik dacht het wel. Er is gewoon niemand.” Ramazan bekijkt zijn bord met koelkastmagneetjes. Kritische blik.

Hij is niet tevreden. Neemt er een met Turkse vlag, plakt die voorzichtig naast een met Atatürk en overschouwt dan het resultaat. Beter. Verkoopt hij veel? “Tuurlijk”, grijnst hij. “Aan Turkse toeristen. Vreemdelingen weten niet wie Atatürk is. Jammer.” Soms, als hij het niet te druk heeft, neemt Ramazan de Duitse en Russische toeristen apart om te vertellen over de grote Turkse leider. Atatürk is onze vader, klinkt het dan in gebrekkig Engels. (Opgewonden) “Zelfs dat snappen ze soms niet! Een Brit vroeg of ik blij was dat mijn vader zo beroemd was! No, legde ik hem geduldig uit. Ata means father and Türk is Türk. Vader van de Turken. De man die ons verloste van kaftans en tulbanden en zonder wie Turkije een Arabisch land was geworden. Ik denk dat de Brit het toen wel doorhad.” Atatürk is de grote man van Turkije, maar de devotie van Ramazan zie je niet vaak. Heeft hij helemaal niets aan te merken op de grote man? “Weet jij dan iets?”, kaatst hij terug.

Voorzichtig opperen we dat de Turkse leider volgens sommigen misschien een klein beetje te autoritair was. Zou Ramazan het prettig hebben gevonden als hij plots niets meer kon lezen, omdat iemand beslist had dat de Turken niet meer het Arabische maar het Latijnse alfabet moesten gebruiken? En had Atatürk niet een groot drankprobleem? De winkelier spreidt zijn handen en trekt een quasi wanhopig gezicht. Al honderd keer heeft hij dit moeten uitleggen. “Zelfs jij snapt het niet en je bent nog wel Turks. Komt het omdat je al zo lang in het buitenland woont?

Als Atatürk niet een beetje... hmm, hoe zal ik het zeggen... kracht had uitgeoefend, was er niets terechtgekomen van de westerse revolutie. Turken zijn lui. Ze wachten altijd tot de ander iets doet. Anders gebeurt er niets.” Hij stopt en vraagt dan plots: “Trouwens, waarom al die rare vragen. Ben jij soms tegen Atatürk?” Zijn ogen versmallen. “Je ziet er niet echt islamitisch uit, anders zou ik het wel weten.

Die fundamentalisten zijn allemaal tegen Atatürk.” Plots denkt hij het te begrijpen. Hij bekijkt ons opnieuw van kop tot teen. (Langzaam en minachtend): “Of ben je misschien een communist?”

‘MALE CHAUVINIST DICTATOR’

Atatürk is een mythe in Turkije. In steden struikel je over zijn standbeelden.

Atatürk te paard, op het slagveld, zijn volk onderwijzend. Altijd loopt ergens wel een tentoonstelling over zijn leven. Geen restaurant, bankkantoor, achterafwinkeltje of school zonder zijn foto.

Kritiek op de stichter verdraagt Turkije niet. Toeristische gidsen waarschuwen in het hoofdstuk ‘dagelijks leven in Turkije’: beschimp nooit Atatürk of een van zijn portretten.

Ruk geen posters van de muur, bekrabbel geen foto’s, maak geen obscene gebaren terwijl je op een van zijn standbeelden staat.

Turken worden er soms zo boos om dat ze je in de cel gooien. Dat kan, want Atatürk is wettelijk beschermd.

Een wet uit 1951 maakt iedere belediging van hem en zijn erfenis strafbaar.

Een wet die tot vandaag geen dode letter is. In 1997 werd een Turkse historica veroordeeld tot vijftien maanden voorwaardelijk omdat ze de erfenis van Atatürk had geschonden.

Ze had een boek vertaald waarin Atatürk werd afgeschilderd als een brutale male chauvinistdictator. Datzelfde jaar werd beslag gelegd op een uitgave van de links-liberale krant Radikal.

Het dagblad had een artikel ge publiceerd waarin Atatürk werd bestempeld als een ‘autoritaire militaire heerser’.

Zeven jaar later stellen organisaties als Amnesty International en Human Rights Watch dat het beter gaat met de mensenrechten in Turkije. Minder martelingen, meer rechten voor Koerden, betere bescherming van de vrije meningsuiting. Tenminste, zolang het niet over Atatürk of het Turkse leger gaat. Dat merkte Hakan Albayrak van de islamitische krant Milli Gazete in mei van dit jaar, toen hij vijftien maanden cel kreeg, waarvan vijf effectief. De journalist had in 2000 Atatürks begrafenis vergeleken met die van een pas overleden atheïstische auteur. “Een belediging voor Atatürk”, vond de rechter. Diezelfde maand had de krant Vakit een boete aan haar broek: de uitgever moest een half miljoen euro betalen aan het Turkse leger. Vakit had een Turkse generaal incompetentie verweten.

Prompt dienden 312 andere generaals een klacht in. Ze voelden zich ook beledigd.

Ook Mehmet Altan, politicoloog aan de Universiteit van Istanbul, weet wat het betekent als je aan Atatürk raakt. Enkele jaren geleden schreef hij in een Turkse krant dat het land dringend het militaire pad moest verlaten en een volwaardige democratie moest worden. Turkije moest evolueren naar een ‘Tweede Republiek’. Het leger draaide dol. “Ik werd bijna gelyncht”, vertelt Altan. “Landverrader, noemden ze mij.

Spion uit het Westen! Vijand van Atatürk!” De politicoloog had het aangedurfd Atatürks republiek te beledigen. “Wat vooral de woede opwekte, was het woord ‘tweede’ in Tweede Republiek.

Ze dachten dat ik de eerste republiek, die Atatürk had gesticht, niet meer goed genoeg vond. Terwijl het mij niet zozeer om de man zelf ging, maar om wat het leger met zijn land had gedaan.” Mehmet Altan is behalve politicoloog en populair columnist eerst en vooral een luis in de pels van het leger.

Geen debat over de militairen, of Altan roept wel ergens ‘weg met de generaals’. “De militairen verstikken dit land”, zegt hij. “Met hun gebazel over seculariteit proberen ze elke democratische stap te boycotten.” Zijn oproep voor een Tweede Republiek kreeg bijval van journalisten, intellectuelen en zakenmensen. Hijzelf is tevreden over de hervormingen die de regerende AKP al twee jaar uitvoert. “Eigenlijk gaat het om veranderingen die ik beoogde met mijn Tweede Republiek”, lacht Altan. “Ik hoef maar toe te kijken en in mijn handen te wrijven.”

KETCHUPLAND

We ontmoeten de politieke onruststoker in de lobby van het chique The Marmara-hotel in Istanbul. Hij is te laat, komt haastig binnengelopen, gsm in de hand – “sorry, druk druk druk” – en bestelt onmiddellijk een bloody mary. “Nog niets gegeten”, graait hij in de pinda’s. “Misschien dat dit wel een beetje vult.” U wilt een Tweede Republiek in Turkije. Wat loopt er allemaal mis in de huidige?

Altan: (grijnst) “Alles. Turkije werd opgericht door Mustafa Kemal Atatürk, een militair. Hij wilde met zijn ‘kemalisme’ dit land zo westers mogelijk maken. Dat kemalisme had geen vertrouwen in het volk en hield geen rekening met de sociaal-economische opbouw van onze maatschappij.

Plots móést iedere boer een hoed op. Mannen móésten een verfijnde, Franse handkus kunnen geven.

Arbeiders móésten op vrijdag (de islamitische rustdag, AE)gaan werken en móésten op zondag thuisblijven.

