Arabist Hans Jansen

Gebruikersavatar
Dan Cannon
Berichten: 228
Lid geworden op: za mei 17, 2003 10:03 pm

Arabist Hans Jansen

Bericht door Dan Cannon »

“Dhimmitude”, in: Trouw, 27 november 2004, p. 33 (Letter en Geest).

Toen ik nog jong en naïef was, en een jaar in Egypte studeerde, ben ik ooit eens bij een lokale Koptische bisschop in Cairo op audiëntie gegaan om hem te vragen naar boeken over de islam die door theologen van de Koptische kerk geschreven waren. De Koptische kerk is de inheemse, eeuwenoude christelijke volkskerk in Egypte. De Koptische taal is de laatste vorm van de taal van de hiëroglyfen van de Farao’s. Liturgie en preek in de Koptische kerk zijn al eeuwenlang in het Arabisch. De Koptische kerk is sinds de verovering van Egypte door de islam in 636 geleidelijk aan gekrompen, van oorspronkelijk bijna 100% van de bevolking, tot misschien 5% tegenwoordig.

Het leek me ondenkbaar dat Koptische theologen niet over de islam hadden nagedacht, en dat er geen boeken of artikelen over de islam uit deze hoek beschikbaar zouden zijn. Een leuk scriptieonderwerp, dacht ik eigenlijk. Maar de bisschop hielp me in drie seconden uit de droom. Nee, zulke boeken waren er niet. Vervolgens wees hij me er op dat er naast elke kerk in Egypte een moskee stond, met een iets hogere minaret dan de hoogste naburige kerktoren. En dat in het bijzonder wanneer de Kopten met een kerkdienst bezig waren, de versterkers op deze minaret op topsterkte de boodschap van de islam verkondigden, wat binnen in de kerk gewoonlijk goed hoorbaar was. Dit alles, sprak hij, hing samen met het respect voor de islam waar de christenen in Egypte toe verplicht waren.

De ernst van deze situatie was me niet meteen duidelijk. Maar hier zat geen leuk scriptieonderwerp in, dat begreep ik nog wel, en dus ging ik maar op zoek naar graziger weiden. Pas na jaren is de betekenis van een en ander tot me doorgedrongen. De eis van respect klinkt ons normaal en goed in de oren, maar hoe ver kan een groep gaan in het eisen van respect? Wanneer varkensvlees door een godsdienstige groep verboden wordt, mogen kinderen die op school zitten met leden van die groep dan nog wel ham op hun lunchboterham leggen? Wanneer blote armen van de juf door een godsdienstige groep verboden worden, moet de juf dan ook in de zomer met lange mouwen voor de klas?

Het duurt meestal niet lang of de groep die respect eist, dwingt de andersdenkenden zich in de details van hun gerespecteerde heilsleer te verdiepen. Uit voorzorg doen de andersdenkenden dat dan ook. De kranten van de laatste weken staan vol met voorbeelden: Mag je shampoo gebruiken bij de rituele wassingen? Hoor je als Nederlands politicus niet te weten welke imams weigeren een vrouw de hand te schudden en waarom ze dat niet doen? In zulke kwesties mogelijk een foutje maken, leidt tot een hoop gezeur en barse commentaren. Al snel maakt er zich een voorzorgzucht van iedereen meester waardoor iedereen letterlijk op kousenvoeten gaat lopen. Kritisch over de islam schrijven zoals er ook over andere godsdiensten en ideologieën wordt geschrevenen, is er al snel niet meer bij, zeker niet als je nog kleine kinderen hebt.

Er hoeft maar een kleine voorhoede met types als Mohammed B. rond te lopen, of iedereen doet er het zwijgen toe. Zo’n voorhoede claimt het alleenvertoningsrecht op islamitische gevoeligheid, en gijzelt daarmee meteen ook alle geloofsgenoten. Die zullen wel uitkijken de leden van de voorhoede voor de voeten te lopen. Mensen als Mohammed B. noemen zichzelf trouwens expliciet een voorhoede, onder verwijzing naar Koran 110:2, een passage die de extremo’s opvatten als een uitspraak van God zelf, waarbij God de gelovigen uitlegt dat wanneer de islam maar eenmaal overwinningen boekt en triomfen viert, dat dan ‘de mensen Gods godsdienst in massa’s zullen binnengaan’.

Maar het gevolg van permanent expliciet respect dat door een voorhoede wordt afgedwongen is wel dat de overgrote meerderheid van de moslims nooit en te nimmer een nuchtere beschouwing over de islam te zien krijgt, niet van de kant van de niet-moslims, niet van de kant van ex-moslims die zich om veiligheidsredenen verstopt hebben, of verstopt worden door een regering die rust boven alles stelt, en al helemaal niet van ‘gewone’ moslims, die geconditioneerd worden om het nadenken over de islam in hun eigen belang maar over te laten aan de voorhoede en aan de imams.

De eis van respect klinkt ongehoord redelijk, maar de gevolgen van met geweld afgedwongen respect breiden zich als een olievlek uit. Wanneer niet-moslims zoals bisschoppen, burgemeesters, ministers, leden van het koninklijk huis, steeds maar weer hun respect voor de islam naar buiten brengen, zal een moslimse twijfelaar (en daar zijn er natuurlijk tienduizenden van) al snel denken dat waneer zelfs zulke vooraanstaande personages geheel vrijwillig en tegen hun eigen belangen in, respect en nog eens respect gaan lopen tonen, dat de islam dan inderdaad wel iets heel bijzonders zal wezen, waar hij maar beter geen afstand van kan nemen – hoewel hij/zij wel degelijk overwogen heeft dat te doen.

Het respect voor de islam heeft in allerlei landen tot wonderlijke maatregelen geleid, die met een expliciet beroep op het respect voor de islam gerechtvaardigd worden. Verkoop van wijn in een gewone supermarkt kan niet, want de islam verbiedt wijn. Reclame voor hypotheken en andere leningen die rente veronderstellen, terwijl de islam de rente verbiedt, kan dat wel worden getolereerd? Op straat eten tijdens de vastenmaand Ramadan? Kunnen restaurants wel open blijven tijdens Ramadan? Pils op een terrasje aan een plein waar ook een moskee staat? Getuigt het wel van respect voor de islam om een moslim door een niet-moslimse rechter te laten veroordelen? Of een vrouwelijke niet-moslimse ‘bewindspersoon’ over hem te laten wikken en beschikken?

De godslasteringskwestie is hier een gevaarlijke fuik. Wat staat een rechter te wachten die een anti-islamitische godslasteraar tot een te lichte straf veroordeelt, of misschien zelfs vrijspreekt? Zo’n rechter toont, in de ogen van de islamitische voorhoede van extremo’s, toch wel heel duidelijk zijn gebrek aan respect voor de islam. Zo’n rechter loopt grote risiko’s omdat hij door het te lichte vonnis dat hij geveld heeft, hij misschien zelfs wel medeplichtig is geworden aan de godslastering die hij te berechten had. Het is wel zeker dat de voorhoede van types als Mohammed B. een ernstige bedreiging zullen gaan vormen voor rechters in godslasteringszaken.

(Nog enige twijfel dat het artikel over 'godslastering' zo snel mogelijk geschrapt moet worden ?)

Respect en voorzorgzucht hebben sinds de moord op Theo van Gogh voor allerlei rare tonelen gezorgd, en dat terwijl de moslims in Nederland een minderheid zijn. Het is wel duidelijk dat er nog veel meer respect en voorzorgzucht getoond zal worden wanneer de islam de meerderheid is, zoals in het Midden-Oosten. Het kon niet uitblijven of er is door een geleerde die oorspronkelijk in het Frans schrijft een aparte technische term hiervoor bedacht: dhimmitude, ongeveer uit te spreken als zimmietuude. De bedenkster van die term schrijft onder een pseudoniem, Bat Ye’or, wat Hebreeuws is voor ‘Dochter van de Nijl’. Het gaat dan ook om een uit Egypte afkomstige joodse onderzoekster van de geschiedenis van de joden en de christenen onder de reële islam in de afgelopen veertien eeuwen. Het beeld dat zij op grond van archieven en memoires schildert, stemt somber.

Dhimmitude is afgeleid van het Arabische woord dhimmi. Een dhimmi is een jood of christen die het oppergezag en de superioriteit van de islam erkent. Wanneer hij dat niet doet, schrijft de islamitische wet zware straffen voor. Een opstandige dhimmi kan worden gedood of als slaaf verkocht. Veel dhimmi’s hebben het afgedwongen respect voor hun moslimse meesters geïnternaliseerd, en zeggen en denken uitsluitend nog positieve gedachten waar het de islam betreft. Hun leven wordt op een pathetische manier door voorzorgzucht jegens de islam in beslag genomen. Bat Ye’or geeft in haar boeken honderden bladzijden voorbeelden. Die boeken zijn in het Engels vertaald, en Nederland nog nergens besproken. Het gaat onder andere om: The Dhimmi (1985), The Decline of Eastern Christianity under Islam: From Jihad to Dhimmitude (1996), en Islam and Dhimmitude: Where Civilizations Collide (2002).

Het wonderlijkste aan het verschijnsel dhimmitude is dat het ook voorkomt waar de islam zich niet heeft meester gemaakt van de staatsmacht. Een recent Nederlands voorbeeld uit Uden. Na de brand spreekt Balkenende met een klein jongetje die zegt dat zijn afgebrande school maar niet weer een bordje “islamitische school’ moet ophangen na de herbouwing. Balkenende zou toen heel goed hebben kunnen zeggen: “Ja, als er meer moorden plaats zullen vinden als die op Theo van Gogh, dan krijgen de islam en de moslims een erg slechte naam in Nederland. Laten jij en ik er voor zorgen dat moorden in de naam van de islam nooit meer voorkomen, dan kan jouw school later gerust weer islamitisch gaan heten”. Maar Balkenende zei zoiets niet, hij had het alleen vagelijk over dit-nooit-meer, en zei iets onduidelijks over garanties. Kortom: Balkenende toonde diep respect voor de islam en raakte haast verlamd van voorzorgzucht.

Tweede voorbeeld: Mevrouw Florax, de voorlichtster van de Amsterdamse politie, had het uren en uren na de moord op Theo van Gogh nog steeds over een moordenaar die mogelijk als moslim verkleed was, of woorden van gelijke strekking. In de eerste directe TV-uitzendingen hield ze duidelijk urenlang de mogelijkheid open dat deze moord niet door iemand gepleegd was die geloofde uit naam van de islam te handelen, maar door iemand die had gedaan alsof. Hoe anders ging het na de brandstichting in Uden. Behalve Matt Herben hield geen enkele prominent of nieuwspresentator rekening met de mogelijkheid dat moslims zelf, volgens de methode Jules Croiset, deze schokkende misdaden tegen zichzelf hadden gepleegd met het doel de zieligheidsgraad van de eigen groep te verhogen. Het is wel erg voorzorgzuchtig om niet eens rekening met deze mogelijkheid te willen houden. Overigens zijn er inmiddels veronderstelde brandstichters gepakt. Het gaat om autochtone kinderen.

Nederland heeft een traditie van vier eeuwen van het pacificeren van verschillende bevolkingsgroepen. De Nederlandse elite gaat er vanuit dat het uiteindelijk heus ook ooit zal lukken de moslims te pacificeren. Maar de islam heeft een traditie van zo’n veertien eeuwen van zich niet laten pacificeren. Het Romeinse rijk wist als weinig andere rijken nieuwe groepen op te nemen en te pacificeren. De Gothen en de Hunnen, de Germanen en de Galliërs, ze wisten niet hoe vlug ze Romein moesten worden als ze eenmaal in de buurt van Rome waren aangekomen. Maar de Arabische moslims hebben zich niet door de Romeinen laten pacificeren. Het Algerije van kerkvader Augustinus was geheel Romeins. Nu is het geheel islamitisch. Het Oost-Romeinse rijk is door de Arabieren ontdaan van Egypte en Syrië, en ten slotte door de Turken veroverd, en bekend komen te staan als het Ottomaanse rijk. Zou de Nederlandse politieke elite het er beter afbrengen dan de oude Romeinen?

De laatste weken heeft de regering de acute dreiging van moslims geweld in Nederland waarschijnlijk groter voorgesteld dan deze in werkelijkheid was, om zodoende Ayaan's onderduik te forceren en haar tot op zekere hoogte het zwijgen op te leggen, want dat zou de moslims bevredigen en de boel bijelkaar houden. Deze taktiek had helaas een bijeffect: opiniemakers zijn banger geworden dan nodig is. Hun voorzorgzucht neemt zienderogen toe.

Dat Ayaan nu al zo lang zwijgt, geeft het verkeerde signaal af aan de moslims in Nederland. De bedreigingen jegens Job Cohen en Ahmed Aboutaleb laten zien wat er in feite aan het gebeuren is. De film Submission en Theo's term geitenneukers worden er in elke discussie bijgesleept om het wat makkelijker te maken voor degenen die de eerste moord 'in de naam van de islam' in Nederland het liefst zouden willen vergoelijken en bagatelliseren. Dat er iets te zeggen valt over Theo en Ayaan is zeker waar, maar wat zijn in godsnaam de zonden van Job Cohen en Ahmed Aboutaleb? Waarom hebben juist ook deze twee laatstgenoemden de woede van de extremo's gewekt? Het gaat dan ook niet om Submission, het gaat niet om de typeringen waar Theo van Gogh in grossierde, het gaat er om ons 'respect' voor de islam aan te leren, door een mooie doorsnee van de Nederlandse elite door een meedogenloze voorhoede van extremo’s te laten intimideren ‘in de naam van de islam’.

De voorzorgzucht van Balkenende en Donner is het laatste wat we op dit moment als antwoord nodig hebben.
Islam is anti-ongelovigen, dus ben ik anti-Islam.

Ik ben de grootste minderheid in de wereld: een individu - David Gulbraa.
nina
Berichten: 1884
Lid geworden op: zo jan 26, 2003 10:53 pm

Bericht door nina »

Heel duidelijk stuk, bedankt voor het plaatsen Dan, ik was vergeten de Trouw te kopen, terwijl ik wist dat het artikel erin stond. :x

Ik verwijs nog maar eens naar de links naar vele artikelen over dhimmitude op het web:

viewtopic.php?t=81
Gebruikersavatar
Hamsa
Berichten: 525
Lid geworden op: za jan 25, 2003 7:45 am

Hans Jansen

Bericht door Hamsa »

Sjeng
Berichten: 5515
Lid geworden op: di dec 07, 2004 3:52 am

Arabist Hans Jansen prijst islamnota SGP

Bericht door Sjeng »

„Geen partij heeft zo’n goede islamnota”

Bron: refdag.nl

DE MEERN - Een liefdeloos schrijfsel dat zich onnauwkeurig uitlaat over de islam. Dat vindt ir. R. Bal van het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) van de notitie over de islam die de SGP vrijdag presenteerde. „Pijnlijk. Ik heb nog liever Hirsi Ali dan de SGP.” Precies omgekeerd luidt het oordeel van arabist prof. J. J. G. Jansen. „Geen enkele partij heeft zo’n degelijke studie over de islam. Klasse!”

Als het de bedoeling van de SGP was vrijdagavond debat te ontlokken door ruimte te geven aan tegengestelde meningen, dan is die opzet ruimschoots geslaagd. Centraal op deze druk bezochte bijeenkomst stond een notitie van SGP-fractiemedewerker E. J. Brouwer, getiteld ”De islam in huis”. Daarin probeert de partij stelling te nemen ten aanzien van de islam.

Belangrijke gedachte in de notitie is dat de islam als religie gevaarlijke elementen in zich bergt, licht SGP-Kamerlid Van der Staaij toe. „Dat moslimterroristen hun religie gebruiken ter rechtvaardiging van hun daden, mag ons genoeg zijn. Te zeggen dat je met elke religie goed én kwaad kunt, is je persen in het keurslijf van het gelijkheidsdenken, maar doet geen recht aan de feiten.”

Concrete voorstellen die de SGP daarom doet, zijn het daadkrachtig optreden tegen het zaaien van haat in moskeeën, een consequente aanpak van „veelvoorkomend” antisemitisme in islamitische kring en de screening van uit het buitenland afkomstige imams op hun antecedenten.

Bal, vertegenwoordiger van zo’n 600.000 moslims in Nederland, reageert geschokt op de inhoud van de notitie. „In Nederland praten wij zorgvuldig over anderen. U doet dat niet. Waar is bij u de naastenliefde? Ik heb dit boek aan anderen laten lezen. „Het doet pijn”, zeiden zij. Heel veel moslims herkennen zich hier volstrekt niet in.”

Bal geeft aan nog liever Hirsi Ali te hebben dan de SGP. „Omdat moslims de bescherming van onze grondwet hebben, gaat u ze verdragen. Maar wat u echt wil, blijkt uit de opstelling van uw lokale politici.”

De CMO-vertegenwoordiger heeft veel moeite met de aandacht die begrippen als sharia en jihad in de SGP-studie krijgen. Die zaken zijn niet kenmerkend voor de gemiddelde moslim, meent hij. „In de meeste landen waarin moslims de meerderheid hebben, geldt de sharia niet. En de jihad heeft niets religieus in zich. Het is een oorlog ter verdediging van een staat.”

Arabist Jansen is het grotendeels oneens met de benadering van Bal. „Ik sta verbaasd als ik moslims hoor zeggen dat de sharia niets zegt over ongelovigen. De sharia staat bol van uitspraken over niet-moslims. Dit soort ontkenningen maakt mij zeer argwanend. Weet men het nu niet of bedriegt men de boel? In beide gevallen hebben we een groot probleem.”

Dat de jihad door veel moslims uitgelegd wordt als een innerlijke strijd, ontkent hij niet. „Natuurlijk, daarom zit meneer Bal hier ook niet aan tafel met zijn mitrailleur te spelen. Maar het gaat om dat kleine groepje dat de jihad ziet als een license to kill. Daar kunnen we met recht bang voor zijn.”

Over de SGP-studie oordeelt Jansen compleet anders dan Bal. „Ik ken geen politieke partij die zo’n gedegen studie maakte van de islam. Diepgravend, feitelijk grotendeels correct, kritisch. Daar kan niemand aan tippen.”

Jansen heeft maar een punt van kritiek. „U gaat mee in de gedachte dat we een eind opschieten als we de gematigde moslims meer macht geven. Die stelling is werkelijk op niets gebaseerd. Gematigden hebben geen enkele invloed op radicale moslims en zullen dat ook niet krijgen. Zelf weten ze dat en dat bewijst hun geraffineerdheid. Het is zeer de vraag hoe gematigd zij in hun hart werkelijk zijn.”

In de pauze licht de arabist zijn kijk op de zogeheten gematigden nog even toe. „Dat keurige openingswoord van vanavond door die dominee -Hoe heet ’ie ook alweer? Ja, Van Heteren, ja!-, zulke respectvolle taal naar andersdenkenden vindt je in moskeeën niet. Daar gaat het van christenhonden, Jodenzwijnen en brandhout voor de hel. Dat is een heel ander cultureel peil.”

Link naar artikel: http://www.refdag.nl/artikel/1240443/%2 ... uo%3B.html
Sjeng
Berichten: 5515
Lid geworden op: di dec 07, 2004 3:52 am

Arabist Hans Jansen: 'De Koran als jachtakte'

Bericht door Sjeng »

De Koran als jachtakte

Bron: HP/deTijd

Door Hans Jansen

Al jaren ligt er in elke bibliotheek en in haast elke boekwinkel in Nederland een boek waarin de joden drie keer voor apen worden uitgemaakt, en één keer voor zwijnen. Dat boek is de Koran. Het gaat om de verzen 2:65, 5:60 en 7:166. Ook over de ongelovigen, meer dan de helft van de Nederlanders, staan er in de Koran erg onaardige uitspraken.

In elke vrome moslimse bibliotheek zijn bovendien boeken aan te treffen die betogen dat de meerderheid van de inwoners van de hel vrouw zijn. Dat een natie die door een vrouw wordt geleid, niet gelukkig kan zijn. Dergelijke wijsheden zijn in grote hoeveelheden te vinden in de officiële canonieke verzamelingen van gezegdes die aan de profeet Mohammed toegeschreven worden.

In de handboeken van het moslims recht, ook overal te vinden en in tientallen talen vertaald, staat nog veel meer waar Nederlanders, blijkens hun stemgedrag bij verkiezingen, meestal ernstige bezwaren tegen koesteren: een vrouw die bekent buitenechtelijke geslachtsgemeenschap te hebben gehad, moet gestenigd worden. Al wie zich schuldig maakt aan het bedrijven van homoseksuele handelingen moet gedood worden. Wie wijn drinkt, moet stokslagen krijgen.

Verder schrijft de Koran aan de gelovigen voor om Ate strijden ook al is het met tegenzin" (2:216). In dit boek, dat volgens de moslims Gods eigen letterlijke woord is, lezen we ook: "Doodt hen [de ongelovigen] waar ge hen maar aantreft" (2:191). Het is geen drukfout, het wordt nog twee keer herhaald, in Koran 4:89 en 4:91.

Als een modern land bepaalde islamitische boeken vanwege hun opruiende karakter wil gaan verbieden, moet er eigenlijk tegelijkertijd een aparte politiedienst worden opgericht om dat verbod te controleren, de boeken in kwestie te verbranden, de eigenaren van de verboden lectuur ernstig te ondervragen, en bij uitgevers en grenskantoren er systematisch op toe te zien dat die boeken verder het land niet inkomen en niet verspreid worden. De meeste Arabische en islamitische landen hebben ook inderdaad zulke gespecialiseerde politiediensten.

Ook als die efficiënt hun werk hebben gedaan, dan rijst toch nog de vraag: mogen universiteitsbibliotheken en academici ter wille van het onderzoek naar de islam zulke boeken wel in huis hebben? Wie bepaalt welke academici welke boeken ondanks het verbod toch mogen aanschaffen? Zo=n verbod roept zo veel problemen op dat het er maar niet moet komen.
Het zijn dan ook niet de boeken zelf die gevaarlijk zijn zoals bijvoorbeeld buskruit of cyaankali gevaarlijk is. Het zijn de gebruikers van die boeken die gevaarlijk zijn. Uitlegkundig is het namelijk geen enkel probleem voor een moderne of traditionele theologische acrobaat om de teksten in deze boeken zo te interpreteren dat de dreiging die er bij eerste lezing van uit gaat, enigszins of, desgewenst, geheel verdampt.

Het daarvoor meest gebruikte uitlegkundige argument is steeds dat het geen 'algemene' teksten zijn, die handelen over (bijvoorbeeld) alle joden, waar en wanneer ook, maar dat het gaat om een 'specifieke' opmerking over de joden in de stad Medina, tijdgenoten en vijanden van de profeet Mohammed (570-632). Het is zelfs mogelijk te betogen dat de tekst alleen maar gaat over enkele joden in die stad, over een paar individuen die in die tijd die een ruzie met de profeet Mohammed hadden lopen.

Het is natuurlijk de vraag of dat historisch klopt, maar wie zal het zeggen, het goede doel (vrede op aarde) is ook wat waard. Anderzijds, wanneer in het verhaal van Mozes en de Farao, God tegen Mozes zegt AGa naar Farao@ (Koran 20:24), dan is dat toch ook niet een algemeen goddelijk gebod waar iedereen zich aan te houden heeft? Er staan dus inderdaad opdrachten in de Koran die direct door God zelf zijn gegeven en die niet voor u en mij bestemd zijn.

