IslamLeer.nl schreef:1. Wat is hetgeen dat jullie tegenhoudt tot Islam te keren?
Ten eerste heb ik geen intresse om mijn vrijheden (die waar elk mens recht op behoort te hebben) in te leveren door mijn leven te laten beheersen en mijzelf te laten onderdrukken door een religieuze dictatuur uit de middeleeuwen die puur en alleen uit is op overheersing. Een ideologie die mij in zijn macht probeert te krijgen door mij bang te maken met bedreigingen aangaande "hel" en "verdoemenis" in een zogenaamd 'hiernamaals', en daarnaast vele achterlijke, verdorven, en barbaarse eigenschappen in zich heeft die ervoor zorgt dat er een tweedeling onstaat binnen elke samenleving waar de onderdanen van deze religieuze dictatuur zich in mengen.
Ten tweede ben ik er geen voorstander van om mensen op hun geloofsovertuiging of geslacht te beoordelen;
Hoofdstuk 2, vers 221:
En huw geen afgodendienaressen voordat zij geloven; waarlijk een gelovige slavin is beter, dan een afgodendienares, ofschoon zij je mag behagen. En huw haar (gelovige vrouwen) niet aan afgodendienaren uit, voordat zij geloven; waarlijk een gelovige slaaf is beter, dan een afgodendienaar, ofschoon hij je mag behagen. Zij noden tot het Vuur, maar God noodt je tot de Hemel en tot vergiffenis door Zijn gebod. En Hij maakt Zijn tekenen aan de mensen duidelijk, opdat zij lering zullen trekken.
Hoofdstuk 3, vers 110:
Gij (Moslims) bent het beste volk dat voor de mensheid (ter lering) is verwekt; je gebiedt wat goed is, verbiedt wat kwaad is en gelooft in God. En, indien de mensen van het Boek hadden geloofd, zou het zeker beter voor hen zijn geweest. Sommigen hunner zijn gelovigen, maar de meesten hunner zijn overtreders.
Hoofdstuk 3, vers 118:
O gij die gelooft, neemt buiten uw volk geen ander tot intieme vrienden[/u]; zij zullen niet in gebreke blijven u te benadelen. Zij houden van leedvermaak. Nijd laten zij blijken en wat hun innerlijk verbergt is nog erger. Wij hebben u onze geboden duidelijk gemaakt, indien je ze wilt begrijpen.
Hoofdstuk 2, vers 120:
En de Joden en de Christenen zullen je nooit welgezind zijn, tenzij je hun godsdienst belijdt. Zeg: "Voorzeker, God's leiding is de Merkelijke leiding". En, indien je hun wensen volgt, nadat de kennis tot je is gekomen, zul je aan God Vriend noch Helper hebben.
Hoofdstuk 3, vers 85:
En wie een andere godsdienst zoekt dan de Islam, het zal van hem niet worden aanvaard en hij zal in het Hiernamaals onder de verliezers zijn.
Hoofdstuk 4, vers 34:
Mannen zijn voogden over de vrouwen omdat God de enen boven de anderen heeft doen uitmunten en omdat zij van hun rijkdommen besteden. Deugdzame vrouwen zijn dus zij, die gehoorzaam zijn en heimelijk bewaren, hetgeen God onder haar hoede heeft gesteld. En degenen, van wie gij ongehoorzaamheid vreest, wijst haar terecht en laat haar in haar bedden alleen en tuchtigt haar. Als zij u dan daarna gehoorzamen, zoekt geen weg tegen haar. Waarlijk, God is Verheven, Groot.
Hoofdstuk 8, vers 22:
Voorzeker, erger dan de beesten zijn in de ogen van God de doven en de stommen die niet willen begrijpen.
Hoofdstuk 8, vers 55:
Voorzeker, in de ogen van God zijn zij, die (de waarheid) verwerpen erger dan beesten want zij willen niet geloven.
Hoofdstuk 9, vers 23:
O jij, die gelooft, neemt uw vaders en uw broeders niet tot vrienden als zij ongeloof boven geloof verkiezen. En wie onder u met hen bevriend is behoort tot de overtreders.