De Turken moesten er westers uitzien. Het imago was belangrijk. (zucht) “Kijk, dit zijn dingen die voorbij zijn. Erger is dat het leger het kemalisme heeft overgenomen. Tach tig jaar lang wordt die ideologie in de strotten van de Turken gepropt. (opgewonden) Een kleinering van de Turken, dat is het! Het leger denkt dat dit land, omdat het vol moslims zit, niet te vertrouwen is. Tachtig jaar al herkauwen de militairen dezelfde woorden. Dit land is seculier dankzij Atatürk, zeggen ze, en wij moeten over die seculariteit waken. Zonder schroom noemt het leger dat democratie. “Het leger heeft geen enkel maatschappelijk probleem kunnen oplossen.

Integendeel, het werden er steeds meer. De hoofddoekkwestie bijvoorbeeld. Daar heeft het leger schuld aan. Je kunt niet in één klap duizenden vrouwen verbieden een hoofddoek te dragen als ze dat zelf willen. Bam, weg ermee, zeiden de militairen in 1997. Zeven jaar later zeggen ze dat nog altijd. Ondertussen zitten al die meisjes thuis omdat ze niet mogen studeren aan de universiteit. (ironisch) Het studiepeil van Turkije naar beneden halen: fijne oplossing van het leger.” Hoe ziet uw Tweede Republiek eruit? “Er moet eerst en vooral een einde komen aan het militarisme in Turkije.

Weg met de generaals! Zij willen ons land een veelbelovende toekomst afnemen. In de plaats daarvan moet er een democratie komen die uitgaat van de bevolking. Dat is toch hoe een democratie normaal is? Het leger mag wel blijven, maar dan enkel als defensiemacht, zoals in Europa.” Hoe groot is de invloed van het leger vandaag? “Nog groot genoeg om iedereen in dit land te doen beven: en het leger dan? Wat zullen de generaals zeggen?

De geest van het leger houdt Turkije in zijn greep. Op elke beslissing die wordt genomen, werpen de militairen hun schaduw. Of het nu om een verbetering van de vrouwenrechten gaat of de verandering van opschriften op melkdozen. Op die manier geven ze zichzelf de schijn van onmisbaarheid.” Hoe krijgen de militairen dat gedaan? (grimmig) “Wel, heel eenvoudig, door staatsgrepen te plegen. Drie in tachtig jaar. Dat is iedere vijfentwintig jaar één. Na iedere coup maakten ze bovendien een nieuwe grondwet. Eentje die gunstig was voor militair Turkije.

“Na de staatsgreep van 1980 was het leger bovendien zo slim om verschillende machtige organen op te richten.

Zo ontstond de beruchte Nationale Veiligheidsraad, een clubje van generaals dat in alle politieke en militaire beslissingen iets te zeggen had. Ook de Raad voor Hoger Onderwijs, die op universiteiten scherp toeziet op het hoofddoekverbod, kwam er dankzij de militairen. Materieel ontbreekt het de militairen aan niets. Ze hebben zich in de loop der jaren steeds meer privileges toegekend.

Subsidies van Defensie, huizen op riante militaire domeinen, officiële voertuigen. Hun uitgaven? Niemand die er zicht op heeft. Geheim, klinkt het. Zonder uitleg.” Toch is er verandering in zicht.

Bij de hervormingen die de AKP doorvoert, knabbelt de regering ook aan de macht van het leger.

De militaire Nationale Veiligheidsraad kreeg een burger als secretaris-generaal. Binnenkort zal het Turkse Rekenhof de defensieuitgaven kunnen controleren.

Hoe reageert het leger? “Reken maar dat het leger zich daardoor in een hoekje gedrongen voelt! Dat zag je in mei nog, aan hun tussenkomst toen de AKP de religieuze scholen op hetzelfde niveau wilde brengen als het algemeen onderwijs.

Er verscheen een lang perscommuniqué over alweer – (zucht) – het secularisme dat in gevaar was. Zo bars hadden de militairen zich allang niet meer getoond! Ze wilden zich doen gelden, omdat ze hun prestigeverlies aanvoelden. Echt intimiderend was het niet. Zijn ze daar weer, haalden de meeste mensen hun schouders op.” Waarborgt het leger het secularisme in Turkije. Anders gesteld: kan Turkije seculier blijven zonder leger? (overtuigd) “En hoe! Het vertrouwen van de bevolking in de huidige veranderingen is enorm. De AKP krijgt grote steun voor het ontwikkelen van haar islamdemocratie, waarin het secularisme gewaarborgd wordt. Omgekeerd, als je in democratie gelooft, moet je in het volk geloven. De Turken willen dat dit lukt.” Turkije is dankzij de hervormingen van de AKP goed op weg naar een volwaardige democratie, heet het. Een van de heikele punten waren de mensenrechten.

Is de situatie verbeterd? “Ja, maar er is nog veel te doen. (lacht) Ik weet het, die zin is de laatste maanden een dooddoener geworden.

Maar wat mensenrechten betreft, vind ik het heel belangrijk dat er minder martelingen zijn. (buigt zich voorover en roert met de selder in zijn bloody mary) We hebben het hier over een volk dat zich jarenlang niet heeft gewassen en sinds twee jaar onder een grote douche staat. Misschien moet je Turkije vergelijken met een ketchupfles: je houdt haar ondersteboven, klopt er zachtjes op, maar er komt niets uit.

Dan geef je een stevige dreun en pffffffttttt, alles ineens op je bord.” (lacht smakelijk en slaat zijn drank achterover).

In het lokaal van Tesud, de vereniging van gepensioneerde officiers in Istanbul, wordt níét gelachen. “Het Turkse leger heeft een eigenheid die je nergens anders ziet”, dreunt brigadegeneraal Mümtaz Ün op. “Dat nemen de AKP noch de EU van ons af.” Hij leunt achterover en kruist de armen. “Wat wilt u eigenlijk van ons”, klinkt het dan streng. “U wilt zeker dat we iets zeggen zodat het leger weer zwart kan worden gemaakt.” We contacteerden Tesud nadat we tevergeefs ‘actieve’ officieren om een interview vroegen. Mag niet, klonk het. Geen commentaar. Bel maar naar Defensie. De gepensioneerde militairen willen wel praten. Als we niet te veel vervelende vragen stellen.

Voorzitter Mümtaz Ün van Tesud bevestigt alle clichés die Mehmet Altan opsomde over het leger. Kemalisme hier, Atatürk daar, de Turkse republiek is van ons. Ün ging in 1984 met pensioen en werd tien jaar geleden de voorzitter van Tesud. “Wij verdedigen hier de beginselen van Atatürk”, begint hij. “Alles wat wij doen, is naar Atatürks voorbeeld.” Sssst, sist plots de secretaris van de vereniging, die bij het interview zit. “Niet te veel Atatürk zeggen, daar houden ze niet van in Europa.” Dat was een grapje, knipoogt de man daarna naar ons. Zo klonk het toch niet echt.

Maar Mümtaz Ün gaat alweer verder met zijn dreunende monoloog: “Wat Europa niet begrijpt, is dat het leger de Turkse republiek heeft opgericht.

De discipline van ons leger vind je nergens anders. Onze regering wil per se in de EU. Wel, dat vinden we oké. Zolang we maar niet moeten afdwalen van de kemalistische ideologie.” En als dat wel gebeurt? Als Turkije te veel richting, pakweg, islam afdwaalt?

Hoe groot is de kans op nog een staatsgreep van het leger? “Niet groot”, meent Ün, met een teleurge stelde blik. “Tegen die islamisering zullen in eerste instantie de Turken zelf protesteren. Het leger niet meer Of toch niet door een staatsgreep. We hebben niet meer de neiging om de haverklap overal in te grijpen.” Drie dagen na ons bezoek aan zijn souvenirwinkeltje komen we toevallig opnieuw voorbij de shop van Ra mazan. De man is één brok geluk. “Ik heb drie foto’s van Atatürk aan een Italiaanse toerist verkocht”, lacht hij luid. “Goed hé?” De Italiaan vond de foto’s grappig.