Veel Engelstalige moslimse boeken over de islam zijn voor een kritisch buitenstaander vervelend om te lezen, omdat de auteur zijn best doet om oude teksten recht te praten, terwijl de teksten duidelijk zichtbaar krom zijn -- wat van een tekst die meer dan duizend jaar oud is niet verbazingwekkend is, in de bijbel staat er ook wel eens iets. In het Oude Testament bijvoorbeeld, Deuteronomium 7:2 en de volgende verzen, wordt keurig uitgelegd dat gij niet zult doodslaan -- behalve uiteraard als het om heidenen gaat die God noch gebod erkennen. Dan is doodslag juist heel prima.

Moderne buitenstaanders ergeren zich wel aan het eigentijdse recht praten van wat krom is omdat ze niet goed beseffen dat dit recht praten eigenlijk een wat besmuikte manier is om afstand te nemen van het moorden waar de oorspronkelijke tekst op het eerste gezicht toe oproept. Een moderne moslim kan moeilijk zeggen: AJa, de Koran roept wel op tot het beroven en vermoorden van niet-moslims, maar ik ben een fatsoenlijk man, en hoewel ik moslim ben leg ik die gewelddadige gedeelten van de Koran gewoon naast mij neer.

Wie zich zo opstelt, krijgt ruzie met veel (maar niet alle) islamitische wet- en schriftgeleerden, en de vaak fanate aanhang van deze baardige beroepsmoslims. Veel beter is het om de militante oproepen die je in de Koran aantreft, uit te leggen als eigenlijk niet gewelddadig. Eigenlijk roept de Koran niet op tot oorlog en moord maar alleen maar tot, zeg, zelfverdediging. Eigenlijk is jihad niet >oorlog tegen de ongelovigen=, maar >oorlog tegen het ongeloof= -- ook als dat zich in mijn eigen hartje bevindt. Ook vanuit die positie kan je nog wel gedonder met de militante preekstoeltijgers krijgen, maar dan heb je ten minste een goed verhaal.

Er is desalniettemin een groot verschil tussen de Koran en de bijbel, althans in de manier waarop die beide boeken door de gelovigen gebruikt worden. De Koran wordt door groepjes moslims als een soort jachtacte gezien die hen door God zelf is uitgereikt en die hen het recht geeft om niet-moslims te vermoorden. Dat heeft geleid tot een reeks van aanslagen waarvan de aanval op Amerika van 11 september 2001 tot op heden de beroemdste en de grootschaligste is geweest. Onder de kleinere aanslagen tellen we bijvoorbeeld de moord op Sadat, 1981, of die op de columnist Farag Foda in Cairo, juni 1992. Natuurlijk zijn er ook talloze moslims die de Koran niet als een jachtacte beschouwen, maar van het kleine of grote aantal moslims dat de Koran, en de rest van de islamitische heilige boeken, wel zo beschouwt, heeft de rest van de planeet veel last.

Binnen de kerken lopen al heel lang geen serieuze predikanten meer rond die de bijbel als een jachtacte beschouwen die het vermoorden van andersdenkenden niet alleen toestaat maar zelfs opdraagt. Wat de islam aangaat is dat minder duidelijk. Er is in ieder geval een richting binnen de islam, die van de Wahhabieten, die uit geldgebrek vanaf het monent van de stichting van de beweging, rond 1750, tot aan de vondst van aardolie, een mooie hobby heeft gemaakt van het beroven en zo nodig vermoorden van andersdenkende moslims (want niet-moslims waren er binnen hun werkterrein, het Arabische schiereiland, al heel lang niet meer te vinden).

De Turken hebben deze Wahhabieten af en toe weten te verslaan, en in de negentiende eeuw zijn heel wat Wahhabietische leiders op het schavot geëindigd, geëxecuteerd in opdracht van de Sultan-Khalief in Constantinopel/Istanboel. Ook het Egyptische leger heeft de Wahhabieten een keer verslagen. Desondanks heeft de Wahhabietische beweging zich steeds wel weer enigszins weten te herstellen. De Wahhabieten treden steeds op samen met de Saoedische dynastie.

Door de olie zijn die Wahhabieten/Saoediërs in de jaren vijftig van de twintigste eeuw rijk geworden, en hoefden ze geen oude vrouwtjes meer te beroven. Hun geld zijn ze gaan gebruiken om propaganda voor hun leer te maken. Dat mag natuurlijk. Alleen, ze lieten hun leer over de toonbank gaan als Ade enige ware zuivere en oorspronkelijke islam -- niet als een provinciale excentrieke gewelddadige vorm van islam, uitgevonden rond 1750, die haat jegens andersdenkenden preekt. In grote gebieden, in Pakistan, Afghanistan en elders is Wahhabietisch onderwijs het enige beschikbare onderwijs. Een ouder die zijn zoon niet als taalib (>leerling=) naar zo een Wahhabietische madrasa (>school=) stuurt, doet hem tekort.

Ook voor moslimse jongeren in Nederland is Wahhabietische instructie over de islam vaak het enige islamonderwijs dat ze krijgen. Het is te vergelijken met een situatie waarin het geven van christelijk godsdienstonderwijs maar aan de Ku Klux Klan wordt overgelaten, want er is nu eenmaal godsdienstvrijheid en vrijheid van onderwijs, en de Klan heeft er het geld voor over. Omdat AWahhabietisch@ niet zo prettig meer klinkt na de beoorloging van deze beweging door de Turken, is de naam aangepast: De benaming >Salafietisch=, oorspronkelijk de naam van een moderne richting in de islam in Egypte rond 1900, was in de loop van de twintigste eeuw vrij gekomen en is dankbaar gerecycled door de Wahhabieten.

Moslimse jongeren hebben vaak niet veel meer dan een vage culturele loyaliteit jegens de islam, waar weinig precieze invulling aan gegeven wordt. Ze dromen van een toekomst waarin de islam zal triomferen op zijn vijanden. Wanneer nu zulke jongeren in kontakt komen met competente predikanten en recruteerders, hoeft het niet lang meer te duren of zulke jongeren gaan de Koran zien als een jachtvergunning, ja, als een license to kill.

Verbieden van bloederige opvattingen over de Koran en de islam klinkt stoer en daadkrachtig, maar werkt haast zeker averechts. Proberen te zorgen dat de militanten hun liberalere kritische moderne geloofsgenoten niet van de markt drukken is waarschijnlijk al moeilijk genoeg. En, laten we niet vergeten, niemand heeft ooit de hervormde kerk verboden. Maar nadat de wat liberalere protestanten in de jaren twintig waren begonnen de debatteren over de vraag of de slang in het scheppingsverhaal van Genesis 3 nu wel of niet zintuiglijk waarneembaar had gesproken, heeft het geen eeuw meer geduurd of de vrijzinnig-protestanten waren bijna uitgestorven, en de rechtzinnig protestanten gemarginaliseerd.

Het is de vraag of de Nederlandse overheid ten aanzien van de islam wel veel moet doen en een >taak heeft=. Anders dan vaak gedacht wordt, betekent de moderne scheiding van kerk en staat niet dat de overheid zich niet met de godsdiensten van haar onderdanen mag bemoeien, maar dat de overheid er voor moet zorgen dat de toegang tot de religieuze markt voor alle aanbieders gelijkelijk openblijft. In het Midden-Oosten zorgt zoals bekend een monsterverbond van overheid en religieuze leiders er voor dat die markt voor andere aanbieders dan de islam gesloten blijft.

Een Nederlands islambeleid zou er dan ook op moeten letten dat de aanhangers van de jihad-ideologie de niet-militante vormen van islam niet van de markt dreigen te drukken. Tegelijkertijd moeten de aanhangers van godsdienstige bewegingen die geweld willen gebruiken om hun eigen opvattingen te laten triomferen, niet kunnen profiteren van de moderne Westerse godsdienstvrijheid zoals die sinds ongeveer 1700 bestaat. Die godsdienstvrijheid is alleen bedoeld voor wie afziet van het gebruik van wapengeweld dat tot doel heeft de eigen godsdienst te laten overwinnen. Wie zich niet bij die opvatting aansluit en zijn heilige boeken als jachtacte of license to kill wil beschouwen, is onze vijand.

Link naar artikel: http://www.arabistjansen.nl/jachtacte.doc
Sjeng
Berichten: 5515
Lid geworden op: di dec 07, 2004 3:52 am

Hans Jansen verklaart strijd tegen terrorisme nader

Bericht door Sjeng »

de strijd tegen het internationaal terrorisme

Door Hans Jansen

Inleidende verklaring uitgesproken bij de hoorzitting van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer op maandag 24 mei 2004 over de strijd tegen het internationaal terrorisme

Zie ook Het Parool, 25 mei 2004, p. 4, voor een kort verslag van de discussie die op deze verklaring gevolgd is.

Sinds de Tweede Wereldoorlog wordt de wereld gedomineerd door Amerika. Dat betekent dat Amerika in alle opzichten een voorsprong heeft op alle andere landen.

Vanaf de zevende tot de zeventiende eeuw was het de wereld van de islam die mondiaal gezien die dominante positie heeft ingenomen. Dat is begonnen met de Arabische verovering van het Midden-Oosten in de jaren die volgden op 632, het sterfjaar van Mohammed, de Profeet van de Islam. In 1683 werden de Turken bij Wenen teruggeslagen. Dat wordt meestal als gezien als het definitieve einde van de islamitische expansie.

In deze periode van meer dan duizend jaar is de wereld van de islam superieur geweest aan al zijn buren. Moslims zijn deze superioriteit als een verworven recht gaan zien. Aantasting van een verworven recht leidt zoals u weet tot verbittering. Het verlies van deze superioriteit heeft bij grote groepen in de islamitische wereld geleid tot een gevoel van verongelijktheid.

Dat de islam zijn leidende positie in de wereld was kwijt geraakt, werd geweten aan de veronachtzaming van de geboden van de islam, ongeveer zoals ook in het Oude Testament betoogd wordt dat de ellende die de Israëlieten overkomt te wijten is aan de Israëlitische ongehoorzaamheid aan de geboden van God.

Overheden in de islamitische wereld, die zich niet aan de wetten van de islam hadden gehouden, die waren, meenden moderne radicale moslimse denkers, de oorzaak van het verval van de islam. De islam zou zijn oude glorie hervinden wanneer maar die oude wetten zouden worden heringevoerd en strikt toegepast.

Deze ideologie, die zich concentreert op herinvoering van de wetten en geboden van de islam, heeft binnen de islamitische wereld sinds de jaren zestig van de vorige eeuw tot veel interne strijd geleid. Behalve in Teheran (Khomeini, 1979) heeft die strijd niet veel concrete politieke successen opgeleverd. Dit heeft in de jaren negentig geleid tot defaitisme bij de aanhang van de islamitische revolutionaire bewegingen.

In het midden van de jaren negentig ontstaat het besef dat strijd tegen de regeringen in de hoofdsteden van de islamitische wereld inderdaad zinloos is. Deze regeringen, menen de islamitische fundamentalisten, zijn immers slechts marionettenregimes die door Amerika overeind gehouden worden. De strijd dient zich dan ook tegen Amerika zelf te richten, concluderen de aanhangers van de jihad-ideologie. Sinds 11 september 2001 weten we dat het hen hierbij inderdaad ernst is.

Jihad is een eigenaardig begrip dat bij andere godsdiensten dan de islam niet voorkomt. Jihad is niet gericht op individuele bekering van ongelovigen, maar richt zich op het vestigen van een islamitische oppergezag. Wie dit oppergezag niet erkent, dient te worden gedood of als slaaf te worden verkocht. Jihad is niet, zoals de kruistochten, gericht op de verovering van een bepaalde provincie (in het geval van de Kruistochten: Palestina), maar jihad is universeel. Jihad is de strijd voor de triomf van de islam, en wee degene die de triomf van de islam in de weg staat.

Het christendom is niet een honderd procent pacifistische godsdienst. Toch komt het regelmatig voor dat groepen christenen, al lezend in het Nieuwe Testament, op teksten stuiten als “wie het zwaard opneemt, zal door het zwaard vergaan”. Zulke teksten gaan voor bepaalde gelovigen een eigen leven leiden. Sommige gelovigen laten zich door zulke teksten ervan overtuigen dat het aanhangen van een strikt pacifistisch standpunt voor een christen een noodzaak is. Desalniettemin is absoluut pacifisme niet de hoofdstroom binnen het christendom.

Op dezelfde manier laten moslims zich beïnvloeden door Koranverzen als “Doodt hen waar ge hen maar vindt” (4:89, 9:5), en ontwikkelen ze vanuit zulke teksten een militante vorm van islam die weliswaar niet de hoofdstroom vormt, maar die wel over een duidelijke aanhang beschikt. Die aanhang is bereid te sterven en te moorden in de naam van de islam.

Koran en bijbel spreken beide niet positief over de vijanden van God. Toch is er een verschil. Het verschil zit hem daarin dat sommige groepen militante moslims de Koran als een jachtakte beschouwen, als een soort license to kill, terwijl de bijbel die functie in de wereld van het christendom verloren heeft.

De aanhangers van de jihad-ideologie strijden tegen een ieder die de suprematie van de islam in de weg staat. Ze achten zich in die strijd niet gebonden aan de regels van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, of aan de Conventie van Genève.

Moslims koesteren een droom over de overwinning van de islam op andersdenkenden, ‘totdat Gods Woord het hoogste is’. Het koesteren van zo’n droom is uiteraard geen vergrijp. Maar wanneer er kleine of grote groepen moslims zouden zijn die dit visioen met alle mogelijke middelen, dus ook met wapengeweld en terreur, willen verwerkelijken, hebben we maar twee mogelijkheden: we zullen voor dit geweld moeten capituleren, of we moeten ons met onmoderne vastberadenheid tegen deze groepen verdedigen.

Link naar artikel: http://www.arabistjansen.nl/verklaring.doc
Sjeng
Berichten: 5515
Lid geworden op: di dec 07, 2004 3:52 am

Hans Jansen over de 'zuivere islam'

Bericht door Sjeng »

Inleidende verklaring bij het debat in de Rode Hoed op 1 november 2005

Bron: Website Hans Jansen

Het is inmiddels wel gebleken dat het in Nederland mogelijk is om werkbare compromissen te sluiten met de katholieken over abortus en euthanasie. Daar staat tegenover dat iedereen weet dat het volstrekt onmogelijk is om over abortus en euthanasie een compromis te sluiten met het Vaticaan, de behoedster van het zuivere katholicisme.

Op dezelfde manier is het mogelijk met moslims compromissen te sluiten over jihad, steniging, enzovoort. Maar de zuivere islam zal deze compromissen nooit accepteren, en steeds weer oproepen tot jihad. Steeds weer zullen activisten in de naam van de zuivere islam er toe oproepen de Nederlandse wetgeving, die democratisch van onderop tot stand is gekomen, te vervangen door de sharia, waarvan moslims horen te geloven dat die door God van bovenaf gegeven is.

De regels van de sharia zijn in strijd met de rechten van de mens. De sharia kan dan ook alleen met behulp van oorlog, burgeroorlog en terreur worden ingevoerd. Elke oproep tot invoering van de sharia is in feite een oproep tot jihad, en jihad is oorlog en terreur.

Gelukkig leggen veel moslims zulke oproepen tot terreur kalmpjes naast zich neer, ook al omdat jihad landverraad is. Het is dan ook niet zo dat moslims alles te maken hebben met terreur, maar het is de zuivere islam die alles van doen heeft met terreur en terrorisme.


Voetnoot: Met de ‘zuivere islam’ wordt hier bedoeld: de islam met inbegrip van de regels, geboden en verboden zoals die vastgesteld zijn door de bevoegde islamitische wetgeleerden (cUlamā’, in het Nederlands ook wel ‘imams’ genoemd). Die regels, geboden en verboden zijn bijvoorbeeld terug te vinden in de fiqh- en fatwa-handboeken, zoals dat van N.H.M. Keller & Ahmad ibn Naqib Al-Misri: The Reliance of the Traveller, A Classic Manual of Islamic Sacred Law, in Arabic with Facing English Text, Commentary and Appendices, Beltsville (Maryland): Amana Publications, 1994 (ISBN 0-915957-72-8 ). Er zijn talloze andere handboeken, in vele talen.

Hoe het ook zij, de kwestie is ingewikkeld, of wordt dat gemaakt, en het zal nog wel even duren voordat we voor de islam in het Nederlands een even adequate terminologie hebben weten te ontwikkelen als voor het katholicisme. Over het onderscheid tussen het Vaticaan enerzijds en het katholieke kerkvolk anderzijds bestaat immers nauwelijks nog een misverstand. Voor de katholieken vormen het de bisschoppen en het Vaticaan het officiële religieuze gezag. Op dezelfde manier belichamen voor moslims de zogenoemde cUlamā’ (‘wet- en schriftgeleerden’) of ‘imams’ (‘voorgangers’) het religieuze gezag. Anders dan bij het katholicisme zijn de islamitische wet- en schriftgeleerden niet hiërarchisch georganiseerd, maar hierop zijn hier en daar uitzonderingen. Er bestaan uiteraard ook nog wel andere verschillen, zie de literatuur.

Zoals bekend bestaat er gewoonlijk enige afstand tussen de opvattingen van de mannen die het officiële religieuze gezag uitoefenen en de feitelijke opvattingen van degenen die aan dat gezag zijn toevertrouwd.

Link naar artikel: http://www.arabistjansen.nl/Rodehoed.doc
Sjeng
Berichten: 5515
Lid geworden op: di dec 07, 2004 3:52 am

Hans Jansen over Mohammed B.'s brief van 2 november 2004

Bericht door Sjeng »

DE BRIEF VAN MOHAMMED B., BEVESTIGD AAN HET LIJK VAN THEO VAN GOGH

Bron: Website Hans Jansen

DOOR HANS JANSEN

Mohammed B., de man die op 2 november 2004 in Amsterdam Theo van Gogh vermoord heeft, ging er vanuit dat zijn daad hem het leven zou kosten. Dat is niet gebeurd, want in het vuurgevecht met de politie is het gelukt Mohammed B. uit te schakelen zonder hem te doden. Achteraf is het de vraag of we daar wel blij mee moeten zijn, want een levende held in de gevangenis kan mogelijkerwijs het onderwerp worden van een macaber soort cultus. Dat is in ieder geval in Israël gebeurd met de moordenaar van Rabin, een zekere Yigal Amir. Alleen al het melding maken van zo’n cultus, wat de kranten jarenlang regelmatig zullen moeten doen, kan de tegenstellingen in een land aanscherpen op een manier waar niemand op zit te wachten.

Omdat hij er van uitging dat hij zijn daad niet meer zou kunnen uitleggen of verantwoorden, heeft Mohammed B. een vijf pagina’s lange toelichting op zijn daad achtergelaten1. Niet zo maar achtergelaten, maar met een mes aan het lichaam van Theo van Gogh bevestigd. Geert Mak noemt dit document ‘een briefje’ en heeft een boek geschreven over de nasleep van de moord op Van Gogh, zonder inhoudelijk ook maar ergens op dit ‘briefje’ in te gaan2. Het is een vaak goede tactiek om de vijand superieur dood te zwijgen, maar in dit geval is de vijand daar niet onbetekenend genoeg voor. Bovendien is het onduidelijk wie er nu de vijand is. Alleen Mohammed B.? Heeft hij bondgenoten, sympathisanten of zelfs mededaders? Zonder politieonderzoek en zonder naar het ‘briefje’ te kijken, is het moeilijk daar achter te komen.

Vanuit moslimse of radicaal-islamitische kringen hebben tot op heden nauwelijks relevante andere toelichtingen op, of verklaringen van, de moord op Theo van Gogh het licht gezien dan deze brief zelf. Apologieën die zich richten tot de niet-moslimse Nederlanders zijn ook haast ondenkbaar, want er is naar Nederlandse opvattingen nu eenmaal niets dat een moord rechtvaardigt en zeker niet vaagheden als ‘dat de Nederlandse maatschappij de islam eenstemmig afwijst’. Wat immers is hier het tegengestelde van? Dat Nederland eenstemmig islamiseert? Ook als vorm van kritiek op de vele (vaak ineffectieve) regelingen die de Nederlandse overheid heeft ingevoerd ter inburgering en integratie van moslimse migranten is de moord op een filmmaker/columnist weinig effectief of voor de hand liggend. Wie de motieven van Mohammed B. wil leren kennen, heeft weinig anders tot zijn beschikking dan deze brief.

Mohammed B. heeft een Berberse achternaam die iets als ‘Korthals’ betekent. Achter de betekenis van die naam hoeven we niets te zoeken, maar het is interessant dat Mohammed B. Berber is, geen Arabier. Er zijn geen precieze cijfers over, maar het ziet er toch naar uit dat de Marokkaanse Berberjongeren in Nederland op allerlei gebied problemen hebben, misschien nog meer dan hun Marokkaans-Arabische buren. Bij Berberjongeren loopt de zoektocht naar een eigen identiteit nu en dan uit op een radicale keuze voor de radicale islam. Anderzijds zijn de Berbers onder de Nederlandse Marokkanen sterk in de meerderheid, wat het beeld misschien vertekent.

Hoogstwaarschijnlijk sprak Mohammed B. thuis met zijn ouders een berbertaal. Mohammed B. kent ook Arabisch en uit de brief blijkt dat hij ook op de computer in staat is Arabische teksten in Nederlandse tekst in te voegen en dat met alle vocaal- en leestekens die het Arabisch voorschrijft. Dat is een prestatie die niet iedere student Arabisch aan een Nederlandse universiteit hem nadoet. Verder schrijft hij zijn brief in goed Nederlands, dat soms wat houterig klinkt doordat er oorspronkelijk Arabische vrome formules die Mohammed B. kennelijk heel goed kent vlak onder het Nederlands verborgen zitten.

Het document heeft als aanhef ‘OPEN BRIEF AAN HIRSHI ALI’. Het is vreemd dat hij de naam van het Kamerlid Ayaan Hirsi Ali verkeerd spelt. Maar inderdaad zegt haast iedereen in Nederland feitelijk ‘Hirsjie’ in plaats van ‘Hirsi’, mogelijk onder invloed van namen als ‘Hirsch Ballin’. Bovendien horen Marokkanen de Nederlandse s vaak als een sj, omdat de Marokkaanse s en de Marokkaanse sj veel sterker van elkaar verschillen dan de Nederlandse/Engelse s en sj/sh. Vandaar dat veel oudere Marokkanen ‘sjchaap’ zeggen, in plaats van ‘schaap’. De naam van Ayaan verkeerd schrijven kan heel goed bedoeld zijn als een vorm van belediging, maar dat is hier te ver gezocht, al was het alleen maar omdat de andere namen in het document wel goed gespeld zijn. De spelfout is haast zeker veroorzaakt door de gebruikelijke Nederlandse uitspraak van ‘Hirsi’.
Elke brief die door een moslim geschreven wordt, hoort met de formule in ‘In de naam van Allah de Barmhartige Erbarmer’, hoe ook vertaald, te beginnen. Ook deze brief begint zo. Eigenlijk hoort elke handeling die een moslim verricht met deze formule te beginnen, iets wat ook al in het Nieuwe Testament aan de gelovigen wordt voorgeschreven: Begint alle ding in de naam des Heren. Direct volgend op deze formule zou een voor de gelegenheid toepasselijk Koranvers kunnen volgen, maar daarvoor heeft Mohammed B. niet gekozen. Wel houdt hij zich aan een andere conventie: er volgt nu een gebed over de Profeet Mohammed. De vrede en de zegeningen van God over Mohammed worden inderdaad afgesmeekt. Een auteur mag hier kiezen welke eretitels van de Profeet hij zal gebruiken en die keuze biedt natuurlijk al enigermate zicht op wat er in de brief verder gaat komen. Het bestaan van deze conventie sluit uit dat de aanhef van het document (zoals wel gedacht is) over iemand anders dan de Profeet zelf gaat.