Ten derde zie ik het niet zo zitten om mensen met een andere mening als mijn vijand te beschouwen of deze met geweld te bestrijden;
Hoofdstuk 4, vers 101:
Voorwaar, de ongelovigen zijn een openlijke vijand voor u.
Hoofdstuk 25, vers 52:
Dus volg de ongelovigen niet, en voer met (de Koran) een grote strijd tegen hen.
Hoofdstuk 4, vers 74:
Laten derhalve zij, die hun tegenwoordig leven voor het leven in het Hiernamaals willen offeren, voor de zaak van God strijden. En wie voor de zaak van God strijdt, hetzij hij gedood wordt of overwint, weldra zullen Wij hem een grote beloning geven.
Hoofdstuk 4, vers 84:
Strijd daarom voor de zaak van God - slechts gij wordt verantwoordelijk gesteld - en spoor de gelovigen aan. Het kan zijn, dat God de macht der ongelovigen zal beteugelen en God is sterker in macht en streng in het opleggen van straf.
Hoofdstuk 4, vers 95:
Diegenen der gelovigen die niets doen, met uitzondering der onbekwamen, zijn niet gelijk aan degenen die met hun rijkdommen en hun persoon terwille van God strijden. God heeft degenen, die met hun rijkdommen en hun persoon strijden doen uitmunten boven de rustenden en aan ieder heeft God het goede beloofd. God zal de strijders boven de stilzittenden doen uitblinken door een grote beloning
Hoofdstuk 9, vers 20:
Zij, die geloven en van hun woonplaatsen verhuizen en met hun bezit en met hun persoon voor de zaak van God strijden, hebben in de ogen van God de hoogste rang. Dezen zullen zegevieren.
Hoofdstuk 9, vers 29:
Bestrijdt diegenen onder de mensen van het Boek, die in God noch in de laatste Dag geloven, noch voor onwettig houden wat God en Zijn boodschapper voor onwettig hebben verklaard, noch de ware godsdienst belijden totdat zij de belasting met eigen hand betalen, terwijl zij onderdanig zijn.
Hoofdstuk 9, vers 123:
O, jij die gelooft, bestrijdt de ongelovigen die in uw nabijheid zijn en laat hen hardheid in u vinden en weet, dat God met de godvruchtigen is.
Hoofdstuk 44, vers 47: Grijpt hem en sleurt hem in het midden van het laaiend Vuur;
Hoofdstuk 44, vers 48: Giet daarna als marteling kokend water op zijn hoofd.
Hoofdstuk 61, Vers 4:
Voorzeker, God heeft diegenen lief die terwille van Hem strijden in geordende gelederen, alsof zij een hechte muur vormen.
Ten vierde vind ik dat geen mens het recht heeft om een ander mens (uit vergelding (wraak) omwille van één of andere denkbeeldige god, of om wat voor reden dan ook) van het leven te beroven;
Hoofdstuk 2, vers 178:
O jij die gelooft, vergelding inzake doodslag is je voorgeschreven: de vrije man tegen de vrije man, de slaaf tegen de slaaf en de vrouw tegen de vrouw. Maar, indien iemand kwijtschelding is verleend door zijn broeder, dan moet de eis billijk zijn, en betaling moet hem worden gedaan met goedheid. Dit is verzachting en barmhartigheid van jouw Heer. Wie daarna overtreedt, hem wacht een pijnlijke straf.
Hoofdstuk 2, vers 191:
En doodt hen, waar je hen ook ontmoet en drijft hen uit, vanwaar zij u hebben uitgedreven; want vervolging is erger dan doden. En bevecht hen niet nabij de heilige Moskee, voordat zij je daarin bevechten. Maar indien zij je bevechten, bevecht hen dan - zo is de vergelding voor de ongelovigen.
Hoofdstuk 4, vers 15:
En voor degenen uwer vrouwen, die zich aan ontucht schuldig maken, roept vier uwer als getuigen tegen haar en als zij getuigen, sluit haar dan in de huizen op, totdat de dood haar achterhaalt, of totdat God haar een weg opent.