Man met snor die naast vrouwen met sluier poseert (Atatürk die vrouwen aanraadt zich westers te kleden). Man met hoed, wijzend naar het publiek (Atatürk promoot de hoed ten voordele van de fez). Man met legeruniform (Atatürk als kolonel). “Eerst dacht de Italiaan dat Atatürk een islamitische politicus was.” Hij haalt zijn schouders op. “Ik ben niet kwaad geworden. Die buitenlanders zullen het toch nooit echt snappen.” Deze reportagereeks kwam tot stand met steun van de Koning Boudewijnstichting.

MORGEN IN DEEL 5: VROUWEN IN TURKIJE (1) ‘VOOR ONS WAS DE AKP GEEN VERBETERING’
Soms denk ik juist,soms denk ik fout,maar ik dénk tenminste
Dubitando ad Veritatem pervenimus (Cicero)
Sapere aude!
In het 'Huis van de Vrede' is het steeds Oorlog.
Gebruikersavatar
sprot
Berichten: 4146
Lid geworden op: ma jan 27, 2003 11:25 pm
Locatie: Hel
Contacteer:

Bericht door sprot »

‘Verkrachting? Maar jij bent mijn vrouw!’

Vandaag in deel 5: de situatie van de vrouw Turkije blijft ter plaatse trappelen wat de vrouwenrechten betreft. In de helft van de families slaat of verkracht de man zijn echtgenote. Er zijn acht vluchthuizen voor een bevolking van zeventig miljoen. Voor de Turken zijn vrouwen echtgenote, moeder of dochter, maar geen individu. De positieve berichten van de afgelopen maanden zijn overdreven, menen activisten.

Net zomin als bij vorige regeringen staan vrouwenrechten bij de AKP hoog op de agenda.

Na drie keer geeft ze het op. Haar handen beven te fel. Cigdem Nalbantoglu steekt de sigaret terug in het pakje. “Zenuwen”, zegt ze beverig. “Als ik over hem praat begin ik te trillen.” Ze veegt haar handen aan haar zwarte broek en duwt een lok donker haar achter haar oor.

Twee jaar geleden zag ze haar man voor het laatst. Toen plantte hij, in deze kamer, een mes in haar rug. Zomaar. “Ik voelde het bloed uit mijn lichaam stromen.

Hij liet niet los, bleef mij schoppen en slaan. Gelukkig kwam op dat moment een vriendin langs. Heel toevallig. Een reus van een vrouw, een transseksueel.

Ze greep hem vast en gooide hem aan de deur. Als zij er niet was geweest, was ik er niet meer. De politie? Iemand die mijn geschreeuw had gehoord, had de politie gebeld. Maar die kwam pas toen ik al in het ziekenhuis lag.” Cigdem Nalbantoglu is een ‘muhtar’ in Beyoglu. Een verkozen wijkverantwoordelijke die een aantal taken van de gemeente overneemt. Adresveranderingen opslaan bijvoorbeeld. Of identiteitskaarten uitgeven. Bewoners klagen bij haar over geluidsoverlast of putten in de wegen.

Nalbantoglu brieft de burgemeester.

Haar kantoor is een kleine kamer in een flat. In de rest van de verdieping woont ze, samen met haar twee zoontjes.

De 38-jarige vrouw zou hen liever ergens anders opvoeden. “Hier komt van alles over de vloer. Van vechtersbazen tot heroïnehoertjes”, zegt ze. Maar: “Hier wonen ook vrienden die mij zullen helpen als Ali weer eens voor de deur staat.” Ali was niet de liefde van haar leven, toen Cigdem twaalf jaar geleden met hem trouwde. Een rustige man die een klein beetje opdringerig was. Al jaren probeerde hij haar te overtuigen om zijn vrouw te worden. “Hij leek dolverliefd op mij”, herinnert Cigdem zich. “Hij leek ook heel attent en lief, een echte gentlemen.

Hij dronk, maar ging ermee stoppen.

Ik weet niet precies waarom ik met hem trouwde. Misschien omdat ik dolgraag kinderen wilde.” Ali was onderofficier bij de zeemacht.

Het koppel ging in een logementshuis voor militairen in Istanbul wonen. Cigdem zat thuis en kookte, poetste, schrobde tot de flat blonk. Ze lacht als ze eraan denkt. “Ik kon niet eens een ei koken toen ik trouwde. Ik was altijd al een beetje een wildebras geweest. Mijn moeder en drie zussen haalden hun schouders op. Hopeloos, zeiden ze en lieten me begaan.

Ik werkte al sinds mijn veertiende.

Maar na mijn huwelijk had ik zeeën van tijd en wist niet wat doen. Dus werd ik maar een goede huisvrouw.” Cigdem werd bijna onmiddellijk zwanger.

De jonge vrouw was dolgelukkig.

Haar echtgenoot minder. “Het leek wel alsof hij het kind niet wilde.” Plots sloot hij haar iedere ochtend op in huis en nam de sleutel mee. At hij eerst alles wat op tafel kwam, dan klaagde hij later over het eten. Te zout, te zoet, alweer bonen?

De eerste keer dat Ali Cigdem sloeg was aan tafel. Hij keek op zijn bord en gromde dat er te veel vlees in zijn eten zat.

Zijn moeder, zei hij tussen opeengeklemde tanden, had er vijf maaltijden van kunnen koken. Wat krijg je nou, vroeg Cigdem. Zijn antwoord was een volle vuist in haar gezicht.


Vanaf die dag was Cigdem altijd bang voor Ali. Hij had zich duizendmaal verontschuldigd voor de bloedneus en zij had hem vergeven. Maar de terreur hield niet meer op. Hij klemde haar tegen de muur en beval haar uren op één been te blijven staan. Hij probeerde haar in haar slaap te elektrocuteren met een afgeknipt elektriciteitssnoer; stopte een geladen pistool in haar mond. “Het was zijn dienstpistool en ik was zwanger van ons tweede kind. Ali schoot.

Er gebeurde niets. De kogel was blijven steken. Hij viel ladderzat op de grond – de drank had hij nooit opgegeven. Ik rende met het wapen naar zijn commandant.

De man geloofde me niet. Voor de buitenwereld was Ali de perfecte echtgenoot en vader. Ik kon nergens heen en ging terug naar huis.” Naar de politie moest ze helemaal niet gaan voor hulp. Die ene keer dat ze bloedend en met blauwe plekken was binnengebracht in het ziekenhuis, had de agent zijn schouders opgehaald. Ik heb ook wel eens ‘mot’ met mijn vrouw, zei hij. “De tweede keer dat ik zwanger werd, was na een verkrachting”, fluistert Cigdem, met een blik naar de kamer waar haar jongste zoontje speelt. “Dat mag hij nooit weten.” Het geweld bleef ook doorgaan tijdens die zwangerschap. Na de geboorte van haar tweede kind wist Cigdem dat ze weg moest bij Ali. Anders was ze binnen een maand dood. “Een vriendin van vroeger had iets gelezen over een vluchthuis in Istanbul. Ik weet niet hoe ik het ge daan heb, maar het lukte me om ook mijn twee kinderen mee te nemen.” In het vluchthuis Mor Cati in Istanbul ontmoet Cigdem vrouwen van directeurs, militairen, advocaten, bedienden en arbeiders. Blauwe plekken, verbouwde gezichten, stille tranen. “Ik wist dat ik niet de enige was”, zegt de vrouw hees. “Ik had als kind vaak gezien hoe mijn vader mijn moeder sloeg. Maar dat er zo veel waren!” Veel hoger dan gemiddeld, zo besloot Amnesty International in juni een rapport over geweld in Turkije. Tot 50 procent van alle Turkse vrouwen was ooit slachtoffer. Geweld tegen vrouwen wordt getolereerd en zelfs aangemoedigd in Turkije, schreef de mensenrechtenorga nisatie. Zowel psychologisch als seksueel en fysiek geweld.

