Merkwaardig genoeg zijn die twee verwachtingspatronen, althans voor wat betreft de (vrome) joden - die zich overigens wel degelijk, zij het niet dagelijks, met de komst van de Messias bezighouden - niet met elkaar in tegenstelling. De joodse overleveringen voorspellen een periode van chaos en ongodsdienstigheid voorafgaand aan de komst van de Messias.Het einde van de Godsdienst wil maar niet komen
‘Moderne intellectuelen wachten op het einde van de godsdienst zoals vrome Joden wachten op de komst van de Messias.’ Iets dergelijks heeft de godsdienstsocioloog Rodney Stark jaren geleden eens gezegd. Zoals iedereen weet die vrome Joden kent, is die bewering wel leuk maar niet helemaal juist. Vrome Joden hebben wel iets anders aan hun hoofd.
Arabist Hans Jansen
-
- Berichten: 5046
- Lid geworden op: do nov 16, 2006 10:14 pm
- Contacteer:
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
RTFM
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Met dank aan Hoeiboei.
Zijn potloodje is harder
Soms zeggen mensen iets dat zo ver buiten mijn bevattingsvermogen ligt, dat ik het niet versta, of achteraf denk dat ik het verkeerd heb onthouden. Zo las ik een paar dagen geleden in de krant dat Britse soldaten die uit Afghanistan terugkomen, bij thuiskomst uitgejouwd worden. Hoewel het er niet bij stond, begreep ik wel door wie.
Pal daarop had ik een gesprek met twee juristen, de een advocaat, de andere lid van de rechterlijke macht. Ik heb het gesprek niet goed verstaan, of verkeerd onthouden. Ik probeerde uit te leggen dat Nederland net als Engeland in Afghanistan aan het vechten is tegen de Taliban. Dat de cartoonist Gregorius Nekschot de ideologie van de Taliban met potlood en papier bestrijdt, niet met vuurwapens. Maar dat Nekschot door een arrestatieteam van de Nederlandse Officier van Justitie Mr Paul Velleman van zijn bed is gelicht, en in de cel geworpen.
Mr Velleman is deskundig op het gebied van discriminatie. Ondanks zijn grote en alom erkende deskundigheid heeft hij nog steeds geen dagvaarding jegens Nekschot uitgebracht, het blijft bij (in de meest letterlijke zin van het woord:) verdacht maken, op rekening van de belastingbetaler.
Ik vroeg de beide heren dat waneer iemand die alleen met een potloodje de Taliban bestrijdt zulke dingen overkomt, wat voor risico’s de soldaten dan wel niet lopen die met echte vuurwapens oog in oog staan met de Taliban. Een van de juristen zeide grijnzend dat er inderdaad regelmatig militairen opgepakt werden wegens het niet goed opvolgen van de geweldsinstructies.
Waar sloeg die grijns op? Op mijn domheid? Op de domheid van de Afghanistangangers die zich in goed vertrouwen hadden laten uitzenden? Had ik deze man wel goed verstaan? Had ik koorts?
In de Wikipedia heb ik de rubriek ‘Mr Paul Velleman’ opgezocht. De man is een held, een strijder voor het vrije woord, zij het, helaas, niet ieders vrije woord. Volgens de Wikipedia heeft hij besloten dat Gretta Duisenberg niet vervolgd wordt wegens antisemitisme, hoewel haar woorden (een onbetekenend grapje, iets met zes miljoen?) mogelijk ‘krenkend en kwetsend’ geweest kunnen zijn ‘voor Joden’. Ook voor niet-Joden, zou ik zeggen. Hij heeft besloten dat de predikant Sheikh Fawaz niet vervolgd wordt vanwege de niet of nauwelijks verhulde oproepen tot moord die hij tijdens zijn preken in de moskee vanaf de kansel gedaan heeft en doet.
Mr Velleman heeft ook besloten dat daarentegen Gregorius Nekschot wel voor de rechtbank moet komen, althans daar permanent mee bedreigd moet worden. Immers, het potloodje van Nekschot is harder dan de wapens van de Nederlandse soldaten in Afghanistan.
Het is te hopen dat de Afghanistan-veteranen even zachtaardig op het arrestatieteam van Mr. Velleman zullen reageren als Gregorius Nekschot gedaan heeft. Nu ja, een aantal Afghanistan-gangers is gesneuveld en zal wel niet zo veel hebben tegen te werpen. Maar voordat het arrestatieteam de overlevenden op gaat halen, goed controleren of de laatstgenoemden bij thuiskomst hun vuurwapens wel hebben ingeleverd, zou ik zeggen.
http://hoeiboei.blogspot.com/2009/08/zi ... arder.html" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
but the heart of the fool to the left.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Met dank aan Hoeiboei.
http://hoeiboei.blogspot.com/" onclick="window.open(this.href);return false;
http://hoeiboei.blogspot.com/" onclick="window.open(this.href);return false;
De gematigde islam bestaat niet
Ik heb voor islamografie geleerd. Dat vak werd niet steeds zo genoemd, het werd onder allerlei modieuze namen aan de studenten verkocht, maar zoals geo-grafie het aardoppervlak beschrijft, zo beschrijft islamografie de islam. De geografie brengt soms vervelende berichten, bijvoorbeeld ‘de zee is wel ontzettend diep’, maar de geografie oordeelt de planeet niet.
Islamografen zouden wel willen dat zij over dezelfde vrijheden beschikten als de geografen. Ze zijn bang vervelende berichten te brengen. Ze hebben daarmee dan ook slechte ervaringen. Het wordt hen persoonlijk kwalijk genomen wanneer ze komen aanzetten met feitjes als ‘De islam roept op tot oorlog tegen de ongelovigen waar die zich ook maar bevinden’. Het ongelovige publiek wordt dan bozer op de islamograaf dan op de islam.
Ik heb niet alleen als student voor islamografie geleerd, ik heb bijna veertig jaar in dat vak aan de universiteit les gegeven. Gaandeweg heb ik een opvatting ontwikkeld waar niemand blij mee is. Ik ben gaan geloven, ja, ik weet eigenlijk wel zeker, dat er wel degelijk fatsoenlijke moslims bestaan die humane opvattingen koesteren maar dat er geen gematigde en liberale islam bestaat. Maar dat kan ik niet bewijzen. Daarmee is mijn onkunde als islamograaf afdoend aangetoond.
Er is hier een kennisfilosofisch probleem aan de orde. Het is onmogelijk te bewijzen dat iets niet bestaat. Ludwig Wittgenstein zou toen hij nog student was zijn hoogleraar Bertrand Russell daar op gewezen hebben. Russell vond dat in eerste instantie maar onzin. ‘Er is geen neushoorn in deze collegezaal’, liet de grote denker aan zijn student weten. Die reageerde daarop met ‘Dat weet ik zo niet’, en ging onder alle tafels kijken.
Maar hoe het filosofisch en logisch ook zit, elke apenkop weet dat het makkelijker is te bewijzen dat iets bestaat, dan bewijzen dat iets niet bestaat. Daarom hoeft voor een rechtbank een verdachte niet zijn onschuld te bewijzen.
Ik lijd aan mijn onkunde, en aan mijn onvermogen om te bewijzen dat de gematigde islam niet bestaat. Maar wat zou het makkelijk zijn mij uit mijn lijden te verlossen als er wél een gematigde islam bestond. Daartoe hoeven de Dibi’s (GroenLinks) en de Boushibti’s (PvdA) en de Abdolala’s (Niks) van deze wereld me alleen maar een handvol moskeeën aan te wijzen waar niet (bijvoorbeeld) wordt gepredikt dat afvalligen vermoord moeten worden, overspeligen gestenigd, en dat de ongelovigen ‘rotbeesten’ zijn, sharr al-dawwaab, Koran 8:55. Waar is er een moskee waar moslims niet worden opgeroepen tot strijd tegen niet-moslims, met de bedoeling deze laatsten te onderwerpen?
Maar Dibi, Boushibti en Abdolala kunnen zulke moskeeën niet aanwijzen, want die bestaan niet, en dat weten zij wel en u niet.
Met het Katholicisme is er iets dergelijks aan de hand. Het Katholicisme is niet democratisch. Maar dat hindert niets, want de meeste katholieken zijn dat wel. Hetzelfde geldt voor de Mormonen. De theorie van hun leer is niet democratisch, in geen enkele betekenis van het woord. Maar dat hindert niets, want de meeste Mormonen zijn dat wel.
Nu de islam weer. De meeste moslims zijn geen terroristen ook al zijn de cijfers van enquêtes over de actiebereidheid van moslims soms moeilijk te interpreteren. Maar niemand kan er omheen dat wel degelijk terroristen bestaan die moslim zijn en die de islam aanvoeren als verklaring voor hun moorddadige handelingen.
Voor alle zekerheid en in willekeurige volgorde: Madrid, Bali, Wenen 1683, Londen 7/7, WTC 9/11, Theo van Gogh. Zie verder de opsomming van ruim 13.000 aanslagen sinds 9/11 op de site van TROP, http://www.thereligionofpeace.com" onclick="window.open(this.href);return false;.
Dat wil nog niet zeggen dat de moslims onze vijand zijn zoals de Duitsers of de Russen onze vijand geweest zijn. Maar de terroristische moslims en hun theorieën over de zuivere islam – die zijn dat wel degelijk. Die willen ons tot slaaf of dood maken. Als wij niet slaaf of dood willen zijn, zullen we ons een beetje moeten verdedigen. Daar hebben we moeite mee, omdat verdediging tegen agressie al snel tot bittere conflicten leidt die nauwelijks van oorlog te onderscheiden zijn. Verdediging en conflict zullen zeker tot chaos leiden. Voor chaos zijn we banger dan voor de islam.
Zodra er moslims (of anderen) met chaos gaan dreigen, slaan alle stoppen bij ons door. De eerste pogingen tot dreigen zijn verkeerd uitgevallen: een amateur-moslimleider riep een aantal jaren geleden dat als alle moslims een dag gingen staken, dat heel Nederland dan plat lag. Maar helaas, de cijfers over werkeloosheid onder moslims zijn van dien aard, dat de goede man alleen maar gegrinnik opriep.
Tegenwoordig lukt het beter. Geef ons invloed, roepen ‘gematigde’ beroepsmoslims, anders kunnen we ‘de jongens’ niet in het gareel houden. Er is geen enkele aanwijzing dat gematigde beroepsmoslims ook maar enige invloed kunnen uitoefenen op de terroristen. Uit de publicaties van de terroristen blijkt eerder het tegendeel. Maar wat waren de ongelovige bestuurders blij dat er een maatregel voor ze bedacht was die leek bij te dragen aan de oplossing van het probleem van de moordenaars die zich onder ons verbergen. Daaraan moest immers iets gebeuren, en dit was iets.
