Waarover een D66’er niet nadenkt... (Oftewel: De achtergronden van de doodsbedreiging aan het adres van Alexander Pechtold en waarom links-liberaal Nederland die niet kan bevatten)
Geplaatst op 7 december 2016
Pechtold arriveert bij de rechtbank in Leeuwarden.
Alexander Pechtold, voorman van D66, toonde zich 6 december jl. voor de Rechtbank in Leeuwarden “openhartig” of, in zijn eigen woorden, hij “verbrak zijn stilzwijgen.” Om precies te zijn: Over het feit dat hij de afgelopen jaren diverse malen met de dood is bedreigd. Even zovele keren had hij, aldus zijn verklaring, daarvan aangifte gedaan, zonder dat Justitie tot ingrijpen was overgegaan, maar nu men in dít geval die stap althans genómen had, in verband met een publieke doodsbedreiging op Facebook, trotseerde hij dus eveneens een drempel, die der openhartigheid, en slingerde zijn doorstane leed van de laatste paar jaar, zijn vrees, zowel om zijn eigen welzijn als om dat van de zijnen (“Ik ben niet alleen politicus, maar ook váder”) er uit. Flinke vent, Alexander; hopelijk heeft het je opgelucht.
Zoals het een Pechtold betaamt, passeerde in zijn betoog diverse malen het begrip “fatsoen” de revue: Zo benadrukte hij, naar ik mij voorstel niet zonder enige pathetiek, dat het, hoezeer men ook aan een politicus, buurman of wie dan ook de pest mocht hebben, altijd zaak was, zijn “fatsoen” te houden en dat doodsbedreigingen “niet als normaal” beschouwd moesten gaan worden. (Juist, Alexander, zo kennen we je weer.) Hij had het geluk dat hij daar stond als benadeelde partij in plaats van als beklaagde, zodat hem door niemand de vraag gesteld kon worden waarom hij dan de afgelopen decennia zo ijverig had deelgenomen aan de demonisering van collega-politici èn anderen, zodat hèn op hun beurt die doodsbedreigingen – en in enkele gevallen de fatale afloop deelachtig geworden was. Toch een geluk, hè, Alexander, dat jóu die vraag bij deze gelegenheid niet kon worden gesteld!
Vanzelfsprekend werd de aan feitelijke beklaagde, Johnny R., wèl de vraag gesteld hoe hij tot zijn ‘misdrijf’, de doodsbedreiging, gekomen was. De man antwoordde waarheidsgetrouw dat hij het niet precies meer kon zeggen. Dat hij op het moment suprême door het noodlot overvloedig getroffen was geweest -100% afgekeurd, baan kwijt – en op dít ogenblik tot zijn nek toe in de ellende zat door de gevolgen -huis kwijt en financiële chaos om precies te zijn: Een schuldenlast van € 51.000,- Dat hij PVV-stemmer was, omdat Wilders in deze tijd de enige politicus bleek te zijn die zich het lot van de gewone Nederlander-in-de-knel aantrok en dat juist D66, Pechtold natuurlijk voorop, zo onophoudelijk tegen hem en zijn partij tekeerging. Dat hem dàt het waas voor ogen had bezorgd, dat hem tot die uitspraak op Facebook had gebracht, waarvan hij nu ook wel inzag dat het verkeerd geweest was. Evenwel: “Voor èchte vluchtelingen kan ik af en toe nog wel begrip opbrengen,” verklaarde Johnny R. onder meer, “maar als je nu weer kijkt naar die toestanden in Ter Apel...” En iedere ‘gewone Nederlander’ met een realistische inslag, die ófwel deze woorden op dat moment in de Rechtszaal gehoord – ófwel er naderhand over gelezen heeft, heeft ze ongetwijfeld kunnen bevatten. Maar dat zijn dan ook geen D66’ers...