Voor de Turken zelf bracht het rapport weinig nieuws. Iedereen kende wel een vrouw met blauwe plekken of gebroken arm. Het aantal verenigingen dat zich inzet om familiaal geweld te stoppen, schoot de afgelopen tien jaar in de hoog te. Op pagina drie van populaire kranten als Hürriyetlees je niets anders. Jongen slaat verloofde in elkaar uit jaloezie. Man steekt echtgenote dood na ruzie om glas water. Broer wurgt zus omdat het meisje te laat thuiskwam. Amnesty riep de overheid op meer aandacht te besteden aan het probleem.

Van de nieuwe AKP-regering werd ook veel verwacht door vrouwenrechtenactivisten.

De partij had de afgelopen twee jaar de ene hervorming na de andere doorgevoerd. Meer rechten voor Koerden, minder voor het leger en een einde aan de bescherming van martelaars. Wat vrouwen betreft scoorde de islamitische AKP minder goed. “Niet vanwege hun islamitische wortels, zoals velen denken”, zegt Liz Amado van Women for Women’s Human Rights, een organisatie die campagne voert voor een betere situatie van de vrouw. “Het was eerder een trend die werd voortgezet. Ook bij de vorige rege ringen merkten we onwil om iets te verbeteren aan de situatie van vrouwen.” Bij vrouwenverenigingen is de eerste hoop al lang weg. “We dachten echt dat er iets zou veranderen”, zegt Nurperi Sancak, de coördinatrice van het vluchthuis Mor Cati. “Integendeel, sinds veel gemeenten een AKP-bestuur kregen, werden verschillende vluchthuizen gesloten.

Bezuinigingen, zei men. Nu zijn er hoop en al een achttal schuilplaatsen voor vrouwen in heel Turkije.”

EEN MAAGD IS MEER WAARD

De AKP stemde ook een wetsartikel weg dat positieve discriminatie van vrouwen mogelijk maakte. “Dat was een slag”, zegt Amado van Women for Women’s Human Rights. “Vrouwen en mannen zijn dan wel gelijk, maar enkel op papier.

Meisjes worden veel minder naar school gestuurd dan jongens. Een op de vier vrouwen kan niet lezen of schrijven, tegenover een op de tien mannen. Slechts 8 procent van de vrouwen bezit onroerend goed. Daarom is het nodig dat vrouwen een streepje voor krijgen in onze maatschappij. Anders halen ze het niet.” Het probleem zit hem ook in het beeld dat het strafrecht ophangt van de vrouw.

Amado: “Een verkrachting bijvoorbeeld is geen misdaad tegen een persoon, maar tegen de maatschappij. Het is niet belangrijk dat jij het slachtoffer was, maar dat de algemene moraal werd geschonden.

Dat zie je ook in de rechtspraak in Turkije. Mannen die zich aan een maagd vergrijpen worden veel zwaarder gestraft dan wanneer ze een prostituee verkrachten.

Een maagd staat hoger aangeschreven omdat ze huwbaar is en haar verkrachting voor de ouders een enorm waardeverlies betekent. Wij willen dat die wet verdwijnt.” Een ander voorstel van Women for Women’s Human Rights ging over verkrachting in het huwelijk. De wet zegt er niets specifieks over en voor de Turkse man is de vrouw zijn bezit. “Dat zie je tot in de hoogste klassen van de bevolking”, zegt een advocate die niet met haar naam in de krant wil. “Een rechter moest onlangs een klacht behandelen van een vrouw die haar echtgenoot beschuldigde van verkrachting. Zoiets had hij nog nooit meegemaakt. Hij snapte het ook niet. Ze is toch zijn vrouw, zei hij verbaasd.

Hij doet met haar wat hij wil. En die man was dan een rechter die verkrachters moest vervolgen.” Maagdelijkheidstests, nog zoiets. De vernederende praktijk geraakt maar niet uitgeroeid in Turkije. Liz Amado: “Wij willen dat er in de strafwet letterlijk komt te staan dat maagdelijkheidstests verboden zijn. Er bestaat wel een artikel waarin staat dat een ‘genitaal onderzoek’ enkel kan na toestemming van de rechter om verkrachting te bewijzen. Maar dat is niet streng genoeg om te verhinderen dat meisjes van veertien naar een dokter worden gesleurd om te controleren of ze nog maagd zijn. In afgelegen gebieden zal geen enkele arts weigeren als een vader met zijn dochter voor de deur staat.” De strafwet verbeteren is één ding.

Moeilijker ligt de starre Turkse mentaliteit. “Vrouwen in Turkije zijn dochter, echtgenote of moeder. Nooit een individu op zich”, zegt Nurhayat Kizilkan. De sociologe is net afgestudeerd en maakt een scriptie over vrouwenrechten. “Zolang ze gehoorzaamt aan vader, man of zelfs zoon, is er niets aan de hand. Zodra ze in opstand komt, wordt ze slachtoffer van geweld.” We zitten op een terrasje in de schaduw van de beroemde Blauwe Moskee, in Sultanahmet. “Kijk maar eens naar dat koppel.” Kizilkan wijst naar een gebruinde jongen en een witblond meisje. “Een Turk met een buitenlands meisje.

Deze ziet er Russisch uit. Omdat Turkse meisjes niet bezoedeld mogen worden, profiteren die jongens hier van de boom in het Turkse toerisme. Ze kregen de Duitse, Britse en Belgische meisjes in hun schoot geworpen.” De ober kucht zachtjes. Al een kwartier staat hij verdacht dicht bij ons tafeltje.

Om af te luisteren, blijkt nu. “Die mannen hebben honger”, verdedigt hij zijn seksegenoten. Hij knikt bewonderend naar twee vrouwen die voorbijlopen.

Blond haar, blote benen, diepe decoltés. “Turkse mannen weten niet waar eerst te kijken. Dit zien ze veel te weinig. Niet dat hier geen meisjes in minirok rondlopen.

Maar die westerse meisjes, die zijn toch... makkelijker. En daarom springen ze erop.” Na al die jaren van toerisme zou hun honger toch gestild moeten zijn? “Nee, nee, nog niet”, zegt de ober met klem. “Daarvoor zouden ze de wereld moeten zien. Ik ben in Duitsland, Italië en Zuid-Afrika geweest. Vrouwen genoeg gehad, maar niemand die ik zou willen trouwen.

Toen ik terug in Turkije was, heb ik mij een fatsoenlijk en proper meisje uit het dorp uitgezocht. Ze zit nu thuis. Ik wil niet dat ze werkt.” De sociologe lacht wrang als de ober wordt weggeroepen naar een andere tafel. “Een beter voorbeeld dan hem had ik niet kunnen vinden. Met die mentaliteit blijft Turkije minstens vijftig jaar achter op het Westen.”

MACHO’S

Ondanks die achterlijke mentaliteit lukt het sommige vrouwen zich toch uit het harnas van geweld te wurmen. Een minderheid van de Turkse vrouwen heeft een succesvolle carrière, woont alleen of samen met een vriend en merkt niets van onderdrukking of achterstelling.

Vrouwen als Isik Balli bijvoorbeeld.

De 33-jarige bedrijfsjuriste dénkt er niet aan om te trouwen met haar huidige vriend. “Dat is allemaal zo passé”, zegt ze. “Ik wil mijn onafhankelijkheid behouden, niet iemands sloof worden. Ik weet zeker dat als we trouwen, mijn vriend in een commanderende tiran verandert. Daarbij, ik heb genoeg vrouwen gezien die, eenmaal gesetteld, niets anders doen dan van schoonheidssalon naar theekransje hollen. Daar voel ik mij te goed voor.” Balli groeide op in Izmir maar verhuisde vijf jaar geleden naar Istanbul.