Het was ook nog een maatregel die indien uitgevoerd zou bewijzen dat zij niet anti-moslim waren en dus ook geen rassisten. Het beste van twee werelden: de moordenaars werden bestreden en tegelijkertijd groeiden betere kontakten met de moslims.
Van dat bestrijden is natuurlijk nooit niets terecht gekomen. Het enige resultaat van het aan boord halen van ‘gematigde moslims’ was: Gratis macht, aanzien en invloed voor de zelfbenoemde gematigde beroepsmoslims. Deze ontwikkeling heeft zich in heel Europa voorgedaan, niet alleen in Nederland. Het ligt dus echt niet aan onze kaaskoppendomheid. Het ligt aan de tactiek die onze vijand op ons los laat.
Hoe kwalijk de opstelling van die gematigde beroepsmoslims is, wordt onmiddellijk duidelijk als we hun praatjes vergelijken met wat de legendarische goede Duitsers over het Nazisme en Duitsland plachten te zeggen. Een academisch geschoolde islamograaf krijgt haast onmiddellijk een sterk verhoogde bloeddruk als hij de naar de fantasietjes en onwaarheden van mensen als Tariq Ramadan moet luisteren. De ‘goede Duitsers’ logen niet. Voor ‘gematigde beroepsmoslims’ is daarentegen ‘waarheid’ wel heel makkelijk te definiëren: alles is waar wat de weerstand tegen de islam bij de ongelovigen doet afnemen.
Academisch getrainde islamografen zetten uit verbijstering over al dat gelieg zichzelf deels buiten spel. Het ongelovige publiek kan zich in meerderheid immers niet voorstellen op welke schaal en over hoeveel details er door de gematigde beroepsmoslims gelogen wordt. Islamografen die daar op wijzen brengen alleen maar voor de zoveelste keer een ongeloofwaardig slecht bericht.
HansJansen
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
but the heart of the fool to the left.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Jansen op z'n best! Een heel verduidelijkend stuk!
Een pacifistische moslim is als een vegetarische krokodil.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Ik zou wel eens willen weten hoe Wittengestein gereageerd had als de professor had gezegd 'er is geen giraffe in deze zaal'...Er is hier een kennisfilosofisch probleem aan de orde. Het is onmogelijk te bewijzen dat iets niet bestaat. Ludwig Wittgenstein zou toen hij nog student was zijn hoogleraar Bertrand Russell daar op gewezen hebben. Russell vond dat in eerste instantie maar onzin. ‘Er is geen neushoorn in deze collegezaal’, liet de grote denker aan zijn student weten. Die reageerde daarop met ‘Dat weet ik zo niet’, en ging onder alle tafels kijken
Een pacifistische moslim is als een vegetarische krokodil.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Volgens mij gaat het erom dat je niet kunt bewijzen dat iets er niet is, maar je kan wèl checken of de bewering dat iets er niet is, correct is.Zwartmeer schreef:Ik zou wel eens willen weten hoe Wittengestein gereageerd had als de professor had gezegd 'er is geen giraffe in deze zaal'...Er is hier een kennisfilosofisch probleem aan de orde. Het is onmogelijk te bewijzen dat iets niet bestaat. Ludwig Wittgenstein zou toen hij nog student was zijn hoogleraar Bertrand Russell daar op gewezen hebben. Russell vond dat in eerste instantie maar onzin. ‘Er is geen neushoorn in deze collegezaal’, liet de grote denker aan zijn student weten. Die reageerde daarop met ‘Dat weet ik zo niet’, en ging onder alle tafels kijken
(pff... en dat allemaal op een blauwe donderdagmorgen! lukt me vast geen tweede keer). :rongue:
More diversity always means "less white people"
Diversity is a codeword for white genocide.
Diversity is a codeword for white genocide.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Het is voor mij ook donderdagmorgen en wil desondanks dat ook een poging doen iets zinnigs te zeggen. Nou weet ik niet wat voor beeld Wittgenstein van een neushoorn had toen hij onder de banken ging zoeken. Misschien dacht hij dat ze zo groot als biggetjes zijn. Vandaar mijn giraffe voorbeeld. Daarbij ga ik er vanuit dat Wittgenstein zou hebben geweten dat die een heel stuk groter dan zwanen zijn.circe schreef: Volgens mij gaat het erom dat je niet kunt bewijzen dat iets er niet is, maar je kan wèl checken of de bewering dat iets er niet is, correct is.
(pff... en dat allemaal op een blauwe donderdagmorgen! lukt me vast geen tweede keer). :rongue:
De vraag of je van iets kunt bewijzen dat het niet bestaat is wel een belangrijk vraagstuk. Zoals je zei kun je checken of iets wel of niet bestaat. Maar met bijvoorbeeld god kan dat niet. Dat maakt dat er altijd in mensenhoofden een kans blijft dat god wel bestaat. Dus zijn er gelovigen.
Hier een videootje van Dr. Craig die zegt dat het onzin is dat je van iets niet kunt aantonen dat het niet bestaat. Hij zegt oa dat het te bewijzen is dat de Tyrannosaurus rex niet op aarde rondloopt. Hiermee ben ik het niet mee eens. Hoe wil ie dat bewijzen? Dat nog nooit iemand dat beest is tegengekomen wil toch nog niet zeggen, bewijzen, dat ie niet bestaat? Ik vraag me af welke tegenwerping Dr. Craig me zou geven.
Een pacifistische moslim is als een vegetarische krokodil.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Ik ben het er helemaal mee eens dat het moelijker is om te bewijzen dat iets niet bestaat dan dat het wel bestaat. Mijn broer beweert dat hij vroeger in Zweden eens een kabouter heeft gezien. Ook veel andere mensen zeggen ze gezien te hebben. Je hoeft echter maar één kabouter te vangen en je hebt aangetoond dat ze bestaan, maar als ze zich goed blijven verstoppen kun je dat natuurlijk niet aantonen. Als de kabouters onvindbaar blijven wordt het onmogelijk om te bewijzen dat ze niet bestaan. Dat is inderdaad moeilijker dat aan te tonen dat ze wel bestaan omdat je daarvoor alleen maar één kabouter hoeft te vangen of hun bestaan d.m.v. sporen aantonen. :P
De Islam is een groot gevaar!
Jezus leeft maar Mohammed is dood (en in de hel)
Jezus leeft maar Mohammed is dood (en in de hel)
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Je hebt in de wetenschap bepaalde aannames, axioma’s. Als je een stok 1000 keer loslaat, en hij valt, mag je ervan uitgaan dat hij ook de 1001ste keer wel zal vallen. En daarna ook. Maar is daarmee nu bewezen dat een stok altijd zal vallen?Pilgrim schreef:Ik ben het er helemaal mee eens dat het moelijker is om te bewijzen dat iets niet bestaat dan dat het wel bestaat. Mijn broer beweert dat hij vroeger in Zweden eens een kabouter heeft gezien. Ook veel andere mensen zeggen ze gezien te hebben. Je hoeft echter maar één kabouter te vangen en je hebt aangetoond dat ze bestaan, maar als ze zich goed blijven verstoppen kun je dat natuurlijk niet aantonen. Als de kabouters onvindbaar blijven wordt het onmogelijk om te bewijzen dat ze niet bestaan. Dat is inderdaad moeilijker dat aan te tonen dat ze wel bestaan omdat je daarvoor alleen maar één kabouter hoeft te vangen of hun bestaan d.m.v. sporen aantonen. :P
Misschien voegt dit iets aan de discussie toe:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Axioma" onclick="window.open(this.href);return false;
Een pacifistische moslim is als een vegetarische krokodil.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Met dank aan hoeiboei.
http://hoeiboei.blogspot.com/2009/09/dezelfde-god.html" onclick="window.open(this.href);return false;
http://hoeiboei.blogspot.com/2009/09/dezelfde-god.html" onclick="window.open(this.href);return false;
Dezelfde God?
Hand Jansen
Iedereen weet het: De Islamitische geloofsbelijdenis luidt ‘Er is geen god dan Allah, en Mohammed is zijn gezant’. Dat zijn twee interessante mededelingen. Van de eerste van die twee mededelingen is het een toehoorder niet direct duidelijk of die wel echt over de islam gaat. De woorden ‘Er is geen god dan Allah’ – geven die woorden niet eerder een oordeel over de andere godsdiensten dan de islam? Wie eens rustig over die formule nadenkt kan moeilijk een andere conclusie trekken dan dat die formule hoofdzakelijk een oordeel geeft over de godsdienst van mensen die geen moslim zijn.
Het is uitzonderlijk dat een godsdienst in zo’n belangrijk document als de officiële kortste vorm van de eigen geloofsbelijdenis het niet over zichzelf heeft, maar over de concurrentie. En dat nog wel aan het begin van de formule. Dit roept vragen op. Met welk recht doet de islamitische geloofsbelijdenis een zo stellige mededeling over het geloof van andere mensen? En nog wel een negatieve, agressieve mededeling? Ligt daar onderzoek aan ten grondslag?
Is er ook maar één andere godsdienst die hetzelfde of iets dergelijks doet? Bij mijn weten bestaat er geen enkele andere godsdienst die al in zijn geloofsbelijdenis het heeft over wat anderen geloven, en dat dan ook nog in negatieve zin. Het is tegen alle regels van de beleefdheid in om anderen ongevraagd mee te delen dat ze fout zijn. Zeker wanneer die ander jou vriendelijk heeft welkom geheten, en jou onbekommerd in de gelegenheid stelt te delen in de voordelen van zijn eigen maatschappelijke ordening.
De geloofsbelijdenis van het christendom gaat in ieder geval geheel over het christendom. Die geloofsbelijdenis begint met de woorden ‘ik geloof in één God, de almachtige vader’, credo in unum Deum patrem omnipotentem. Dat is, anders dan bij de islamitische geloofsbelijdenis het geval is, een uitspraak over de inhoud van het eigen geloof. De christelijke geloofsbelijdenis gaat over het christendom, en verder nergens over. Het is inderdaad haast onvoorstelbaar dat een geloofsbelijdenis niet over het eigen geloof zou gaan maar over dat van anderen. Toch, in het geval van de islam is het toch echt zo, en accepteren we het als normaal.
Bij het horen van de islamitische geloofsbelijdenis rijzen er een aantal vragen. Hoe weten de moslims dat eigenlijk, dat niet-islamitische eredienst geen aanbidding is van de ene God, de almachtige vader? Waar is die kennis op gebaseerd? Wat gaat het bovendien de moslims aan wat anderen geloven? Met welk recht matigen ze zich daar een oordeel over aan, en dan nog wel een negatief oordeel? Waarom accepteren wij zulke hoogmoed en zulke hovaardij? Uit angst? Omdat we ons Theo van Gogh herinneren en ieder van ons de volgende kan zijn?
