De sharia als politiek wapen
E.J. BRON - 21 AUGUSTUS 2010
Islamitische fundamentalisten in Nigeria.
De islamitische driehoek strekt zich van Noord-Afrika via de noordelijke delen van West-Afrika tot aan Oost-Afrika uit, waar islamitische fundamentalisten ernaar streven om het hele Afrikaanse continent met als doel globale dominantie te ”overrompelen”. Alleen tegen deze achtergrond kan de strijd van islamisten om de invoering van de sharia en daarmee de controle over Nigeria worden begrepen.
Nigeria is een centraal en strategisch belangrijk land voor iedereen die de controle over de ”zwarte wereld” en het Afrikaanse continent zou willen verkrijgen. Met zijn 145 miljoen inwoners is Nigeria het dichtstbevolkte en als zesde exporteur van ruwe olie het rijkste land op het continent. Het leger, een van de best getrainde en uitgeruste legers van Afrika, verleent aan diegenen, die met succes de leiding van het land kan overnemen, directe macht. Kennelijk is het de bedoeling van islamitische fundamentalisten, die door islamitische landen zoals Saoedi-Arabië en Iran worden gefinancierd, eerst van Nigeria een islamitisch land te maken, zodat andere Afrikaanse naties volgen.
De rest van de wereld moet zich nu bewust worden van het feit en het gevaar, dat de volgende generatie terroristen in voor hem afgelegen regio’s zoals de islamitische gebieden in Afrika broeit.
Sharia en de ziel van Nigeria
Nigeria is gelijk verdeeld tussen christenen en moslims. 45% van de bevolking behoort elk tot een van de beide religies, terwijl traditionele Afrikaanse natuurgeloven 10% van de bevolking uitmaken. Het land was een militaire dictatuur, waarin islamisten een dominante rol speelden, omdat zij via afspraken met dictators een machtspositie in het noorden kregen. Ze bezaten een hele lange tijd de controle over het leger en de politie en bezetten vele andere belangrijke functies in de regering.
Het verzet tegen hun heerschappij werd hopeloos neergeslagen. De Nigeriaanse munteenheid, de Naira, werd van Arabische en islamitische tekst voorzien. Ongeacht het feit dat meer dan 55% van de bevolking niet-moslim is, heeft de regering van generaal Ibrahim Babangida in het jaar 1986 het land ingebonden in de Organisatie van islamitische landen (OIC). Steeds opnieuw plunderden en vernietigden radicale moslims het eigendom van christenen en andere niet-moslims en staken kerken in brand, zonder dat de daders hiervoor ooit ter verantwoording werden geroepen.
Dit was de situatie tot 29 mei 1999, toen er een christelijke president werd gekozen en men terugkeerde naar de democratie. Omdat de islamisten bang waren hun macht te verliezen, maakten ze het islamitische rechtssysteem van de sharia tot een politieke zaak om Nigeria voor de nieuwe christelijke president onregeerbaar te maken. Ahmed Yerima Sahni, de gouverneur van Zamfara, een deelstaat van Nigeria, voerde in zijn deelstaat bliksemsnel de sharia in, waarna de gouverneurs van twaalf andere deelstaten in het noorden van Nigeria binnen enkele maanden dit voorbeeld volgden.
Dit was en is heel duidelijk een overtreding van de nieuwe Nigeriaanse grondwet van 1999, die Nigeria tot een seculiere staat verklaarde. Tegenwoordig vinden er serieuze pogingen plaats om de sharia ook in het christelijk gevormde zuiden en westen van Nigeria in te voeren.
Sharia en mensenrechten in Nigeria
De invoering van de strenge islamitische wetgeving in het noorden van Nigeria tegelijkertijd met de democratisering van het land in de periode tussen 1999 en 2000 heeft enkele etnische en religieuze spanningendoen herleven en geïntensiveerd. Zo vielen er door gewelddadige botsingen tussen christenen en moslims tot aan vandaag meer dan 1200 doden en een nog groter aantal is op de vlucht.
Terreur is aan de orde van de dag
De wereld was geschokt, toen hij te horen kreeg hoe in maart 2002 Amina Lawal en Safiya Husseini door een shariarechtbank vanwege zogenaamde echtbreuk tot de dood door steniging werden veroordeeld. Dit soort wetten en straffen zijn niet alleen in strijd met de Nigeriaanse grondwet, maar ook met de internationale conventies, die Nigeria bindend heeft ondertekend. Bovendien discrimineren ze christenen en andere niet-moslims, die tegen hun wil aan deze wetten werden onderworpen. Ook veel gematigde moslims keuren dit ”recht” beslist af.
Spiraal van geweld
De trend tot geweld kreeg in maart 2004 een nieuwe dimensie, toen christelijke militairen van de Tarok stam van Yelwa Shendam in Jos, een Nigeriaanse plateaudeelstaat, voor het eerst wraak namen voor de islamitische aanvallen en minstens 67 moslims doodden. Dit was een vergelding voor de 48 christenen, die in februari daarvoor in een kerk opgesloten en verbrand waren. Deze gebeurtenis veroorzaakte een vicieuze cirkel van nog meer vergeldingsaanvallen op christenen en moslims, die het hele noorden van het land overschaduwden. Aan beide zijden vielen veel doden, veel kerken werden tot op de grond toe afgebrand en veel van de vooral christelijke vluchtelingen, die niet mogen terugkeren naar hun huizen in de plaatsen waar de onlusten plaatsvonden, bevinden zich sinds de gevechten in mei 2004 nog altijd op de vlucht of in de gevangenis.