De Profeet Mohammed (±570-632) wordt in de aanhef van het document allereerst ‘de Emir van de Mujahideen’ genoemd, te vertalen als ‘de bevelhebber van de jihad-strijder’. In zekere zin is dit een traditionele betiteling. Wonderlijk daarentegen is de tweede kwalificatie ‘de lachende doder’, die gezien de openingsconventies van brieven beslist ook op de Profeet Mohammed zelf moet slaan. Deze lugubere kwalificatie komt niet uit de Koran en zo goed als zeker ook niet uit de Traditie (Hadith). Het traditiemateriaal is zeer omvangrijk en het is altijd mogelijk dat de uitdrukking ‘de lachende doder’ toch ergens staat, maar frequent kan de uitdrukking zeker niet zijn. ‘Lachen’ wordt in de Hadith en in de Koran niet hoog gewaardeerd. Wie lacht, heeft de ernst van waar hij mee bezig is, niet helder voor de geest staan. De Hadith vermeldt minstens drie keer dat veel lachen het hart doodt. Minstens zeven keer levert de Hadith over dat de Profeet Mohammed wenen de voorkeur geeft boven lachen. De formule ‘de lachende doder’ roept dan ook bevreemding op. Het zou de moeite waard kunnen zijn na te gaan waar Mohammed B. deze formule vandaan heeft.

Hierop volgt bijna een hele regel in Latijns schrift omgezet Arabisch, te vertalen als ‘Mohammed de Gezant van God (de bescherming van God zij over hem en God geve hem vrede)’. De manier waarop het document verder gaat, is traditioneel: deze wensen en heilbeden worden niet alleen over Mohammed zelf uitgesproken, maar ook over zijn familie, de mensen waar hij bij zijn leven mee omging en alle moslims die Mohammed volgen, tot aan de laatste dag. Dan volgt ‘Er is geen agressie behalve tegen de agressors’, kennelijk de Nederlandse vertaling van een makkelijk in het Arabisch terug te vertalen formule die niet in de Koran voorkomt maar wel regelmatig in religieuze teksten te vinden is.

Na deze openingsteksten volgt een korte formule die in een Arabische brief de openingstekst moet scheiden van de brieftekst zelf. Die formule is hier door Mohammed B. in het Nederlands weergegeven met ‘Het volgende:’ maar meestal kiezen vertalers ervoor deze formule weer te geven met ‘en verder:’, of iets dergelijks. Hierop volgt nog een keer een kort gebed om vrede en zegeningen voor ‘wie de Leiding volgt’. ‘Leiding’ is hier een vertaling van het Arabische huda, in het Nederlands bekend uit een woord als Mahdi, ‘[door God recht] geleid’. Het is op grond van wat in Arabische teksten gebruikelijk is, ondanks de hoofdletter, zeker geen verwijzing naar de leadership van een terroristische cel waar Mohammed B. mogelijk deel van uitmaakte, of iets soortgelijks. Het achterliggende beeld is dat van een door de woestijn dwalende karavaan, die God zelf als gids heeft en Zijn leiding volgt.

Nu komt Mohammed B. ter zake. Wat hij schrijft is een open brief aan VVD-kamerlid Ayaan Hirsi Ali, die hij een ‘ongelovige fundamentalist’ noemt. Het is interessant te zien dat ook in de kringen van Mohammed B. het woord ‘fundamentalist’ kennelijk een scheldwoord is geworden. Het voornaamste kenmerk van fundamentalisten is dat ze op grond van hun opvattingen over religie tot actie willen overgaan3. Het staat dus nog te bezien of Mohammed B. het f-woord hier verkeerd gebruikt. Verder richt hij zich tot de ‘Thaghoet partij VVD’. ‘Thagoet’ is de standaard Arabische benaming voor politici of politieke groepen die als anti-islamitisch beschouwd worden. Tijdens de islamitische revolutie van 1979 was Amerika de grote Satan en de Iraanse bondgenoten van Amerika waren de Taghoet. De term is voor alle heersers in alle hoofdsteden van de islamitische wereld wel een keer gebruikt – maar alleen door de fundamentalistische oppositie. De term komt in de Koran acht keer voor, slaat daar meestal op afgoden, maar misschien al in Koran 4:60 op gezagsdragers die niet bereid zijn voor de islam opzij te gaan.

Mohammed B. stelt vervolgens dat de uitlatingen van Ayaan Hirsi Ali ‘de islam terroriseren’, en een ‘kruistocht tegen de islam’ zijn. ‘Terroriseren’ wordt in het Nederlands meestal anders gebruikt, maar we dienen waarschijnlijk te begrijpen dat de uitlatingen van Ayaan (sommige) moslims in Nederland inderdaad beangstigen. Daarvoor is maar een reden te bedenken. Er zijn moslims die bang zijn dat Ayaan inderdaad onder andere moslims gehoor vindt.

In geschriften van moslims worden de kruistochten meestal gelijkgesteld met jihad, maar die morele gelijkstelling is onjuist. De kruistochten betreffen een korte periode en een beperkt gebied (Palestina), de jihad daarentegen is universeel en van alle tijden. De jihad tegen Afrika, Azië en Europa was bovendien al eeuwen aan de gang toen de kruistochten nog moesten beginnen. De laatste kruisvaarder is al eeuwenlang dood en begraven en jihad-strijders lopen er nog volop rond.

Mohammed B. spreekt nu de beschuldiging uit dat Ayaan Hirsi Ali voor haar werk tegen de islam beloond is met een kamerzetel. Zij wordt gebruikt om ‘vijandigheden over de islam en de meest edele mens Mohammed’ ‘uit te spuien’. Spuien is een wel erg Nederlands, aan de polder en de duinen ontleend beeld. Dat Ayaan in de gelegenheid geraakt is dit te doen, wijt Mohammed B. aan de islamitische ‘Ummah’, gemeenschap, die ‘haar taak van verzetten tegen het onrecht en het kwaad [heeft] laten liggen en haar roes ligt uit te slapen’. Dit is een toespeling op de islamitische plicht het goede te bevelen en het kwade te verbieden, zie bijvoorbeeld Koran 3:110. Bevel en verbod moeten uiteraard kracht worden bijgezet en dat is precies wat Mohammed B. doet. In een cultuur waar alcohol verboden is, komt het tweede deel van de beschuldiging, het een roes uitslapen, nogal zwaar aan. Het is niet vreemd dat ‘gewone’ moslims zich door zulke aantijgingen geïntimideerd voelen.

Mohammed B. stelt dat zijn brief een poging is het kwaad het zwijgen op te leggen. Jammer dat hij het niet bij de brief gelaten heeft en verder op God heeft vertrouwd. In deze alinea gebruikt hij twee keer de Arabische formule voor ‘Zo God het wil’, wat bij uitspraken over de toekomst een voorgeschreven formule is. Alleen een echte atheïst zou die formule weglaten, geloven veel moslims. Mohammed B. zegt dat hij het Ayaan kwalijk neemt dat zij heeft voorgesteld moslims te laten ‘screenen op hun ideologie bij sollicitaties’. De woorden die Mohammed B. hier gebruikt maken het overduidelijk dat hij zelf ook goed inziet dat hij niet bezig is met het verspreiden van godsdienst, maar een ideologie. Elk beroep op de grondwettelijke vrijheid van godsdienst dat hij of zijn advocaten of zijn geestverwanten zouden willen doen, is hiermee bij voorbaat door Mohammed B. zelf onderuitgehaald. Er bestaat in Nederland vrijheid van godsdienst en die vrijheid wordt breed gerespecteerd. Dat geldt beslist minder voor de vrijheid van ideologie. Zo zijn fascistische of marxistische ideologieën vaak weinig gerespecteerd, of erger.

Hierop volgt bijna een hele pagina standaard antisemitisme, compleet met citaten van op het internet circulerende half verminkte Talmoed-passages. Met name Van Aartsen, de VVD-leider, en de burgemeester van Amsterdam, Job Cohen, worden genoemd. Het is voer voor juristen of niet alleen al deze antisemitische uitspraken in een open brief naar Nederlands recht een strafbaar feit opleveren.

Nog voor het einde van de tweede pagina komt Mohammed B. op een nieuwe gedachte. Hij herinnert aan de tv-uitzending waarin Ayaan Hirsi Ali aan islamitische kinderen op een islamitische school gevraagd heeft ‘om een keuze te maken tussen hun Schepper en de grondwet’. Zo was het niet precies. De kinderen werd gevraagd waaraan ze meer gehoorzaamheid verschuldigd waren, de wetten van de islam of de wetten van het koninkrijk der Nederlanden. De formulering van Ayaan was misschien niet precies op kinderen toegesneden, maar het gaat natuurlijk om een probleem dat bij elke godsdienst met een wettische inslag speelt. Het zou niet raar zijn als daar op een islamitische school over werd nagedacht. Mohammed B. gaat aan de ernst van de vraag voorbij en roept dat Ayaan het ‘antwoord van deze jonge reine zielen’ ‘meteen heeft misbruikt’ voor haar ‘kruistocht’. Helaas blijft het daarbij. Een uiteenzetting over welke wetten volgens Mohammed B. meer gehoorzaamd zouden moeten worden, zou op zijn plaats zijn geweest en wellicht veel hebben verhelderd. De moordenaars van Sadat (1981) hebben het wel aangedurfd deze vraag in hun zelfrechtvaardigings-document te bespreken. Uiteraard kiezen zij voor de islamitische wetten.

Daarna slaat de stemming om. Alles kent zijn einde en sterft, schrijft Mohammed B. ‘De dood.. is het gemeenschappelijke thema van alles wat bestaat’, lezen we bovenaan de derde bladzij van het document. Er volgt nu een vrije parafrase van koranfragmenten die de Dag van het Laatste Oordeel beschrijven. ‘Angst zal op die Grote Dag de atmosfeer vullen’, luidt de laatste regel van die parafrase. ‘Atmosfeer’ is eigenlijk niet een woord dat in dit idioom past. Dat Mohammed B. het toch gebruikt laat weer eens zien dat de auteur niet voor niets op de HAVO heeft gezeten4. Nu volgt de vertaling van twee koranfragmenten, die gecentreerd worden afgedrukt, Koran 81:1-14 (maar vers 5 wordt overgeslagen, waarschijnlijk per ongeluk) en 80:34-42. Beide fragmenten handelen over de verschrikkingen van het Laatste Oordeel en dat in wat beslist schrille kleuren genoemd mogen worden.

Mohammed B. daagt in navolging van Koran 2:94-95 Ayaan nu uit om ‘de dood te wensen’ om zodoende te bewijzen dat zij werkelijk van haar gelijk overtuigd is. Mohammed B. verzoekt zelf immers aan God hem ‘de dood te schenken’, ‘om hem te verblijden met het martelaarschap’ (midden p. 4). Mohammed B. meent dat wanneer Ayaan deze uitdaging niet aanneemt, zij zichzelf heeft ontmaskerd als een ‘onrechtpleegster’. De logica is hier op het eerste gezicht ver te zoeken, maar Koran 2:94 en 2:95 zijn dan ook lastige verzen.

Koran 2:94 eindigt met ‘Wenst dan de dood, als jullie gelijk hebt’ – mogelijkerwijs is dit te begrijpen als ‘Sta met je leven in voor waar je in gelooft’. Koran 2:95 begint met ‘Maar dat zullen zij niet wensen wegens wat hun handen eerder gedaan hebben’. Dat de hoofdpersonen, haast zeker de ongelovigen, in vers 94 met ‘jullie’ worden aangeduid en in vers 95 met ‘zij’, maakt het voor het begrip niet eenvoudiger. De ongelovigen, zegt de Koran hier vermoedelijk, willen niet sterven voor hun overtuiging omdat zij zich schuldig hebben gemaakt aan ongeloof (en dus na hun dood zware straffen te ondergaan zullen hebben).

Ook Kamerlid Ayaan Hirsi Ali (of welk ander kamerlid dan ook) popelt inderdaad niet van verlangen om voor haar kamerlidmaatschap te sterven. Moslims als Mohammed B. daarentegen zijn graag bereid hun leven te geven voor wat zij als de goede zaak zien, wat de islam in het conflict met anderen mogelijkerwijs een tactisch-strategisch voordeel geeft. Dat wie niet gelooft in een hemelse beloning voor het martelaarschap liever geen martelaar wil worden, is op zich een juiste constatering en zeker van belang voor de strijd van de islam tegen de niet-moslims. De verzen 2:94 en 2:95 zien er hier misschien misplaatst uit en de uitdaging aan Ayaan is voor wie de Koran niet goed kent moeilijk te plaatsen, maar in de eigen context is het beslist geen nonsens en wel degelijk relevant voor de strijd die Mohammed B. op zich genomen heeft.

Mohammed B. keert nu terug naar het verval van de islam, maar meent dat dit verval ook een goede kant heeft. ‘De islam is als een afgestorven plant, die door jarenlange druk en extreem hoge temperaturen tot een diamant wordt gevormd’. Op de hardheid van deze diamant, meent Mohammed B., zal Ayaan zich stuk slaan en ‘de islam zal zegevieren door het bloed der martelaren’. De islam zal vervolgens ‘het kwaad met het zwaard terugdrijven naar zijn duistere hol’. Het is bij al deze beeldspraak goed om te beseffen dat ‘het kwaad’ hier de niet-moslims zijn.

De huidige ‘losgebarsten strijd’, stelt Mohammed B. vast, is anders dan ‘alle voorgaande strijden’, want ‘de ongelovige fundamentalisten zijn er mee begonnen’. De tekst biedt geen duidelijke aanknopingspunten die zouden kunnen uitwijzen wat Mohammed B. hier mee bedoelt. ‘Alle voorgaande strijden’ is toch wel een verwijzing naar de jihad die de islam in de eeuwen na de dood van de Profeet Mohammed van Mekka en Medina naar Portugal, de Balkan en Pakistan heeft gevoerd. Moeilijker is het om te zien wat Mohammed B. als het begin van de huidige losgebarsten strijd ziet. De moord op Theo van Gogh kan hij niet bedoelen, want die had nog niet plaatsgehad toen dit document geschreven werd. Bovendien moet het iets zijn dat door de ‘ongelovige fundamentalisten’ is begonnen. Het kan haast alleen maar de islamkritiek zijn die Ayaan Hirsi Ali heeft geïnitieerd. Bovendien is ‘ongelovige fundamentalist’ een aanduiding voor Ayaan die Mohammed B. al eerder in de brief gebruikt heeft.

Die islamkritiek van Ayaan Hirsi Ali is binnen een Europese context niets bijzonders. Vergeleken bij wat er over het christendom gezegd wordt, stelt het allemaal niets, helemaal niets voor. Over de andere godsdiensten dan de islam die in Europa worden aangehangen, worden al decennialang, soms zelfs eeuwenlang, kritiek en hoon uitgestort, zonder dat de gelovigen zich daar in ernst druk om maken. Boosheid komt voor, maar er voor te wapen lopen niet. Bovendien wordt in moslimse literatuur uitermate onbehouwen en ruw tegen het christendom uitgevaren. Mohammed B. meet hier op een vreemde manier met twee maten. Moslims mogen wel het christendom en het jodendom bekritiseren en bespotten, maar de islam bekritiseren, laat staan bespotten, dat mag niet. Zelfs de ergste vijand van Ayaan heeft voor zo ver bekend nooit beweerd dat zij de islam heeft bespot, het gaat uitsluitend om haar haast academische islamkritiek en de vrijheid de islam, zoals elke andere godsdienst, te mogen verlaten.

Het is moordenaars als Mohammed B. dus inderdaad te doen om de vrijheid van het debat over de godsdienst. Hij keert zich, ook door zijn brief aan een kamerlid te richten, recht tegen het bestaande Nederlandse systeem. Het geopend hebben van het debat over de islam ervaart Mohammed B. als fundamentalistische agressie. Dat belooft nog wat voor de academische vrijheid en voor de discussies op de opiniepagina’s. Inderdaad laat Mohammed B. op het wat kinderachtig klinkende ‘de ongelovige fundamentalisten zijn er mee begonnen’ nu direct volgen: ‘Geen discussies, geen demonstraties, geen optochten, geen petities; slechts de dood zal de Waarheid van de leugen doen scheiden’. Om aan deze eis te voldoen zal Nederland inderdaad een geheel ander land moeten worden, een land zonder discussies, demonstraties, of petities, drie bij uitstek democratische rechten.

De laatste bladzij van het document begint met een korancitaat, Koran 62:8. Daar waarschuwt de Koran dat ‘de dood waarvoor jullie (=de ongelovigen) vluchten, jullie zal inhalen. Dan zullen jullie naar [God], de Kenner van het verborgene en van het waarneembare (=dus de Kenner van alles) worden teruggebracht’. Vreemd genoeg slaat Mohammed B. weer een woord over, hij vergeet (althans in de vertaling) het woord ‘het waarneembare’. Als een niet-moslim zo slordig met de tekst omsprong, zou dat zeker tot klachten zo niet erger leiden.

Daarna citeert Mohammed B. Mozes, de hoofdfiguur van het verhaal van de uittocht van de Israëlieten. De Israëliet Mozes bij naam noemen gaat hem kennelijk te ver. Mohammed B. spreekt slechts van ‘een groot Profeet’. Het gaat om Koran 17:102 waar Mozes tot de Farao zegt, in de scène die ook het overbekende Let my people go heeft opgeleverd: ‘ik denk echt, o Farao, dat ge ten ondergang gedoemd zijt’. ‘Farao’ is in de Koran en in de hedendaagse islam een standaardcode voor een onrechtvaardige, anti-islamitische heerser of heersersmacht. Mohammed B. wil dat uitleggen, en schrijft: ‘Zo zullen ook wij gelijknamige woorden [dat is: synoniemen voor Farao, HJ] gebruiken’, en dat doet hij dan ook onmiddellijk, vier keer achter elkaar. ‘Ik weet zeker dat jij, o Amerika/ o Europa/ o Nederland /o Hirsi Ali, ten onder gaat’. Is het landverraad voor de bezitter van een Nederlands paspoort om de wens uit te spreken dat Nederland ten onder gaat? De juristen zullen het wel weten.

Er volgt nog een vijfde keer ‘Ik weet zeker dat jij, O ongelovige fundamentalist, ten onder gaat’. Op Ayaan kan dat niet meer slaan, want op haar was de vierde keer gericht, bovendien gebruikte Mohammed B. een paar keer vrouwelijke vormen als hij het in zijn brief over Ayaan heeft. Zou het kunnen dat hij het hier toch tegen Theo van Gogh heeft, die verder in de brief geheel ongenoemd is gebleven? Het kan haast niet anders.

Dan volgt in Latijnse letters een Arabische formule die even frequent gebruikt wordt als dat hij lastig te vertalen is: ‘God is ons voldoende en goed is Hij als Zorger; Goed is Hij als Meester en goed is hij als Helper’. De brief sluit af met een ondertekening, drie Arabische woorden in Latijnse letters: ‘Het zwaard van de godsdienst, de aanhanger van de Tawhid’. (Arabisch: saifu d-diin al-muwahhid, maar Mohammed B. spelt het anders). Tawhid is de klassieke term voor de ‘Enigheid’, het islamitische dogma over de volstrekt enigheid van God. Het zou een verwijzing naar de Tawhid-moskee kunnen zijn, maar waarschijnlijk is dit niet.

Op de laatste, zesde bladzij staat nog een gedicht, dat inderdaad rijmt. Ook in het gedicht wordt de Tawhid genoemd, ditmaal gespeld als Tawheed. Hier is het zeker een verwijzing naar de Enigheid van God. Zijn geestverwanten noemt Mohammed B. ‘ridders van de DOOD’. Het valt zwaar over zo’n kwalificatie geen oordeel uit te spreken. Wat moeten we eigenlijk in een wereld die er voor de levenden is, met ‘ridders van de dood’? De een na laatste regel van het gedicht is opmerkelijk: ‘Tegen de hypocrieten zeg ik tenslotte dit: Wenst de DOOD of hou anders je mond en… zit’. De hoofdletters bij het woord ‘dood’ zijn steeds van de hand van Mohammed B.

‘Hypocrieten’ is een vertaling van het Arabische munafiqun, dat meestal gebruikt wordt om lakse medestrijders met de zaak van de islam aan te duiden. De regel over de hypocrieten is dus haast zeker gericht tot diegenen die normaliter als ‘gematigde moslims’ worden aangeduid, en zeker niet tot Ayaan of Theo van Gogh. De drie puntjes staan in het origineel. Het ‘zit’ wordt natuurlijk wel door het rijm bepaald, maar er is meer. Het zou om een toespeling op Koran 9:45-46 kunnen gaan, waar de Koran diegenen die op jihad gaan lof toezwaait en diegenen die daar geen zin in hebben (=de hypocrieten) laat weten dat ze maar thuis moeten blijven zitten. Maar een andere, meer Nederlandse uitleg lijkt eigenlijk beter. ‘Zit’ is een gebiedende wijs, het is het bevel dat het macho-baasje aan zijn hond geeft. Het is voor gematigde moslims goed om te weten dat Mohammed B. hoogstwaarschijnlijk zo over hen denkt. (De islam beschouwt zoals bekend honden als onrein).

Dat het document afsluit met een gedicht, is geheel in stijl. Ook de moordenaars van Sadat eindigden het document waarin zij hun theologie/ideologie uitlegden, met een gedicht.5 Maar omdat dit gedicht nu eenmaal meestal op de laatste bladzij stond, is het in veel exemplaren en edities weggeraakt. Maar dat het tot het originele document heeft behoord, is in het geval van de moordenaars van Sadat zeker.

Met enig nadenken valt misschien toch aan te tonen dat Theo van Gogh in het door zijn moordenaar opgestelde document een keer genoemd wordt, zij het niet bij name. Maar wat is nu toch de algemene strekking van dit document? Toch allereerst dat de auteur het Nederlandse politieke systeem in zijn geheel afwijst, hij beschouwt het allemaal als ‘taghoet’ (gezag dat de superioriteit van de islam weigert te erkennen). Hiervoor in de plaats stelt Mohammed B. het gebruik van religieus geweld. De brief is aan een kamerlid gericht omdat kamerleden de democratische orde vertegenwoordigen en symboliseren. De brief bevat misschien een toespeling op Theo van Gogh, het slachtoffer van de moord, maar de brief noemt het filmpje Submission met geen woord. Daar ging het dan ook niet om. Het ging om de afwijzing van de in Nederland bestaande democratie. Zonder de moord op Theo van Gogh was deze brief door een fractieassistent(e) regelrecht de prullenbak ingegooid. Nu is hij in grote hoeveelheden in fotokopie op de redacties van alle Nederlandse media verspreid.