D66-stemmer of -lid kun je namelijk alleen zijn als je, door een gunstige speling van het lot, een leven zonder noemenswaardige oneffenheden hebt gehad. Als je geboren bent in een stabiel nest, een jeugd hebt gehad zonder problemen van betekenis. Als je niets in de weg is gelegd om de opleiding van je keuze te voltooien en min of meer al je wensen meestal wel op de één of andere manier kunnen worden vervuld, vroeger of later. Als je zèlf in een omgeving kunt wonen vrij van muliticulturele invloeden, zodat je alle geestelijke ruimte hebt om de multicultuur te idealiseren, als je zelf financieel van geen enkele instantie afhankelijk bent, zodat het je niet ráákt dat sociale voorzieningen steeds meer afgeknepen worden ten behoeve van eindeloze stromen van asielzoekers... Tja, dan kun je je permitteren om ruimdenkend, sociaal-bevlogen, kortom: links-liberáál te zijn...
Met de islam als zodanig kom je té weinig in aanraking om zijn groei hier in het Westen te vrezen. Je kunt het je permittéren om je daar niet in te verdiepen en hem alleen maar ‘een religie als alle andere’ of zelfs ‘interessant’ of ‘exotisch’ te vinden. Je kunt het je tevens permitteren om hevig vóór de EU te zijn, vooral voor de Euro en de open grenzen, vanwege de verre reizen, die j i j je toevallig kunt veroorloven – dat andere Nederlanders, in een andere situatie dan de jouwe, voornamelijk met de kéérzijde van dat alles te maken krijgen, is jóuw pakkie-an niet. Dat dit alles je niet ráákt, is de reden dat je het met de koers van een Pechtold eens kunt zijn – die het evenmin raakt.
Die andere groep Nederlanders die, in tegenstelling tot jou, vaak midden in die shit zit en voor de gevolgen, ook in de toekomst, wèl oog heeft – omdat hij wel móet – heeft zijn eigen voorman, Geert Wilders, die vanuit onder meer links-liberale hoek stelselmatig wordt gehoond, gedemoniseerd en zelfs voor het gerecht gesleept, omdat júllie niet willen dat wij die hebben. Omdat hij van jullie moet zwijgen, opdat jullie egocentrische dróómwereldje niet verstoord wordt. Voor de al dan niet vermeende vlúchtelingen willen jullie je gráág inzetten, omdat dit demonstratief in het oog loopt; je naaste autochtóne landgenoot, die wat dat betreft niet interessant is, kan voor jullie part nóg meer in de shit zakken... zolang hij maar z w i j g t . Zó werkt het echter niet. Níet anno 2016.
Zodat het zomaar kan gebeuren dat iemand van die àndere groep, door de omstandigheden tot het uiterste getergd, op de één of andere manier uit zijn slof schiet, tegen jullie in het algemeen, óf tegen jullie woordvoerder, wat zich zèlfs kan uiten in een doodsbedreiging op Facebook, já. Zonder dat het overigens ooit in daden zal worden omgezet. Júllie soort echter, de geachte woordvoerder voorop, wordt echter slechts geraakt door die úiting, die volgens jullie ‘niet kan’ en maakt je op de eerste plaats druk om ‘het fatsóen’ dat in het geding is. Zonder je ook maar één moment af te vragen hoe en waarom iemand dan tot die uiting heeft kunnen kómen. D66 ten voeten uit!
Nu we het dan toch over ‘fatsoen’ hebben: Beklaagde Johnny R. toonde in de rechtszaal het ware fatsoen: Hij gaf toe dat die boodschap op Facebook niet had mogen plaatsvinden. Hij accepteerde de – gedeeltelijk voorwaardelijke – eis. Hij overhandigde op verzoek Pechtold een kopie van het rapport van de deurwaarder betreffende zijn financiële omstandigheden. En – klap op de vuurpijl – hij drukte hem tenslotte, na een korte aarzeling, de hánd!
En met dat laatste, geachte lezers van E.J. Bron, gaf hij een demonstratie van fatsoen ten beste, die niet iedereen hem zou kunnen en willen nadoen, zeg ik U: Ik in ieder geval met de beste wil van de wereld niet!
Door: Theresa Geissler
https://ejbron.wordpress.com/2016/12/07 ... -bevatten/