TELEGRAAF: zaterdag 23 januari 2008
Tasjesdief
Het is het gesprek van de dag: Germaine C., die de jeugdige Marokkaanse crimineel Ali el Bejatti in 2005 heeft doodgereden, heeft tweeënhalf jaar celstraf tegen zich horen eisen. Germaine houdt zich al bijna drie jaar schuil uit angst voor Marokkaanse dreigementen. De politie spoorde haar met groot materieel op en zette haar in de cel in afwachting van de rechtszitting. Nederland reageerde geschokt op de eis van de officier van justitie.
Op 17 januari 2005 werd Germaine C. beroofd van haar handtas. Ze reed met haar auto door de Derde Oosterparkstraat in Amsterdam. Ali el Bejatti zat als duopassagier op een scooter die naast de auto kwam rijden. Ali rukte het portier open, greep de handtas van de bijrijderplaats, waarna de scooterbestuurder vol gas gaf. Germaine kon in de nauwe straat niet snel genoeg keren, dus zette ze de achtervolging achterwaarts in. Ze haalde de scooter in en reed die vermoedelijk omver. Ali viel eraf en werd bekneld tussen de auto en een boom. Hij brak zijn nek en stierf ter plaatse.
Enkele uren tevoren had Ali nog voor de Amsterdamse rechtbank gestaan. Hij had op 11 mei 2004 de bedrijfsleider van Xenos in de Kalverstraat met een vuurwapen bedreigd, met sterk plakband aan een stoel gekluisterd en hem een mes op de keel gezet. Hij wilde geld hebben.
De politie arresteerde hem twee weken later. Hij kreeg toen vier maanden voorarrest. Toen werd hij vrijgelaten omdat zijn broer later kwam aanzetten met een dubieus alibi. Maar op 17 januari 2005 luidde de eis: twee jaar celstraf. Terugkomend van de rechtbank beroofde hij Germaine C. Daar had hij ervaring in, want zoiets had hij al in 2000 gedaan. Toen luidde het vonnis 42 dagen jeugddetentie en 30 uren taakstraf. Hij was toen pas 14 jaar en dus een veelbelovende aankomende crimineel.
Stille tocht
De Marokkaanse gemeenschap beschouwt de poging van Germaine om haar tas terug te krijgen als moord. Er zijn rouwbijeenkomsten gehouden en een stille tocht, compleet met de onvermijdelijke brandende waxinelichtjes. „Ali was een goede jongen”, zeiden de allochtone bewoners van de Derde Oosterparkstraat. „Hij was nog maar een kind.”
Dat lijkt lichtelijk overdreven voor een jongeman van 19 jaar met een crimineel verleden. Maar erger is dat Germaine nu al drie jaar op de vlucht is in verband met Marokkaanse doodsbedreigingen. Ze heeft vermoedelijk een hel van een leven. En daar schijnt, van de zijde van justitie, geen enkel begrip voor te zijn. Misschien dat ook justitie in onze multicultimaatschappij duidelijk wil laten zien dat ze wel dondersgoed streng kan rechtspreken. Een eventuele verdenking van discriminatie door Germaine van de Marokkaanse crimineel is uitgesloten, daar Germaine zelf als Surinaamse Nederlandse van allochtone afkomst is.
Al jarenlang heeft justitie de kwalijke tendens criminelen met fluwelen handschoenen aan te pakken en daarentegen de slachtoffers in de kou te laten staan. In het bijzonder als de criminelen van allochtone signatuur zijn.
Zo werd in augustus 2005 Robert Kamerbeek, de exploitant van de Zandvoortse strandtent Far Out, geterroriseerd door een bende van twaalf Marokkanen. Robert, die zijn klanten zag verdwijnen, verjoeg ten einde raad het geteisem met een honkbalknuppel en een alarmpistool. Robert werd gearresteerd, in de koepelgevangenis te Haarlem in voorarrest gezet, terwijl de Marokkanen – die allen bekend waren bij de politie – vrijuit gingen. De exploitant kreeg tenslotte 30 dagen cel, waarvan 20 voorwaardelijk met aftrek van voorarrest. Hij moest tevens 200 euro smartengeld aan de relschoppers geven. Typisch was ook hier dat het schorem bekend was bij de politie. Maar die heeft nóóit ingegrepen.
Overvallen
In 1981 werd de toenmalige KLM-stewardess Annemiek bij thuiskomst na een nachtvlucht in de Bijlmerflat Kruitberg overvallen door twee Surinaamse criminelen. Die bedreigden haar met een mes en eisten geld. Maar Annemiek had voor haar eigen veiligheid altijd een klein kaliber pistool in haar zak. Na een waarschuwingsschot schoot ze op de misdadigers. Een van de twee overleed. Pas in 1984 werd Annemiek door de Hoge Raad vrijgesproken van doodslag. Maar haar leven was door de vele rechtsprocedures kapot gemaakt. Ze had haar baan verloren. Ze leefde van een uitkering en ze verkeert nog steeds in een sociaal isolement met een geheim telefoonnummer.
Het ergerlijke was, net als bij Robert Kamerbeek en bij Germaine C., dat de politie de criminelen zeer goed kende. Die waren al veertig keer eerder wegens gewapende beroving gearresteerd, maar even zovele malen door de overheid weer vrijgelaten. Als justitie haar werk goed had gedaan, dan hadden de Surinaamse rovers in de cel gezeten, was Annemiek niet geruïneerd en was er ook geen dode gevallen. Hetzelfde geldt voor de strandtentondernemer Robert, die thans levenslang een strafblad heeft. Om nog maar te zwijgen over Germaine, die de kans loopt door de gerechtelijke molens te worden vermalen.
Over dit probleem verscheen reeds in 2002 een artikel in het NRC/Handelsblad van de jurist mr. T.J. Koelmans. De titel luidde ’Bescherm de dappere burger…’ De schrijver wijst daarbij op artikel 41 in het wetboek van strafrecht, waarin onder meer staat: ’…niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging indien zij het onmiddellijke gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging door de aanranding of de dreiging daarvan veroorzaakt’.
Wellicht is het een aanrader om deze tekst op het dashboard te plakken als u met een handtas naast u in de auto door een nauwe straat rijdt.