Ten tweede, alle discussie over of kritiek op de islam wordt door de auteur als een doodzonde beschouwd. Dat gaat vrij ver. Tot voor kort was de algemene leer dat uittreding uit de islam een doodzonde was, maar dat is nu dan uitgebreid tot een ieder die kritiek op de islam heeft. Helemaal tegen de traditie is dat niet. Ook de islamitische theoloog Ibn Taimiyya (ca. 1300) heeft ooit in Damascus al eens een pamflet geschreven over een christen die iets over de islam had op te merken en de titel van dat boekje luidde: ‘Het getrokken zwaard, over wie de Gezant Gods beschimpt heeft’. De strekking van de titel is duidelijk: wie de Profeet Mohammed beledigt, moet dood. Deze Ibn Taimiyya is geen obscure middeleeuwse theoloog, hij wordt door de Wahhabieten van Saoedi-Arabië als hun grote voorman beschouwd. Het is Saoedi-Arabie dat het islamitische radicalisme bewust of onbewust, maar in ieder geval metterdaad, financiert.

De hoogmoedige manier waarop Mohammed B. haast ongemerkt zijn mede-moslims als honden aanspreekt, is al evenzeer in overeenstemming met de tradities van de Wahhabietische6 beweging, die zich (voordat de olierijkdom aan alle financiële zorgen een einde maakte) bezig hield met het voeren van jihad tegen de moslimse bewoners van het Arabisch schiereiland en het Zuiden van Irak, omdat de beweging op grond van dogmatische overwegingen meende deze moslims als kaafir (‘ongelovige’) te mogen beschouwen. Het voeren van jihad betekent in dit verband trouwens allereerst ‘beroven’ en verder mogelijk ook ‘doden’ en ‘als slaaf verkopen’.

De traditionele islamitische theologische term voor ‘als kaafir beschouwen’ is takfir. Takfir en Tawhid zijn de twee speerpunten van de Wahhabietische ideologie. De AIVD heeft dus gelijk wanneer deze dienst laat meedelen dat de moordenaar op Theo van Gogh en de extremo’s van de Hofstadgroep uit de hoek van de takfir-beweging afkomstig zijn. Dat is niet de aantrekkelijkste hoek van de islam.

De Wahhabieten zijn wel met de Ku Klux Klan vergeleken. Die vergelijking is als troost bedoeld: zo van ‘zo belangrijk zijn de Wahhabieten nu ook weer niet’. In zekere zin klopt dat. Maar we moeten niet vergeten dat de strijd tussen het Land of the Free en de KKK vele levens heeft gekost. Ook de strijd tegen de ‘ridders van de dood’ van Mohammed B. en eventueel de Wahhabieten, zal niet zachtaardig zijn en heeft op dit moment in Nederland al een leven geëist: dat van Theo van Gogh.

Amsterdam, Januari 2005
Sjeng
Berichten: 5515
Lid geworden op: di dec 07, 2004 3:52 am

Arabist Hans Jansen over het verschijnsel “dhimmitude”

Bericht door Sjeng »

“Dhimmitude”

Bron: Trouw, 27 november 2004, p. 33 (Letter en Geest)

Door Hans Jansen

Toen ik nog jong en naïef was, en een jaar in Egypte studeerde, ben ik ooit eens bij een lokale Koptische bisschop in Cairo op audiëntie gegaan om hem te vragen naar boeken over de islam die door theologen van de Koptische kerk geschreven waren. De Koptische kerk is de inheemse, eeuwenoude christelijke volkskerk in Egypte. De Koptische taal is de laatste vorm van de taal van de hiëroglyfen van de Farao’s. Liturgie en preek in de Koptische kerk zijn al eeuwenlang in het Arabisch. De Koptische kerk is sinds de verovering van Egypte door de islam in 636 geleidelijk aan gekrompen, van oorspronkelijk bijna 100% van de bevolking, tot misschien 5% tegenwoordig.

Het leek me ondenkbaar dat Koptische theologen niet over de islam hadden nagedacht, en dat er geen boeken of artikelen over de islam uit deze hoek beschikbaar zouden zijn. Een leuk scriptieonderwerp, dacht ik eigenlijk. Maar de bisschop hielp me in drie seconden uit de droom. Nee, zulke boeken waren er niet. Vervolgens wees hij me er op dat er naast elke kerk in Egypte een moskee stond, met een iets hogere minaret dan de hoogste naburige kerktoren. En dat in het bijzonder wanneer de Kopten met een kerkdienst bezig waren, de versterkers op deze minaret op topsterkte de boodschap van de islam verkondigden, wat binnen in de kerk gewoonlijk goed hoorbaar was. Dit alles, sprak hij, hing samen met het respect voor de islam waar de christenen in Egypte toe verplicht waren.

De ernst van deze situatie was me niet meteen duidelijk. Maar hier zat geen leuk scriptieonderwerp in, dat begreep ik nog wel, en dus ging ik maar op zoek naar graziger weiden. Pas na jaren is de betekenis van een en ander tot me doorgedrongen. De eis van respect klinkt ons normaal en goed in de oren, maar hoe ver kan een groep gaan in het eisen van respect? Wanneer varkensvlees door een godsdienstige groep verboden wordt, mogen kinderen die op school zitten met leden van die groep dan nog wel ham op hun lunchboterham leggen? Wanneer blote armen van de juf door een godsdienstige groep verboden worden, moet de juf dan ook in de zomer met lange mouwen voor de klas?

Het duurt meestal niet lang of de groep die respect eist, dwingt de andersdenkenden zich in de details van hun gerespecteerde heilsleer te verdiepen. Uit voorzorg doen de andersdenkenden dat dan ook. De kranten van de laatste weken staan vol met voorbeelden: Mag je shampoo gebruiken bij de rituele wassingen? Hoor je als Nederlands politicus niet te weten welke imams weigeren een vrouw de hand te schudden en waarom ze dat niet doen? In zulke kwesties mogelijk een foutje maken, leidt tot een hoop gezeur en barse commentaren. Al snel maakt er zich een voorzorgzucht van iedereen meester waardoor iedereen letterlijk op kousenvoeten gaat lopen. Kritisch over de islam schrijven zoals er ook over andere godsdiensten en ideologieën wordt geschrevenen, is er al snel niet meer bij, zeker niet als je nog kleine kinderen hebt.

Er hoeft maar een kleine voorhoede met types als Mohammed B. rond te lopen, of iedereen doet er het zwijgen toe. Zo’n voorhoede claimt het alleenvertoningsrecht op islamitische gevoeligheid, en gijzelt daarmee meteen ook alle geloofsgenoten. Die zullen wel uitkijken de leden van de voorhoede voor de voeten te lopen. Mensen als Mohammed B. noemen zichzelf trouwens expliciet een voorhoede, onder verwijzing naar Koran 110:2, een passage die de extremo’s opvatten als een uitspraak van God zelf, waarbij God de gelovigen uitlegt dat wanneer de islam maar eenmaal overwinningen boekt en triomfen viert, dat dan ‘de mensen Gods godsdienst in massa’s zullen binnengaan’.

Maar het gevolg van permanent expliciet respect dat door een voorhoede wordt afgedwongen is wel dat de overgrote meerderheid van de moslims nooit en te nimmer een nuchtere beschouwing over de islam te zien krijgt, niet van de kant van de niet-moslims, niet van de kant van ex-moslims die zich om veiligheidsredenen verstopt hebben, of verstopt worden door een regering die rust boven alles stelt, en al helemaal niet van ‘gewone’ moslims, die geconditioneerd worden om het nadenken over de islam in hun eigen belang maar over te laten aan de voorhoede en aan de imams.

De eis van respect klinkt ongehoord redelijk, maar de gevolgen van met geweld afgedwongen respect breiden zich als een olievlek uit. Wanneer niet-moslims zoals bisschoppen, burgemeesters, ministers, leden van het koninklijk huis, steeds maar weer hun respect voor de islam naar buiten brengen, zal een moslimse twijfelaar (en daar zijn er natuurlijk tienduizenden van) al snel denken dat waneer zelfs zulke vooraanstaande personages geheel vrijwillig en tegen hun eigen belangen in, respect en nog eens respect gaan lopen tonen, dat de islam dan inderdaad wel iets heel bijzonders zal wezen, waar hij maar beter geen afstand van kan nemen – hoewel hij/zij wel degelijk overwogen heeft dat te doen.

Het respect voor de islam heeft in allerlei landen tot wonderlijke maatregelen geleid, die met een expliciet beroep op het respect voor de islam gerechtvaardigd worden. Verkoop van wijn in een gewone supermarkt kan niet, want de islam verbiedt wijn. Reclame voor hypotheken en andere leningen die rente veronderstellen, terwijl de islam de rente verbiedt, kan dat wel worden getolereerd? Op straat eten tijdens de vastenmaand Ramadan? Kunnen restaurants wel open blijven tijdens Ramadan? Pils op een terrasje aan een plein waar ook een moskee staat? Getuigt het wel van respect voor de islam om een moslim door een niet-moslimse rechter te laten veroordelen? Of een vrouwelijke niet-moslimse ‘bewindspersoon’ over hem te laten wikken en beschikken?

De godslasteringskwestie is hier een gevaarlijke fuik. Wat staat een rechter te wachten die een anti-islamitische godslasteraar tot een te lichte straf veroordeelt, of misschien zelfs vrijspreekt? Zo’n rechter toont, in de ogen van de islamitische voorhoede van extremo’s, toch wel heel duidelijk zijn gebrek aan respect voor de islam. Zo’n rechter loopt grote risiko’s omdat hij door het te lichte vonnis dat hij geveld heeft, hij misschien zelfs wel medeplichtig is geworden aan de godslastering die hij te berechten had. Het is wel zeker dat de voorhoede van types als Mohammed B. een ernstige bedreiging zullen gaan vormen voor rechters in godslasteringszaken.

Respect en voorzorgzucht hebben sinds de moord op Theo van Gogh voor allerlei rare tonelen gezorgd, en dat terwijl de moslims in Nederland een minderheid zijn. Het is wel duidelijk dat er nog veel meer respect en voorzorgzucht getoond zal worden wanneer de islam de meerderheid is, zoals in het Midden-Oosten. Het kon niet uitblijven of er is door een geleerde die oorspronkelijk in het Frans schrijft een aparte technische term hiervoor bedacht: dhimmitude, ongeveer uit te spreken als zimmietuude. De bedenkster van die term schrijft onder een pseudoniem, Bat Ye’or, wat Hebreeuws is voor ‘Dochter van de Nijl’. Het gaat dan ook om een uit Egypte afkomstige joodse onderzoekster van de geschiedenis van de joden en de christenen onder de reële islam in de afgelopen veertien eeuwen. Het beeld dat zij op grond van archieven en memoires schildert, stemt somber.

Dhimmitude is afgeleid van het Arabische woord dhimmi. Een dhimmi is een jood of christen die het oppergezag en de superioriteit van de islam erkent. Wanneer hij dat niet doet, schrijft de islamitische wet zware straffen voor. Een opstandige dhimmi kan worden gedood of als slaaf verkocht. Veel dhimmi’s hebben het afgedwongen respect voor hun moslimse meesters geïnternaliseerd, en zeggen en denken uitsluitend nog positieve gedachten waar het de islam betreft. Hun leven wordt op een pathetische manier door voorzorgzucht jegens de islam in beslag genomen. Bat Ye’or geeft in haar boeken honderden bladzijden voorbeelden. Die boeken zijn in het Engels vertaald, en Nederland nog nergens besproken. Het gaat onder andere om: The Dhimmi (1985), The Decline of Eastern Christianity under Islam: From Jihad to Dhimmitude (1996), en Islam and Dhimmitude: Where Civilizations Collide (2002).

Het wonderlijkste aan het verschijnsel dhimmitude is dat het ook voorkomt waar de islam zich niet heeft meester gemaakt van de staatsmacht. Een recent Nederlands voorbeeld uit Uden. Na de brand spreekt Balkenende met een klein jongetje die zegt dat zijn afgebrande school maar niet weer een bordje “islamitische school’ moet ophangen na de herbouwing. Balkenende zou toen heel goed hebben kunnen zeggen: “Ja, als er meer moorden plaats zullen vinden als die op Theo van Gogh, dan krijgen de islam en de moslims een erg slechte naam in Nederland. Laten jij en ik er voor zorgen dat moorden in de naam van de islam nooit meer voorkomen, dan kan jouw school later gerust weer islamitisch gaan heten”. Maar Balkenende zei zoiets niet, hij had het alleen vagelijk over dit-nooit-meer, en zei iets onduidelijks over garanties. Kortom: Balkenende toonde diep respect voor de islam en raakte haast verlamd van voorzorgzucht.

Tweede voorbeeld: Mevrouw Florax, de voorlichtster van de Amsterdamse politie, had het uren en uren na de moord op Theo van Gogh nog steeds over een moordenaar die mogelijk als moslim verkleed was, of woorden van gelijke strekking. In de eerste directe TV-uitzendingen hield ze duidelijk urenlang de mogelijkheid open dat deze moord niet door iemand gepleegd was die geloofde uit naam van de islam te handelen, maar door iemand die had gedaan alsof. Hoe anders ging het na de brandstichting in Uden. Behalve Matt Herben hield geen enkele prominent of nieuwspresentator rekening met de mogelijkheid dat moslims zelf, volgens de methode Jules Croiset, deze schokkende misdaden tegen zichzelf hadden gepleegd met het doel de zieligheidsgraad van de eigen groep te verhogen. Het is wel erg voorzorgzuchtig om niet eens rekening met deze mogelijkheid te willen houden. Overigens zijn er inmiddels veronderstelde brandstichters gepakt. Het gaat om autochtone kinderen.

Derde voorbeeld: In het Brabants Dagblad van 12 november suggereert bisschop Muskens van Breda om wereldwijd God met Allah aan te spreken. Hier is een beroepsmatige vertegenwoordiger van het christendom werkelijk ver van de rails gelopen. Jezus heeft geleerd dat God als ‘Vader’ moet worden aangesproken, denk aan het beroemde gebed dat bekend staat als het “Onze Vader”, waarvan Jezus de auteur is. Allah is een Arabisch woord. Er is maar een motief om God in het Arabisch -- of in het Fins -- aan te gaan spreken: het willen halen van een wit voetje bij de Finnen of de Arabieren. De Volkskrant van 27 november 2004 weet dat de bisschop zich niet populair heeft gemaakt met dit voorstel.

Dat kon wel eens kloppen, katholieken worden er door verbijsterd en moslims lachen zich de tranen in de ogen. Het is een kinderlijke, tot mislukken gedoemde, laffe poging om een wit voetje bij de moslims te halen. Maar waarom zouden we na de moord op Theo van Gogh een wit voetje bij de Arabieren, de moslims of de Finnen willen gaan halen? We zijn toch niet geïntimideerd of zo? Bovendien is het in een islamitisch land als Maleisië de lokale christenen daar streng verboden om ‘God’ als ‘Allah’ aan te spreken, wat lastig is omdat in Maleisië ‘Allah’ het gewone woord voor ‘God’ is. Zou de bisschop God desnoods ook wel als Wodan, Zeus, Jupiter of Sinterklaas willen gaan aanspreken? Deze bisschop is een dwaas, die uit voorzorgzucht als een pias over zichzelf heenbuitelt. Zijn gedrag is alleen het vermelden waard omdat het een schoolvoorbeeld is van wat Bat Ye’or dhimmitude heeft gedoopt.

Nederland heeft een traditie van vier eeuwen van het pacificeren van verschillende bevolkingsgroepen. De Nederlandse elite gaat er vanuit dat het uiteindelijk heus ook ooit zal lukken de moslims te pacificeren. Maar de islam heeft een traditie van zo’n veertien eeuwen van zich niet laten pacificeren. Het Romeinse rijk wist als weinig andere rijken nieuwe groepen op te nemen en te pacificeren. De Gothen en de Hunnen, de Germanen en de Galliërs, ze wisten niet hoe vlug ze Romein moesten worden als ze eenmaal in de buurt van Rome waren aangekomen. Maar de Arabische moslims hebben zich niet door de Romeinen laten pacificeren. Het Algerije van kerkvader Augustinus was geheel Romeins. Nu is het geheel islamitisch. Het Oost-Romeinse rijk is door de Arabieren ontdaan van Egypte en Syrië, en ten slotte door de Turken veroverd, en bekend komen te staan als het Ottomaanse rijk. Zou de Nederlandse politieke elite het er beter afbrengen dan de oude Romeinen?

De eerste helft van november 2004 heeft de regering de acute dreiging van moslims geweld in Nederland waarschijnlijk groter voorgesteld dan deze in werkelijkheid was, om zodoende Ayaan's onderduik te forceren en haar tot op zekere hoogte het zwijgen op te leggen, want dat zou de moslims bevredigen en de boel bijelkaar houden. Deze taktiek had helaas een bijeffect: opiniemakers zijn banger geworden dan nodig is. Hun voorzorgzucht neemt zienderogen toe.

Dat Ayaan nu al zo lang zwijgt, geeft het verkeerde signaal af aan de moslims in Nederland. De bedreigingen jegens Job Cohen en Ahmed Aboutaleb laten zien wat er in feite aan het gebeuren is. De film Submission en Theo's term geitenneukers worden er in elke discussie bijgesleept om het wat makkelijker te maken voor degenen die de eerste moord 'in de naam van de islam' in Nederland het liefst zouden willen vergoelijken en bagatelliseren. Dat er iets te zeggen valt over Theo en Ayaan is zeker waar, maar wat zijn in godsnaam de zonden van Job Cohen en Ahmed Aboutaleb? Waarom hebben juist ook deze twee laatstgenoemden de woede van de extremo's gewekt? Het gaat dan ook niet om Submission, het gaat niet om de typeringen waar Theo van Gogh in grossierde, het gaat er om ons 'respect' voor de islam aan te leren, door een mooie doorsnee van de Nederlandse elite door een meedogenloze voorhoede van extremo’s te laten intimideren ‘in de naam van de islam’.

De voorzorgzucht van Balkenende en Donner is het laatste wat we op dit moment als antwoord nodig hebben.

ENGLISH TRANSLATION: http://www.jihadwatch.org/dhimmiwatch/a ... 005573.php

Link naar artikel: http://www.arabistjansen.nl/zimmitude.doc
nina
Berichten: 1884
Lid geworden op: zo jan 26, 2003 10:53 pm

Bericht door nina »

In de meeste landen waarin moslims de meerderheid hebben, geldt de sharia niet.
In alle moslimlanden geldt de sharia wel. Nou ja, om precies te zijn, het gedeelte dat de ondergeschiktheid en onderdrukking van vrouwen regelt. In alle moslimlanden ter wereld worden vrouwen volgens de wet gediscrimineerd (alleen in Turkije niet).
Alleen het strafrecht, met de godsliederlijke lijfstraffen, waar ook mannen last van zouden hebben, die gelden in de meeste islamitische landen niet. En dat is wat heren als Bal allemaal heel gelukkig vinden. Dat vrouwen worden gediscrimineerd, interesseert ze geen lor. Ze zeggen gewoon: in moslimlanden geldt de sharia niet. :evil:

Nou ja, daarom heet hij ook Bal.

Dat de SGP, die zelf vrouwen discrimineert, vette boter op het hoofd heeft, laat ik verder maar buiten beschouwing. 8)
Gebruikersavatar
Dan Cannon
Berichten: 228
Lid geworden op: za mei 17, 2003 10:03 pm

Bericht door Dan Cannon »

nina schreef: Dat de SGP, die zelf vrouwen discrimineert, vette boter op het hoofd heeft, laat ik verder maar buiten beschouwing. 8)
Jammer genoeg zullen alle anderen dat niet buiten beschouwing laten.

Het feit dat onze eigen fundamentalisten deze nota hebben, is genoeg om de nota voor huichelarij weg te schrijven, hoe terecht de nota an sich ook is.
Islam is anti-ongelovigen, dus ben ik anti-Islam.

Ik ben de grootste minderheid in de wereld: een individu - David Gulbraa.
stropke
Berichten: 3409
Lid geworden op: zo nov 06, 2005 12:25 am
Locatie: Limburg

Bericht door stropke »

Dan Cannon schreef:
nina schreef: Dat de SGP, die zelf vrouwen discrimineert, vette boter op het hoofd heeft, laat ik verder maar buiten beschouwing. 8)
Jammer genoeg zullen alle anderen dat niet buiten beschouwing laten.

Het feit dat onze eigen fundamentalisten deze nota hebben, is genoeg om de nota voor huichelarij weg te schrijven, hoe terecht de nota an sich ook is.
Tja daar ben ik ook bang voor. Maar miss bezint de SGP zich nu over haar eigen visie want ze komt nu in de spreuk terecht: de pot verwijt.... de rest is bekend :lol:
En de discriminatie van vrouwen in SGP is onterecht. Weer gebouwd op mis uitleg bijbel tekst. Paulus schreef passage 1Korth14:34-36 in een contekst van orde tijdens de eredienst, de preek. En zei dat de vrouwen thuis hun man moesten vragen. Ook toen zaten man en vrouw gescheiden en de vrouwen stoorden de preek door tussendoor naar hun man te roepen en uitleg vroegen. Dat was hinderlijk, zou vandaag ook zijn als tijdens een preek ieder er tussendoor kletst. Dus daarom schreef hij dat. Het staat ook in de contekst van Orde in de kerk.
Het is Gods woord in bijbel en nog geldend. Maar let nu op: wel nog geldend, doch niet meer toepasbaar in praktijk vandaag. Omdat we niet meer gescheiden in kerk zitten en de preek niet meer verstoord wordt.
Doch ge kunt die tekst niet gebruiken om vrouwen het zwijgen opleggen zoals de SGP het doet, want het staat in een ander verband. Zo moet ge de tekst ook in dit verband toepassen, wat heden praktisch niet meer voorkomt.
De bijbel moet ge in contekst verband lezen. Een nog voorbeeld Jezus zegt u ouders te eren en respecteren, dus liefde hebben. Zoals zijn gebod aan oieder mens. Anderszijds zegt Hij ouders te haten en niet lief te hebben boven Hem. ( haten is wel foutief vertaalt; het woord in grondtekst betekent eigelijk op tweede plaats stellen)
Is niet tegenstrijdig en geldt allebei omdat het om 2 verschillende situaties gaat. In 2de geval staat eigelijk de betekenis: op tweede plaats stellen. Dus als het kiezen wordt tussen ouders of Jezus. Dus Jezus volgen komt op eerste plaats als mensen je van die keus af willen houden, maar die beslissing moet ge zelf doen. En Jezus wil zeker het eerste gebod liefde in stand houden. Maar ge kunt nooit de 2 uitspraken tegen mekaar uitspelen behalve door ze uit hun verband te trekkken.
Dus lezen wat er staat is belangrijk en vergelijken in welke situatie.

Zou heel wat godsdienst oorlogen voorkomen :wink:
Mo is dood. Jezus is de Opgestane Heer, das het wezenlijk verschil !!
Wat heb je aan een dode profeet? Nopes !
nina
Berichten: 1884
Lid geworden op: zo jan 26, 2003 10:53 pm

Bericht door nina »

Het feit dat onze eigen fundamentalisten deze nota hebben, is genoeg om de nota voor huichelarij weg te schrijven, hoe terecht de nota an sich ook is.
Aan de andere kant, zo gauw je met openlijke kritiek op de islam komt, word je toch ogenblikkelijk in de verkeerde hoek neergezet, waar je ook staat. Dat schijnt als voordeel te hebben dat men dan niet denkt dat kritiek op de islam in alle lagen van de bevolking voorkomt. Hoef je ook niet in discussie te gaan, je roept gewoon Pim Fortuyn, en klaar.

Ik wou trouwens even kijken of ik op de SGP-site die nota kon vinden, om eens te zien of ik me erin kan vinden, maar ze zijn 's zondags gesloten. :o

http://www.sgp.nl/
Sjeng
Berichten: 5515
Lid geworden op: di dec 07, 2004 3:52 am

Bericht door Sjeng »

'SGP'ers, u wilt de sjaria invoeren'

Bron: Nederlands Dagblad

door Piet H. de Jong

DE MEERN - De eind vorige week gepresenteerde SGP-notitie over de islam krijgt een warm onthaal. De SGP toont lef, zegt een arabist. Een moslim vroeg zich, pijnlijk getroffen, af waar de christelijke naastenliefde was gebleven. Het had iets weg van het hol van de leeuw. Samen met zijn gehoofddoekte vrouw bevond ir. R. Bal zich temidden van 250 SGP'ers.


Als moslim, bestuurslid van het overlegorgaan CMO en directeur van de ISBO, een koepel van islamitisch onderwijs, gaf Bal een reactie op het SGP-geschrift De islam in huis.

Hij spaarde de gereformeerden in de zaal niet. De notitie zegt moslims als volwaardige burgers te erkennen en de christelijke naastenliefde te betrachten, maar Bal had vooral andere signalen opgepikt. ,,U hebt het wel over volwaardige burgers, maar dat bedoelt u niet. Spreken over volwaardige burgers moet u van de grondwet in ons land. Als het aan u als SGP ligt, weet u wel wat u gaat doen. Dan voert u de sjaria in.''

Bij het lezen van de notitie was Bal pijnlijk getroffen. Terwijl in Nederland de deugd van de wellevendheid en beleefdheid geldt, is het alsof dat niet opgaat voor het denken over en spreken met moslims. ,,Waar is uw naastenliefde? U hebt de God van de liefde aan de kant gezet. Dat is niet de God van Jezus. Dan heb ik als moslim nog liever de seculiere liberalen zoals Hirsi Ali dan de SGP.''

Ondanks zijn vlijmscherpe uithaal richting de staatkundig-gereformeerden riep Bal ook op tot verzoening. Het zal nog even duren voor alle moslims in Nederland zijn geworteld. Het is een proces van vallen en opstaan, maar het zal lukken, meent Bal. ,,Wij zijn medeburgers van dit land. Koestert u uw land, maar wees niet egoïstisch. Ook ik ben blij met het randschrift op het muntstuk van twee euro.''

Applaus

Haaks op Bals betoog stond de visie van Hans Jansen. De Utrechtse arabist prees de SGP voor het uitbrengen van de islam-notitie. ,,Moedig en een applaus waard, al is dat in uw kring niet gebruikelijk''. Na deze aanmoediging gingen de handen toch op elkaar.

Bij alle goeds had Jansen wel wat kritiek. ,,U onderschat de geraffineerdheid van de gematigde moslims. Dat komt waarschijnlijk voort uit beleefdheid en mogelijk zelfs naastenliefde.'' Jansen liet merken dat er alle reden is tot zorg. ,,Het stelt me niet gerust hoe de moslims over ons spreken in de preken die in de moskeeën klinken.''

De Leidse antropoloog M. de Koning doet studie naar de verhouding tussen moslims en niet-moslims in Nederland. Ook hij was uitgenodigd te reageren op de SGP-notitie. Hij ontwaarde daarin een ,,tweeslachtige'' opstelling. De partij wil moslims als volwaardige burgers tegemoet treden; tegelijkertijd straalt de partij uit de waarheid in pacht te hebben.

De Koning ziet in het algemeen dat mensen conflicten vaak religieus maken. ,,Let dan op het belang van degene die dat doet. Het belang van de SGP is dat het moslims categoriseert op basis van religie. Dat is erg eenzijdig. Vanuit de SGP bedacht is het wel logisch omdat de SGP zich opstelt als hoeder van de Nederlandse identiteit als christelijke natie.''

Angst

Als onderzoeker bespeurt De Koning vooral wantrouwen en angst over en weer tussen moslims en niet-moslims. Precies dat punt keerde telkens terug in het debat tussen zaal en forum.

De Amersfoortse Gereformeerde-Gemeentenpredikant W. Visscher bracht dat scherp onder woorden. Een dierenactivist vermoordde Pim Fortuyn. Moeten we daarom alle dierenactivisten vrezen? Moeten we bang zijn voor criminelen, nu zij in Amsterdam de een na de ander omleggen? Moeten we moslims vrezen omdat Mohammed B. Theo van Gogh vermoordde?

Voor Tweede-Kamerlid Kees van der Staaij is het, met de AIVD-rapporten onder handbereik, geen vraag of er sprake is van een radicale islam. ,,Daar moeten we alert op zijn; tegelijk moeten we oppassen niet elke moslim in dat licht te bezien of negatief te bejegenen.''

Ondanks die nuancering voelde de moslim in het gezelschap zich onbegrepen. ,,Als ik aangeef de Koran anders te begrijpen dan Mohammed B., wordt tegen mij gezegd dat ik een leugenaar ben of dat ik het niet snap. Dominee, ik zou u willen geruststellen: zo ben ik niet.''

Opnieuw riep hij de SGP'ers op zorgvuldig te zijn in de omgang met elkaar. ,,Accepteer de moslims als medeburgers in dit land, want het is uitgesloten dat u alle moslims gaat bekeren. De angst voor een overname van Nederland door moslims is onzin en ongegrond.''

Van der Staaij, die zelf in islamitische landen heeft rondgekeken, wil zijn houding van argwaan niet snel laten varen. De wereldwijde manifestatie van de islam, waarbij geweld niet wordt geschuwd, maakt dat hij op zijn hoede is. ,,Het gesprek in Nederland tussen moslims en niet-moslims is nodig, maar met een middagje dialoog ben je er echt niet. Tegelijk is een houding van 'wij-zij' koren op de molen van de radicale moslims.''

Jansen gaf nog aan voor volledige godsdienstvrijheid te zijn. ,,Dat houdt namelijk ook in het recht van moslims om van hun geloof af te vallen. Wanneer durven moslims dat zonder het gevaar te lopen voor hun leven te vrezen?''

Link naar artikel: http://www.nd.nl/newsite/artikel.asp?id=73696
Bengazi
Berichten: 293
Lid geworden op: do mei 29, 2003 10:17 am
Contacteer:

Bericht door Bengazi »

Dan Cannon schreef:
nina schreef: Dat de SGP, die zelf vrouwen discrimineert, vette boter op het hoofd heeft, laat ik verder maar buiten beschouwing. 8)
Jammer genoeg zullen alle anderen dat niet buiten beschouwing laten.

Het feit dat onze eigen fundamentalisten deze nota hebben, is genoeg om de nota voor huichelarij weg te schrijven, hoe terecht de nota an sich ook is.
Het is een elk geval een stuk beter dan de Christen Unie, die gewoon met de islamofascisten heult. Iemand stelt aan Rouvoet een vraag over de islam en meneer Rouvoet gaat dan maar in op de "fundamentalistische humanisten" van D'66.
Gebruikersavatar
Dan Cannon
Berichten: 228
Lid geworden op: za mei 17, 2003 10:03 pm

Bericht door Dan Cannon »

Bengazi schreef:
Dan Cannon schreef:
nina schreef: Dat de SGP, die zelf vrouwen discrimineert, vette boter op het hoofd heeft, laat ik verder maar buiten beschouwing. 8)
Jammer genoeg zullen alle anderen dat niet buiten beschouwing laten.

Het feit dat onze eigen fundamentalisten deze nota hebben, is genoeg om de nota voor huichelarij weg te schrijven, hoe terecht de nota an sich ook is.
Het is een elk geval een stuk beter dan de Christen Unie, die gewoon met de islamofascisten heult. Iemand stelt aan Rouvoet een vraag over de islam en meneer Rouvoet gaat dan maar in op de "fundamentalistische humanisten" van D'66.
Het is allebei waardeloos.
De Christen Unie staat voor collaboratie.
De SGP worden niet serieus genomen.

Dit is gewoon volstrekt nutteloos in de zin dat mensen, die niet overtuigd zijn, nu overtuigd zouden kunnen worden met zo'n nota.

Een nota over extremisten/extremisme, die uitgebracht wordt door andere religieuze fundamentalisten, zal met gemak door mensen van tafel geveegd worden.

Zodra je die nota noemt, komen mensen met vragen als "en die discriminatie van vrouwen dan bij de SGP zelf?"
En dan ben je uitgeluld.
Islam is anti-ongelovigen, dus ben ik anti-Islam.

Ik ben de grootste minderheid in de wereld: een individu - David Gulbraa.
Sjeng
Berichten: 5515
Lid geworden op: di dec 07, 2004 3:52 am

Bericht door Sjeng »

Dan Cannon schreef:
Bengazi schreef:
Dan Cannon schreef: Jammer genoeg zullen alle anderen dat niet buiten beschouwing laten.

Het feit dat onze eigen fundamentalisten deze nota hebben, is genoeg om de nota voor huichelarij weg te schrijven, hoe terecht de nota an sich ook is.
Het is een elk geval een stuk beter dan de Christen Unie, die gewoon met de islamofascisten heult. Iemand stelt aan Rouvoet een vraag over de islam en meneer Rouvoet gaat dan maar in op de "fundamentalistische humanisten" van D'66.
Het is allebei waardeloos.
De Christen Unie staat voor collaboratie.
De SGP worden niet serieus genomen.

Dit is gewoon volstrekt nutteloos in de zin dat mensen, die niet overtuigd zijn, nu overtuigd zouden kunnen worden met zo'n nota.

Een nota over extremisten/extremisme, die uitgebracht wordt door andere religieuze fundamentalisten, zal met gemak door mensen van tafel geveegd worden.

Zodra je die nota noemt, komen mensen met vragen als "en die discriminatie van vrouwen dan bij de SGP zelf?"
En dan ben je uitgeluld.
de nota an sich biedt wel interessant materiaal, maar inderdaad de SGP valt niet serieus te nemen..
nina
Berichten: 1884
Lid geworden op: zo jan 26, 2003 10:53 pm

Bericht door nina »

Ik heb nog even gezocht naar de notitie, maar hij staat niet op het web. Je kan hem aanvragen via het partijbureau van de SGP.

Dit is een samenvatting ervan.

http://www.sgp.nl/Page/sp3/ml1/from_sp_id=136/
nctrue/system_id=1259/so_id=80/Index.html

De Islam in huis
Datum publicatie: 02-12-2005

Auteur: C.G. van der Staaij


De SGP presenteerde op een bijeenkomst in AC-De Meern ‘De islam in huis’. In deze notitie neemt de SGP stelling ten aanzien van de islam. De reden voor deze publicatie is dat de islam de Nederlandse samenleving de laatste jaren voor politieke en maatschappelijke problemen stelt. Politici kunnen niet meer stellen dat godsdienst er niet toe doet. Welke godsdienst je aanhangt, heeft consequenties voor hoe je je opstelt in de samenleving.

De SGP laat in de publicatie zien dat – anders dan velen willen doen geloven – islam en christelijk geloof onvergelijkbare grootheden zijn. Juist als het gaat om de politiek, zijn de verschillen groot. De SGP wijst geweld voor de realisatie van een religieus program zonder meer af, gaat uit van duidelijk gescheiden verantwoordelijkheden van kerk en staat en aanvaardt met overtuiging de democratische rechtsstaat als het beste politieke stelsel. In de politieke islam wordt zulke klare wijn niet geschonken. Elke vergelijking tussen islamitisch fundamentalisme en gereformeerd fundamentalisme is dus misplaatst.

Tegelijk wijzen we de seculiere jihad af, die vanuit een rigide interpretatie van het gelijkheidsbeginsel godsdienstige uitingen wil aanpakken. Denk aan het bijzonder onderwijs. Zo neemt de SGP een geheel eigen positie in, temidden van moslims en liberalen.

Enkele politieke actiepunten uit de notitie:
- daadkrachtig optreden tegen het zaaien van haat en het oproepen tot geweld, in woord en geschrift
- een consequente aanpak van het veel voorkomende antisemitisme in islamitische kring
- screening van islamitische geestelijke bedienaars uit het buitenland op hun antecedenten
- structurele aandacht in het buitenlands beleid voor verdrukte christenen in islamitische landen

Belangrijk is ook dat moslims in eigen kring een debat aangaan over radicalisering van moslimjongeren, maar ook over de omgang met homoseksuelen en vrouwen.
Wat de actiepunten betreft: daadkrachtiger optreden tegen haatzaaiende teksten kan ik me wel in vinden, al is het maar door duidelijk te maken wat er niet aan klopt. Het westen is als je het mij vraagt zelfs te verweekt om zichzelf te verdedigen in een discussie, men laat gewoon over zich lopen.

Vaak worden haatzaaiende teksten niet eens als zodanig herkend. Denk maar aan dat boek van Mohammed Benzakour, een stuk haatzaaierij, krijgt notabene een vredesprijs van het humanistisch verbond, omdat men denkt dat het emanciperend is voor moslims.

Maar de structurele aandacht voor vervolgde christenen is weer zo sektarisch. Waarom geen algemene aandacht voor intolerante wetten en praktijk tegenover andersdenkenden?

In het algemeen denk ik ook niet dat de SGP een discussie kan winnen met het moslimradicalisme, omdat zij de balk in hun eigen oog niet herkennen. Maar dat moeten ze zelf maar uitzoeken, dat ga ik niet op een rijtje zetten.
Bengazi
Berichten: 293
Lid geworden op: do mei 29, 2003 10:17 am
Contacteer:

Bericht door Bengazi »

nina schreef:IkIn het algemeen denk ik ook niet dat de SGP een discussie kan winnen met het moslimradicalisme, omdat
Je bedoelt waarschijnlijk "over" i.p.v. "met". Met radicalen valt immers niet te discussieren.
M
Berichten: 98
Lid geworden op: zo apr 08, 2007 8:37 pm

In memoriam. Arabist Hans Jansen. Artikelen

Bericht door M »

Afbeelding
Er zijn moslims die boos zijn op de rest van de wereld. Het is niet makkelijk te begrijpen waarom. De rest van de wereld koopt en betaalt braaf de olie die de islamitische wereld kwijt wil, geeft moslims in het Westen ruimte om moskeeën te bouwen, en heeft er evenmin moeite mee dat het opperwezen aanbeden wordt zoals dat volgens de islam dient te geschieden. Arabische of islamitische leiders wordt geen strobreed in de weg gelegd. Integendeel, woordvoerders als Mohammed Ceppih en Diyab Abou Jaja worden beleefd aangehoord. El-Moumni is vrijgesproken na zijn opzienbarende uitspraken over de ziekte die homoseksualiteit heet. De twaalf van Rotterdam, die naar eigen zeggen tot het uiterste wilden gaan om voor de islam te strijden, zijn niet veroordeeld.

Internationaal is het niet veel anders. Er is in binnen- en buitenland wel eens iets met hoofddoekjes, maar er zijn ook islamitische landen waar hoofddoekjes in bepaalde situaties (aan een staatsuniversiteit of achter een overheidsloket) niet zijn toegestaan. In het algemeen steunt de internationale gemeenschap de moslims wanneer daar aanleiding toe is.

Het vermoorden van de moslims in Bosnië is door het Westen belet, niet altijd met succes, maar over de keren dat het mis ging wordt nog steeds kritisch gediscussieerd. Arafat en de Palestijnen zijn keer op keer door Amerika gered van de Israëli’s. Egypte is twee keer, in 1956 en 1967, niet onder de voet gelopen alleen maar omdat Amerika dat geen goed idee vond.

Vorig jaar nog heeft Amerika de Arabische wereld verlost van een gruwelijke dictator, die zijn buurlanden Koeweit en Iran probeerde te veroveren, die tienduizenden van zijn landgenoten en honderden islamitische godsdienstige leiders over de kling heeft gejaagd. Het duurt nog jaren voordat (in het huidige tempo) het Amerikaans-Britse bezettingsleger van Irak in de buurt komt van wat Saddam Hoessein aangericht heeft. Maar moslims (met uiteraard uitzonderingen) zijn boos op Amerika, en halen hun schouders op over Saddam Hoessein.

Wie de geschiedenisboekjes rustig doorbladert, vindt voorbeelden te over van Westerse hulp aan de landen van de islam. Maar het helpt allemaal niets. Hoe vaak het Westen de Arabische en de islamitische wereld ook te hulp schiet, bijvoorbeeld met voedsel, de boosheid blijft -- of wordt zelfs erger. Europeanen en Japanners zijn redelijk in hun sas met de politieke omwentelingen die de Amerikanen in 1945 met geweld in Europa en Japan bewerkstelligd hebben. De Arabieren, en de moslims, zijn en blijven daarentegen boos op Amerika en Europa, juist vanwege de politieke omwentelingen die Amerika in de islamitische wereld veroorzaakt.

Westerse niet-moslimse academici doen, tot in hun wetenschappelijk werk, regelmatig hard mee aan die boosheid. De kwaliteitscouranten waaraan deze denkers zo nu en dan hun bespiegelende bijdragen leveren, doen er daardoor ook aan mee. Dientengevolge is het verlichte en geletterde publiek in het Westen echt gaan denken dat "de islam" alle reden heeft om Amerika te haten. Want Amerika is slecht. Het Westen is slecht. Amerika en het Westen zijn tegen de islam en de moslims. Ze geven de moslims niet wat hen toekomt.

Het is moeilijk helder te zien wat er hier aan de hand is. Het speelt natuurlijk een grote rol dat moslims en Arabieren een eigen visie op de geschiedenis hebben, die sterk afwijkt van wat het Westen over het verleden denkt te weten. Zo schrijft onze eigen Al-Moumni:

In 1923 is het Kalifaat afgeschaft, maar al jaren had het aan zwakheid en ziekte geleden, en het was beoorloogd en belegerd door de vijanden van de islamitische natie, namelijk de Zionisten en de Kruisvaarders. De joden hebben zich tientallen om niet te zeggen honderden jaren ingespannen om het islamitische kalifaat ten val te brengen. Ze hebben hun doel niet kunnen bereiken dan via het Westers imperialisme en de loopjongens daarvan: de koningen en leiders van de Arabische wereld. Degene die de staatsmacht van het Kalifaat de laatste en dodelijke genadeslag heeft gegeven was een jodenzoon, Ataturk, de vloek van God en alle mensen zij over hem. De laatste Kalief was Abd el-Hamid. Hoewel hij als 'de zieke sultan' werd beschreven, heeft hij positieve kanten. Zo weigerde hij Palestina aan de Zionistische misdadigers te overhandigen. Ongetwijfeld heeft dit aan zijn val bijgedragen. (Khalil al-Moumni, Fatawa Badriyya, Casablanca 1998, p. 121).

Kijk, dat lezen wij niet in onze geschiedenisboekjes. Kennelijk had Al-Moumni toen hij dit schreef geen bronnen bij de hand waar hij via voetnoten naar kon verwijzen, anders had hij bij voorbeeld wel geweten dat Abd al-Hamid al in 1909 werd afgezet, en in 1918 aan longontsteking is overleden. Ataturk heeft het sultanaat in 1922 afgeschaft, en het kalifaat in 1924. De laatste kalief heette Abdulmecit. In historische studies is niets bekend over joodse eeuwenlang durende acties tegen het kalifaat, of het moest zijn dat joden door zich niet tot de islam te bekeren impliciet te kennen gaven dat zij van mening waren dat de Kalief in een dwaalleer geloofde, net als alle andere moslims.

Maar, afgezien van de jaartallen, dergelijke praat wordt in talloze preken en verhandelingen aan het moslimse publiek vanaf de kansel voorgehouden. De kerngedachte die er achter schuilgaat, is niet verkeerd. Die kerngedachte is dat de islam de beste godsdienst is. Het is te hopen dat alle moslims het daar mee eens zijn, want wie niet de beste godsdienst heeft, kan maar het beste zo snel mogelijk over stappen op de godsdienst die wel de beste is. Iedere gelovige, katholiek of moslim, hoort te vinden dat zijn godsdienst de beste is, anders heeft hij geen leven.

Maar uit die sympathieke kerngedachte wordt een onwenselijke conclusie getrokken: de aanhangers van de beste godsdienst hebben in deze wereld een streepje voor op de rest, zijn superieur aan de rest, en hebben ook meer rechten dan de rest. In de bloeiperiode van de islam, van de zevende eeuw tot de achttiende eeuw, was dat ook zo. Het klopte met de realiteit. Dat is in het islamitische onderbewustzijn vanaf de kansel eeuwenlang ingeslepen. Maar na meer dan duizend jaar is daar verandering ingekomen. De planeet wordt niet meer door de moslims gedomineerd, er is een einde gekomen aan de suprematie van de islam.

Het is niet zinvol om daar een jaartal aan vast te knopen, maar wie dat wil kan kiezen voor 1683, de Turken voor Wenen teruggeslagen. Ergens in de zeventiende/achttiende eeuw hebben de moslims hun culturele, wetenschappelijke en militaire voorsprong op de rest van de wereld verloren. Ze hebben niet alleen nederlagen tegen de niet-moslims moeten incasseren, ze hebben zelfs hulp moeten ontvangen van de "kruisvaarders en de zionistische misdadigers". Moslims zijn bovendien met honderdduizenden tegelijk naar het Westen gemigreerd, want in de landen van de islam had je geen leven. Daarvoor moest je naar een niet-islamitisch land. Uiteraard doet dat pijn en maakt het boos.

Volgens de boze moslims, maar ook wel volgens veel gewone moslims, is de jihad een godsdienstige plicht, door de Koran aan alle moslims voorgeschreven. Het doel van de jihad is volgens de islamitische handboeken over dat onderwerp niet om de kruisvaarders en de zionistische misdadigers met geweld tot de islam te bekeren: de Koran zegt immers duidelijk dat er in geloofszaken geen dwang mogelijk is.

Op zich is dat natuurlijk wel mooi, maar het gaat om iets anders: het gaat bij de jihad niet om geloof en bekering, maar het gaat er om dat "het woord van God het hoogste weze", met andere woorden, dat kruisvaarders en zionistische misdadigers de islamitische superioriteit zullen erkennen. Onder een islamitisch bewind mogen ze blijven geloven wat ze willen, als ze die superioriteit van de islam maar publiekelijk erkennen. De bloei van het Turkse, Ottomaanse rijk, dat bestaan heeft van omstreeks 1300 tot aan de Eerste Wereldoorlog, laat zien dat je heel goed een succesvol wereldrijk eeuwen lang in stand kan houden op grond van deze opvattingen.
Maar de realiteit van de twintigste eeuw heeft deze opvattingen ingehaald. In laboratoria, in fabrieken en op het slagveld is de islamitische superioriteit weerlegd. Dat is vervelend, want talloze moslims zijn die superioriteit als een verworven recht gaan beschouwen. En aantasting van verworven rechten maakt de bezitters van die rechten boos, of ze nu ambtenaar, uitkeringsgerechtigde, rentenier of moslim zijn. Maar er is weinig aan te doen. In de moderne wereld is het (zeker in theorie) uitgesloten dat de ene groep om religieuze redenen voorrechten heeft boven de andere. Maar dat nu is precies wat de islamitische wet, de sharia, voorschrijft. De sharia geeft meer rechten aan moslims dan aan niet-moslims (en meer rechten aan mannen dan aan vrouwen).