Discriminatie van vrouwen
Het rechtssysteem van de sharia discrimineert vooral vrouwen en is voorzien van onmenselijke, barbaarse straffen zoals steniging, amputatie van ledematen en zweepslagen voor overtredingen, die door het Nigeriaanse strafrecht zelfs niet eens als overtreding worden gezien. Sinds de invoering van de sharia werden er acht personen tot de dood door steniging veroordeeld: een man, Ynusu Rafin Chiyawa, en zeven vrouwen. Tot nu toe werd nog geen van de vonnissen ten uitvoer gebracht.
Internationale campagnes waren succesvol
De veroordeling van Amina Lawal en Safiya Husseini heeft een schreeuw van verontwaardiging opgeroepen bij mensenrechtenorganisaties zoals de Internationale Gesellschaft für Menschenrechte (IGFM) en Amnesty International. Deze hebben o.a. door handtekeningenacties veel druk op de Nigeriaanse regering uitgeoefend en zeker ook hun deel ertoe bijgedragen dat beide vrouwen uiteindelijk werden vrijgesproken. Desondanks worden er nog steeds stenigingvonnissen uitgesproken, waartegen voortdurend heftig tegen moet worden geprotesteerd.
Op 5 oktober 2004 werd Hajara Ibrahim vanwege echtbreuk door een shariarechtbank in de stad Lere in de Nigeriaanse deelstaat Bauchi ter dood veroordeeld. Een andere rechtbank oordeelde net zo wreed over Daso Adamu op 15 september 2004. Terwijl het vonnis over Hajara Ibrahim op 10 november 2004 werd opgeheven, is het lot van Daso Adamu nog altijd onzeker, omdat het hoger beroep nog loopt.
Journaliste moet zich verstoppen
De journaliste Isioma Daniels, die werkt voor de ”Thisday Newspaper”, bevindt zich op dit moment op een geheime plaats uit angst voor haar leven. Ze had n.a.v. de geplande Miss World verkiezing een artikel geschreven, waarin ze moslims bekritiseert, omdat deze ertegen geprotesteerd hadden dat Nigeria het gastland van de competitie zou worden. Op de publicatie van het artikel volgden onlusten, aangesticht door islamistische extremistische, waarbij mensen om het leven kwamen en privé-eigendom werd vernietigd. De politie kon de onlusten niet onder controle krijgen en zelfs politieagenten sloten zich in het noorden van Nigeria aan bij de islamistische aanvallers. Al deze vrouwen hebben dringend de steun van de internationale gemeenschap nodig. Zolang de sharia nog geldig is en er barbaarse straffen worden opgelegd, kan niet worden gegarandeerd dat, als de internationale druk afneemt, deze vonnissen niet toch nog worden voltrokken.
Slotwoord
De invoering en de interpretatie van de shariawetgeving door islamistische extremisten discrimineert zonder twijfel christenen en leden van andere niet-islamitische religies. Christenen kunnen geen grond krijgen, om ze ervan af te houden kerken of andere gebedsplekken op te richten. Niet over het hoofd te zien is ook de strikte scheiding tussen man en vrouw: ze mogen niet samen gebruik maken van openbare vervoermiddelen en vrouwen moeten de zogenaamde islamitische burqa dragen, een zwart gewaad, dat hun hele lichaam van top tot teen bedekt en slechts de ogen vrijlaat. De verkoop en consumptie van alcohol is verboden. Dit soort wetten gelden echter niet alleen voor moslims, maar ook voor niet-moslims, die in deze, vooral noordelijke, regio’s leven. Dit leidt steeds opnieuw tot gewelddadige confrontaties tussen de religieuze groepen, waarbij de politie bijzonder hard optreedt tegen niet-moslims.
Waar de sharia wordt toegepast, moeten niet-moslims, die bovendien niet behoren tot the ”people of the book”, dus niet bij een religie horen die betrekking heeft op de heilige schrift, of zich tot d eislam bekeren of bang zijn voor hun leven. Christenen en joden behoren echter tot een beschermde groep mensen.
Dit betekent, dat ze min of meer met rust worden gelaten en daarvoor de zogenaamde jizya, de hoofdelijke belasting, betalen en als herkenningsteken en teken van hun minderwaardigheid een bepaalde gordel moeten dragen. Ze mogen bovendien hun religieuze overtuiging niet openlijk uitdragen. In 2004 hebben de gouverneurs van de noordelijke staten bovendien een zeer hoog schoolgeld ingevoerd, die alleen allochtone, niet-islamitische burgers moeten betalen. De regering van Nigeria kan ook worden bekritiseerd vanwege haar handelingsonbekwaamheid en incompetentie. Want zij heeft sinds 1999 niets tegen de islamitische agressie ondernomen en wacht er nog steeds mee om de overtredingen van de Nigeriaanse grondwet voor het hoogste gerechtshof aan te vechten, terwijl de burgers in het eigen land nog steeds getreiterd worden.
De hele wereld zou daarom nooit moeten inbinden, maar nog steeds druk op de Nigeriaanse regering moeten uitoefenen om haar verplichtingen tegenover haar burgers na te komen en de verplichtingen na te komen, die zij zichzelf door de ondertekening van bindende internationale conventies heeft opgelegd.
Er moet beslist worden gezorgd voor rechtsgelijkheid tussen moslims en niet-moslims evenals tussen man en vrouw, anders dreigt het land aan de huidige situatie te gronde te gaan. Nigeria is voor het hele Afrikaanse continent en voor de controle over dit continent zeer belangrijk. Daarom speelt dit land ook een grote rol bij de vraag naar globale veiligheid en eist dienovereenkomstig globale betrokkenheid en globaal optreden.
Bron:
http://www.igfm.de/Die-Scharia-als-poli ... 481.0.html" onclick="window.open(this.href);return false;
Auteur: Emmanuel Franklyne Ogbunwezeh
Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron