LONGREAD: Turkije verwoest Cyprus
Geplaatst op 14 maart 2021
De internationale gemeenschap is zich er waarschijnlijk niet van bewust, maar tot Europa behoort een spookstad die in de Republiek Cyprus ligt. Sinds 1974 staat ze onder Turkse bezetting, die haar autochtone bevolking geplunderd en etnisch gezuiverd heeft. Een deel van het Cypriotische stadsdeel van Famagusta, dat door het Turkse leger 46 jaar geleden tot militaire zone werd verklaard toen de Griekse Cyprioten gedwongen werden voor de binnendringende Turkse troepen te vluchten, is tot op de dag van vandaag verlaten.
De Turkse president Recep Tayyip Erdoğan
verklaarde in oktober 2020:
“De beide hoofdwegen en de kust in de ´Maraş-regio´ (Famagusta in het door Turkije bezette Noord-Cyprus), die sinds de vredesoperatie van 1974 geblokkeerd waren, werden onlangs geopend voor de Cypriotische bevolking… De gesloten Maraş-regio is van de Turkse Cyprioten…”
“Ik roep onze Turkse burgers in Noord-Cyprus, mijn Turkse broeders op. Dit land is van jullie. Jullie moeten aanspraak maken op dit gebied. Jullie moeten ook de politieke wil beschermen die aanspraak op dit land maakt. Als we dit volledig kunnen doordrukken, dan denk ik dat de toekomst van Cyprus er heel anders uit zal zien.”
Op 15 november 2020
bezocht Erdoğan een deel van Famagusta, nadat hij aan de ceremonie van de 37e verjaardag van de eenzijdige verklaring van de “Turkse Republiek Noord-Cyprus” (TRNC) had deelgenomen, het illegaal bezette en volkerenrechtelijk niet erkende noordelijke deel van Cyprus.
Een ieder, die geen idee van de geschiedenis van Cyprus heeft en luistert naar Erdoğan, zou kunnen denken dat de opening van deze kust een positieve ontwikkeling is en dat zelfs de invasie van Cyprus door Turkije in 1974 een goede ontwikkeling was. Maar wat hebben de Turken Cyprus werkelijk aangedaan?
De Ottomaanse invasie van 1570
De Turkse aanwezigheid op Cyprus dateert tot in de 16e eeuw terug. In een artikel met de naam “De Slag bij Lepanto: Toen de Turken de christenen levend vilden, omdat zij weigerden de islam aan te nemen”
beschrijft de historicus Raymond Ibrahim hoe “islamitische Turken – in de gedaante van het Ottomaanse Rijk – in 1570 op het eiland Cyprus binnendrongen en Famagusta veroverden”:
“Nadat hij de verdedigers een veilige geleide had beloofd wanneer zij zich zouden overgeven, had de Ottomaanse commandant Ali Pasja – vanwege zijn vrome achtergrond bekend als ´Zoon van een muezzin´ – zich niet aan zijn woord gehouden en een grote slachting georganiseerd. Hij beval om Marco Antonio Bragadin, de commandant van het fort, zijn neus en oren af te hakken. Daarna nodigde hij de verminkte ongelovige uit om de islam aan te nemen en te blijven leven: ´Ik bben een christen en zo wil ik leven en sterven´, antwoordde Bragadin. ´Mijn lichaam is van jullie. Martel het als je wilt.´
Hij werd vastgebonden op een stoel, meerdere malen aan de mast van een galei omhoog getrokken en in zee gegooid: ´Kijk of je je vloot kunt zien, groot christen, of je hulp naar Famagusta ziet komen!´. Daarna werd de verminkte en half verdronken man naar de Sint-Nocolaaskerk – die was al een moskee – gedragen en aan een pilaar vastgebonden, waar hij langzaam in levende lijve werd gevild. Daarna werd de huid met stro gevuld, aan elkaar genaaid als een macaber beeld van de dode commandant, en werd er onder bespotting van de moslims mee rond geparadeerd.”
De Ottomaanse Turken veranderden veel historische kerken in moskeeën, zo ook de kathedraal Sint-Nicolaas, het meest majestueuze bouwwerk in Famagusta. “In het jaar 1570 markeerde de Ottomaanse invasie, die Nicosia, daarna Famagusta in afschuwelijke en bloedige belegeringen innam, het einde van het natuurlijke leven van het gebouw als plaats van christelijke aanbidding”,
aldus Michael Walsh, professor in de kunst en de archeologie. De Sint-Nicolaaskathedraal, die in het door Turkije bezette Famagusta nog altijd als moskee wordt gebruikt, heet nu “Lala Mustafa Pasja moskee”, naar de commandant van de Ottomaanse invasie in 1570.