De boosheid in de "Soennitische driehoek" ten Noorden van Bagdad is haast een parodie op de algemenere moslimse boosheid. De Arabische Soennieten vormen een klein deel van de bevolking van Irak, maar ze domineren de regio al meer dan duizend jaar. Ze zijn van oordeel dat de rijkdommen van Irak aan uitsluitend hen toebehoren, dat is in hun ogen een verkregen recht. Wanneer de Amerikanen hen willen dwingen om de koek eerlijk te delen met de Koerden en de Shi'ieten, dan blazen ze de boel maar liever op. Het is niet waarschijnlijk dat bestudering van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, of psychotherapie, hen op andere gedachten zal brengen.

Het probleem wordt verergerd door de manier waarop de islam religieuze leiders selecteert. De katholieke kerk selecteert zijn religieuze leiders op de bereidheid celibatair te gaan leven. Dat is een criterium dat er toe leidt dat je te veel rare jongens aantrekt. De islam eist van religieuze leiders dat ze specialist zijn in de sharia. Het is niet doenlijk of menselijk tien jaar of langer de hoogten en diepten van de sharia te bestuderen (wat nodig is als je imam wilt worden) en vervolgens, als je eenmaal imam bent, die sharia dan aan de kant te schuiven als een religieus randverschijnsel.

Dat betekent dat alle islamitische religieuze leiders, anders dan veel gewone islamitische gelovigen, de sharia in welke vorm dan ook een warm hart toedragen. Om islamitisch religieus leider te worden, heb je een ongewone belangstelling voor de sharia nodig. Maar die sharia is een monument voor de superioriteit van de islam, en die superioriteit is inmiddels een fossiel geworden. Een godsdienst kan alleen veranderen als de bevoegde religieuze leiders van die godsdienst dat willen. En dat sharia-specialisten er naar zouden verlangen af te doen aan het belang van hun specialisme, valt niet te verwachten.

Moslimse religieuze leiders zijn het er over eens, al was het alleen maar door hun studie van de sharia, dat de islam superieur hoort te zijn, en moet triomferen. De oude glorie van de islam dient in al zijn luister hersteld te worden. Dat is een mooi plan, een verfrissende gedachte in deze verworden tijden, maar Amerika en Europa staan die triomf in de weg. Dat kan niet in overeenstemming zijn met Gods wil. Daar zitten de kruisvaarders en de zionistische misdadigers achter. Daar horen we boos over te zijn.
M
Berichten: 98
Lid geworden op: zo apr 08, 2007 8:37 pm

De Koran als jachtacte

Bericht door M »

Al jaren ligt er in elke bibliotheek en in haast elke boekwinkel in Nederland een boek waarin de joden drie keer voor apen worden uitgemaakt, en één keer voor zwijnen. Dat boek is de Koran. Het gaat om de verzen 2:65, 5:60 en 7:166. Ook over de ongelovigen, meer dan de helft van de Nederlanders, staan er in de Koran erg onaardige uitspraken.

In elke vrome moslimse bibliotheek zijn bovendien boeken aan te treffen die betogen dat de meerderheid van de inwoners van de hel vrouw zijn. Dat een natie die door een vrouw wordt geleid, niet gelukkig kan zijn. Dergelijke wijsheden zijn in grote hoeveelheden te vinden in de officiële canonieke verzamelingen van gezegdes die aan de profeet Mohammed toegeschreven worden.

In de handboeken van het moslims recht, ook overal te vinden en in tientallen talen vertaald, staat nog veel meer waar Nederlanders, blijkens hun stemgedrag bij verkiezingen, meestal ernstige bezwaren tegen koesteren: een vrouw die bekent buitenechtelijke geslachtsgemeenschap te hebben gehad, moet gestenigd worden. Al wie zich schuldig maakt aan het bedrijven van homoseksuele handelingen moet gedood worden. Wie wijn drinkt, moet stokslagen krijgen.

Verder schrijft de Koran aan de gelovigen voor om “te strijden ook al is het met tegenzin” (2:216). In dit boek, dat volgens de moslims Gods eigen letterlijke woord is, lezen we ook: "Doodt hen [de ongelovigen] waar ge hen maar aantreft" (2:191). Het is geen drukfout, het wordt nog twee keer herhaald, in Koran 4:89 en 4:91.

Als een modern land bepaalde islamitische boeken vanwege hun opruiende karakter wil gaan verbieden, moet er eigenlijk tegelijkertijd een aparte politiedienst worden opgericht om dat verbod te controleren, de boeken in kwestie te verbranden, de eigenaren van de verboden lectuur ernstig te ondervragen, en bij uitgevers en grenskantoren er systematisch op toe te zien dat die boeken verder het land niet inkomen en niet verspreid worden. De meeste Arabische en islamitische landen hebben ook inderdaad zulke gespecialiseerde politiediensten.

Ook als die efficiënt hun werk hebben gedaan, dan rijst toch nog de vraag: mogen universiteitsbibliotheken en academici ter wille van het onderzoek naar de islam zulke boeken wel in huis hebben? Wie bepaalt welke academici welke boeken ondanks het verbod toch mogen aanschaffen? Zo’n verbod roept zo veel problemen op dat het er maar niet moet komen.
Het zijn dan ook niet de boeken zelf die gevaarlijk zijn zoals bijvoorbeeld buskruit of cyaankali gevaarlijk is. Het zijn de gebruikers van die boeken die gevaarlijk zijn. Uitlegkundig is het namelijk geen enkel probleem voor een moderne of traditionele theologische acrobaat om de teksten in deze boeken zo te interpreteren dat de dreiging die er bij eerste lezing van uit gaat, enigszins of, desgewenst, geheel verdampt.

Het daarvoor meest gebruikte uitlegkundige argument is steeds dat het geen 'algemene' teksten zijn, die handelen over (bijvoorbeeld) alle joden, waar en wanneer ook, maar dat het gaat om een 'specifieke' opmerking over de joden in de stad Medina, tijdgenoten en vijanden van de profeet Mohammed (570-632). Het is zelfs mogelijk te betogen dat de tekst alleen maar gaat over enkele joden in die stad, over een paar individuen die in die tijd die een ruzie met de profeet Mohammed hadden lopen.

Het is natuurlijk de vraag of dat historisch klopt, maar wie zal het zeggen, het goede doel (vrede op aarde) is ook wat waard. Anderzijds, wanneer in het verhaal van Mozes en de Farao, God tegen Mozes zegt “Ga naar Farao” (Koran 20:24), dan is dat toch ook niet een algemeen goddelijk gebod waar iedereen zich aan te houden heeft? Er staan dus inderdaad opdrachten in de Koran die direct door God zelf zijn gegeven en die niet voor u en mij bestemd zijn.

Veel Engelstalige moslimse boeken over de islam zijn voor een kritisch buitenstaander vervelend om te lezen, omdat de auteur zijn best doet om oude teksten recht te praten, terwijl de teksten duidelijk zichtbaar krom zijn -- wat van een tekst die meer dan duizend jaar oud is niet verbazingwekkend is, in de bijbel staat er ook wel eens iets. In het Oude Testament bijvoorbeeld, Deuteronomium 7:2 en de volgende verzen, wordt keurig uitgelegd dat gij niet zult doodslaan -- behalve uiteraard als het om heidenen gaat die God noch gebod erkennen. Dan is doodslag juist heel prima.

Moderne buitenstaanders ergeren zich wel aan het eigentijdse recht praten van wat krom is omdat ze niet goed beseffen dat dit recht praten eigenlijk een wat besmuikte manier is om afstand te nemen van het moorden waar de oorspronkelijke tekst op het eerste gezicht toe oproept. Een moderne moslim kan moeilijk zeggen: “Ja, de Koran roept wel op tot het beroven en vermoorden van niet-moslims, maar ik ben een fatsoenlijk man, en hoewel ik moslim ben leg ik die gewelddadige gedeelten van de Koran gewoon naast mij neer”.

Wie zich zo opstelt, krijgt ruzie met veel (maar niet alle) islamitische wet- en schriftgeleerden, en de vaak fanate aanhang van deze baardige beroepsmoslims. Veel beter is het om de militante oproepen die je in de Koran aantreft, uit te leggen als ‘eigenlijk’ niet gewelddadig. ‘Eigenlijk’ roept de Koran niet op tot oorlog en moord maar alleen maar tot, zeg, zelfverdediging. ‘Eigenlijk’ is jihad niet “oorlog tegen de ongelovigen”, maar “oorlog tegen het ongeloof” -- ook als dat zich in mijn eigen hartje bevindt. Ook vanuit die positie kan je nog wel gedonder met de militante preekstoeltijgers krijgen, maar dan heb je ten minste een goed verhaal.

Er is desalniettemin een groot verschil tussen de Koran en de bijbel, althans in de manier waarop die beide boeken door de gelovigen gebruikt worden. De Koran wordt door groepjes moslims als een soort jachtacte gezien die hen door God zelf is uitgereikt en die hen het recht geeft om niet-moslims te vermoorden. Dat heeft geleid tot een reeks van aanslagen waarvan de aanval op Amerika van 11 september 2001 tot op heden de beroemdste en de grootschaligste is geweest. Onder de kleinere aanslagen tellen we bijvoorbeeld de moord op Sadat, 1981, of die op de columnist Farag Foda in Cairo, juni 1992. Natuurlijk zijn er ook talloze moslims die de Koran niet als een jachtacte beschouwen, maar van het kleine of grote aantal moslims dat de Koran, en de rest van de islamitische heilige boeken, wel zo beschouwt, heeft de rest van de planeet veel last.

Binnen de kerken lopen al heel lang geen serieuze predikanten meer rond die de bijbel als een jachtacte beschouwen die het vermoorden van andersdenkenden niet alleen toestaat maar zelfs opdraagt. Wat de islam aangaat is dat minder duidelijk. Er is in ieder geval een richting binnen de islam, die van de Wahhabieten, die uit geldgebrek vanaf het monent van de stichting van de beweging, rond 1750, tot aan de vondst van aardolie, een mooie hobby heeft gemaakt van het beroven en zo nodig vermoorden van andersdenkende moslims (want niet-moslims waren er binnen hun werkterrein, het Arabische schiereiland, al heel lang niet meer te vinden).

De Turken hebben deze Wahhabieten af en toe weten te verslaan, en in de negentiende eeuw zijn heel wat Wahhabietische leiders op het schavot geëindigd, geëxecuteerd in opdracht van de Sultan-Khalief in Constantinopel/Istanboel. Ook het Egyptische leger heeft de Wahhabieten een keer verslagen. Desondanks heeft de Wahhabietische beweging zich steeds wel weer enigszins weten te herstellen. De Wahhabieten treden steeds op samen met de Saoedische dynastie.

Door de olie zijn die Wahhabieten/Saoediërs in de jaren vijftig van de twintigste eeuw rijk geworden, en hoefden ze geen oude vrouwtjes meer te beroven. Hun geld zijn ze gaan gebruiken om propaganda voor hun leer te maken. Dat mag natuurlijk. Alleen, ze lieten hun leer over de toonbank gaan als ‘de enige ware zuivere en oorspronkelijke islam’ -- niet als een provinciale excentrieke gewelddadige vorm van islam, uitgevonden rond 1750, die haat jegens andersdenkenden preekt. In grote gebieden, in Pakistan, Afghanistan en elders is Wahhabietisch onderwijs het enige beschikbare onderwijs. Een ouder die zijn zoon niet als taalib (“leerling”) naar zo een Wahhabietische madrasa (“school”) stuurt, doet hem tekort.

Ook voor moslimse jongeren in Nederland is Wahhabietische instructie over de islam vaak het enige islamonderwijs dat ze krijgen. Het is te vergelijken met een situatie waarin het geven van christelijk godsdienstonderwijs maar aan de Ku Klux Klan wordt overgelaten, want er is nu eenmaal godsdienstvrijheid en vrijheid van onderwijs, en de Klan heeft er het geld voor over. Omdat “Wahhabietisch” niet zo prettig meer klinkt na de beoorloging van deze beweging door de Turken, is de naam aangepast: De benaming “Salafietisch”, oorspronkelijk de naam van een moderne richting in de islam in Egypte rond 1900, was in de loop van de twintigste eeuw vrij gekomen en is dankbaar gerecycled door de Wahhabieten.

Moslimse jongeren hebben vaak niet veel meer dan een vage culturele loyaliteit jegens de islam, waar weinig precieze invulling aan gegeven wordt. Ze dromen van een toekomst waarin de islam zal triomferen op zijn vijanden. Wanneer nu zulke jongeren in kontakt komen met competente predikanten en recruteerders, hoeft het niet lang meer te duren of zulke jongeren gaan de Koran zien als een jachtvergunning, ja, als een license to kill.

Verbieden van bloederige opvattingen over de Koran en de islam klinkt stoer en daadkrachtig, maar werkt haast zeker averechts. Proberen te zorgen dat de militanten hun liberalere kritische moderne geloofsgenoten niet van de markt drukken is waarschijnlijk minstens zo effectief, en al moeilijk genoeg. Want, laten we niet vergeten, niemand heeft ooit de hervormde kerk verboden, en toch bestaat dit kerkgenootschap niet meer. Nadat de wat liberalere protestanten in de jaren twintig waren begonnen de debatteren over de vraag of de slang in het scheppingsverhaal van Genesis 3 nu wel of niet zintuiglijk waarneembaar had gesproken, heeft het geen eeuw meer geduurd of de vrijzinnig-protestanten waren bijna uitgestorven, en de rechtzinnig protestanten gemarginaliseerd.

Het is de vraag of de Nederlandse overheid ten aanzien van de islam wel veel moet doen en een ‘taak heeft’. Anders dan vaak gedacht wordt, betekent de moderne scheiding van kerk en staat niet dat de overheid zich niet met de godsdiensten van haar onderdanen mag bemoeien, maar dat de overheid er voor moet zorgen dat de toegang tot de religieuze markt voor alle aanbieders gelijkelijk openblijft. In het Midden-Oosten zorgt zoals bekend een monsterverbond van overheid en religieuze leiders er voor dat die markt voor andere aanbieders dan de islam gesloten blijft.

Een Nederlands islambeleid zou er dan ook op moeten letten dat de aanhangers van de jihad-ideologie de niet-militante vormen van islam niet van de markt dreigen te drukken. Tegelijkertijd moeten de aanhangers van godsdienstige bewegingen die geweld willen gebruiken om hun eigen opvattingen te laten triomferen, niet kunnen profiteren van de moderne Westerse godsdienstvrijheid zoals die sinds ongeveer 1700 bestaat. Die godsdienstvrijheid is alleen bedoeld voor wie afziet van het gebruik van wapengeweld dat tot doel heeft de eigen godsdienst te laten overwinnen. Wie zich niet bij die opvatting aansluit en zijn heilige boeken als jachtacte of license to kill wil beschouwen, is onze vijand.
M
Berichten: 98
Lid geworden op: zo apr 08, 2007 8:37 pm

Het visioen van de islam

Bericht door M »

Het visioen van de islam

Het christendom kent een visioen over de terugkomst van Jezus. De details zijn niet helder uitgewerkt, en er zijn weinig christenen die in hun agenda een dag vrij hebben gehouden voor die terugkomst. Toch, hoe het ook zij, de kerken geloven van oudsher in de terugkeer van Jezus, hetzij aan het einde van een periode vol tekenen, troebelen en verschrikkingen, hetzij aan het begin van een duizendjarig rijk van vrede en rechtvaardigheid, maar komen zal hij. Er is bovendien een bijbelplaats die belooft dat wanneer het evangelie van Jezus Christus aan alle volkeren verkondigd zal zijn, dat dan het Einde komt (Mattheus 24:14).

Ook de islam kent dergelijke toekomstvisioenen. In allerlei opzichten lijken die op die van het christendom. Zo speelt Jezus ook in de eindtijdverwachtingen van de moslims een belangrijke rol, zowel in het volksgeloof als in de officiële handboeken van de officiële godsdienstige leiders. Maar de islam kent ook een toekomstvisioen dat minder verafgelegen gesitueerd wordt. Talloze (maar zoals altijd: niet alle) moslims geloven dat de islam in de toekomst in de strijd met zijn vijanden de ene grote overwinning na de andere zal halen, totdat uiteindelijk 'Gods woord het hoogste is', zoals de islamitische formule luidt.

De triomf van de islam is op handen, zo valt van de preekstoel en op internet te horen, wanneer ten minste de moslims maar krachtig genoeg voor die triomf de strijd willen aanbinden. Ook de Koran laat zich niet onbetuigd: Bijvoorbeeld Koran 5:56 belooft de overwinning aan de partij van God. (De bekende Libanese Hizbollah-beweging heeft aan dit vers zijn naam ontleend. Hizbollah is oorspronkelijk Arabisch voor 'partij van Allah').

Mohammed, de stichter van de islam, is in 632 overleden. In de daaropvolgende periode hebben de islamitische legers inderdaad triomfen behaald die haast onbegrijpelijk zijn. Van het huidige Portugal tot aan het huidige Pakistan hebben, binnen het verloop van ongeveer een eeuw, de soldaten van de vroege islam overwinning op overwinning geboekt. Er is niemand die denkt dat de NATO in staat is zo'n zelfde veroveringsoorlog tot een goed einde te brengen. Dat het de moslims destijds wel gelukt is, vormt voor veel moslims tot op de dag van vandaag een bewijs voor de waarheid en de juistheid van de islam. Zulke spectaculaire overwinningen gunt God immers alleen aan de aanhangers van zijn eigen godsdienst.

Het is daarom alles behalve onschuldig wanneer moslimse predikanten er toe oproepen de islam zoals die in de eerste eeuwen van zijn bestaan geweest is, te laten herleven. De eerste christenen lieten zich psalmen zingend in de Romeinse arena's door wilde dieren opeten. Maar de eerste generaties moslims waren geen pacifisten of vredesapostelen, het waren veroveraars, zoals ook de middeleeuwse Mongolen dat waren, of de Spanjaarden in Zuid-Amerika. Het ging die vroege moslimse veroveraars niet om individuele bekeringen tot de islam. Het ging hun om erkenning, door hun slachtoffers, van de suprematie van de islam. Geloofsleer en liturgie van de onderworpenen waren verder van geen belang. Die werden vrijgelaten. De onderworpenen gingen hun gang maar. Zolang de heerschappij van de islam maar erkend werd.

Dat desalniettemin het Midden-Oosten vervolgens geleidelijk aan geïslamiseerd is, is daar niet mee in strijd. Ook de kerstening van Europa verliep grotendeels via de politieke machthebbers. Wanneer missionarissen er eenmaal in geslaagd waren de heersende politieke elite voor het christendom te winnen, volgde op den duur de bevolking ook wel. Hetzelfde zien we in de landstreken die tegenwoordig islamitisch zijn maar die voorheen christelijk zijn geweest, zoals Groot-Syrië en Egypte. Eenmaal onderworpen door een islamitische militaire heersende elite, zijn de inwoners van deze landen in groten getale geleidelijk aan moslim geworden. Wellicht was rond het jaar duizend van onze jaartelling het aantal moslims al even groot als het aantal christenen. Sindsdien zijn de christenen in de islamitische wereld een steeds verder slinkende minderheid.

Na de eerste eeuwen van de islam werd het hier en daar wat rustiger. Vanaf de christelijke kant werden pogingen ondernomen Spanje te heroveren, wat bijvoorbeeld al in 1085 leidde tot de herinname van Toledo. Deze zogenoemde 'Reconquista' eindigde, zoals bekend, in 1492 succesvol, met de herovering van Granada. Een handvol pogingen tot herovering van Palestina, bekend als 'de kruistochten', zijn daarentegen mislukt. Maar nadat de Turken in 1683 bij Wenen teruggeslagen zijn, is het idee dat moslims door jihad de wereld voor de islam konden onderwerpen, een zachte dood gestorven. De moderne militaire superioriteit van Europa was een onbetwistbaar feit geworden, en Europa werd dus door de Turken verder min of meer met rust gelaten.

De christelijke droom over de wederkomst van Jezus is na tweeduizend jaar nog steeds niet uitgedoofd. Elke zondag zingen of lezen miljoenen christenen in hun kerken de geloofsbelijdenis van Nicea, die spreekt over de wederkomst van Jezus die zal komen 'om te oordelen over de levenenden en de doden'. Wat christenen daar onder verstaan is soms onduidelijk, niemand die dat niet toegeeft, en er is ook geen overeenstemming over de mate waarin die wederkomst acuut is, maar de droom leeft nog. Misschien maar onder een gering percentage van de gelovigen, maar er zijn zo veel christenen dat ook een gering percentage daarvan veel mensen oplevert. Op dezelfde manier leeft ook in de islamitische wereld de droom dat de islam overwinningen zal behalen, en de erkenning van de suprematie van de islam zal weten af te dwingen.

Het is dan ook niet zo leuk dat de beweging die nog het meest in verband wordt gebracht met de aanslagen in Madrid van maart 2004 de Salafiyya wordt genoemd. Salaf is een Arabisch woord dat 'voorgeslacht' betekent, en dat verwijst naar het 'voorgeslacht' van de islam, dat wil zeggen de eerste generaties moslims, die zoals bekend niet alleen ongewoon vroom zijn geweest, maar ook ongewoon succesvolle vechtjassen. Moderne mensen hebben niet veel achting meer voor missionarissen die zieltjes komen winnen, maar het is desalniettemin wel waarschijnlijk dat moderne mensen liever Paulus en Barnabas, met een lange preek, langs de deur zouden krijgen dan de ongewoon kundige militairen van het vroeg-moslimse veroveringsleger.

Onder bepaalde groepen hedendaagse moslims heeft de droom van een op handen zijnde triomf van de islam zorgelijke vormen aangenomen. De droom is voor een aantal moslims verworden tot een haast hysterisch verlangen naar een bloedige grote strijd, een Armageddon, waarin Amerika en Europa het onderspit moeten gaan delven. Het moderne Westen staat immers de triomf van de islam hardnekkig in de weg. Met een aan de Amerikaanse filosoof Lee Harris ontleend beeld (zie zijn Civilization and its Enemies, 2004) zou het mogelijk zijn te stellen dat Amerika en Europa, in de fantasie van veel radicale moslims, gereduceerd zijn tot figuranten in een heilshistorisch drama, een islamitisch-godsdienstige fantasie die moet worden uitgespeeld en opgevoerd, wat de figuranten er ook van vinden, en wat de figuranten ook doen.

Wie dat niet wil geloven, kan een eenvoudig gedachtenexperiment uitvoeren. Stel dat Nederland met zijn oude tradities van neutraliteit aan Osama ben Laden zou laten weten, via de bekwame Nederlandse ambassadeur in Islamabad, dat Nederland in het conflict tussen 'de islam' en Amerika neutraal wenst te blijven. Dat Nederland de triomf van de islam echt niet in de weg wil staan. En dat Nederland er dan ook op rekent vanwege die neutraliteit van terrorisme verschoond te zullen blijven. Dat zou niets uitmaken. Er zou dan nog steeds rekening gehouden moeten worden met de mogelijkheid dat er terroristen 'namens de islam' de boel hier omver zouden willen lopen.

De situatie rond Israël en Palestina is uiteraard anders, maar ook daar geldt dat een vrede die een oplossing voor de Palestijns-Israëlische conflicten betekenen zou, niets uitmaakt. Er zullen altijd (waarschijnlijk aan beide kanten van het front) groepen overblijven die een oplossing, hoe die ook uitvalt, onrechtvaardig zullen vinden, en die bereid zijn met alle middelen door te gaan met de strijd voor een 'betere', rechtvaardiger oplossing. Het gaat namelijk niet om strijd om te komen tot een rationele oplossing van een belangenconflict, maar om het naspelen van het drama van de overwinning op de krachten van de anti-islam.