Ze kreeg een goede job aangeboden bij een groot mediabedrijf. “Mijn ouders vonden het oké. Ze hebben mij altijd gestimuleerd te studeren. Mijn moeder is directeur van een pr-bedrijfje, mijn vader advocaat.” Een wereld met maagdelijkheidstests, uithuwelijkingen en analfabetisme is haar volledig vreemd. Wel meent ze dat het niet alleen in de genen van de Turkse man zit om de macho uit te hangen en vrouwen te onderdrukken. “Ook vrouwen in Turkije willen een makkelijk leven. Ze studeren wel hard en krijgen een goede job, maar dan begint de jacht op de rijke man.” Deze reportagereeks kwam tot stand met steun van de Koning Boudewijnstichting.

MORGEN IN HET LAATSTE DEEL: VROUWEN (2): EREMOORDEN, DE SMET VAN HET ZUIDOOSTEN ‘Mannen die zich aan een maagd vergrijpen worden veel zwaarder gestraft dan wanneer ze een prostituee verkrachten. Een maagd staat hoger aangeschreven omdat ze huwbaar is en haar verkrachting voor de ouders een enorm waardeverlies betekent’
Soms denk ik juist,soms denk ik fout,maar ik dénk tenminste
Dubitando ad Veritatem pervenimus (Cicero)
Sapere aude!
In het 'Huis van de Vrede' is het steeds Oorlog.
Gebruikersavatar
sprot
Berichten: 4146
Lid geworden op: ma jan 27, 2003 11:25 pm
Locatie: Hel
Contacteer:

De traditie van eremoorden

Bericht door sprot »

Vandaag het slot: de traditie van eremoorden

Kadriye werd met een bijl bewerkt, Semse gestenigd en Güldünya doodgeschoten. Krankzinnige horror, zo zou je de traditie van eremoorden in het oosten en zuidoosten van Turkije kunnen noemen. Daar heerst nog het feodale systeem dat vrouwen tot bezit maakt dat je weggooit indien niet meer nodig. Voorzichtige schattingen spreken over tweehonderd eremoorden per jaar. En de wet?

Die moet nog gemaakt worden.

Moeder Saime huilt bittere tranen. Met de punt van haar hoofddoek veegt ze haar gerimpelde wangen droog. Ze jammert zachtjes en verbergt haar verweerde gezicht achter ruwe handen. “Allah had mij moeten nemen in plaats van Kadriye”, snikt Saime Demirel op een houten krukje op de binnenplaats.

Het huis van de familie Demirel is een krot aan een vuil steegje, in het armste deel van Diyarbakir, in het zuidoosten van Turkije. Een laag gebouw met plat dak, een smerige binnenplaats en een badkamer buiten. Versleten pantoffels in een halfvergane schoenenkast, gedeukte ijzeren waskommen en grauwe singletjes aan een kromme waslijn. Vuile, gebroken ramen afgedekt met karton. De woning bestaat uit één kamer, in tweeën verdeeld met een gordijn. Een deel voor de ouders en een deel voor de kinderen. De Demirels hebben er zeven. Min Kadriye.

De foto’s van Kadriye heeft moeder Saime allemaal weggedaan, net als haar kleren. “Ik kon het niet meer aan”, weent ze. “Ik zag haar altijd voor me.” Jammer, we hadden graag geweten hoe het meisje eruitzag. Nergens zijn foto’s van haar verschenen. De Turkse pers heeft enkel een foto waarop ze, gewikkeld in verband, aan een beademingsapparaat ligt.

Genomen nadat ze in een coma was geslagen door Ahmet, haar broer.

Kadriye was de braafste van haar zeven kinderen, zo probeert de moeder haar te beschrijven. Een proper meisje dat de deur niet uitging – dat de deur niet uit mócht.

Haar sociaal leven bestond uit kletsen met de buurvrouw. Kadriye was nooit naar school gegaan, kon niet lezen of schrijven en was onvoorstelbaar naïef voor een vijftienjarig meisje. Zo onwetend dat ze niet wist wat die bolle buik was.

De familie Demirel is doodarm. Wat ze van de bijstand krijgen, is amper genoeg voor het eten. Vader Süleyman is aan de fles. Als hij niet laveloos in bed ligt, zit hij op café. Moeder Saime verdiende maandelijks 100 euro met de verzorging van een bedlegerige vrouw. Tot die enkele maanden geleden stierf. Nu is er helemaal geen geld meer. Maar haar grootste verdriet is haar zoon Ahmet in de gevangenis van Diyarbakir. “Hij zegt dat hij spijt heeft”, zegt de vrouw. “Ik vind dat hij mag worden vrijgelaten.

Kadriye is nu eenmaal dood. Niets aan te doen. Waarom nemen ze hem ook af van mij?” Saime Demirel probeert de dag dat alles veranderde, te reconstrueren. Het was een warme dag in het voorjaar van 2003, zegt ze. Wanneer precies, weet ze niet meer. Ergens in mei, denkt ze. Ahmet lag op het lage, platte dak van de buren. Van daar had hij een perfect uitzicht op de binnenplaats van zijn huis. Dorst plakte zijn tong aan zijn gehemelte. “Kadriye, breng mij een glas water”, riep hij lui naar beneden. Hij wist dat zijn zus daar ergens rondliep.

Geen antwoord.

Vreemd, vond Ahmet. Kadriye was anders altijd zo gehoorzaam. Toen hoorde hij gestommel, zag de badkamerdeur opengaan en een man wegvluchten. Kadriye zat nog binnen. “Hoer”, schreeuwde hij en sprong naar beneden, op de binnenplaats. “Ik vermoord je.” Ahmets vuisten sloegen het meisje op de grond.

Op dat moment kwam hun moeder thuis. “Ik haalde ze uit elkaar en stuurde mijn zoon weg”, vertelt de vrouw. “Kadriye huilde. Ze was niet in staat iets te zeggen.

De volgende morgen kwam Ahmet terug.

Breng je dochter naar een arts, riep hij. Zie of ze nog maagd is.” Zes maanden zwanger, zei de dokter en keek heimelijk naar haar blote ringvinger.

Moeder Saime nam Kadriye mee naar haar zus. Thuis was te gevaarlijk, nu ze niet alleen geen maagd meer was maar ook nog een kind verwachtte.

Saime Demirel: “Ik smeekte haar te vertellen wat er gebeurd was. Ze zei dat ze verkracht was geweest door haar neef, Mehmet Ali. De man die die dag wegvluchtte, was iemand anders. Een buurman die hetzelfde wilde proberen.” Moeder Saime probeerde haar zoon te overtuigen dat Kadriye geen schuld trof.

‘Kan me niet schelen, ma’, reageerde Ahmet opgewonden. ‘Verzin iets. Zorg ervoor dat onze eer niet bezoedeld wordt.’

Ze trok naar de familie van haar neef. Als die hem liet trouwen met Kadriye, was het probleem opgelost. Mehmet Ali haalde zijn schouders op als reactie. Wie kon met zekerheid zeggen dat het zijn kind was? Die zin bepaalde Kadriye’s lot. “Uit schrik voor Ahmet, verstopten we ons bij familie en buren.

Hij zou vast kwaad zijn omdat ik geen oplossing had.” Zevenentwintig dagen lang waren Kadriye en haar moeder spoorloos. Om de twee dagen ergens anders, zodat niemand hen kon vinden. Dan stapten ze, ten einde raad, naar de politie. Om klacht in te dienen tegen de neef en om bescherming tegen Ahmet te vragen. “Ga maar gerust naar huis, zei de procureur die de klacht noteerde. Er zal jullie niets overkomen.” Die dag keren Saime en Kadriye Demirel terug naar huis. Ahmet kwam pas laat op de avond binnen. Hij was heel kalm. Of zijn zus even mee naar buiten ging? Hij wilde haar spreken. “Het leek alsof hij zich had verzoend met de situatie. Ze bleven lang weg. Ik was moe en viel in slaap. Ik werd wakker door geklop op de deur. Politie.