Zoals altijd is er meer aan de hand. Wij hier in het Westen spreken nu wel van ‘de islamitische geloofsbelijdenis’, maar de moslims zelf gebruiken een andere term. In het jargon van de islam heet wat wij ‘de islamitische geloofsbelijdenis’ noemen, ‘het getuigenis’, ash-shahaada, zoals het getuigenis voor een rechtbank. Dat is een juridisering van het geloof.
De islamitische formule legt niet een emotie vast, of een gevoel, of een overtuiging, want wie voor de rechtbank staat wordt niet gevraagd naar zijn gevoel, zijn emotie of zijn overtuiging. Die wordt bevraagd over wat hem uit eigen wetenschap of waarneming bekend is. Door over ‘getuigenis’, shahaada, te spreken, geeft het systeem van de islam aan de formule ‘Er is geen god dan Allah’ een waarde die maar matig bij een geloofsbelijdenis past. De formule trekt het geloof de juridische sfeer in. Als het een ‘getuigenis’ is, hoort het bij een rechtbank thuis, en is het geen geloofsbelijdenis.
In het christendom daarentegen wordt het woord credo, ‘ik geloof’, gebruikt, en dat geeft de verhoudingen goed weer. Ook in het Jodendom: ani ma’amiin be-emoenah sheleema, ‘ik geloof’. In het Arabisch van de islam luidt het correcte woordgebruik evenwel ashhadu, ‘ik getuig’, an laa ilaaha illaa ‘llaah, ‘dat er geen god is dan Allah’, maar op grond waarvan getuigt een moslim dit?
Het woord ‘getuigenis’ is hier toch werkelijk anders gebruikt dan wij het in het westen gebruiken. Wie bij een rechtbank in een strafzaak een getuigenis aflegt over zaken die hij uitsluitend van anderen heeft gehoord maar waarvan hij wel gelooft dat ze waar zijn, mag blij zijn als hij niet wegens meineed gepakt wordt. In ieder geval wordt zijn getuigenis door een echte rechtbank niet geaccepteerd.
Het woord ‘getuigenis’ wordt hier door de moslimse theologie dan ook oneigenlijk en op misleidende wijze gebruikt, en dat is mogelijk ook de bedoeling. Het eerste deel van de shahaada, de ‘geloofsbelijdenis’, is eerder een strijdkreet dan een getuigenis. Als moslims elkaar voor de gek willen houden door een strijdkreet als geloofsbelijdenis te presenteren en ‘getuigenis’ te noemen, is dat bedenkelijk, maar als ze er ons ook mee voor de gek willen houden, dan is alleen een besliste afwijzing van deze misleiding op zijn plaats.
Het eerste deel van de islamitische geloofsbelijdenis gaat niet over de islam, het is geen credo en gaat dus gaat niet over geloof, en het wordt dan wel ‘getuigenis’ genoemd maar het is een strijdkreet. Het is zeker geen getuigenis in de bij ons gebruikelijke betekenis van dat woord. Verder is alles in orde.
Het tweede deel van de shahaada luidt ‘Mohammad is de gezant van God’. Dat is wat vorm en inhoud betreft traditioneler. De islam leert dat er iemand die Mohammed heette rond het jaar 570 van onze jaartelling in Mekka geboren is, in 611 door God als profeet is geroepen, en in 632 in Medina is gestorven. Deze Mohammed moet voor alle moslims het hoogste voorbeeld zijn, uswa Hasana, Q 33:21.
Dat is problematisch want wat de islam zelf over Mohammed overlevert, roept bij niet-moslims ernstige bedenkingen op. De islam zelf vertelt honderden verhalen over Mohammed. Als die verhalen waar zijn, kan Mohammed dan wel een gezant geweest zijn van dezelfde God die op de Sinai de Tien geboden (Dt 5:6-21) gegeven heeft? In de verhalen die de islam zelf over Mohammed overlevert en doorgeeft, overtreedt Mohammed, het hoogste voorbeeld voor goede moslims, de Tien Geboden meerdere malen. Hij roept bovendien zijn volgelingen op tot het plegen van handelingen die volstrekt in strijd zijn met de Tien Geboden. De Koran noemt God nergens ‘vader’, maar kan Mohammed dan wel een Gezant zijn geweest van dezelfde God die door Jezus zijn Vader genoemd wordt? Er zijn hier toch wel een paar lastige en onaangename vragen te stellen.
Mohammed heeft opgetreden als veldheer, als krijgsheer, als slavenhaler en als slavenhandelaar. Is dat te rijmen met ‘Wat gij de geringste uwer broeders hebt gedaan, hebt ge mij gedaan’? In de oudheid werden mensen die een oorlog hadden verloren nu eenmaal eerst krijgsgevangene en vervolgens slaaf, maar zou dezelfde God die wij min of meer uit de bijbel denken te kennen, een Gezant uitsturen om mensen te gaan vangen als waren het konijnen en die mensen als hij ze eenmaal gevangen heeft, vervolgens al hun bezit en hun vrijheid te ontnemen en tot slaaf te maken?
De islam leert dat Mohammed een zeer jong meisje gehuwd heeft. Maar Mohammed is het hoogste voorbeeld. God wil volgens Koran 33:21 Mohammed aan ons allemaal tot voorbeeld stellen. Zou de God die dat wil dezelfde God zijn die wij volgens de bijbel ‘vader’ mogen noemen? Zou de God van wie de bijbel ons voorhoudt dat hij de vader van elk mens wil en kan zijn, kleine meisjes ten huwelijk willen geven aan de vrienden van de grootvader van dat kleine meisje?
De islam leert dat er voor het sluiten van een huwelijk getuigen nodig zijn, maar voor het uitspreken van een verstoting niet. Ook leert de islam dat een man die zijn vrouw verstoten heeft die verstoting mag herroepen zelfs zonder dit aan de vrouw in kwestie mee te delen. Deze ‘wetgeving’ (tussen aanhalingstekens!) leidt er toe dat een vrouw nooit zeker weet of ze nu wel of niet gescheiden is, en of ze kan hertrouwen. Wanneer ze hertrouwt, loopt ze het risico dat een boze eerste echtgenoot haar van ontucht beschuldigt, en maar al te graag de eerste steen komt werpen. Moeten wij geloven dat een zo onredelijke zo vrouwvijandige wet gegeven is door dezelfde God als die van de Bijbel? Jodendom en christendom hebben niets dat ook maar in de buurt komt van dit soort onredelijke regelingen.
De islam leert ook dat Mohammed gezegd heeft: ‘Doodt elke jodenman die in uw handen valt’, man Zafirtum bihi mijn rigaal al-Yahuud, fa-qtuluuh. De bijbel, het Oude en het Nieuwe Testament, zijn joodse documenten die door joden zijn geschreven. Is het te verwachten dat de God van de bijbel een gezant uitstuurt met zulke opvattingen? Een gezant die opdracht geeft de joden uit te roeien? En die in Medina ook daadwerkelijk aan dat uitroeien heeft deelgenomen?
Wie zijn wij om te beoordelen wat God wel en niet zal doen, maar de bijbel schetst God toch eigenlijk als liefhebbend en redelijk. Ondanks dat niet alle bijbelschrijvers precies hetzelfde godsbeeld hebben, is er weinig moed voor nodig om te zeggen dat onredelijkheid de God van de bijbel vreemd is. Maar het zou wel heel onredelijk zijn als de God van de bijbel nadat hij zich als redelijk heeft laten kennen in de verhalen die de bijbel vertelt, de mens de opdrachten geeft die hij volgens de koran en de islam de mens gegeven heeft. Dat zou het toppunt van onredelijkheid zijn. De God van de bijbel kan dus niet de God van de Koran zijn.
Toch stellen moslims in gesprekken met joden en christenen dat het Jodendom, het christendom en de islam alle drie dezelfde Ene God aanbidden. Ze kunnen die stelling volhouden omdat er een islamitische geloofspunt bestaat dat leert dat kerk en synagoge, rabbijnen en priesters, de tekst van de bijbel en de opdrachten die de bijbel geeft, verdraaid hebben, zeg maar vervalst hebben. Wat de bijbel over God beweert, heeft dan ook geen enkele waarde voor moslims, en kan dus ook niet door christenen gebruikt worden om aannemelijk te maken dat de God van de islam niet identiek kan zijn met de God van de Bijbel.
Hebben joden en christenen inderdaad geknoeid met hun heilige boeken? Het met opzet verdraaien en vervalsen van de heilige teksten is een ernstige beschuldiging die een grove belediging impliceert jegens al die joodse en christelijke professionals die eeuwen lang alles in het werk gesteld hebben de tekst van de bijbel zo goed als maar enigszins mogelijk was te bewaren.
De bekende joodse middeleeuwse geleerde Maimonides was dan ook van mening dat het niet was toegestaan aan moslims les over de bijbel te geven. Christenen, betoogde hij, hadden vaak wel verkeerde ideeën over de betekenis van de bijbeltekst want ze zagen in allerlei verzen ten onrechte ‘de hen bekende allegorieën’, ha-remazim ha-yedu'im lahem. Christenen geloofden, legt Maimonides uit, dat deze allegorieën verwezen naar hun eigen Jezus van Nazareth, die ze meenden terug te kunnen vinden in de bijbeltekst, maar desondanks geloofden christenen tenminste dat de bijbel de bijbel was. Moslims daarentegen geloven dat niet, en geven daarmee een forse motie van wantrouwen af, die persoonlijk beledigend is voor alle dienaren der kerk. Uit onwennigheid met zulk beledigend gedrag wenden we maar voor het niet op te merken.
De situatie van de Arabische christenen maakt het probleem waar we het nu over hebben ingewikkelder dan het al is. Arabischtalige christenen gebruiken het woord ‘Allah’ in hun bijbelvertalingen en hun liturgie. Zo spreekt een Arabischtalige pastoor van ‘Allah de Vader, Allah de Zoon, Allah de Heilige Geest’. Ook de joodse bijbelvertalingen gebruiken het woord ‘Allah’ voor het Hebreeuwse Elohim.
Het eiland Malta is katholiek en Arabischtalig. Ook de streng-katholieke Maltezers noemen God Alla, zij het zonder h aan het einde. Het eiland Malta is een solide verdedigingsveste tegen de opmars van de islam, niemand kan de Maltezers van sympathie voor de islam verdenken. Toch, ook zij, gebruiken het woord Alla. We kunnen er niet omheen: Alla(h) is in het Aramees, het Arabisch en het Maltees Arabisch het gewone woord voor ‘God’.
God is die hij is, en het gaat er niet om hoe zijn voor- en achternaam luiden, maar waar het om gaat is wat hij van de mens vraagt. De God van de bijbel vraagt zulke andere dingen van de mens dan de God van de islam en de Koran, dat er geen enkele twijfel kan bestaan: het gaat niet om dezelfde God.