Hoofdstuk 4, vers 89:
Zij wensen dat gij verwerpt, evenals zij hebben verworpen, zodat gij aan hen gelijk zult worden. Neemt derhalve geen vrienden uit hun midden totdat zij voor de zaak van God werken. En indien zij tot vijandschap vervallen, grijpt hen dan en doodt hen waar gij hen ook vindt; en neemt vriend noch helper uit hun midden.
Hoofdstuk 4, vers 91:
Gij zult anderen vinden die veilig bij u willen zijn en bij hun eigen volk; telkens wanneer zij tot vijandigheid worden opgeroepen, doen zij blindelings mee. Als zij zich derhalve niet op een afstand van u houden, noch u vrede aanbieden, noch hun handen terughouden, grijpt hen dan aan en doodt hen waar gij hen ook vindt. Tegen dezen hebben Wij u duidelijk gezag gegeven.
Hoofdstuk 5, vers 33:
De vergelding dergenen die oorlog tegen God en Zijn boodschappers voeren en er naar streven wanorde in het land te scheppen, is slechts dat zij gedood of gekruisigd worden, of dat hun handen en hun voeten de ene rechts en de andere links, worden afgesneden, of dat zij het land worden uitgezet. Dat zal voor hen een schande in deze wereld zijn en in het Hiernamaals zullen zij een grote straf ontvangen.
Hoofdstuk 9, vers 5:
Wanneer de heilige maanden voorbij zijn, doodt dan de afgodendienaren waar je hen ook vindt en grijpt hen en belegert hen en loert op hen uit elke hinderlaag.
Ten vijfde vind ik een god die mensen doof, stom, blind, en ziek maakt, en die vervolgens dreigt om die mensen zwaar te bestraffen omdat ze doof, stom, blind, en ziek zijn nogal een vuile hufter.
In hoofdstuk 2 van de koran staat over de ongelovige geschreven:
7. God heeft hun hart en oren verzegeld en over hun ogen is een sluier en hen wacht een zware straf.
10. Er is een ziekte in hun hart en God heeft die ziekte verergerd; er wacht hen een pijnlijke straf, omdat zij plachten te liegen.
15. God zal hun spotternij bestraffen en Hij zal hen blindelings in hun overtreding verder laten afdwalen.
18. Doof, stom en blind, derhalve keren zij niet terug.
Dit zijn voor mij de hoofdredenen waarom ik mij totaal niet geroepen voel om mijzelf aan te sluiten bij de groep onderdrukte dwazen die 5X per dag verplicht op de knieën liggen voor deze intolerante, tot discriminatie, strijd en geweld, en tot moord en doodslag aanzettende ideologie die de wereld sinds zijn ontstaan niets anders als leed en ellende heeft bezorgt, en waar ik ten dode opgeschreven ben wanneer ik deze groep wil verlaten;
Sahih Bukhari 4.52.260: De profeet zei: Als een moslim zijn godsdienst verlaat doodt hem dan.
Elk weldenkend mens met ook maar een klein beetje gevoel voor zijn andersdenkende medemens zal zich dan ook volledig distanciëren van een dergelijke verdorven ideologie die door middel van bedreiging angst en tweedeling probeert te veroorzaken onder de mensheid.
2. Wat geeft jullie zoveel moed om Islam zwart te maken?
Alhoewel er inderdaad enige moed voor nodig is om de islam doormiddel van een vrije mening te bekritiseren, omdat deze dominante ideologie nu eenmaal geen kritiek toestaat en zijn onderdanen aanzet om fysiek geweld en bedreiging daartoe te gebruiken om elke kritiek op deze totalitaire sekte de kop in te drukken, is een gezond verstand voldoende om in te zien dat het de intolerantie jegens niet en anders gelovige, de aanzet tot discriminatie, haat, strijd en geweld, moord en doodslag is waardoor de islam zichzelf zwart maakt.