Of Ahmet hier was, vroegen ze.” Kadriye Demirel stierf niet onmiddellijk.

Toen haar broer haar de schedel had ingeslagen met een steen en haar had bewerkt met een hakbijl, bloedde het meisje eerst half leeg in het achterafsteegje. Pas op 17 november 2003, na zes maanden coma, stierf ze.

Moeder Saime toont ons de plek. Een duister straatje waar ook overdag de zon niet doorbreekt. “Ik krijg het benauwd als ik hier langs loop”, zegt ze. Ze prevelt een gebed. “Meestal maak ik een omweg.” Toen het meisje pas dood was, leek de fa milie iets minder rouwig. Jammer dat Kadriye dood is, maar ze heeft het wel verdiend.

Wat hebben we nog als we onze eer verliezen? “Als ik een man was, had ik hetzelfde gedaan”, zei Kadriye’s zus Leyla in een interview met de krant Milliyet. “Het is normaal dat ze werd vermoord”, meende Yilmaz, een broer. “Een mens leeft voor zijn eer. Ik vind het erg dat mijn zus dood is. Maar ik vind het ook erg dat Ahmet in de cel zit voor iets dat normaal is.”

EEN ECHTE MAN

Had Ahmet zijn zus niet vermoord, dan was de familie Demirel de paria van de wijk geworden. Voordat zijn dochter stierf, werd achter de rug van Süleyman Demirel gefluisterd dat ze bedorven was. Weg ermee.

Rot. Een echte man zou al lang zijn eer gezuiverd hebben. Waar wachtte Süleyman op? Leyla, de oudste dochter des huizes, werd niet meer op de thee ge vraagd bij de buren. Als Ahmet over straat liep, draaiden alle hoofden de andere kant op. Toen Kadriye dood was, werd alles opnieuw zoals vroeger. “Als een lid van de familie aarzelt of weigert iets te doen aan de schande, wordt de hele familie afgestraft door de gemeenschap”, zegt Vildan Yirmibesoglu, advocate en voorzitster van de Raad voor Mensenrechten van de provincie Istanbul. “Maar meestal staat er altijd wel iemand klaar om de eer te zuiveren. Zo wilde in Urfa bijvoorbeeld vader Gök zijn dochter Sevda niet vermoorden. Het meisje had niets gedaan, er werd enkel over haar ge roddeld. Maar de grootvader regelde het zaakje wel. Twee neven sneden de keel van het meisje door op het marktplein.” Vildan Yirmibesoglu is een autoriteit op het gebied van eremoorden in Turkije. De advocate was de eerste die de praktijk onderzocht en uit de taboesfeer haalde. Ze trok begin jaren negentig van Istanbul naar Gaziantep, in het zuidoosten van Turkije, waar ze dertien jaar woonde. “Niet lang nadat ik er was beginnen werken, leerde ik dat eremoorden het belangrijkste vrouwenprobleem was”, vertelt ze.

Dat vond niet iedereen. Het was 1993 en in het zuidoosten van Turkije was de oorlog tussen het Turkse leger en de separatistische PKK op zijn hoogtepunt. Iedere dag vielen slachtoffers. Hele dorpen werden platgebrand en duizenden moesten verhuizen. Yirmibesoglu kreeg geen ge hoor bij de lokale overheden. “Er waren grotere problemen. ‘Lichtere’ onderwerpen als eremoorden kwamen later wel aan de beurt.” Vildan Yirmibesoglu ging op haar eentje aan de slag. Ze verzamelde rechtbankverslagen, stuurde perscommuniqués rond en bezocht families van slachtoffers. “Heel vaak zat de moeder dan in een hoekje te snikken. Vaders keken stuurs de andere kant op als ik hen condoleerde. Voor hen was de moord geen verlies, maar een verlossing.”

STOEL TE LAAG

Eremoorden waren iets nieuws voor Vildan Yirmibesoglu. Zij was in Istanbul opgegroeid in een moderne familie. In Gaziantep leerde ze op welke manier de eer bezoedeld kon worden. “Overspel van een getrouwde vrouw. Meisjes die geen maagd zijn, zwanger zijn maar niet getrouwd. Te laat thuiskomen. Van ver gezien met een vreemde jongen”, somt ze op. “En die dingen hoeven niet eens echt gebeurd te zijn.

Soms zijn roddels voldoende. Dan gaat de familieraad, een clubje mannen uit de familie, over tot het bepalen van wie de moord uitvoert en wanneer.” Kadriye, Semse, Sevide, Güldünya, Sevda...

– jaar na jaar groeide de slachtofferlijst.

Betrouwbare cijfers over het aantal eremoorden zijn er niet. Jaarlijks driehonderd, zeggen sommige bronnen. Andere mikken nog hoger. De gevallen die de media halen, zijn het topje van de ijsberg.

In afgelegen Turkse dorpen is het makkelijk om een vrouw te doen verdwijnen zonder dat iemand iets merkt. Veel vrouwen en meisjes hebben geen identiteitskaart, zijn niet voor de wet getrouwd en kunnen niet lezen of schrijven. Ze komen zelden buiten en zien alleen hun familie. Vrouwen die niet bestaan, maar wel vermoord kunnen worden.

Of er is de ‘valse’ zelfmoord, nog een manier om een eremoord te verbergen. Vorig jaar werd het lijk van Sevide Uyanik (24) teruggevonden.

Zelfmoord, zei de schoonfamilie.

De lijkschouwer twijfelde. Nooit eerder had hij een zelfmoord gezien met behulp van een zware kalasjnikov. Enkele dagen later werd Sevide’s schoonbroer aangehouden voor moord. Sevide was zwanger geweest, mogelijk nadat ze door hem was verkracht. Twee dagen voor haar dood was ze bevallen. Het lijkje van de baby, ook vermoord, werd kilometers buiten het dorp gevonden, begraven in een tuin.

Ook Vildan Yirmibesoglu vond valse zelfmoorden in de rechtbankverslagen die ze in het zuidoosten onderzocht. Veel meisjes die zich hadden opgehangen, bang om vermoord te worden. Ze kregen een stuk touw en een stoel. Buiten wachtte de familie. “De meest tragische zaak was die van het meisje dat niet aan het touw kon”, herinnert ze zich. “De stoel was te laag. Geen probleem, dan legden ze er toch een kussen op? Bij de volgende poging werd de stoelpoot verbogen. Urenlang brak de familie zich het hoofd over een oplossing.

Het meisje kon zich uiteindelijk toch ophangen.

Pas toen iemand van de familie zijn mond voorbijpraatte, werd haar zelfmoord geklasseerd als moord.” Bewustmakingscampagnes genoeg. Onderzoeken en documentaires zijn er bij de vleet. Net zoals interviews met activisten en daders. De taboesfeer omtrent eremoorden is opgeheven dankzij het werk van activisten als Vildan Yirmibesoglu.

Maar een duidelijke wet tegen eremoorden?

Die kwam er nog niet. Ondanks zwaar lobbywerk bleef de regerende AKP voorzichtig tijdens de hervorming van het strafrecht. “We hadden bij de regering een voorstel ingediend om eremoorden te plaatsen onder moord met voorbedachten rade, maar dat werd afgeketst”, zegt Liz Amado van de vrouwenorganisatie Wo men for Women’s Human Rights. “Terwijl eremoorden toch vooraf gepland worden.

Hoe voorbedachter kan een moord zijn?” Bovendien, zegt Amado, heeft de wet wel geholpen bij iets wat vergelijkbaar is met eremoorden of erewraak. De bloedwraak is bijna volledig verdwenen in Turkije nadat ze onder moord met voorbedachten rade werd ingedeeld. Het gebeurt nog zelden dat twee families verwikkeld zijn in een bloedvete die generaties lang aansleept.