Israël, Amerika en Europa kunnen en mogen in het overwinningsvisioen maar één rol spelen: die van boze machten waar de kracht van het goede, de islam, over getriomfeerd heeft. In alle theatrale opwinding ziet iedereen over het hoofd dat het voortbestaan van de Palestijnen zo goed als uitsluitend te danken is aan de Amerikaanse bescherming. Zonder Amerika en de wereldopinie zou niets de radicaalste Israeli's immers in de weg staan om het Palestijnse probleem op te lossen. Dat de Palestijnen wier leven door Israël overhoop gegooid is wel degelijk een grief hebben, is voor de visionaire strijders voor de triomf van de islam haast irrelevant. Toen de Palestijnse hoofdredacteur van de in Londen verschijnende Arabische kwaliteitskrant Al-Quds Al-Arabi een paar jaar geleden een onderhoud had weten te krijgen met Osama ben Laden, viel het hem op dat Osama de Palestijnen niet eens noemde.

De manier waarop de Osama-achtigen naar Europa, Israël en Amerika kijken, doet een beetje denken aan een vader die er van droomt dat zijn zoon Wimbledon gaat winnen, en die de arme jongen dus de hele dag laat tennissen, terwijl het ventje eigenlijk zijn huiswerk voor Grieks en natuurkunde wil gaan maken. Voor de droom van die vader maakt het niets uit wat die jongen zelf zegt of wil: hij moet tennissen. Lee Harris vergelijkt de radicaal-islamitische visie op het Westen ook met Ethiopië en Mussolini. Mussolini droomde een droom over een groot wereldrijk met Rome als het centrum. Voor de verwezenlijking van die droom waren de Ethiopiërs als figurant noodzakelijk. Wat voor politiek Ethiopië ook voerde, hoe pro-Italiaans het zich ook opstelde, het moest en zou door Italië veroverd worden. Dat was nu eenmaal onderdeel van de droom van Mussolini. Die droom moest met zo veel mogelijk theater en drama op het wereldtoneel worden uitgespeeld. Op dezelfde manier willen de Osama-achtigen met zo veel mogelijk theater en drama het visioen van de islamitische zegepraal naspelen. De aanval van 11 september 2001 was nog maar het begin, vanuit theater-technisch standpunt gezien trouwens nauwelijks nog te overtreffen.

De ervaring heeft geleerd dat terroristische bewegingen op den duur geïsoleerd raken en het contact met hun natuurlijke thuisbasis kwijt raken. Als het helemaal mee zit, worden ze in hun milieu van oorsprong zelfs als contraproductief ervaren omdat ze door het geweld dat ze gebruiken juist versnellen wat ze hadden willen tegenhouden, bijvoorbeeld de verwestersing van het Midden-Oosten. Net zoals de Amerikaanse aanwezigheid in Irak Al-Qaeda aanhangers naar Irak toelokt, zo lokt het geweld van Al-Qaeda steeds meer Westerse interventie in het Midden-Oosten uit. Als dat mechanisme ook nu actief is, en als Osama en zijn beweging in hun eigen milieu eerder als een magneet voor Westerse interventies worden gezien dan als een effectieve verdediger tegen die Westerse invloed, dan kan Osama wel langdurig lastig zijn, maar hij kan het niet winnen.

Wanneer we evenwel Al-Qaeda vergelijken met andere terreur-organisaties zoals de ETA in Spanje, de IRA in Noord-Ierland of de RAF in het vroegere West-Duitsland, zien we een opvallend verschil. De dromen van ETA, IRA en RAF werden en worden door weinigen gedeeld, en door velen als een nachtmerrie beschouwd. Er was in Spanje, Duitsland of (Noord)-Ierland nauwelijks een context aanwezig die als actieve intellectuele en ideologische steun voor de daden en opvattingen van de terroristen begrepen kon worden. Met de islamitische overwinningsdroom van Al-Qaeda en de Salafiyya-bewegingen staat het er daarentegen beter voor. Die droom wordt in een bepaalde vorm eigenlijk gedeeld door de predikanten in de moskee. Zelfs al steunen die predikanten persoonlijk de politieke en gewelddadige aspiraties van Al-Qaeda in het geheel niet, ze kunnen moeilijk vanaf de preekstoel de gelovigen toeroepen dat die overwinningen van de islam er heus nooit zullen komen, net zo min als dominee's vanaf de preekstoel de gelovigen zullen willen meedelen dat Jezus heus niet terugkomt.

De predikanten in de moskee maken dus, of ze dat nu willen of niet, de geesten rijp voor de ideologie van de radicale jihad-activisten. Zelfs wanneer maar een minuscuul deel van het gehoor in de moskee gevoelig is voor de eindtijd- en overwinningsfantasieën van Al-Qaeda en de Salafisten, beschikken Al-Qaeda en de Salafiyya-bewegingen toch nog over een omgeving waarin zij hun ledental betrekkelijk gemakkelijk kunnen aanvullen, en eigenlijk zelfs een ruime keuze aan gegadigden hebben. Zo gemakkelijk hebben de IRA, de ETA en de RAF het nooit gehad. Er is dan ook weinig reden voor het optimisme dat Al-Qaeda dezelfde weg zal gaan als de vroegere West-Duitse RAF. Dat het "islamitisch" terrorisme qua aanhang en structuur te vergelijken was met de RAF, en derhalve binnen afzienbare tijd verwelken zou, werd trouwens in de zeventiger en tachtiger jaren in artikelen in het Hollands Maandblad al betoogd door Jan Brugman, destijds hoogleraar Arabisch in Leiden, naar aanleiding van de toenmalige islamitisch-fundamentalistische terreur. Overigens was die terreur, naar onze huidige normen, heel bescheiden. We zijn inmiddels een kwart eeuw verder, en het is duidelijk dat Jan Brugman in deze kwestie geen gelijk heeft gekregen.

De kerken zijn altijd met grote behoedzaamheid omgegaan met hooggespannen verwachtingen over de wederkomst des Heren, de terugkeer van Jezus op aarde. Vermoedelijk zijn ze door ervaring wijs geworden. Het geloof in de naderende triomf van de islam is door moslimse religieuze leiders wat minder behoedzaam aangepakt, wat gezien de politieke en sociale misère in de islamitische wereld niet dan menselijk is. Immers, zo rond 1900 was nagenoeg de hele islamitische wereld bezet door Westerse militairen, en na de verjaging of terugtocht van die buitenlandse militairen is daar weinig goeds voor in de plaats gekomen. Nagenoeg de hele Arabisch-islamitische wereld wordt door Ceausescu's geregeerd. Anders dan bijvoorbeeld het vroeger eveneens doodarme Korea heeft de islamitische wereld zich niet economisch weten te ontwikkelen. Nobelprijzen en Olympische medailles zijn er in de Arabisch-islamitische regio nauwelijks of helemaal niet gevallen. De Arabisch-islamitische wereld is technisch en wetenschappelijk ook nog niet erg ver: Zowel de gebouwen als de vliegtuigen van 11 september waren in het Westen ontworpen en gemaakt.

Tegelijkertijd is de vrije, creatieve, rijke en niet-islamitische wereld wel erg dichtbij, vaak minder dan een uur vliegen, soms zelfs slechts een bootreis van maar enkele uren. En al was de wereld van de on-islam niet zo dichtbij, maar ver weg, dan nog zou via televisie, krant en internet goed waarneembaar zijn hoe slecht, in vele opzichten, het in de islamitische wereld gaat. Je moet wel een hart van steen hebben om in die situatie moslims te verbieden te dromen over een grote triomf te behalen op de rijke en vrije wereld.

Het kan tegelijkertijd niet anders of deze situatie roept vragen op over de godsdienstvrijheid. Is het wel een goed idee als er in een moskee hardop gedroomd wordt over de overwinning op de niet-islamitische wereld? Moeten we dat respecteren? Zou het misschien niet een raar maar goed idee zijn om, bijvoorbeeld, te decreteren dat in moskeeën in Nederland alleen nog maar in het Nederlands gepreekt mag worden? Op zich is dromen over de wederkomst des Heren een even onschuldige bezigheid als het dromen over de overwinningen van de islam, maar de ervaring van de laatste jaren heeft uitgewezen dat die islamitische droom niet altijd zo onschuldig blijft. Misschien dat de plicht deze dromen in het Nederlands te dromen op twee manieren helpt: het wordt voor iedereen zichtbaar wat er nu precies in de moskee gedroomd wordt, en een oproep tot strijd tegen de ongelovigen die wordt gedaan in het Nederlands verliest door die Nederlandstaligheid toch iets van zijn overtuigingskracht. Als het Nederlands al een idioom heeft waarin je zulke oproepen kunt doen zonder jezelf belachelijk te maken.

Godsdienstvrijheid is niet iets dat op een middag of ochtend door beoefenaren der politieke wetenschappen in hun studeerkamers ontdekt is, en dat vervolgens in ingevoerd vanwege de te verwachten heilzame gevolgen van die vers-ontdekte nieuwigheid. Godsdienstvrijheid werd in de praktijk langzaam mogelijk doordat de onderscheidene godsdienstige (protestantse) bewegingen in staat en bereid bleken elkaars bestaan te tolereren. Die wederzijds verdraagzaamheid is een absolute voorwaarde voor godsdienstvrijheid. John Locke (de auteur van An Essay concerning Toleration, 1667) was oorspronkelijk van oordeel dat godsdienstvrijheid alleen voor de verschillende protestantse bewegingen kon gelden, en hij sloot de katholieke kerk uit, omdat die de principes van tolerantie zelf niet respecteerde. (Zie weer, bijvoorbeeld, Lee Harris, Civilization and its Enemies)

Dankzij de intolerantie van deze uitsluiting werd op den duur de katholieke kerk gedwongen de principes van godsdienstige tolerantie te gaan aanvaarden en respecteren. Zo niet in theorie, dan toch in ieder geval in de praktijk. Door goed volgehouden intolerantie ten opzichte van de oude katholieke stellingname ten opzichte van tolerantie, hebben de katholieken op dit punt een tournure gemaakt, en is de wereld dus toleranter geworden. Het is niet goed in te zien waarom een zelfde volhardendheid ten opzichte van de islam niet even heilzaam zou kunnen werken. Wanneer de islam een Europese godsdienst wil zijn, zal de islam, net als alle andere Europese godsdiensten, het bestaan en de praktizering van andere godsdiensten dienen te accepteren, en moeten afzien van de droom van een geweldadige overwinning op de niet-moslims. Het kan inderdaad niet zo zijn dat er één Europese godsdienst is die gewapenderhand erkenning van zijn eigen superioriteit wenst af te dwingen. Een godsdienst die volhardt in de droom van een gewapende overwinning op de rest, kan geen aanspraak maken op de traditionele Europese godsdienstvrijheid en tolerantie.

Vrienden en vriendinnen van de islam worden uiteraard woedend als ze zulke ketterijen over de islamitische intolerantie horen. Ook zullen er wel moslims zijn die er boos om worden, want de islam wordt door zijn aanhangers en vrienden als een tolerante godsdienst beschouwd, toleranter dan het christendom of het jodendom. Misschien zijn er in de middeleeuwen wel perioden geweest waarin de islam (voor zo ver de historische bronnen het toelaten dat te beoordelen) in feite tolerant is geweest jegens niet-moslims. Overigens zijn er moderne geleerden als Bat Ye'or die met grote overtuigingskracht het tegendeel beweren: volgens Bat Ye'or was de islam, in de middeleeuwen en daarna, helemaal niet tolerant, in tegendeel.

Maar wat moslimse theologen, toen en nu, als de islamitische tolerantie beschouwen, is heel expliciet niet tolerantie op basis van maatschappelijke gelijkberechtigdheid, maar tolerantie op basis van erkenning door de niet-moslims dat de islam superieur is. De voorrechten die de islam in die situatie vervolgens aan de moslims geeft, zijn naar moderne opvattingen absurd, zie de handboeken van het islamitisch recht die het bijvoorbeeld niet toestaan dat een niet-moslim getuige à charge is in een zaak tegen een moslim. Niet-moslims die niet in hun achterstelling wensten te berusten, werden trouwens bedreigd met de doodstraf, en met het als slaaf verkocht worden. De "klassieke" islamitische tolerantie is in feite voortzetting van de jihad, maar nu met andere middelen.

Voor een slachtoffer van geweld maakt het niet veel uit of hij door de politie, door een bende rovers, door het leger of door geëxalteerde vrome radicalen wordt neergeschoten. In alle vier deze gevallen belandt hij in het ziekenhuis of in het mortuarium. Maar voor de politieke beoordeling maakt het wel degelijk uit. Geweld dat wordt uitgeoefend door staten die, in principe, tot stand zijn gekomen op basis van vrijheid en gelijkheid, en dat dient ter bescherming van de vrijheid van de burgers van die staat, is precies even bloederig als ander geweld. Toch is er vanuit humanitair oogpunt een verschil tussen zulk geweld en het geweld uitgeoefend door de leden van een roversbende als die van Saddam Hoesein of de hysterische vromen van Osama ben Laden. Uiteraard liggen er hier twistpunten. Is het geweld van Hamas fout omdat het niet door een staat wordt uitgeoefend, en dat van Israël, dat wel door een staat wordt uitgeoefend, daarom toelaatbaar?

Maar dat neemt het principe niet weg. Het geweld van een bende vrome mannen, zelfs al is het godsdienstig geïnspireerd, dient met de dreiging van tegengeweld namens de bedreigde gemeenschap beantwoord te worden, en zo nodig dient de daad bij het woord te worden gevoegd. Zodra er een bende vrome militanten met geweld dreigt, of daadwerkelijk geweld gebruikt, dient er vanaf de kansel, vanuit de kazerne en vanuit het politiebureau tegenactie te komen. Wanneer zulke tegenactie uitblijft, hebben de militanten het eigenlijk al gewonnen. Wanneer bij de rechtvaardiging van dat geweld de godsdienst een zware rol speelt, krijgt de kansel automatisch ook een zware rol. De blote verklaring dat de kanselredenaars zichzelf niet als betrokkenen beschouwen ("Waarom moeten juist wij ons altijd maar weer verdedigen?") is niet voldoende. De kansel is bij uitstek een plek om dingen eens goed uit te leggen.

Net zoals alle andere gelovigen eisen moslims respect voor hun geloofsopvattingen. Er is geen enkele reden om dat respect niet op te brengen -- behalve waar het geloofsopvattingen over de verplichte gewelddadige strijd tegen de niet-moslims betreft, omdat zulke opvattingen het voorportaal van oorlog en terrorisme kunnen vormen. Respect kan nu eenmaal niet met wapens worden afgedwongen. Het is niet mogelijk vrijwillig respect op te brengen voor dat deel van de geloofsopvattingen dat niet veel meer behelst dan de droom van een gewelddadige overwinning op de anderen. Het overwinningsvisioen van (sommige) moslims is immers de nachtmerrie van het Westen.
M
Berichten: 98
Lid geworden op: zo apr 08, 2007 8:37 pm

Apen en zwijnen

Bericht door M »

Apen en zwijnen

Ongelovigen zijn onberekenbaar. Zij zijn tot alles in staat want zij erkennen God noch gebod. Er is geen enkele norm die hun gedrag inperkt.
Moslimextremisten zijn onberekenbaar. Met een beroep op Gods wil zijn ze tot letterlijk alles in staat.

Dat zijn de twee standpunten die moslims en niet-moslims ten opzichte van elkaar zijn gaan innemen. Het zijn twee precies symmetrische standpunten die maar beter niet verder kunnen escaleren.

Niemand weet precies wat “de moslims” denken over hun niet-moslimse buren. Het is zelfs de vraag of “de moslims” wel iets over hen denken. De meeste moslims hebben het waarschijnlijk te druk met hun dagelijkse beslommeringen. Toch is het voor wie geen moslim is, goed om te weten wat de koran over niet-moslims zegt. Want elke goede moslim meent dat in de koran God zelf aan het woord is, en God vergist zich niet.

De islam en de koran kennen drie soorten niet-moslims. Allereerst de joden. De meeste moslims menen dat God in het eerste hoofdstuk van de Koran (1:6) heeft gezegd dat hij kwaad is op de joden. Dat eerste hoofdstuk hoort een moslim in principe vijf keer per dag, bij elk gebed, op te zeggen. Ook worden de joden voor ‘apen en zwijnen’ uitgemaakt (5:60, 2:65, 7:166). Samen met het traditionele Westerse antisemitisme dat in de loop van de 20ste eeuw als een virus naar de islam is overgeslagen, hebben we hier een akelige anti-joodse cocktail.

De tweede groep niet-moslims zijn de christenen. Veel moslims geloven dat God in dat zelfde eerste hoofdstuk van de koran heeft gezegd dat de christenen dwalen. Verder stelt de koran de christenen voor als huilerig (5:83) en zwak. Vriendschap en omgang met christenen of joden wordt door God afgeraden (3:118, 5:51, 58:14).

De derde groep zijn de heidenen, de absolute ongelovigen. Zij zijn de slechtsten van alle schepselen, ze zijn doof, stom en blind. Ze worden bij herhaling ‘beesten’ genoemd. Hun eindlot is het Hellevuur.

Het is een wonder dat met zo’n heilige tekst de omgang tussen moslims en niet-moslims vaak normaal verloopt. De meeste gelovigen nemen hun heilige tekst dan ook met een korreltje zout, zoals ook veel katholieken pauselijke vermaningen, bijvoorbeeld ten aanzien van seksualiteit, niet voor honderd procent serieus nemen.

Maar er zijn uitzonderingen. Dan gaat er iets mis. Waar en wanneer het mis zal gaan, is niet te voorspellen. Overheden van islamitische landen treden in gevallen waar het mis gaat, meedogenloos op.

Een groep die doorslaat en de goddelijke vervloekingen van niet-moslims zoals die in de Koran voorkomen letterlijk gaat nemen, bestaat meestal uit jongemannen die je doen verlangen naar de onnozelheid van voetbalhooligans en skinheads. Meestal heeft zo’n groep een goeroe van tegen de vijftig jaren oud.

Zo’n goeroe leert zijn mannen dat de islam om strijd vraagt. Koranverzen te over die daartoe oproepen. Maar die strijd kan tegenwoordig niet meer via staten en legers gevoerd worden. Gewone legers van moslimse landen zijn al eeuwenlang zwakker dan de legers van Westerse landen. Dus zijn er andere wapenen nodig.
De extremo’s beschouwen migratie als een nuttig wapen ter verspreiding van de islam. Ze vinden het prachtig als de ongelovigen het leven zuur wordt gemaakt (zeg maar de methode Diamantplein) met kinderachtige streken en pesterijen. De voorbeelden van dergelijke plagerijen uit het Midden-Oosten zijn te gênant voor woorden; ze variëren van urineren tegen kerken tot mensen ervan beschuldigen dat ze de koran als toiletpapier hebben gebruikt.

Hun tweede wapen is individuele terreur en intimidatie. In het bijzonder opiniemakers hebben daarvan te vrezen. Mohammed (570?-632) stond al op gespannen voet met de opiniemakers van zijn tijd, de dichters. Niet alle dichters in zijn tijd hebben de triomf van de islam overleefd: Asmaa bint Marwan, Aboe Afak en Ka’b ibn al-Ashraf gingen, in opdracht van de Profeet, Theo van Gogh voor.
Sayyid Qutb (1906-1966), de vader van de moderne fundamentalistische islamitische theologie, heeft al laten weten dat ook de kunsten zich zullen moeten onderwerpen aan de triomf van de islam. In de afgelopen vijftig jaar hebben aanhangers van de jihad-ideologie het dan ook regelmatig voorzien gehad op journalisten en schrijvers. Niet alle plannen zijn door God met succes bekroond. De romanschrijver en Nobel-prijswinnaar Naguib Mahfouz overleefde ternauwernood een aanslag op zijn leven, maar columnist Farag Foda heeft het niet gered.
De ideologie van deze moordenaars wordt meestal de takfier-ideologie genoemd. Ook voor de clubjes van extremistisch radicale moslimjongeren in Nederland wordt die term gebruikt. Takfier wil zeggen ‘tot kaafir (heiden) bestempelen’. Dat stempel treft dan gewone, niet-moorddadige moslims die vanwege hun vreedzame burgerlijke opvattingen als zo laks worden beschouwd dat ze eigenlijk geen moslim meer zijn, maar kaafir, ‘ongelovige’, zijn geworden. De gedachten gaan hier uit naar iemand als Ahmad Aboutaleb.
Iedereen die wel eens twijfelt aan een de vele details van de leerstellingen van de islam kan door takfier getroffen worden. En twijfel is uiteraard heel algemeen, maar wordt verstandig genoeg meestal verzwegen. De takfier is een gevaar voor elke moslim, want een moslim die publiekelijk tot kaafir wordt benoemd, heeft impliciet uittreding uit de islam gepleegd, en afvalligen (zie Ayaan en Salman Rushdie) moeten nu eenmaal met de dood bedreigd worden.
Moslims lopen eigenlijk nog meer gevaar dan niet-moslims wanneer de aanhangers van de takfier hun gang kunnen gaan. Daarom was Theo van Gogh ook niet zo bang voor deze losers. Hij heeft zich vergist. Hij dacht dat hun prioriteiten elders lagen. Hij stelde te veel vertrouwen in de officiële theologie van de islam.
Moslims en niet-moslims in Nederland voelen zich sinds de moord op Theo van Gogh terecht bedreigd en geïntimideerd door de knapen van de takfier-beweging. Het is bovendien volkomen terecht dat moslims bang zijn voor de reacties van niet-moslims, die weinig oog hebben voor de subtiliteiten van de islamitische takfier-theologie en daarom alle moslims als mogelijke vijanden zijn gaan zien die hen mogelijkerwijs naar het leven zullen gaan staan.
Maar er gloort enig licht. Het is goed mogelijk dat met het circus in de Anteunisstraat, en elders in het land, voorlopig alle takfier-cellen in Nederland zijn uitgeschakeld. Zou Mohammed B. zijn vriendjes verraden hebben? Zou Mohammed B. conform de islamitische standaardtheologie zijn gaan geloven dat God zijn zelfopoffering niet heeft willen aanvaarden?
Als God B.’s daad had goedgekeurd zou B. immers direct na de moord op Theo wel in het Paradijs zijn toegelaten. Dat God Mohammed B. door de Amsterdamse politie in zijn grote teen heeft laten schieten, kan niet anders betekenen dan dat God het martelaarschap van Mohammed B. niet heeft willen aanvaarden. Voor hem geen maagden, nooit meer.
Toch kunnen we niet overgaan tot de orde van de dag. De kans dat er spontaan weer nieuwe takfier-cellen opduiken blijft bestaan. Het is vooral aan de moslims in Nederland om daar op te letten.
M
Berichten: 98
Lid geworden op: zo apr 08, 2007 8:37 pm

“Dhimmitude”

Bericht door M »

“Dhimmitude”

Toen ik nog jong en naïef was, en een jaar in Egypte studeerde, ben ik ooit eens bij een lokale Koptische bisschop in Cairo op audiëntie gegaan om hem te vragen naar boeken over de islam die door theologen van de Koptische kerk geschreven waren. De Koptische kerk is de inheemse, eeuwenoude christelijke volkskerk in Egypte. De Koptische taal is de laatste vorm van de taal van de hiëroglyfen van de Farao’s. Liturgie en preek in de Koptische kerk zijn al eeuwenlang in het Arabisch. De Koptische kerk is sinds de verovering van Egypte door de islam in 636 geleidelijk aan gekrompen, van oorspronkelijk bijna 100% van de bevolking, tot misschien 5% tegenwoordig.