Er is een goede verklaring voor de moslimse opvatting dat het daarentegen toch om dezelfde God gaat. Moslims willen graag dat christenen tot de islam toetreden. Dat is in principe een sympathiek trekje van de islam. Wanneer het om dezelfde God gaat, is een overstap van het christendom naar de islam eigenlijk maar een klein stapje. Moslims moedigen ons aan dat kleine stapje nu maar te zetten. Zo’n klein stapje is immers snel en gemakkelijk gezet.
Nu, het is beslist geen klein stapje, wat alleen al blijkt uit het feit dat de islam op de overstap van de islam naar het christendom de doodstraf stelt. Het gaat dan toch echt om hetzelfde kleine stapje, maar wie dat kleine stapje in omgekeerde richting zet, wordt door de islam met de doodstraf bedreigd, en het blijft lang niet altijd bij een dreiging. De islamitische bewering dat het om dezelfde God gaat, is niet veel meer dan een truukje van mensen die zieltjes willen winnen. Het is misleiding.
Het adres van de God van de Koran en de God van de bijbel zal wel hetzelfde zijn: per adres De schepper van hemel en aarde. Maar de aard van de God van de Koran wordt door de islam en de Koran zo gepresenteerd dat joden en christenen weinig anders kunnen zeggen dan dat ze de God van de Bijbel daar niet in herkennen. God is redelijkheid en liefde, leert de bijbel. God is barmhartig, leert de koran. Liefde en barmhartigheid lijken op elkaar maar zijn waarachtig niet hetzelfde. Liefde is horizontaal, en kan wederzijds zijn. Barmhartigheid is eenrichtingsverkeer, niet wederzijds, en gaat alleen van boven naar beneden. Liefde en barmhartigheid zijn twee verschillende dingen want niemand gaat ooit uit barmhartigheid met een ander naar bed.
Recruteerders en missionarissen mogen natuurlijk truukjes gebruiken, en kraaltjes en spiegeltjes uitdelen, als dat de goede zaak vooruit helpt. Maar liever geen valse kraaltjes uitdelen aan mensen die beter weten, of beter zouden moeten weten. De kraaltjes en spiegeltjes die de moslims uitdelen door te zeggen dat hun God dezelfde is als die van kerk en synagoge, die kraaltjes en spiegeltjes zijn vals.
In het verlengde van deze kraaltjes en spiegeltjes ligt een ander, ook belangwekkend islamitisch betoog. Jezus wordt door de islam erkend, zeggen de missionarissen van de islam. Ze vertellen er alleen niet bij als wat Jezus door de islamitische theologie erkend wordt. Ze vertellen er niet bij in welke hoedanigheid Jezus door de islam erkend wordt. Volgens de leer van de islam is Jezus van Nazareth een profeet geweest als Habakuk of Noach. De islam leert dat Jezus een van de vele profeten is geweest in de lijn die begint bij Adam en die eindigt bij Mohammed.
Zo’n gewoon profeetschap van dertien in een dozijn is christenen eigenlijk niet genoeg. Christenen geloven dat Jezus meer dan alleen een profeet is geweest, dat hij uniek geweest is, niet een van de vele collega’s van Habakuk, maar de eniggeboren zoon van god, Filium Dei unigenitum, ex Patre natum ante omnia saecula, ‘geboren uit de Vader voor alle eeuwen’, Deum de Deo, lumen de lumine, Deum verum de Deo vero, genitum non factum, consubstantialem Patri, God uit God, licht uit licht, waarachtig God uit waarachtig God, geboren niet gemaakt, gelijk van wezen met de Vader.
Christenen geloven bovendien dat Jezus onder Pontius Pilatus gekruisigd is, geleden heeft en begraven is, passus et sepultus est. De islam en de Koran ontkennen dat Jezus gekruisigd is. Van de erkenning van Jezus door Koran en islam blijft dan wel heel weinig over. Over de opstanding van Jezus heeft de islam al helemaal niets te zeggen. Laten wij er ook het zwijgen dan maar toe doen.
Terwijl het Nieuwe Testament leert dat Jezus een jodenman geweest is, leert de Koran dat Jezus moslim was. Ik denk niet dat de kerken er goed aan doen de joodse Jezus van het Nieuwe Testament in te ruilen voor een moslimse Jezus. Aan de theologische faculteit van de Universiteit van Utrecht liep desalniettemin tot voor kort een hoogleraar rond die in volle ernst beweerde dat de koran een ‘betere’ kijk had op de rol van Jezus in de heilsgeschiedenis dan de kerken. De hoogleraar noemde in de titel van zijn oratie uit 2005 de Koranverzen 19:16-40 zelfs meteen maar ‘een correctief Evangelie’. Het lijkt mij heerlijk om zo onnozel te zijn. Ik kan mensen die zulke dingen beweren alleen maar benijden. Alhoewel, om dit soort ongevraagde meeloperij met de moslims te karakteriseren is de term ‘knettergek’ nog niet zo verkeerd.
Ik ken Mark Durie nog uit zijn tijd in Leiden. Ik vond het maar zielig dat hij daar dag in dag uit college liep bij al die oude heren die voor de Tweede Wereldoorlog nog in Leiden bij Snouck Hurgronje gestudeerd hadden. Ik heb hem toen dus ernstig onderschat. Hij was destijds bezig met een soort universitaire archeologie, academische oudheidkunde, en ik hoop dat hij ook over die dingen ook nog eens schrijft. Maar nu hebben we een boek van zijn hand dat ons kan sterken in de strijd die er tegenwoordig woedt tussen de islam en de rest van de wereld. Wij hebben die strijd niet gezocht. We zijn er door een keten van toevalligheden in terecht geraakt. Maar nu die strijd eenmaal woedt, kan ik u alleen maar voorhouden: ‘Strijd de goede strijd, en grijp naar het leven waartoe ge geroepen zijt’.
Amersfoort, 22 september 2009
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
but the heart of the fool to the left.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Het mirakel van Luxenberg
‘En worden niet ten huwelijk uitgegeven’: Het mirakel van Luxenberg
Christoph Luxenberg is het pseudoniem van een Libanese Christen die in Duitsland woont. Hij is niet onfeilbaar, maar hij is wel een wonderdoener. Hij heeft de westerse koranwetenschap weten wakker te schudden.
Niemand wordt graag uit zijn slaap gewekt, en de protesten van de slapers zijn dan ook heftig. De haat die Luxenberg oproept, zindert door het mini-universum van Islamologen, Arabisten, Korangeleerden, en hoe al deze waardigheidsbekleders zichzelf ook verder mogen aanduiden.
Politieke overwegingen versterken de commotie. Menig faculteitsdecaan heeft liever een zak met geld uit Oman dan een afdelinkje waar de Koran op moderne en wetenschappelijke wijze door drie excentrieke geleerden en hun vier studenten wordt bestudeerd. De gevolgen van zo’n voorkeur zijn even boekhoudkundig begrijpelijk als wetenschappelijk ernstig.
De postmoderne vrienden en vriendinnen van de islam vinden het bovendien nergens voor nodig dat ‘juist nu moslims zich zo in een achterstandssituatie bevinden’, er ook nog eens historisch-kritisch naar hun heilig boek wordt gekeken. Dat voorrecht is alleen voor de Bijbel weggelegd.
Luxenberg heeft desalniettemin een einde weten te maken aan de ‘westerse koranwetenschappen’, die niet meer om het lijf hadden dan het herkauwen van opvattingen waarvan islamitische vrome geleerden eeuwen geleden dachten dat ze wel juist moesten zijn. Anders klopte de islam niet. Die traditionele, op vroom wensdenken gebaseerde islamitische vermoedens werden vervolgens op een academische manier naverteld door mensen die op het gymnasium hadden gezeten, en in die vermomming werden die beweringen zonder enig verder bewijs als waar aangenomen.
De centrale onbewezen bewering luidde dat de Koran door Mohammed (570?-632? AD) mondeling aan de generaties na hem was doorgegeven, en vervolgens op schrift was gesteld. Dit impliceert dat de mondelinge traditie vooraf ging aan de schriftelijke vastlegging ervan. Luxenbergs werk toont echter aan dat het andersom gegaan moet zijn.
Er wordt een duizelingwekkende hoeveelheid details overgeleverd over de vermeende geschiedenis van de opschriftzetting van de Vulgaatversie van de Koran. Ook de Schotse geleerde John Burton (zie zijn boek The Collection of the Qur’an, 1977) was al van oordeel dat deze geschiedenis een theologisch verzinsel geweest moest zijn dat een polemisch doel diende: uit te sluiten dat Mohammed de auteur van de Koran was geweest. Volgens de algemeen aanvaarde islamitische theologie en dogmatiek kon Mohammad immers niet lezen en schrijven en had hij de Koran dus uitsluitend mondeling doorgegeven.
Het intellectuele bouwwerk van Koranwetenschap dat op die manier was ontstaan, zag er degelijk uit, en bevatte voldoende materiaal om een mensenleven lang niet op uitgestudeerd te raken. Zonder eerst een leven lang dat monumentale gebouw bestudeerd te hebben, is Luxenberg er toch in geslaagd de fundamenten ervan te ondergraven, wat onsportief is tegenover de bewoners en verzorgers van het bouwwerk. Hoe is Luxenberg er nu in geslaagd dit door Duitse vooroorlogse professoren opgetrokken monument van interreligieuze internationale intergenerationele samenwerking te ondermijnen en te ontmantelen?
Het is, helaas, niet mogelijk dat te begrijpen zonder iets van het Arabische alfabet af te weten. Het Latijnse alfabet telt minder letters dan nodig is om het Nederlands geriefelijk te noteren. Dat hebben we opgelost door combinaties van twee letters een nieuwe functie te geven: oe, ui, eu, ij, ng. Het Duits heeft hetzelfde probleem. De Duitsers hebben drie klinkers, de a, de o en de u, van twee puntjes voorzien, om op die manier er drie bruikbare tekens bij te hebben. De Polen en de Tsjechen hebben iets dergelijks gedaan, maar dan met de medeklinkers. Het aantal medeklinkers van het Latijnse alfabet is uitgebreid door streepjes en cedilles toe te voegen aan de letters die een medeklinker aanduiden. Voorzien van zo’n extraatje krijgt de letter een andere, nieuwe functie.
Het Arabische alfabet had in de zevende eeuw AD (Mohammeds traditionele sterfjaar is 632) één teken voor zes letters: de y, b, n, t, th, en eigenlijk soms ook de lange aa aan het einde van een woord. ‘Dochter’, bint, zag er dus hetzelfde uit als ‘huis’, bayt. Net als in het Hebreeuws werden de klinkers niet genoteerd, wat niet zo’n probleem was omdat er in het Arabisch nauwelijks woordgroepen bestaan die alleen in de klinker verschillen, zoals in het Nederlands bijvoorbeeld de woorden pit, pet, put, peut, poet, poot, pad en pot.