De schrijfster Helen Starkweather
merkt op:
“In het jaar 1570 stuurden de Turken kanonskogels, die de muren vernielden, tijdens een belegering die bijna een jaar duurde. Getalsmatig zwakker en uitgehongerd, capituleerden de Venetianen in 1571. De Ottomanen namen Cyprus over en sloten Famagusta voor de christenen. Ze bouwden overal in de stad bronnen om de watervoorziening te moderniseren en ze veranderden de meeste kerken in moskeeën. Over de gotische steunberen van de voormalige kathedraal van de heilige Nicolaas, waarin ooit de koningen van Jeruzalem werden gekroond, werd een minaret opgericht. Kerken, die niet veranderd werden – evenals andere gebouwen die beschadigd werden door de belegering – werden overgelaten aan het verval. In de 19e eeuw was er nog slechts een handvol inwoners, de meesten woonden in hutten, die aangebouwd waren aan de vervallende kerken. In het jaar 1878, toen de Britten Cyprus bezetten, noemde de Schotse fotograaf John Thomson Famagusta ´een stad van de doden´.”
Ondanks achtereenvolgende invasies en bezettingen in de loop der eeuwen, inclusief de Ottomaanse bezetting van 1571 tot 1878, bleef de bevolking van Cyprus overwegend Grieks-orthodox. De Turkstalige Cypriotische minderheid was over het hele eiland verstrooid en vormde nooit een meerderheid in een district of een grotere stad. De gruweldaden van Turkije in het jaar 1974 verdreven de Griekse Cyprioten uit het noordelijke gebied, veranderden het in een Turkse kolonie en maakten een einde aan een historisch bewezen, ononderbroken Griekse aanwezigheid sinds de geboorte van Christus.
De Turkse invasie van 1974
In het jaar 1878 nam Groot-Brittannië het bestuur van Cyprus over en annexeerde het na de nederlaag van Turkije in de Eerste Wereldoorlog. Cyprus verklaarde zijn onafhankelijkheid van de Britse heerschappij in het jaar 1960. Het
garantieverdrag zei dat het “de onafhankelijkheid, de territoriale integriteit en de veiligheid van de Republiek Cyprus erkent en garandeert.” Het werd door Groot-Brittannië, Griekenland, Turkije en Cyprus ondertekend.
Veertien jaar later schond Turkije echter het verdrag en marcheerde tweemaal Cyprus binnen: op 20 juli en op 18 augustus 1974. Wat volgde, was een etnische zuivering door gewelddadige verdrijving. Net zoals de Ottomaanse bezetting in het jaar 1570 was ook de Turkse invasie van 1974 bloedig en gewelddadig.
Er werden veel
goed gedocumenteerde gruweldaden door de bezettingstroepen in die tijd gepleegd. Burgers, waaronder kinderen tussen zes maanden en elf jaar, werden vermoord. Velen werden door de Turkse militaire autoriteiten willekeurig gearresteerd en in concentratiekampen gestopt. De gevangenen werden gefolterd of stonden bloot aan andere soorten onmenselijke behandeling. Ze moesten o.a. dwangarbeid verrichten. Grieks-Cypriotische vrouwen en kinderen in de leeftijd tussen 12 en 71 jaar werden verkracht. Huizen en winkels van diegenen die moesten vertrekken, werden geplunderd, in beslag genomen en onteigend.
Professor Van Coufoudakis stelt in zijn
rapport uit 2008 “Mensenrechtenschendingen in Cyprus door Turkije” vast:
“Bewijzen voor de grove en aanhoudende mensenrechtenschendingen door Turkije in Cyprus komen o.a. van:
- Ooggetuigenberichten
- NGO-onderzoeken
- Verschillende internationale organisaties
- De Europese Commissie voor de rechten van de mens
- Het Europees Gerechtshof voor de rechten van de mens
- Berichten van internationale media”
Sinds 1974 houdt Turkije 36% van het territorium en 57% van de kustlijn van de Republiek Cyprus met geweld bezet. De etnische zuivering van Noord-Cyprus door Turkije heeft tot de verdrijving van meer dan 170.000 Griekse Cyprioten geleid, wat ongeveer overeenkomt met een derde deel van de bevolking. Bovendien werden ook Armeense, maronitische en ander niet-islamitische Cyprioten met geweld verdreven. Het resultaat was dat Turkije de christelijke bevolking effectief elimineerde.
In 1938 werd de “Turkse Republiek Noord-Cyprus” (“TRNC”) door een eenzijdige verklaring opgericht, die door de internationale gemeenschap veroordeeld werd. Tot op de dag van vandaag is Turkije het enige land dat deze entiteit heeft erkend. De “TRNC” bestaat niet als staat, maar als de-facto-regering van de Turkse bezetting.