Het leek me ondenkbaar dat Koptische theologen niet over de islam hadden nagedacht, en dat er geen boeken of artikelen over de islam uit deze hoek beschikbaar zouden zijn. Een leuk scriptieonderwerp, dacht ik eigenlijk. Maar de bisschop hielp me in drie seconden uit de droom. Nee, zulke boeken waren er niet. Vervolgens wees hij me er op dat er naast elke kerk in Egypte een moskee stond, met een iets hogere minaret dan de hoogste naburige kerktoren. En dat in het bijzonder wanneer de Kopten met een kerkdienst bezig waren, de versterkers op deze minaret op topsterkte de boodschap van de islam verkondigden, wat binnen in de kerk gewoonlijk goed hoorbaar was. Dit alles, sprak hij, hing samen met het respect voor de islam waar de christenen in Egypte toe verplicht waren.

De ernst van deze situatie was me niet meteen duidelijk. Maar hier zat geen leuk scriptieonderwerp in, dat begreep ik nog wel, en dus ging ik maar op zoek naar graziger weiden. Pas na jaren is de betekenis van een en ander tot me doorgedrongen. De eis van respect klinkt ons normaal en goed in de oren, maar hoe ver kan een groep gaan in het eisen van respect? Wanneer varkensvlees door een godsdienstige groep verboden wordt, mogen kinderen die op school zitten met leden van die groep dan nog wel ham op hun lunchboterham leggen? Wanneer blote armen van de juf door een godsdienstige groep verboden worden, moet de juf dan ook in de zomer met lange mouwen voor de klas?

Het duurt meestal niet lang of de groep die respect eist, dwingt de andersdenkenden zich in de details van hun gerespecteerde heilsleer te verdiepen. Uit voorzorg doen de andersdenkenden dat dan ook. De kranten van de laatste weken staan vol met voorbeelden: Mag je shampoo gebruiken bij de rituele wassingen? Hoor je als Nederlands politicus niet te weten welke imams weigeren een vrouw de hand te schudden en waarom ze dat niet doen? In zulke kwesties mogelijk een foutje maken, leidt tot een hoop gezeur en barse commentaren. Al snel maakt er zich een voorzorgzucht van iedereen meester waardoor iedereen letterlijk op kousenvoeten gaat lopen. Kritisch over de islam schrijven zoals er ook over andere godsdiensten en ideologieën wordt geschrevenen, is er al snel niet meer bij, zeker niet als je nog kleine kinderen hebt.

Er hoeft maar een kleine voorhoede met types als Mohammed B. rond te lopen, of iedereen doet er het zwijgen toe. Zo’n voorhoede claimt het alleenvertoningsrecht op islamitische gevoeligheid, en gijzelt daarmee meteen ook alle geloofsgenoten. Die zullen wel uitkijken de leden van de voorhoede voor de voeten te lopen. Mensen als Mohammed B. noemen zichzelf trouwens expliciet een voorhoede, onder verwijzing naar Koran 110:2, een passage die de extremo’s opvatten als een uitspraak van God zelf, waarbij God de gelovigen uitlegt dat wanneer de islam maar eenmaal overwinningen boekt en triomfen viert, dat dan ‘de mensen Gods godsdienst in massa’s zullen binnengaan’.

Maar het gevolg van permanent expliciet respect dat door een voorhoede wordt afgedwongen is wel dat de overgrote meerderheid van de moslims nooit en te nimmer een nuchtere beschouwing over de islam te zien krijgt, niet van de kant van de niet-moslims, niet van de kant van ex-moslims die zich om veiligheidsredenen verstopt hebben, of verstopt worden door een regering die rust boven alles stelt, en al helemaal niet van ‘gewone’ moslims, die geconditioneerd worden om het nadenken over de islam in hun eigen belang maar over te laten aan de voorhoede en aan de imams.

De eis van respect klinkt ongehoord redelijk, maar de gevolgen van met geweld afgedwongen respect breiden zich als een olievlek uit. Wanneer niet-moslims zoals bisschoppen, burgemeesters, ministers, leden van het koninklijk huis, steeds maar weer hun respect voor de islam naar buiten brengen, zal een moslimse twijfelaar (en daar zijn er natuurlijk tienduizenden van) al snel denken dat waneer zelfs zulke vooraanstaande personages geheel vrijwillig en tegen hun eigen belangen in, respect en nog eens respect gaan lopen tonen, dat de islam dan inderdaad wel iets heel bijzonders zal wezen, waar hij maar beter geen afstand van kan nemen – hoewel hij/zij wel degelijk overwogen heeft dat te doen.

Het respect voor de islam heeft in allerlei landen tot wonderlijke maatregelen geleid, die met een expliciet beroep op het respect voor de islam gerechtvaardigd worden. Verkoop van wijn in een gewone supermarkt kan niet, want de islam verbiedt wijn. Reclame voor hypotheken en andere leningen die rente veronderstellen, terwijl de islam de rente verbiedt, kan dat wel worden getolereerd? Op straat eten tijdens de vastenmaand Ramadan? Kunnen restaurants wel open blijven tijdens Ramadan? Pils op een terrasje aan een plein waar ook een moskee staat? Getuigt het wel van respect voor de islam om een moslim door een niet-moslimse rechter te laten veroordelen? Of een vrouwelijke niet-moslimse ‘bewindspersoon’ over hem te laten wikken en beschikken?

De godslasteringskwestie is hier een gevaarlijke fuik. Wat staat een rechter te wachten die een anti-islamitische godslasteraar tot een te lichte straf veroordeelt, of misschien zelfs vrijspreekt? Zo’n rechter toont, in de ogen van de islamitische voorhoede van extremo’s, toch wel heel duidelijk zijn gebrek aan respect voor de islam. Zo’n rechter loopt grote risiko’s omdat hij door het te lichte vonnis dat hij geveld heeft, hij misschien zelfs wel medeplichtig is geworden aan de godslastering die hij te berechten had. Het is wel zeker dat de voorhoede van types als Mohammed B. een ernstige bedreiging zullen gaan vormen voor rechters in godslasteringszaken.

Respect en voorzorgzucht hebben sinds de moord op Theo van Gogh voor allerlei rare tonelen gezorgd, en dat terwijl de moslims in Nederland een minderheid zijn. Het is wel duidelijk dat er nog veel meer respect en voorzorgzucht getoond zal worden wanneer de islam de meerderheid is, zoals in het Midden-Oosten. Het kon niet uitblijven of er is door een geleerde die oorspronkelijk in het Frans schrijft een aparte technische term hiervoor bedacht: dhimmitude, ongeveer uit te spreken als zimmietuude. De bedenkster van die term schrijft onder een pseudoniem, Bat Ye’or, wat Hebreeuws is voor ‘Dochter van de Nijl’. Het gaat dan ook om een uit Egypte afkomstige joodse onderzoekster van de geschiedenis van de joden en de christenen onder de reële islam in de afgelopen veertien eeuwen. Het beeld dat zij op grond van archieven en memoires schildert, stemt somber.

Dhimmitude is afgeleid van het Arabische woord dhimmi. Een dhimmi is een jood of christen die het oppergezag en de superioriteit van de islam erkent. Wanneer hij dat niet doet, schrijft de islamitische wet zware straffen voor. Een opstandige dhimmi kan worden gedood of als slaaf verkocht. Veel dhimmi’s hebben het afgedwongen respect voor hun moslimse meesters geïnternaliseerd, en zeggen en denken uitsluitend nog positieve gedachten waar het de islam betreft. Hun leven wordt op een pathetische manier door voorzorgzucht jegens de islam in beslag genomen. Bat Ye’or geeft in haar boeken honderden bladzijden voorbeelden. Die boeken zijn in het Engels vertaald, en Nederland nog nergens besproken. Het gaat onder andere om: The Dhimmi (1985), The Decline of Eastern Christianity under Islam: From Jihad to Dhimmitude (1996), en Islam and Dhimmitude: Where Civilizations Collide (2002).

Het wonderlijkste aan het verschijnsel dhimmitude is dat het ook voorkomt waar de islam zich niet heeft meester gemaakt van de staatsmacht. Een recent Nederlands voorbeeld uit Uden. Na de brand spreekt Balkenende met een klein jongetje die zegt dat zijn afgebrande school maar niet weer een bordje “islamitische school’ moet ophangen na de herbouwing. Balkenende zou toen heel goed hebben kunnen zeggen: “Ja, als er meer moorden plaats zullen vinden als die op Theo van Gogh, dan krijgen de islam en de moslims een erg slechte naam in Nederland. Laten jij en ik er voor zorgen dat moorden in de naam van de islam nooit meer voorkomen, dan kan jouw school later gerust weer islamitisch gaan heten”. Maar Balkenende zei zoiets niet, hij had het alleen vagelijk over dit-nooit-meer, en zei iets onduidelijks over garanties. Kortom: Balkenende toonde diep respect voor de islam en raakte haast verlamd van voorzorgzucht.

Tweede voorbeeld: Mevrouw Florax, de voorlichtster van de Amsterdamse politie, had het uren en uren na de moord op Theo van Gogh nog steeds over een moordenaar die mogelijk als moslim verkleed was, of woorden van gelijke strekking. In de eerste directe TV-uitzendingen hield ze duidelijk urenlang de mogelijkheid open dat deze moord niet door iemand gepleegd was die geloofde uit naam van de islam te handelen, maar door iemand die had gedaan alsof. Hoe anders ging het na de brandstichting in Uden. Behalve Matt Herben hield geen enkele prominent of nieuwspresentator rekening met de mogelijkheid dat moslims zelf, volgens de methode Jules Croiset, deze schokkende misdaden tegen zichzelf hadden gepleegd met het doel de zieligheidsgraad van de eigen groep te verhogen. Het is wel erg voorzorgzuchtig om niet eens rekening met deze mogelijkheid te willen houden. Overigens zijn er inmiddels veronderstelde brandstichters gepakt. Het gaat om autochtone kinderen.

Derde voorbeeld: In het Brabants Dagblad van 12 november suggereert bisschop Muskens van Breda om wereldwijd God met Allah aan te spreken. Hier is een beroepsmatige vertegenwoordiger van het christendom werkelijk ver van de rails gelopen. Jezus heeft geleerd dat God als ‘Vader’ moet worden aangesproken, denk aan het beroemde gebed dat bekend staat als het “Onze Vader”, waarvan Jezus de auteur is. Allah is een Arabisch woord. Er is maar een motief om God in het Arabisch -- of in het Fins -- aan te gaan spreken: het willen halen van een wit voetje bij de Finnen of de Arabieren. De Volkskrant van 27 november 2004 weet dat de bisschop zich niet populair heeft gemaakt met dit voorstel.
Dat kon wel eens kloppen, katholieken worden er door verbijsterd en moslims lachen zich de tranen in de ogen. Het is een kinderlijke, tot mislukken gedoemde, laffe poging om een wit voetje bij de moslims te halen. Maar waarom zouden we na de moord op Theo van Gogh een wit voetje bij de Arabieren, de moslims of de Finnen willen gaan halen? We zijn toch niet geïntimideerd of zo? Bovendien is het in een islamitisch land als Maleisië de lokale christenen daar streng verboden om ‘God’ als ‘Allah’ aan te spreken, wat lastig is omdat in Maleisië ‘Allah’ het gewone woord voor ‘God’ is. Zou de bisschop God desnoods ook wel als Wodan, Zeus, Jupiter of Sinterklaas willen gaan aanspreken? Deze bisschop is een dwaas, die uit voorzorgzucht als een pias over zichzelf heenbuitelt. Zijn gedrag is alleen het vermelden waard omdat het een schoolvoorbeeld is van wat Bat Ye’or dhimmitude heeft gedoopt.

Nederland heeft een traditie van vier eeuwen van het pacificeren van verschillende bevolkingsgroepen. De Nederlandse elite gaat er vanuit dat het uiteindelijk heus ook ooit zal lukken de moslims te pacificeren. Maar de islam heeft een traditie van zo’n veertien eeuwen van zich niet laten pacificeren. Het Romeinse rijk wist als weinig andere rijken nieuwe groepen op te nemen en te pacificeren. De Gothen en de Hunnen, de Germanen en de Galliërs, ze wisten niet hoe vlug ze Romein moesten worden als ze eenmaal in de buurt van Rome waren aangekomen. Maar de Arabische moslims hebben zich niet door de Romeinen laten pacificeren. Het Algerije van kerkvader Augustinus was geheel Romeins. Nu is het geheel islamitisch. Het Oost-Romeinse rijk is door de Arabieren ontdaan van Egypte en Syrië, en ten slotte door de Turken veroverd, en bekend komen te staan als het Ottomaanse rijk. Zou de Nederlandse politieke elite het er beter afbrengen dan de oude Romeinen?
De eerste helft van november 2004 heeft de regering de acute dreiging van moslims geweld in Nederland waarschijnlijk groter voorgesteld dan deze in werkelijkheid was, om zodoende Ayaan's onderduik te forceren en haar tot op zekere hoogte het zwijgen op te leggen, want dat zou de moslims bevredigen en de boel bijelkaar houden. Deze taktiek had helaas een bijeffect: opiniemakers zijn banger geworden dan nodig is. Hun voorzorgzucht neemt zienderogen toe.
Dat Ayaan nu al zo lang zwijgt, geeft het verkeerde signaal af aan de moslims in Nederland. De bedreigingen jegens Job Cohen en Ahmed Aboutaleb laten zien wat er in feite aan het gebeuren is. De film Submission en Theo's term geitenneukers worden er in elke discussie bijgesleept om het wat makkelijker te maken voor degenen die de eerste moord 'in de naam van de islam' in Nederland het liefst zouden willen vergoelijken en bagatelliseren. Dat er iets te zeggen valt over Theo en Ayaan is zeker waar, maar wat zijn in godsnaam de zonden van Job Cohen en Ahmed Aboutaleb? Waarom hebben juist ook deze twee laatstgenoemden de woede van de extremo's gewekt? Het gaat dan ook niet om Submission, het gaat niet om de typeringen waar Theo van Gogh in grossierde, het gaat er om ons 'respect' voor de islam aan te leren, door een mooie doorsnee van de Nederlandse elite door een meedogenloze voorhoede van extremo’s te laten intimideren ‘in de naam van de islam’.
De voorzorgzucht van Balkenende en Donner is het laatste wat we op dit moment als antwoord nodig hebben.
M
Berichten: 98
Lid geworden op: zo apr 08, 2007 8:37 pm

Geert Mak in de war

Bericht door M »

Geert Mak in de war

Gedoemd tot kwetsbaarheid is een fout boekje. Maar Geert Mak heeft vroeger honderden prachtbladzijden geschreven, alles bij elkaar niet minder dan zeven prachtboeken die terecht goed verkocht zijn, en na zo’n prestatie mag iemand ook wel eens een fout maken.

Het deze week verschenen Gedoemd reageert op de gebeurtenissen en de discussies die hebben plaats gehad in de laatste maanden van 2004. Het boekje noemt al op de eerste bladzij “de intense kou die plotseling ons huis binnen drong, op die 2de november 2004”. De nasleep van de moord op Theo van Gogh, wiens naam een alinea later ook inderdaad valt, is dan ook eigenlijk het hoofdonderwerp.
Geert Mak meent dat ‘de uitsluiting en het racisme in Nederland (p. 24)’ en ‘de vernedering van de niet-westerse wereld (p. 93)’ de bron zijn van de woede die tot de moord op Theo van Gogh geleid heeft.

Of dat waar is of niet, is nauwelijks vast te stellen, omdat de gebruikte terminologie daarvoor te vaag is. Wie heeft wie eigenlijk uitgesloten of vernederd? Waar, waardoor en wanneer? Welk racisme, waar en wanneer? Waar begint en eindigt de niet-westerse wereld? Is iedereen in die niet-westerse wereld even boos als Mohammed B.? Enzovoort.
Maar er is iets dat eigenlijk veel erger is. Geert Mak negeert de uitgebreide verklaring die Mohammed B. in een brief bij het lijk van Theo van Gogh heeft achtergelaten. In een strafproces heeft de verdachte altijd het laatste woord. Hij mag, als laatste, zeggen wat hij maar zeggen wil. Iedere Nederlandse rechter zal geduldig, of met gespeeld geduld, zo’n laatste woord aanhoren. Ook de ergste misdadiger heeft dit recht, maar zelfs al was het niet een wettelijk gegarandeerd recht, dan is het toch eigenlijk nog gewoon een kwestie van beleefdheid om eens rustig aan te horen wat andere mensen over zichzelf en hun daden te zeggen hebben.
Maar zelfs al was het niet de gewone beleefdheid die het zou voorschrijven om toch vooral goed naar de eigen verklaringen over het eigen gedrag van wie dan ook te luisteren, dan is er toch altijd nog de intellectuele nieuwsgierigheid naar de buitenwereld en naar ‘de Ander’, die ons moet dwingen dat te doen. Wanneer iemand als Mohammed B. er in slaagt iets te doen dat zulke ophef in het land heeft veroorzaakt, zou enige nieuwsgierigheid naar Mohammed B.’s eigen verhaal dan niet op zijn plaats zijn?

Geert Mak nu reageert met geen woord op wat de verdachte over zijn daad heeft geschreven. Gaat hij er soms van uit dat het allemaal toch maar apekool is, wat Mohammed B. te melden heeft? Als dat zo is, is het is moeilijk om een ander woord dan ‘discriminatie’ te bedenken voor deze houding van Geert Mak.

Mak noemt ‘het briefje’ (in werkelijkheid niet minder dan vijf A-viertjes) precies één keer (p. 40), maar de inhoud beschrijft hij niet. Goed, niet er op ingaan, dat kan honorabele redenen hebben. Maar waarom zelfs geen samenvatting? Vindt Mak het zeurderig om te moeten melden dat de brief half-verzonnen verminkte Talmoed-citaten bevat?
Maar over Joseph Goebbels, die voor de moord op Van Gogh veel minder relevant is, vertelt Mak ons wel uitgebreid dat deze ‘ook nog gefingeerde citaten uit de talmoed (p. 69)’ gebruikt heeft, iets dat toch waarachtig geen nieuws was in de laatste maanden van 2004. Of daarna. Sterker nog, daar zijn al tienduizenden bladzijden over geschreven. Had Mak niet vast een halve bladzijde kunnen gaan schrijven over hetzelfde verschijnsel bij Mohammed B.? Wie had er nou een moord gepleegd in november 2004? Goebbels of Mohammed B.?

In het boekje wordt de Tweede Wereldoorlog trouwens vele malen genoemd. Het is natuurlijk altijd goed om het over ‘het taaie verzet (p. 49)’ te hebben, of over ‘De taal van het Derde Rijk (p. 59)’, en ga zo maar door. Besef van het verleden is een groot goed, zo veel is zeker. Het is bovendien boven alle twijfel verheven dat Geert Mak veel van de Tweede Wereldoorlog afweet, maar we zouden het nu toch over de verwarring hebben die gevolgd was op de moord op Theo van Gogh? Waarom dan naar verhouding zo weinig over de moordenaar en zijn slachtoffer?

De brief van Mohammed B. bevat doodsbedreigingen aan het adres van Ayaan Hirsi Ali, de VVD, de ‘Islamitische Umma die haar roes ligt uit te slapen’, Jozias van Aartsen, Job Cohen, alle ongelovigen, Amerika, Europa en Nederland. Wat hebben al die bedreigden met elkaar gemeen? Dat zou toch de eerste vraag moeten zijn, veel belangrijker dan bv. de kwestie-Dreyfuss die op p. 67 behandeld wordt.

Om het debat over de moord niveau te geven, hadden we Marokkaanse intellectuelen uit Parijs moeten halen, schrijft Mak (p. 41) en niet eindeloos ‘autochtone mannen, handelaren in angst (pp. 43 en 71)’ aan het woord moeten laten. Het is goed dat dat niet gebeurd is. De meningen van Marokkaanse intellectuelen uit Parijs zijn veel te hartig voor de Nederlandse luisteraar en kijker. Dan was het land pas echt in brand gevlogen. Lees bijvoorbeeld maar eens wat Abdelwahab Meddeb en de inmiddels overleden Rachid Mimouni te zeggen hebben. De kritiek die deze beiden op de islam hebben, gaat heel wat verder dan wat Nederlandse ‘autochtone mannen, handelaren in angst’ de afgelopen maanden voor hun rekening hebben durven nemen.

Leuke uitdrukking trouwens, ‘handelaren in angst’. Waar komt die eigenlijk vandaan? In Arabische versies van de zogenoemde Protocollen van de Wijzen van Zion, een berucht anti-semitisch vervalst document uit de 19de eeuw, worden de joden zo genoemd. Het zal toch niet zo zijn dat Geert Mak die aardige uitdrukking aan de Protocollen heeft ontleend? Anderzijds, als een retorische truc die de vijand bedacht heeft, effectief is, kan er toch eigenlijk geen bezwaar tegen zijn om die truc nu ook eens voor de goede zaak in te zetten.

“Alsof er in de koran een recept zou staan voor het afslachten van godsdienstige tegenstanders”, roept Mak getergd uit op p. 59. Tsja. ‘Hakt dan in op de nekken van de ongelovigen, en op elk vingerkootje’, Koran 8:12, klinkt toch verdacht als receptuur, en zo heeft Mohammed B. het ook opgevat.

Met grote instemming meldt Mak dat er in Friesland een dominee teksten uit de Koran las, en dat Winterswijkers ‘een boerenkoolmaaltijd -- zonder spekjes -- voor leden van alle geloofsgemeenschappen’ georganiseerd hebben. Wat is daar nu toch zo mooi aan? Boerenkool zonder spekjes is toch gewoon karig? Friese dominees krijgen in hun studie toch standaard met de Koran te maken? (Anders dan imams die in hun opleiding niet aan bijbelstudie doen).

Geert Mak moet zich ten tijde van het schrijven van dit boek verward hebben gevoeld. Dat was, voor de periode waar we het over hebben, normaal. Iedereen in die periode was overrompeld door de gebeurtenissen. Maar voor de geestesgesteldheid van Geert Mak bestaat een preciezere term. Kijk eens naar de laatste zin van zijn vierde hoofdstuk, p. 56. Daar concludeert Geert Mak uit een aantal wonderlijke feiten: ‘Je zou bijna moslim worden’.

Dat nu is haast een schoolvoorbeeld van het Stockholm-syndroom. Gegijzelden en andere slachtoffers van terrorisme hebben de neiging de mensen waar zij door bedreigd worden naar de mond te gaan praten. Gegijzelden hebben in veel gevallen in een hoog tempo sympathie voor hun belagers ontwikkeld, en dan vervolgens vaak per boek of artikel kond van gedaan van hun nieuwe sympathieën. Terreurbestrijders noemen dat het Stockholm-syndroom, naar een gijzeling van een bank in Stockholm waar dit verschijnsel voor het eerst, en niet voor het laatst, werd waargenomen.

De ogen gesloten willen houden voor de inhoud van het vijf kantjes tellende ‘briefje’ van Mohammed B., boerenkool zonder spekjes beter vinden dan boerenkool met, zelf haast moslim willen worden – er zijn blanke mannen om minder met ‘Stockholm’ gediagnosticeerd.


Geert Mak, Gedoemd tot kwetsbaarheid, Amsterdam: Atlas, 2005
Plaats reactie