Maar in het Arabisch leverden de medeklinkers die met hetzelfde teken werden weergegeven wel degelijk problemen op. Behalve de groep y, b, n, t, th en aa waren er namelijk nog zeven gelijkvormige groepen: een groep z/r, een groep d/dh, een groep g/H/kh, een groep Z/T, een groep q/f, een groep gh/ayn en een groep S/D. Dat betekende dat een schriftelijke notatie nooit veel meer was dan een geheugensteun. Wie niet al ongeveer wist wat er stond, kon maar zelden lezen wat er staan moest. Voor kwitanties, grafschriften, standaardcontracten, namen en inventarislijsten was dat niet zo’n probleem.
Pas decennia na de dood van Mohammed werd er een systeem van onderscheidende (‘diakritische’) punten bedacht om al die groepen tekens uit elkaar te halen, zodat een lezer wist of hij met een y, een b, een n, een t, een th of een aa te doen had. Maar toen dat systeem bedacht was, was het natuurlijk nog lang niet meteen algemeen ingevoerd. Pas eeuwen na de dood van Mohammed worden deze diakritische punten algemeen gebruikelijk, en duiken dan ook op in manuscripten van de Koran.
De dateringen geef ik heel vaag, ‘decennia’, ‘eeuwen’, omdat daarover nog detailonderzoek gaande is waarvan ik het fijne niet weet, maar wat daarvan ook de einduitslag zal zijn, het principe blijft onverlet. Voor het principe maakt het immers weinig uit of dit systeem van diacritica zestig of tachtig jaar na de dood van Mohammed wordt geschapen, en al helemaal niet of het na honderdtachtig of na tweehonderdtien jaar gemeengoed is geworden.
Ook aan de Hebreeuwse Bijbeltekst zijn, tegen het jaar 1000 AD, allerlei punten toegevoegd, maar dat betreft alleen de klinkers. Bij de punten die aan de Korantekst zijn toegevoegd, betreft het de medeklinkers. Later werden daar nog eens, net als voor het Hebreeuws, ook tekens voor de klinkers aan toegevoegd. De Korantekst is dus minstens twee keer totaal van uiterlijk veranderd. Toch denken de gelovigen dat de Vulgaatversie van de Koran die zij nu bij de boekwinkel kopen, tot in elk detail de tekst is zoals die door God aan Mohammed ter verdere verspreiding gegeven is.
Islamitische studenten die deze zaken op college voor het eerst horen, worden meestal eerst boos, en wenden zich vervolgens tot de decaan met het verzoek de docent die deze vuiligheid verspreidt, tot de orde te roepen. Om redenen die boekhoudkundig even begrijpelijk zijn als wetenschappelijk funest, wil dat wel eens lukken.
De grote ontdekking van Luxenberg is nu, dat zonder de punten (die zeker later zijn toegevoegd want het systeem bestond nog niet toen Mohammed overleed) een groot aantal onbegrijpelijke passages in de Koran direct duidelijk wordt. Eerst een eenvoudig voorbeeld: Zacharias bidt tot God en vraagt hem om een zoon, de latere Johannes de Doper (Nieuwe Testament, Lucas 1:5-25). In Koran 19:4 zegt Zacharias dan tijdens dat gebed ishtacala r-ra’su shayban, ‘in brand staat / het hoofd / van grijsheid’. Dat is raar.
Zonder de punten die er nu staan, luidt de tekst istacla r-ra’su shayban, ‘bedekt is / het hoofd / met grijsheid’, met andere woorden, ‘ik ben [oud en] grijs geworden’. Het gaat bij istacla dan om een vorm die dezelfde basis heeft als het Hebreeuwse al in El-Al, en de Arabische eigennaam Ali. Op een multiple choice test zou een moderne scholier niet lang aarzelen welke van de twee vertalingen de goede is: ‘Mijn hoofd staat in brand van grijsheid’, of ‘Ik heb grijs haar op mijn hoofd’.
Volgens de Koran heet de zoon van Zacharias Ya-H-y-aa. Het gaat om vier letters die zonder diakritische punten moeilijk de interpreteren zijn: 4-3-4-6. Dat is theoretisch 288 mogelijkheden. Bij de vier mogelijkheden van de eerste letter zou iedereen die het Lucasevangelie gelezen heeft voor de Y kiezen, bij de keus uit drie bij de tweede letter voor de H, bij de tweede keus uit vier bij de vierde letter de N, en bij de laatste keus de lange aa of de N. Resultaat: Yo-H-ann-aa of Yo-Ha-na-n, maar in ieder geval de Hebreeuws-Aramese vorm van de naam die in het Nederlands Johannes luidt.
Dat moslimse korangeleerden het skelet van de naam Johannes niet hebben herkend, en hier de puntjes verkeerd gezet hebben, is tot op heden bij mijn weten nog niet verklaard. Anderzijds, de lezer heeft in theorie bij elke medeklinker ook weer de keuze uit vier mogelijkheden: de klinkers a, i, of oe, of geen klinker. Dat resulteert in 288 x 4 is 1152 mogelijkheden, waarbij er een klein aantal zijn uitgesloten, bijvoorbeeld dat alle vier de medeklinkers geen klinker hebben.
Luxenberg heeft een nieuwe visie gegeven op de kwestie van de mogelijk onjuiste punctuering van de Koran. Daarnaast heeft hij de geleerde wereld er aan herinnerd dat deze punctuering lang na de dood van Mohammed moet hebben plaats gehad. Maar daar blijft het niet bij. Hij heeft in een moeite door vastgesteld dat delen van de huidige Korantekst beter te begrijpen zijn als Syrisch/Aramees dan als Arabisch. (Syrisch, Aramees en Arabisch zijn even nauw verwant als Vlaams, Nederlands en Duits).
Het koranvers dat volgens de islamitische traditie als eerste vers van de Koran geopenbaard is, kan hier goed als voorbeeld dienen. Het gaat hier om 96:1, iqra’ bi-smi-Rabbika lladhi xalaqa l-insaan min 'alaq. Als het Arabisch is, staat er: ‘Roep uit in de naam van uw Heer die de mens uit een bloedklomp geschapen heeft’. Is het daarentegen Syrisch-Aramees, dan betekent het ‘Bid tot God die de mens uit klei heeft geschapen’. Net als in het geval van het grijze dan wel brandende hoofd van Zacharias, doet de multiple choice test hier weer wonderen.
Ook dat de Koran deels in het Syrisch-Aramees gesteld zou zijn, is in strijd met de theologische opvattingen van de islam. De Koran verklaart immers bij herhaling in ‘duidelijk Arabisch’ gesteld te zijn, en dat is dan ook het standpunt van de Islamitische wet- en schriftgeleerden waarvan geen afwijkingen getolereerd kunnen worden. Ook hier heeft Luxenberg in grote lijnen wel zeker gelijk, zonder dat de consequenties al helemaal duidelijk kunnen zijn.
Het is voorstelbaar dat de twee genoemde gevallen uit Soera 19 niet belangrijk worden gevonden. Yahya of Johannes, wat maakt het uit. Maar in de koranverzen 44:54 en 52:20, bij het werkwoord z-ww-g, ‘ten huwelijk uitgeven’, van 2-ww-3, ligt het anders. Hier is het mogelijk ook r-ww-H te lezen, ‘rust geven’. Aangezien de passage over de doden gaat, is ‘rust geven’ passender dan ‘ten huwelijk uitgeven’.
In de verzen 44:54 en 52:20 laat de Koran, in de Vulgaatversie, God zeggen: ‘Wij hebben hen [de doden] ten huwelijk uitgegeven’, zawwagnaahum. Luxenberg stelt voor daarentegen dit woord te lezen zonder de puntjes die er in de Vulgaatversie op staan: ‘Wij hebben hen rust gegeven’, rawwaHnaahum.
Dat Luxenberg hier gelijk heeft, en dat de Korantekst hier r-ww-H moet luiden, en niet z-ww-g, blijkt natuurlijk niet uit Mattheüs 22:30, een vers dat in de Statenvertaling luidt: ‘Want in de opstanding nemen zij niet ten huwelijk, noch worden zij ten huwelijk uitgegeven; maar zij zijn als engelen Gods in den hemel.’ Het moet desalniettemin niet geheel uitgesloten worden geacht dat de eindredacteur van de Korantekst dit Bijbelvers gekend heeft, en er naar heeft gestreefd de koran zo veel mogelijk van de bijbel te laten afwijken, in navolging van het adagium van Mohammed, de profeet van de islam: Xaalifuu-hum, ‘Verschilt van hen’.
‘Wij hebben hen rust gegeven’, rawwaHnaahum, is de enige juiste lezing. Dit blijkt onomstotelijk uit pre-islamitische Arabische inscripties (vaak grafschriften) waarin regelmatig r-ww-H voorkomt, in de betekenis van Dona eis requiem, ‘Geef hen rust’ en/of Requiescant in pace, ‘Mogen zij rusten in vrede’.
Het gaat hier om inscripties die al zijn beschreven in het CIS, Corpus Inscriptionum Semiticarum, Pars Quinta Inscriptiones Saracenicas Continens, Parijs 1950, bijv. pp. 607 en 355; Enno Littmann, ‘Thamud und Safa’, in: Abhandlungen für die Kunde des Morgenlandes, 25-1, 1940, zie r-w-H in de index; en W.G. Oxtoby, Some Inscriptions of the Safaitic Bedouin, New Haven 1968, pp. 52-53. Ik heb slechts enkele uren gezocht, langer zoeken levert ongetwijfeld nog meer voorbeelden op.
Voor de vrienden en de vriendinnen van de islam is het sneu dat om een aantal goede technische redenen de antieke Arabische teksten in dit soort wetenschappelijke literatuur in het Hebreeuwse alfabet weergegeven worden. Het is te veel geëist om van hen te verlangen dat ze ook nog weer dat Hebreeuwse alfabet leren lezen. Het Arabische alfabet vonden ze al zo moeilijk. Maar laten we ons nergens over verbazen. Het is in Nederland voorgekomen dat een qualiteitscourant een artikel over deze quaesties afdrukt van de hand van een ‘universitair hoofddocent’ in het een of ander, die noch Aramees noch Arabisch kent, ook niet voorgeeft deze talen te kennen, maar die wel zeker weet dat Luxenberg ongelijk heeft. God sta hem bij. Misschien dat Hij in zijn oneindige goedheid vervolgens ook even aan de redactie en aan de lezers van zo’n krant wil denken.