Amado: “Het enige lichtpunt in de hervorming van het strafrecht is de schrapping van het artikel dat strafvermindering toekent aan moord op echtgenoten die overspel pleegden. Dat is een goede evolutie, maar nu denkt iedereen dat daders van eremoorden helemaal geen strafvermindering kunnen krijgen. Ze vergeten het wettelijk principe van de onrechtmatige uitlokking.” Tegen dat principe kwamen duizenden vrouwen de afgelopen maanden op straat. “Met die wet krijgen daders van eremoorden vaak grote strafvermindering”, zegt Amado. “Vooral daders van eremoorden profiteren daarvan. Ze voelden zich ‘gedwongen’ door het ‘onbeschaamde’ gedrag van hun zus, zeiden ze tegen de rechter Het meisje had dan naar de radio geluisterd of de telefoon opgenomen. Vaak pakte dat excuus bij conservatieve rechters in de streek. Wij willen dat zwart op wit in de wet staat dat eremoordenaars geen ge bruik kunnen maken van het excuus van onrechtmatige uitlokking. Anders blijft er altijd wel een achterpoortje.” Ahmet Demirel profiteerde ook van de ‘onrechtmatige uitlokking’ nadat hij Kadriye had vermoord. De procureur had in eerste instantie nochtans de doodstraf geëist tegen de jongen. De zaak-Kadriye was landelijk nieuws geworden. Overal flitsten fototoestellen. Vrouwenorganisaties liepen de straten plat. De procureur wilde een voorbeeld stellen. En vooral geen gezichtsverlies lijden voor de media.

Het liep een beetje anders. Tijdens het proces bleef Ahmet doorzeuren over zijn ‘echte leeftijd’. Hij was niet 20, zoals op zijn identiteitskaart, maar 16. Hoogstens.

Een foutje bij de inschrijving van zijn geboorte.

Vergissingen op geboorteaktes komen vaak voor in Turkije. De rechter beval daarom een botonderzoek. Dat wees uit dat de jongen werkelijk rond de zestien jaar was. Ahmet werd veroordeeld tot zes jaar cel. De nieuwe rechter had rekening gehouden met de spijt die hij toonde. En ook voor ‘onrechtmatige uitlokking’ door zijn zus – ‘ze was zwanger, edelachtbare’ – was de rechter niet doof. Ahmet komt waarschijnlijk over twee jaar vrij.

Goed nieuws voor moeder Saime Demirel. “Telkens als ik hem in de gevangenis ga opzoeken, mort hij. Heb je geen geld bij?

Kon je geen andere kleren meenemen? Ik ben toch je zoon!” De tranen staan alweer in haar ogen. “Het is zo moeilijk, maar toch wil ik geen enkele week missen. Het lijkt wel alsof hij echt spijt heeft. Misschien beseft hij wat hij gedaan heeft, als hij het graf van Kadriye ziet.” Eer is belangrijk in Turkije. “In heel Turkije”, benadrukt advocate Vildan Yirmibesoglu. “Maar het moorden om de eer is iets dat eigen is aan het zuidoosten. Elders zal men proberen meisjes die het slechte pad opgingen, zo snel mogelijk uit te huwelijken.

Of hen helemaal te verstoten.” Yirmibesoglu doet momenteel een onderzoek naar eremoorden tussen 1995 en 2002. “Als je die van de afgelopen jaren bekijkt, zie je dat de meeste in Istanbul werden gepleegd. Maar de daders waren wel Koerden, die naar de metropool waren verhuisd.

De verhuizing naar Istanbul heeft niets veranderd aan hun traditie.” De Koerdische samenleving in het oosten en zuidoosten van Turkije is vaak nog ingebed in het feodale systeem. Aga’s, een soort herenboeren, zijn baas over dorpen en gigantische gronden. Vrouwen komen alleen buiten om te werken. Een wereld waar drie dingen belangrijk zijn: at, avrat, silah – paard, vrouw, wapen. De familie-eer is van levensbelang en de vrouw is er de klos van. Yirmibesoglu: “Grote families wonen onder één dak. De banden zijn heel nauw. Iedereen is verantwoordelijk voor andermans bezit. Daartoe worden ook de vrouwen gerekend. Als een van hen iets verkeerd doet, heeft iedere man in de familie het recht haar op haar plaats te zetten.

Die traditie zet zich verder als dorpelingen verhuizen naar steden.”

CHROMOSOMEN

Naar een stad als Diyarbakir, bijvoorbeeld, met een grote populatie van inwijkelingen.

Ze wonen in vervallen gebouwen en stoffige, nauwe steegjes. Achterbuurten waar je struikelt over het aantal kinderen. In de stad aan de Tigris is de burgeroorlog nog niet verwerkt. Vreemdelingen krijgen een argwanende blik. Jobs zijn onvindbaar. In het zuiden is Irak met een andere oorlog gevaarlijk dichtbij. En dan wordt Diyarbakir nog het Parijs van het zuidoosten genoemd.

Alleen de watermeloenen, de trots van de regio, blijven het goed doen. Abdurahman prikt nog een stuk van het rode fruit op zijn vork. Hij peutert de zwarte pitten eruit en steekt de brok slurpend in zijn mond. “Bij ons speelt traditie geen rol”, kauwt hij. “Mijn vrouw draagt moderne kleren. Maar als er over haar geroddeld zou worden of, nog erger, als ik haar zou betrappen met een ander, dan is de kans heel groot dat ik mijn eer zuiver.” We zitten op het dakterras van een populair restaurant, in het centrum van de stad. Een wulpse zangeres zingt tragische liefdesliederen. Het publiek drinkt raki en eet vlammend hete kebabs. Zestig mannen, amper vijf vrouwen. Hoe later op de avond, hoe zatter de keet. De eigenaar lijkt op Abdullah Öcalan, spreekt beter Koerdisch dan Turks en laat zijn dikke buik meeschudden op het ritme van de muziek.

Ambiance! Abdurahman probeert zijn mogelijke neiging tot een eremoord te verklaren. Zijn uitleg komt dicht in de buurt van wat Ahmet dacht toen hij zijn zus Kadriye vermoordde. “Als ik niets zou doen, zouden mijn vrienden erover spreken”, zegt de 37-jarige zaakvoerder. “Niet in mijn gezicht, maar ik zou het voelen.” Is roddel belangrijker dan het leven van zijn vrouw? (Kortaf)“ Ja. Het gaat om mijn eer.” Adem, een bediende, springt zijn vriend bij. “Je wordt gedwongen door deze maatschappij.

Dat zie ik al bij mijn kinderen.

Mijn zoon, die in het middelbaar zit, wil niet meer met zijn zusje van zes buiten spelen. Ze moet binnenblijven, riep hij boos. Hij vond dat haar rokjes te kort waren.

Zijn vrienden hadden gezegd dat ze ‘alles’ zagen.” Adem slurpt aan zijn raki. “Thuis leert mijn zoon zo’n houding niet. Op school ook niet.” Nog een slok van de anijsdrank. “Het zit in onze chromosomen. Dat krijg je er heel moeilijk uit.” Advocate Vildan Yirmibesoglu zag dezelfde machohouding bij haar ex-man. Ze had hem in Istanbul leren kennen en was hem gevolgd naar Gaziantep, zijn geboortestad. Na dertien jaar huwelijk ontdekte ze dat hij een ‘kuma’ had, een bijzit via een religieus huwelijk. “Ik zette onmiddellijk de scheiding in”, vertelt de vrouw. “Ik kon niet geloven dat mijn echtgenoot, die gestudeerd en veel gereisd had, zich inliet met kuma’s. Een gewone maîtresse zou al erg geweest zijn, maar een religieus huwelijk! Later ontdekte ik dat kuma’s, net als eremoorden, ‘normaal’ zijn in het zuidoosten.” Drie maanden na de scheiding stond haar ex weer voor de deur. Geen poging tot verzoening, maar een dreigement. “Hij zei dat als hij ooit ook maar de kleinste roddel hoorde over mij, hij mij zou moeten vermoorden.