Bovendien heeft Turkije het uitwissen van een groot deel van het cultureel erfgoed van het eiland bedreven. Een bericht uit 2012 met als titel “Het verlies van een civilisatie: Verwoesting van het cultureel erfgoed in het bezette Cyprus” documenteert de verwoesting van kloosters, kerken, christelijke en joodse begraafplaatsen en andere religieuze en culturele artefacten door Turkse krachten. Volgens het bericht:
“Turkije heeft twee grote internationale misdaden tegen Cyprus begaan. Het heeft een klein, zwak, maar modern en onafhankelijk Europees land overvallen en gedeeld (sinds 1 mei 2004 is de Republiek Cyprus lid van de EU); Turkije heeft bovendien het demografische karakter van het eiland veranderd en zich geheel overgegeven aan de systematische verwoesting en uitwissen van het cultureel erfgoed van gebieden onder zijn militaire controle.”
Famagusta sinds 1974
Famagusta, een district aan de oostkust van Cyprus, heeft een lange historie en grote betekenis voor zijn cultureel erfgoed.
Tijdens de tweede fase van de Turkse invasie op 14 augustus 1974 werd Famagusta door de Turkse luchtmacht gebombardeerd. Als gevolg daarvan kwamen tientallen burgers om het leven, waaronder ook toeristen. Famagusta is dus een plaats van misdaad en de actuele activiteiten van Turkije
vernietigen de bewijzen voor deze oorlogsmisdaad.
In de jaren-80 rondde het Turkse leger de afscheiding van het lege, geplunderde deel van Famagusta af, dat daarna omheind en alleen voor het Turkse leger toegankelijk werd. Met zijn verlaten winkels, hotels en huizen, die sinds 1974 onaangetast bleven, is Famagusta sindsdien een
spookstad geweest.
De huidige status van Famagusta is dezelfde als de rest van het bezette gebied. Het grootste deel van Famagusta staat onder Turkse militaire bezetting, onder controle van Turkije – niet omdat de Griekse inwoners zich verveelden en de stad hebben verlaten, maar omdat zij
door de Turkse troepen geterroriseerd werden en gevlucht zijn.
In een artikel in de “Smithsonian Magazine” uit het jaar 2009 waarschuwde de schrijfster Helen Starkweather de wereld voor de situatie van Famagusta door het een “bedreigde stad” te noemen. Ze noteerde:
“´Alle schepen en alle goederen moeten eerst naar Famagusta komen´, schreef een Duitse reiziger in de 14 eeuw. De havenstad aan de noordoostkust van Cyprus lag ooit aan een drukke scheepvaartroute, die kooplieden uit Europa en het Midden-Oosten en Armeense christelijke ridders en Ottomaanse Turken vervoerde. Famagusta werd tussen de 12e en de 15e eeuw heel belangrijk, vooral toen de stad, waarin kruisridderkoningen van Jeruzalem gekroond werden.”
“Nu is het oude Famagusta, dat is ingebed in een moderne stad met 35.000 inwoners, die eveneens Famagusta heet, grotendeels vergeten, behalve wellicht als toneel voor Othello van Shakespeares. Ongeveer 200 gebouwen, die Byzantijnse, Frans-gotische en Italiaanse Renaissancearchitectuur weerspiegelen, bevinden zich in een bouwvallige toestand. Onkruid en wilde bloemen groeien tegen muren van zandsteen, die door regen en aardbevingen geërodeerd zijn.”
Inmiddels is de Turkse regering met de tweede fase van de etnische zuivering van de regio begonnen: de herbenoeming van de straatnamen in de spookstad in het Turks. Op 22 november, de 57e herdenkingsdag van de moord op de Amerikaanse president John F. Kennedy,
hernoemden Turkije en het regime in het bezette Noord-Cyprus de Kennedy-straat in Famagusta in Semih Sancar, de chef van de Turkse generale staf, die de invasie van 1974 orkestreerde.
Turkije gebruikt twee hoofdvoorwendselen voor de invasie van Cyprus. De eerste was de putsch van het Griekse leger op 15 juli 1974, die probeerde de democratisch gekozen Cypriotische president, aartsbisschop Makarios III, ten val te brengen. Vijf dagen later, op 20 juli 1974, begonnen de Turkse strijdkrachten een grootscheeps opgezette invasie van Cyprus, waarbij ze de putsch als voorwendsel gebruikten, hoewel Makarios ontsnapt was en Groot-Brittannië, de derde garantiemacht van Cyprus, geweigerd had om gezamenlijk te handelen. Slechts enkele dagen na de Turkse invasie stortte de Griekse junta in elkaar en werd de democratische heerschappij in Griekenland hersteld. Nu was de weg vrij voor de terugkeer van Makarios naar Cyprus. Turkije had echter andere plannen. Minden dan een maand later, op 14 augustus, begon Turkije een tweede, nog verwoestender invasie van het eiland.