De boeken van Oxtoby, Littmann en het CIS dateren alle drie van lang voor Luxenberg, wiens boek voor het eerst in het jaar 2000 in het Duits is verschenen. Het is dus uitgesloten dat bij de ontcijfering van deze inscripties ‘naar Luxenberg toegewerkt is’. Het is van belang hier op te wijzen, want zulke dingen komen wel eens voor. Luxenberg zelf noemt die inscripties niet eens. Hij is al aan zijn volgende boek bezig.
Het belang van deze passages, 44:54 en 52:20, gaat ver uit boven dat van 19:4. Immers, de paradijsvrouwen, de zogenoemde Hoeri’s die volgens vrome moslims aan de martelaren ter beschikking worden gesteld, worden met 44:54 en 52:20 verbonden. Normale, rustige filologische exegese maakt duidelijk dat de tekst wil vertellen dat de gestorvenen (niet alleen de martelaren) in het Hiernamaals zullen rusten en druiven te eten zullen krijgen, niet dat ze zullen worden uitgehuwelijkt aan hemelse maagden.
Er is inmiddels ook een afbeelding gevonden waarop te zien is hoe de aartsvaders de nieuw in het Hiernamaals aangekomen zielen op schoot nemen, en hen druiven voeren. Op de omslag van het boek De omstreden bronnen van de islam, 2009, van de hand van Eildert Mulder en Thomas Milo, staat een qua perspectief enigszins bewerkte foto van deze kloosterschildering, en worden de nodige details over de pre-islamitische christelijke herkomst vermeld. De bewerking van de hoek van het perspectief was nodig omdat de camera niet recht voor de schildering kon komen. De foto moest van opzij gemaakt worden.
Voor zelfmoordterroristen en hun coaches en sympathisanten zijn deze druiven een nauwelijks te verwerken teleurstelling. Hun reacties lopen dan ook uiteen van het onnozele ‘Ik kan geen Duits lezen’ tot het giftige ‘Luxenberg is geen echte academicus’. Nee, gelukkig niet.
Het werk van Luxenberg toont aan dat er geen ononderbroken mondelinge overlevering van Mohammed naar de volgende generaties geweest kan zijn. Wat moslims vandaag als de Koran zien, is een bouwsel dat steunt op een soms verkeerd begrepen multi-interpretabel skelet van neergeschreven medeklinkers, niet op een levende mondelinge traditie.
De gevolgen die deze conclusie heeft voor de bestudering van de vroege islam zijn voorlopig niet te overzien. Maar alsof dit allemaal nog niet erg genoeg is, er is nog meer aan de hand. Het skelet van medeklinkers waarop de Koran gebouwd is, bevat aanwijzingen dat er mogelijk een eerdere, andere versie geweest is, niet gesteld in een antieke vorm van het Arabische alfabet zoals we dat tegenwoordig kennen, maar in een vorm van het traditionele christelijke Syrische alfabet.
Dit vermoeden is gewettigd doordat er hier en daar passages zijn waarin zich verwarring voordoet van de letter Lamed/Labda met de letter Ayin. De Lamed en de Ayin zijn in het Syrisch haast gelijkvormig maar in het Arabisch niet. Deze verwarring tussen Lamed en Ayin is alleen te verklaren uit het bestaan van een eerdere versie die in het Syrische alfabet was neergeschreven. Dit wordt verder uitgelegd en geïllustreerd aan de hand van Koran 72:18-20 in mijn Zelf Koranlezen, Amsterdam 2008, blz. 64-66. Hoewel gelovige moslims er groot belang bij hebben dat er een andere verklaring voor dit verschijnsel gevonden zou kunnen worden, is er niemand die het waarschijnlijk acht dat er ook maar een moslim zijn best zal willen doen om een andere, betere verklaring te vinden, die de vermoedens van Luxenberg kan weerleggen.
De grote vraag waarvoor het onderzoek zich gesteld ziet is nu, waar het skelet van medeklinkers, de koranische consonantenductus, vandaan komt, en hoe deze precies luidt. Er is voorlopig geen begin van een oplossing van die vraag.
Een van de verwijten die Luxenberg wordt gemaakt, is dat hij een ‘christelijke agenda’ zou hebben. Het is misschien wel goed aan buitenstaanders eens uit te leggen wat dit betekent in de kringen waar het als verwijt geldt. Iemand die blijkt ‘een christelijke agenda’ te hebben, kan academisch gezien verder wel op het dak gaan zitten. Wie er daarentegen een ‘islamitische agenda’ op na houdt, is een kostelijke verrijking van het academische leven in de Lage Landen.
Maar wat betekent ‘een christelijke agenda’ in vredesnaam in concreto? Luxenberg weet hier en daar christelijke liturgische teksten en Bijbelfragmenten te herkennen in de tekst van de Koran nadat hij de puntjes verwijderd of anders geplaatst heeft. De rechtgeaarde moderne academicus mag dan alleen maar ‘foei’ roepen. De bijbel staat immers vol met verhalen over bloedvergieten? Hoe durft u met dat kruisvaardersboek aan te komen.
Toen ik nog student was, heb ik met een klein groepje medestudenten een tijdje een college gevolgd over niet nader te noemen oudchristelijke Oosterse teksten bij een niet nader te noemen hoogleraar. Op een gegeven moment werd het de geharde geleerde te moeilijk, hij stelde handen vol emendaties en veranderingen van de tekst voor. Het verbaasde iedereen behoorlijk, zo veel fouten op een bladzij, en met alle emendaties erbij kwamen we er nog steeds niet uit. Tot een van de studenten, een gereformeerd oud meisje, verbaasd zei: ‘Maar professor, dit is toch gewoon de brief van Paulus aan de Korintiërs, hoofdstuk zoveel, vers zoveel tot zoveel?’ Beschaamd viel iedereen stil.
Het meisje zal wel dominee zijn geworden en inmiddels met emeritaat zijn. Zij had bij uitstek wat er aan de universiteiten ‘een christelijke agenda’ wordt genoemd. Het is nodig zo veel aandacht te vragen voor deze anekdote, omdat zelfs in wat serieuze artikelen over Luxenberg lijken te zijn, geklaagd wordt over zijn christelijke agenda. Nu weet u wat dat is.
Luxenbergs methode van ontcijfering van de traditionele Korantekst is vruchtbaar, en werpt licht op de tot op heden voor onontcijferbaar gehouden passages. Fragmenten die voornamelijk bevreemdend waren, weet hij begrijpelijk te maken. Zijn aanpak zal zeker zodra de huidige generaties westerse koranwetenschappers zal zijn uitgestorven, gemeengoed gaan worden.
Luxenberg, zijn pseudoniem zegt het al, wil licht brengen waar tevoren duisternis heerste. Inderdaad, een christelijke agenda.
J.J.G. Jansen
http://hoeiboei.blogspot.com/" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
but the heart of the fool to the left.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Jansen was weer in vorm! :D
Een pacifistische moslim is als een vegetarische krokodil.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Herhaling van zetten
Het islamdebat is sinds Janmaat een herhaling van zetten. Dit betoogt Joost Niemöller in een column http://hetvrijevolk.com/index.php?pagina=9467" onclick="window.open(this.href);return false; van 18 oktober 2009. De ene partij, legt hij uit, wijst op de dreigende inhoud van de Koran (of een willekeurig ander islamitisch document), de andere partij wijst er op dat het in de praktijk wel meevalt, en trekt de interpretatie dan wel de relevantie van de geciteerde islamitische tekst in twijfel. Ook over de integriteit van de brenger van het slechte bericht worden gewoonlijk suggesties gedaan die niet gepast zijn. Vervolgens Da Capo al Fine, de tweede keer bij voorkeur Fortissimo.
Onbedoelde, niet-gezochte herhaling van zetten overkomt bij het schaken alleen amateurs. De deelnemers aan het islamdebat zijn dat dan ook. Ze gaan uit van de veronderstelling dat bij de koran en de islam, net als bij de Bijbel en het christendom, het probleem ligt in wat de teksten betekenen, en dat de een de tekst anders uitlegt dan de ander. Dat is een amateuristische vooronderstelling.
Ten eerste, de islam kent veel meer gezaghebbende teksten dan alleen de koran. De uitspraken toegeschreven aan de profeet van de islam, Mohammed (570?-632?) en de regels in de sharia-handboeken tellen in de praktijk even hard mee.
Ten tweede, er bestaat onder de moslims weinig of geen meningsverschil over de vraag wat die teksten en die voorschriften in concreto betekenen. Gezien de eenvoudige aard van die opdrachten is dat ook niet verwonderlijk. Wat valt er uit te leggen aan ‘Doodt hen’? Of ‘Neem hen niet tot vriend’? Het meningsverschil betreft uitsluitend de vraag onder welke omstandigheden die opdrachten vervuld dienen te worden.
Wie, waar en wanneer. Dezelfde vragen zijn even zo goed aan de orde wanneer het gaat over de plicht om te vasten, de plicht om op bedevaart naar de Heilige Kubus in Mekka te gaan, zelfs als het gaat over de plicht om vijfmaal per dag het gebed te verrichten. En, gezien de gevaren, uiteraard ook als het gaat om de plicht tot strijd tegen de ongelovigen.
De moslims die wij ‘radicalen’ of ‘fundamentalisten’ noemen, zijn van mening dat de vervulling van al die opdrachten een lang verwaarloosde plicht is, die nu onverwijld ter hand moet worden genomen, de plicht tot jihaad inbegrepen. Vandaar de titel van mijn boek uit New York in 1986: The Neglected Duty, dat handelde over de opvattingen van de moordenaars van Sadat.
Om de oude grootmeester Bernard Lewis maar weer eens te citeren: Er zijn wel gematigde moslims, maar er is geen gematigde islam. De meeste moslims stellen zich afzijdig op, als burgers in oorlogstijd, en laten het plegen van de vijandelijkheden over aan de professionals. Dat schept bij een van de twee partijen in het islamdebat de illusie dat het wel meevalt. Da Capo al Fine. Naar keuze Staccato of Fortissimo.
HansJansen
http://hoeiboei.blogspot.com/2009/10/he ... etten.html" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
but the heart of the fool to the left.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Wat te doen
De ideologische druk van de islam op het Westen wordt steeds groter. Er is weinig wat we daar tegenover kunnen stellen. De vrienden en de vriendinnen van de islam miskennen die druk, en al helemaal de gevolgen ervan. Zij menen dat het slechts gaat om vergroting van wat zij ‘multiculturele diversiteit’ noemen. Hadden ze maar gelijk.
Het enige wat we tegenover de islam kunnen stellen is hameren op twee punten. Het eerste punt is er op wijzen dat de vrijheid in het geding is, in het bijzonder de vrijheid van meningsuiting. Die vrijheid van meningsuiting hebben we nodig om amusement, kunst, cultuur, wetenschap, techniek en welvaart in stand te houden.
