’We willen dat het leven weer normaal wordt’
MOSUL - Iraakse troepen rukken op richting de stad Mosul, de stad die al twee jaar lang wordt bezet door IS. Hoewel de terreurgroep een beeld probeert te schetsen van een normale stad met inwoners die aan het werk zijn, kinderen die naar school gaan en een gelukkig leven leiden, is dat beeld op zijn zachtst gezegd twijfelachtig.
De de mensen van Mosul zijn, sinds de militante groepering in juni 2014 de stad in beslag nam, afgesneden van de wereld. Mobieltjes zijn verboden en betrapt worden met een telefoon resulteert in een straf van middeleeuwse proporties. Veel inwoners zijn bang om in hun stad te blijven nu het offensief van de Iraakse troepen nadert. Maar een alternatief is er niet: een veilige uitweg lijkt niet te bestaan. Naar schatting zitten ruim anderhalf miljoen inwoners als ratten in de val.
Doodsbang
CNN interviewde zes dappere mensen over hun leven in Mosul. Uit de gesprekken blijkt dat de inwoners, die uit veiligheidsoverwegingen niet met hun echte naam op internet willen, voornamelijk doodsbang zijn. Zo vertelt de soennitische Abu Ahmed, die met zijn vier kinderen en vrouw naar het westen van de stad is gevlucht, dat hij vreest dat terroristen van IS zijn 11-jarige dochtertje mee zullen nemen. „Ik ben bang voor IS, maar ook voor de peshmerga en de sjiieten.” Op de vlucht voor de militante groepen, heeft Ahmed zijn kiosk moeten achterlaten.
Normaal
Ook de 24-jarige Mostafa heeft al twee jaar geen baan meer. De Irakese hoopt dat het leven voor haar man en vijf kinderen weer normaal wordt. „We willen dat onze kinderen terug naar school kunnen en dat we een leven kunnen leiden dat bij ons past. Een normaal leven. Het belangrijkste is dat IS en de terroristen Mosul verlaten.”
De 70-jarige Haja Fawzy heeft haar twee zoons al twee jaar niet gezien. Zij moesten Mosul verlaten omdat ze bij het Iraakse leger werkten en werden weggestuurd toen IS de stad overnam. Fawzy heeft maar één wens: haar kinderen nog eens zien, voordat ze zal sterven.
Ex-politieagent Falah koos in 2014 eieren voor zijn geld: hij wilde niet vluchten en besloot uit angst te worden bestraft, te gaan werken voor IS. De 40-jarige man is bang dat de overheid hem als een verrader ziet: „Wat nou als ze me vragen: wat heb je de afgelopen jaren gedaan? Ik maak me er zo druk om. Als de overheid de stad herovert, ga ik naar de gevangenis. Wie zorgt er dan voor mijn vrouw en kinderen?”
Haat
De jonge moeder Om Emad hoopt dat het Iraakse leger de stad snel zal heroveren. Emad zegt dat haar zoon twee jaar gemist heeft op school. Ze haalde haar kind van school, omdat ze niet wilde dat hij les zou krijgen volgens de ideologie van IS. „We wachten dat God ons redt, want we zijn moe. We zijn blij dat de herovering begonnen is, maar het moet sneller gebeuren! We haten ons leven op dit moment. We willen onze echtgenoten weer aan het werk zien. We willen dat onze kinderen weer naar school gaan.”
De oudere dame Hajja Om Saleh moet haar zoons en kleinkinderen al twee jaar missen. Zij zijn gevlucht, maar Saleh is niet in staat ze te bezoeken. „Mijn huis is zo triest en donker zonder mijn familie. We willen het doden en vernietigen stoppen zodat mensen kunnen terugkeren naar hun huizen en het leven weer normaal wordt.”