Dit voorwendsel wordt nog irrationeler als je denkt aan de eigen geschiedenis van Turkije betreffende militaire putschen: vooral de putschen van
1960 en
1971. Zes jaar nadat Turkije Cyprus was binnengemarcheerd, vernietigde nog een militaire putsch in 1980 in Turkije elke nog overgebleven kruimel aan vrijheden. Volgens geheime diplomatieke Amerikaanse documenten werden er minstens 650.000 mensen
gevangen genomen. Velen werden gefolterd en honderden stierven in gevangenschap. Een land als Turkije – waarvan de geschiedenis door militaire putschen wordt bepaald – heeft niet het recht om zich in de binnenlandse aangelegenheden van andere naties te “mengen” door een extreem kortdurende putsch daar als voorwendsel voor een invasie en een bezetting te gebruiken.
Een tweede voorwendsel was dat Turkije “de Turkse Cyprioten” tegen het Grieks-Cypriotisch geweld zou willen beschermen. Maar de valsheid van dit voorwendsel werd herhaaldelijk ontmaskerd, vooral door de Turkse generaal Sabri Yirmibeşoğlu. Hij
zei in het jaar 2010 dat Turkije in de jaren-50 een moskee in Cyprus neergebrand zou hebben “om tot verzet” tegen de Griekse Cyprioten op te hitsen.
“Als ze willen dat het volk ergens gealarmeerd (opgewoeld) is en zich organiseert in een verzetsbeweging, en als ze demonstreren dat hun gewaardeerde waarden door de vijand of de andere kant gedevalueerd worden, zullen ze het volk provoceren. Er bestaat een regel in de (Turkse) bijzondere oorlogsvoering: om de kracht van het volk te vergroten, moeten enkele van zijn waarden gesaboteerd worden alsof deze door de vijand werd uitgevoerd. Er kan bijvoorbeeld een moskee neergebrand worden. Wij hebben op Cyprus een moskee neergebrand.”
Al voor de invasie van 1974 provoceerde Turkije de militaire intra-etnische spanningen in Cyprus door er minstens sinds de jaren-50 wapens en strijders naartoe te sturen. Yirmibeşoğlu
zei dat de “Tactische Mobilisatiegroep” (Turks: Seferberlik Tetkik Kurulu) in 1953 werd opgericht in Turkije en wapens naar Cyprus stuurde om ze tegen Griekse Cyprioten in te zetten:
“Het comité had drie functionarissen in Ankara. Er was een nieuwe organisatie opgericht om wapens tegen de EOKA (nationale organisatie van de Cypriotische strijders) te sturen.”
De belangrijkste reden voor de kolonisering van Noord-Cyprus door Turkije werd echter door de voormalige Turkse viceminister-president Türkeş in het jaar 2017
bekendgemaakt. “Er bestaat foute informatie dat Turkije in Cyprus geïnteresseerd is, omdat daar een Turkse samenleving is”, zei Türkeş. “Zelfs wanneer er geen Turken op Cyprus zouden wonen, zou Turkije altijd nog een Cyprus-probleem hebben en het is onmogelijk voor Turkije om dit op te geven.” Turkije houdt het noorden van Cyprus om geopolitieke redenen bezet. De bezetting maakt het voor Turkije mogelijk om het oostelijke Middellandse Zeegebied te domineren.
Nu nog noemt Turkije de gruweldaden die het in 1974 heeft begaan een “vredesoperatie”:
Wat de Turkse regering ook beweert, de foto´s en documenten die Famagusta en de rest van het bezette gebied op Cyprus betreffen, vertellen hun eigen verhaal. Het binnenmarcherende Turkse leger doodde, folterde en verkrachtte.
Diegenen die door Turkije met geweld werden verdreven, mogen nog steeds niet terugkeren, tenzij de Republiek Cyprus – het Grieks geregeerde gebied in het zuiden – akkoord gaat met de chantage om de soevereiniteit over het hele bezette gebied in het noorden op te geven en het over te dragen aan de Turks-Cypriotische minderheid – in feite aan Turkije zelf – en zodoende voor het eerst een zuiver islamitische zone in Cyprus te legitimeren.
Bron:
de.gatestoneintitute.org
Vertaling: Daniel Heiniger
Bron oorspronkelijk artikel:
gatestoneinstitute.org
Door: Uzay Bulut
Vertaald uit het Duits door: E.J. Bron
https://ejbron.wordpress.com/2021/03/14 ... st-cyprus/