Het tweede punt is dat we er op moeten hameren dat wetten alleen bedacht en uitgevaardigd worden door de gekozen Tweede en Eerste kamer, niet door de imams. Laten de imams eerst maar eens zorgen dat ze gekozen worden: zelfs de moslims zelf zouden niet op ze stemmen.
Vrijheid van meningsuiting, en de wetgevende bevoegdheden in handen van het gekozen parlement. Meer is er niet nodig om de opmars van de vrienden en de vriendinnen van de islam tot staan te brengen.
HansJansen
http://hoeiboei.blogspot.com/2009/10/wat-te-doen.html" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
but the heart of the fool to the left.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Ik weet niet wat Jansen hier nou precies mee bedoelt. Deze twee punten zijn in ieder geval geen punten die op moslims zoveel indruk zullen maken dat ze afzien van de sharia.Het enige wat we tegenover de islam kunnen stellen is hameren op twee punten. Het eerste punt is er op wijzen dat de vrijheid in het geding is, in het bijzonder de vrijheid van meningsuiting. Die vrijheid van meningsuiting hebben we nodig om amusement, kunst, cultuur, wetenschap, techniek en welvaart in stand te houden.
Het tweede punt is dat we er op moeten hameren dat wetten alleen bedacht en uitgevaardigd worden door de gekozen Tweede en Eerste kamer, niet door de imams. Laten de imams eerst maar eens zorgen dat ze gekozen worden: zelfs de moslims zelf zouden niet op ze stemmen.
Een pacifistische moslim is als een vegetarische krokodil.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Ik vermoed dat er meer gedaan moet worden om de islam tot staan te brengen.
Hans Jansen vergeet voor het gemak dat we in een democratisch land wonen, en als Moslims straks als ze de overhand hebben , en tegen vrijheid van meningsuiting zijn, dan kunnen we hameren wat we willen, maar dan zijn we toch de verliezers.
Hans Jansen vergeet voor het gemak dat we in een democratisch land wonen, en als Moslims straks als ze de overhand hebben , en tegen vrijheid van meningsuiting zijn, dan kunnen we hameren wat we willen, maar dan zijn we toch de verliezers.
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
but the heart of the fool to the left.
-
- Berichten: 5046
- Lid geworden op: do nov 16, 2006 10:14 pm
- Contacteer:
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Dat is wel zo, maar zo ver is het nog niet. De eerste drie of vier decennia hebben de moslims getalsmatig de overhand nog niet.Ariel schreef:Ik vermoed dat er meer gedaan moet worden om de islam tot staan te brengen.
Hans Jansen vergeet voor het gemak dat we in een democratisch land wonen, en als Moslims straks als ze de overhand hebben , en tegen vrijheid van meningsuiting zijn, dan kunnen we hameren wat we willen, maar dan zijn we toch de verliezers.
Als die twee basisprincipes, de vrijheid van meningsuiting en de wetgevende macht van het Parlement, strikt gehandhaafd worden - maar dan ook echt strikt: volstrekt compromisloos - dan wennen de hier aanwezige en opgroeiende moslims misschien langzamerhand aan een maatschappijvorm waarin niet geschipperd wordt mbt die twee punten. Dat is lijnrecht in strijd met de islam: de islam onderdrukt juist de vrijheid van meningsuiting en tracht (althans gedeeltelijk en uiteindelijk helemaal) de sharia in te voeren. Maar aan de twee grondprincipes wordt in het model van Jansen niet getornd. Dus die strakke handhaving wordt geaccepteerd door de moslims (en dan vallen ze vanzelf van hun geloof of er ontstaat uiteindelijk de gedroomde 'polderislam') of het wordt niet geaccepteerd (en dan vertrekken ze al of niet vrijwillig, of het leidt tot een confrontatie: een burgeroorlog).
Met deze twee eenvoudig principes, die eigenlijk helemaal niet ter discussie zouden mogen staan, zet Hans Jansen de zaak helemaal op scherp: precies waar het moet zijn. Die twee principes vormen de basis van de vrije Westerse wereld. Dit is waar het uiteindelijk om gaat: verdedig je ze wel of verdedig je ze niet?
Maar het zal helaas te simpel zijn voor de meerderheid die bij voorkeur de complexiteit benadrukt, ook waar die niet is..
RTFM
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
UITROKEN
Fatima Elatik, in Amsterdam een wereldberoemd hoofddoekjesdraagster, spreekt mannentaal. Op 2 november heeft ze gezegd, over de aanhangers van Wilders, ‘I want to smoke them out’. Als kakkerlakken uitroeien dus. Vergassen.
Denk er even over na wat er in Nederland gebeurd zou zijn als Wilders iets dergelijks over moslims, of over zelfs alleen maar de criminele moslims, gezegd zou hebben. Maar hier gaat het niet over moslims, maar over ongeveer een-vijfde van het Nederlandse electoraat. U die dit leest, zou er zo maar bij kunnen zijn.
Het vervelende van uitroken is dat het voor de omstanders gevaarlijk is. Nu ja, als de rivers of blood eenmaal vloeien, kan niemand zeggen dat het niet goed en duidelijk aangekondigd is.
HansJansen
http://hoeiboei.blogspot.com/2009/11/uitroken.html" onclick="window.open(this.href);return false;
Waarom ik het jammer vind dat de PVV niet naar Amsterdam komt voor de gemeenteraadsverkiezingen, is omdat je de onzin die ze uitkramen niet nu ter discussie kunt stellen. Je kunt niet met ze in debat. Wilders is een schijter, die blijft weg, stuurt af en toe, hoe heet die gast, Hero Brinkman op pad en that’s it. Hij roept de meest verschrikkelijke dingen over de samenleving. Ik vind hem echt de samenleving wel ontwrichten of je het nou leuk vindt om te horen of niet. (…) Wat doe je nou echt met die ontevreden bewoner die op de PVV heeft gestemd? Dus vind ik het jammer dat ze er niet zijn, because, ja, I just want to smoke ‘em out, ik wil die onzin die ze verkopen hier ter discussie analyseren en op tafel leggen. Laat maar zien.
Getekend...Fatima Elatik
http://www.dagelijksestandaard.nl/2009/ ... -them-out/" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
but the heart of the fool to the left.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Bedreiging of Verrijking
Islam en Shariarechtbanken: Bedreiging of Verrijking
(En over de 'Gouden Regel'.)
Er is nog één terrein over waarop het Westen onverminderd zelfvertrouwen bezit, cultureel zelfvertrouwen, en zichzelf superieur acht ten opzichte van de islam, en elke verrijking van islamitische kant vastbesloten afwijst. Dat ene terrein is de manier waarop vrouwen en meisjes behandeld horen te worden.
In de islamitische wereld is iedereen zich hier goed van bewust. Vrouwen en meisjes worden in het Westen behandeld op een manier die sterk afwijkt van de islamitische normen en waarden. Moslimse religieuze leiders beschouwen dit als een gevaarlijke bedreiging van de islamitische manier van leven. Moslimse leiders dringen er dan ook op aan dat het Westen ruimte maakt voor islamitische rechtbanken waar imams vrouwen en meisjes de wet kunnen lezen volgens de normen van de sharia.
Volgens de Gazette van Antwerpen van 24 september 2009 is de sharia ‘de methode van de shi’ieten’. Het is haast ongelooflijk dat zo’n uitspraak op de redactie niet wordt gecorrigeerd. Wie nu nog niet weet wat de sharia is, die kan wel op het dak gaan zitten. De sharia is de gedragsleer, de wet, van de islam. De sharia is niet een of andere vage vorm van onschuldig en irrelevant canoniek recht, maar de sharia is een compleet juridisch systeem, dat weliswaar ook de beschrijving van het islamitische ritueel omvat, maar voor het overige een volwassen en compleet juridisch bouwwerk is dat contracten, levering en strafrecht, elk juridisch vraagpunt, behandelt. Moslimse leiders, of eigenlijk een moslimse strengreligieuze voorhoede, dringt er op aan die sharia te mogen toepassen op moslims bij interne zaken, in het bijzonder waar het vrouwen en meisjes betreft, want daar wijken de westerse regels verregaand af van die van de sharia.
Westerlingen zien geen gevaar in shariarechtbanken, omdat ze er van uitgaan dat de islamitische juridische regels misschien wel een beetje anders zullen zijn, maar erg gek kan het toch niet wezen, alle mensen delen immers ongeveer ‘onze’ opvattingen.
Nu, ik breng u een slecht bericht: dat is niet zo. Er worden in de wereld van de islam een aantal opvattingen gehuldigd die westerlingen, als ze deze zouden kennen, eenstemmig zouden afwijzen. Dit betreft, onder andere, de leeftijd waarop een meisje mag worden uitgehuwelijkt, het recht om vrouwen te slaan, de regelingen rond het ontbinden van het huwelijk, en de beoordeling, behandeling en bestraffing van buitenechtelijke seksuele omgang. Nu, u kunt gerust zijn, ik ben een nette man en ik deel van harte de islamitische overtuiging dat elke overspelige gestenigd moet worden. Ik zou alleen absoluut willen vasthouden aan de bekende procedurele voorwaarde dat de eerste steen geworpen moet worden door iemand die zonder zonden is.
Waarom zijn die westerse normen en waarden betreffende de behandeling van meisjes en vrouwen nu toch zo gevaarlijk voor de islam? Het is verleidelijk om nu een grapje te maken, en te zeggen dat de reden daarvan is dat de helft van het mensdom uit meisjes en vrouwen bestaat. Maar in de landen van de islam is dat eigenlijk niet eens zo, daar bestaat, om wat voor reden dan ook, een mannenoverschot. Het gevaar van de westerse normen zit dieper. Veel dieper zelfs.
De vrije burgers van het Westen menen dat de rechten van meisjes en vrouwen absoluut en universeel geldig zijn, en die westerse diepe overtuiging is niet op een openbaring of een godsdienst gebaseerd. Alleen al dat godsdienstloze van de westerse opvatting ondermijnt de islam. De islam leert dat de mens moet leven volgens de gedragsregels die God gegeven heeft. Wat de mens zelf heeft bedacht en nastreeft, is onveranderlijk slecht en vies. Nu, onze regels over de behandeling van vrouwen en meisjes zijn niet aan de sharia ontleend, maar ze zijn door de westerlingen in de loop der eeuwen zelf bedacht. Dus zijn ze in islamitische ogen verkeerd en vies.