Ik was de moeder van zijn twee kinderen. Mijn eer was hun eer en dus ook de zijne. Ik heb de deur dichtgeslagen en ben teruggekeerd naar Istanbul.” Deze reportagereeks kwam tot stand met steun van de Koning Boudewijnstichting

Einde .....
Soms denk ik juist,soms denk ik fout,maar ik dénk tenminste
Dubitando ad Veritatem pervenimus (Cicero)
Sapere aude!
In het 'Huis van de Vrede' is het steeds Oorlog.
Gebruikersavatar
sprot
Berichten: 4146
Lid geworden op: ma jan 27, 2003 11:25 pm
Locatie: Hel
Contacteer:

Bericht door sprot »

Beroering in Turkije over wet tegen vreemdgaan

Van onze correspondent in Turkije

ISTANBUL - Vreemdgaande mannen en vrouwen in Turkije moeten binnenkort op hun tellen passen. De Turkse regering werkt aan een wet die overspel strafbaar maakt. Omdat de Turkse vrouwen dat willen, zegt de conservatieve regering. Onzin, vinden vrouwenorganisaties. Vrouwen worden volgens hen juist de dupe van de nieuwe wet.





Ook leden van de grootste oppositiepartij gruwden van het voorstel. Parlementsleden van de linkse Republikeinse Volkspartij (CHP) waarschuwden voor een terugkeer van de sharia, de islamitische wetgeving die overspel ook strafbaar stelt. De nieuwe wet zou een voorbeeld zijn dat de regerende Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij (AKP), die voorkomt uit verboden islamitische partijen, het seculiere Turkije langzaam meer islamitisch wil maken.

Maar ondanks het verzet komt de wet er waarschijnlijk toch. De regering en oppositie hebben lang onderhandeld over een nieuw wetboek van strafrecht en lijken het nu op een akkoordje te gooien. In ruil voor het verbod op een slippertje trekt de AKP andere gevoelige voorstellen in. De regeringspartij wilde bijvoorbeeld ook de celstraffen schrappen voor vrouwen die hoofddoekjes dragen in publieke gebouwen. De CHP is juist een grote voorstander van het hoofddoekjesverbod en wil die mogelijkheid behouden.

Ondanks het feit dat veel leden van zijn partij bezwaren hebben, tilt oppositieleider Deniz Baykal (CHP) veel minder zwaar aan het criminaliseren van vreemdgaan. Het hoeft van hem niet, maar hij zal ook niet dwarsliggen. ,,Als de gelijkheid tussen man en vrouw is verzekerd, zullen we geen bezwaar maken om van overspel een misdrijf te maken'', zei hij.

Volgens de AKP is de nieuwe wet nodig om het heilige instituut van de familie te beschermen. De parlementsleden van de partij hebben naar eigen zeggen honderden brieven gekregen van vrouwen uit Anatolië. Allemaal drongen ze aan op het strafbaar stellen van echtbreuk. ,,De samenleving verwacht dit'', aldus minister van Justitie Cemil Cicek.

Onzin, vindt de vrouwenorganisatie Ucan Süpürge (Vliegende Bezem) uit Ankara. Het voorstel lijkt volgens de beweging op papier weliswaar evenwichtig omdat vrouwen en mannen dezelfde straf krijgen opgelegd als ze overspel plegen. Maar in de Turkse praktijk komt daar niks van terecht.

,,Het probleem is dat Turkse vrouwen niet zo snel naar de rechter stappen'', zegt Ela Gökalp. ,,Mannen doen dat wel. Zij zullen deze wet misbruiken. Bijvoorbeeld als ze geen alimentatie willen betalen. En zo worden vrouwen alsnog het slachtoffer.''

Het Turkse Hooggerechtshof schafte in 1996 en 1998 nog twee wetten af die overspel strafbaar stelden. Volgens het Hof waren ze in strijd met het principe van gelijkheid tussen en vrouw. Zo was de straf voor mannen lichter dan voor vrouwen. Bovendien waren getrouwde vrouwen veel sneller strafbaar. Zij hoefden daarvoor alleen maar met een andere man dan hun echtgenoot te slapen. Getrouwde mannen pleegden pas overspel als ze ook in een huis samenwoonden met een andere vrouw.

Het nieuwe vreemdgaanverbod maakt deel uit van een totale herziening van het wetboek van strafrecht. Daarin komen onder meer zwaardere straffen voor eerwraak en martelingen en nieuwe straffen tegen discriminatie. Turkije wil die veranderingen er nog snel doorheen jagen voordat de Europese Commissie begin oktober een rapport uitbrengt. Daarin wordt beoordeeld of het land klaar is voor onderhandelingen over toetreding tot de EU.

Volgens het CHP-parlementslid Orhan Eraslan is het verbieden van overspel dan ook een enorme blunder. ,,We maken een nieuw wetboek van strafrecht om te harmoniseren met de EU'', zei hij. ,,In welk EU-land wordt overspel beschouwd als een misdaad?''
Soms denk ik juist,soms denk ik fout,maar ik dénk tenminste
Dubitando ad Veritatem pervenimus (Cicero)
Sapere aude!
In het 'Huis van de Vrede' is het steeds Oorlog.
Gebruikersavatar
Kafir
Berichten: 284
Lid geworden op: wo okt 29, 2003 11:19 pm
Locatie: Nederland

Bericht door Kafir »

Ik twijfel nog, maar er moet nog heel veel gebeuren in Turkije voordat dit land bij de EU zou mogen.
Dit vanwege de verhalen hierboven, maar ook vanwege de opkomst van het Islamitische creationisme.
In Turkije worden docenten en wetenschappers die de evolutieleer aanhangen en verkondigen, bedreigd en soms zelfs geliquideerd.
http://www.geocities.com/athens/cyprus/ ... rder4.html
De meest invloedrijke creationist is Harun Yahya. Hoewel hij (voor zover ik weet) nergens letterlijk oproept tot moord, zaait hij met zijn leugens zoveel haat jegens evolutionisten, dat hij daarmee zeker medeschuldig is.
Voor kritische artikelen omtrent de leugens van Harun Yahya, kijk op deze site: http://www.freethinker.nl/index.htm

ciao... Kafir... 8)
nina
Berichten: 1884
Lid geworden op: zo jan 26, 2003 10:53 pm

Bericht door nina »

Hier is nog een kritisch artikel tegen Harun Yahya's ideeën:

http://www.redrival.com/evolusi/

Ik heb trouwens tegen toetreding gestemd, vind dat ik het moet motiveren, maar ik heb andere dingen te doen. Het heeft ondermeer te maken met al die dingen die ik ooit al schreef over vrouwendiscriminatie en eremoord in Turkije. En natuurlijk ook vele andere dingen, die hierboven genoemd zijn.
Gebruikersavatar
Kafir
Berichten: 284
Lid geworden op: wo okt 29, 2003 11:19 pm
Locatie: Nederland

Bericht door Kafir »

nina schreef:Hier is nog een kritisch artikel tegen Harun Yahya's ideeën:
http://www.redrival.com/evolusi/
Ik heb trouwens tegen toetreding gestemd, vind dat ik het moet motiveren, maar ik heb andere dingen te doen. Het heeft ondermeer te maken met al die dingen die ik ooit al schreef over vrouwendiscriminatie en eremoord in Turkije. En natuurlijk ook vele andere dingen, die hierboven genoemd zijn.
Ik begrijp je punt, en waarschijnlijk heb je wel gelijk. Ik heb nog een beetje de hoop dat de progressieve krachten in turkije sterker worden door de toetreding. Misschien wel een beetje naief van mij.

Heel erg bedankt voor de link trouwens.

ciao.... Kafir... 8)
Plaats reactie