Vrije burgers van het westen zijn daarentegen absoluut overtuigd van de juistheid van hun opvattingen over het verbod op kinderhuwelijken – zeker wanneer slechts een van de huwelijkspartners een kind is. Ook het verbod op pedofilie, en het verbod op huiselijk geweld tegen vrouwen staat van links tot rechts buiten discussie. Het is het enige, en mogelijk laatste terrein waarop we nog steeds bereid zijn desnoods met geweld respect voor onze normen af te dwingen. Immers, op pedofielen en mannen die een vrouw mishandelen sturen we onbekommerd de politie af. Daarbij mag uiteraard geweld gebruikt worden met de bedoeling en zelfs de bewuste opzet om onze normen af te dwingen en aan anderen op te leggen.
Het verbod op vrouwenmishandeling en het verbod op pedofilie worden zo zeer als redelijk en vanzelfsprekend beschouwd dat normale mensen in het Westen in het algemeen zelfs niet echt willen geloven dat er godsdiensten zijn die over zulke kwesties heel anders denken. Wanneer westerlingen wisten hoe de islam de zaken van vrouwen en meisjes regelt, zouden ze zich verregaand verheven voelen boven de islam. Dat vinden moslims uiteraard bezwaarlijk, want dat zou betekenen dat westerlingen hebben afgedaan als zieltjes die voor de islam gewonnen kunnen worden. Het zou zelfs kunnen betekenen dat ze de islam, wat ik nu ga zeggen is zo slecht, ik durf het haast niet uit mijn mond te krijgen, het zou kunnen betekenen dat ze wat dit aangaat de islam zelfs zouden willen tegenwerken.
Het gaat bij vrouwenmishandeling en pedofilie om regels waarvan de islam leert dat ze door God zijn gegeven, vaak zelfs in de tekst van de koran zelf. Het accepteren van de westerse normen ten aanzien van de behandeling van vrouwen en meisjes is niet te verenigen met geloof in de goddelijkheid van de koran. Wie zijn geloof in de goddelijkheid van de Koran kwijt raakt, kan geen moslim worden of blijven. Daar schuilt, voor moslimse religieuze leiders, het gevaar. Hun kudde zou weglopen als de westerse opvattingen over vrouwen en meisjes onder moslims algemeen werd.
Moslimse leiders willen u daarom dan ook overhalen de shariarechtbanken toe te staan en te faciliteren, omdat wie dat doet, indirect te kennen lijkt te geven dat zijn westerse geloof in de westerse rechten van vrouwen en meisjes toch niet zo heel erg absoluut is. Voor moslimse vrouwen en meisjes is dit een slecht bericht dat hen ernstig kan demoraliseren. Voor moslimse predikanten daarentegen is zo’n shariarechtbank een hele goede eerste stap in de door hen gewenste richting. Een westerse politicus die shariarechtbanken toe wil staan doet daarmee evenwel geen gecodeerde verborgen mededelingen over zijn standpunt betreffende de universele geldigheid van de rechten die het Westen aan vrouwen en meisjes toekent. Zo’n politicus demonstreert alleen maar zijn eigen onbekendheid met de regels de sharia.
De koran (4:34) leert dat wanneer mannen alleen maar vrezen dat hun vrouwen ongehoorzaam zullen zijn, ze hun vrouwen mogen slaan: w-allaatii taxaafuuna nushuuzahunna, wa-Dribuuhunna. Het gaat dus niet om echte overtredingen die daadwerkelijk hebben plaats gevonden, maar om gevreesde overtredingen. Mannen krijgen in dit vers het recht te slaan, vrouwen krijgen niets. Dat is strijdig met westerse opvattingen. Is er iemand die het redelijk acht dat een man een vrouw slaat vanwege zijn eigen angst voor raar gedrag dat zij in de toekomst misschien wel eens zou kunnen ontplooien? Wie het ongeoorloofd acht in zo’n geval een vrouw te slaan, heeft te kennen gegeven niet in de goddelijke oorsprong van de koran te geloven. Wie het slaan van vrouwen afwijst, heeft impliciet laten weten dat hij de westerse cultuur beter vindt dan alle theorieën van de islam, en dat hij de islam eerder een bedreiging dan een verrijking acht, zeker voor zijn dochters.
En er is, helaas, nog veel meer. De islam leert dat er voor het sluiten van een huwelijk getuigen nodig zijn, maar voor het uitspreken van een verstoting niet. In een kleine pre-industriële dorpsgemeenschap kan dat misschien nog wel. In de anonimiteit van de moderne wereld daarentegen is een verstoting en de daarop volgende huwelijksontbinding zonder getuigen een ramp.
Ook leert de islam dat een man die zijn vrouw verstoten heeft de door hem uitgesproken verstoting mag herroepen, en, let op, dit niet alleen zonder getuigen maar zelfs zonder dit aan de vrouw in kwestie mee te delen. Deze ‘wetgeving’ (tussen aanhalingstekens!) leidt er toe dat een vrouw nooit zeker weet of ze nu wel of niet gescheiden is, en of ze kan hertrouwen. Wanneer ze desalniettemin hertrouwt, loopt ze het risico dat een boze eerste echtgenoot haar van ontucht beschuldigt, en maar al te graag de eerste steen komt werpen.
Moeten wij geloven dat een zo onredelijke zo vrouwvijandige wet gegeven is door dezelfde God als die van de Bijbel en de kerken? Het jodendom en het christendom hebben niets dat ook maar in de buurt komt van dit soort onredelijke regelingen. Dit arrangement wordt door ons als zo onredelijk ervaren dat de meesten onzer niet zullen willen geloven dat het inderdaad echt in de islam zo geregeld is. Ik weet nu al dat ik in de pauze hier vol bevreemding vele malen over zal worden aangesproken.
Ik begrijp dat ongeloof en ik begrijp die bevreemding maar ik moet nog een ongeloofwaardig maar helaas ook weer reëel voorbeeld geven van het onderscheid tussen de islam en het Westen dat ook weer in dit vlak ligt. De islam leert dat Mohammed een zeer jong meisje gehuwd heeft, Aisha. Mohammed nu is het hoogste voorbeeld voor moslims, Koran 33:21. Dus staat de islam het toe dat een moslimvader een dochter ten huwelijk geeft aan een man die qua leeftijd haar vader had kunnen zijn, of zelfs haar grootvader, en dat zelfs voordat de jonge bruid voor het eerst gemenstrueerd heeft. De koran (65:4) bevat namelijk zelfs nadrukkelijk een regeling voor, ja, u hoort het goed, de echtscheiding in zulke gevallen.
De Koran zegt in het midden van vers 65:4 dat een meisje dat verstoten wordt nog voor haar eerste menstruatie, toch pas na een wachttijd van drie perioden mag hertrouwen, omdat er anders onzekerheid over het vaderschap bestaat. Ja, stel je voor. De korancommentaren leggen bereidwillig uit dat het gaat om meisjes die niet gemenstrueerd hebben li-Sigharihinna, ‘omdat ze daar te jong voor zijn’. Er is geen westerling te vinden die zulke regelingen accepteren kan, zelfs al zouden die regelingen, zoals de islam leert, direct van God en zijn engelen en profeten zelf afkomstig zijn.
Het zijn overigens niet alleen kleine meisjes die afwijkend van westerse normen behandeld worden, ook jongens hebben van de instructies van de koran te vrezen. In Koran 18:74 en 18:80 doodt een profeet een ‘knaap’, ook weer niet omdat hij iets gedaan had maar op grond van het blote inzicht van de profeet dat de knaap iets verkeerds zou gaan doen. Dit gaat tegen alle westerse principes in. Dit is barbaars. Wij kunnen niet accepteren dat op Europese bodem zulke dingen met ons goedvinden ten uitvoer worden gelegd. Ons eventuele geloof in de goddelijke oorsprong van de Koran wordt door zulke verhalen volledig en blijvend ondermijnd.
Ook wordt onze achting voor de islam geschaad als we vernemen dat islamitische ouders geloven dat de islam wil dat zij hun dochter doden, of laten doden, wanneer die dochter buiten het huwelijk haar maagdelijkheid verliest. Moslims zijn er van overtuigd dat de islam dit onmenselijke gedrag voorschrijft. In plaats van je dochter te zeggen dat je het sneu vindt dat haar verloving op niets is uitgelopen, pak je een mes en snijdt haar de keel door. Kan een cultuur of een godsdienst die dit voorschrijft gelijkwaardig zijn aan de onze? Kom nou.
Bij het bestuderen van vreemde godsdiensten en vreemde culturen aan de universiteit en in de academische wereld, is het natuurlijk ongewenst voortdurend vast te stellen hoe veel beter de westerse cultuur is. Wie over de Tweede Wereldoorlog schrijft, zal ook niet elke alinea zijn lezers willen verzekeren dat het fout was om de joden te vergassen. Maar dat betekent niet dat er geen moreel oordeel mogelijk is over de zo neutraal mogelijk wetenschappelijk beschreven feiten. Toch zijn veel professoren gaan denken dat niet alleen academische onderzoekers maar ook burgers maar beter niet kunnen vinden dat hun burgerlijke cultuur beter is dan de religieuze cultuur van de islam. Wel, die professoren vergissen zich. Het is haast niet te geloven dat invloedrijke academici betoogd hebben dat culturen die nog niet eens hun eigen rioolwater kunnen zuiveren, gelijkwaardig zijn aan de westerse cultuur.
Het is voor vrouwen en meisjes te hopen dat het Westen even onverzettelijk blijft als het zich tot op heden ter zake getoond heeft. Graag wil ik er ook op wijzen dat er gelukkig meer van zulke terreinen van westerse onverzettelijkheid zijn. Maar, ook op die terreinen sluiten westerse intellectuelen liever de ogen voor de islamitische werkelijkheid, en gaan ze er vanuit, zonder de feiten te willen nagaan, dat het onderscheid tussen de islam en het Westen wel mee zal vallen omdat ‘mensen nu eenmaal mensen’ zijn, waarmee heel goeiig de hoop wordt uitgesproken dat westerse waarden universeel worden aangehangen. Wel, ik moet u teleurstellen. Mensen zijn mensen, daar is weinig tegen in te brengen, maar hun opvattingen zijn nagenoeg altijd het resultaat van indoctrinatie en training.
In het Westen heeft training en indoctrinatie weten te bewerkstelligen dat wij het bekennen van schuld normaal zijn gaan vinden, en zelfs de mening zijn toegedaan dat iemand die een misstap heeft begaan opknapt van het afleggen van een schuldbekentenis. Dat is van nature natuurlijk niet het geval, dat is aangeleerd gedrag. Elke kerkdienst begint met een rituele schuldbelijdenis die uiteraard in de loop van de jaren geautomatiseerd en geroutiniseerd is geraakt. Daardoor hebben de Europeanen geleerd om fouten toe te geven. Dankzij de kerkelijke praktijk zijn Europeanen het toegeven van fouten doodgewoon gaan vinden. We zijn er door de onvermoeibare druk van het christendom en de kerken zelfs gewend aan geraakt dit tegennatuurlijk gedrag normaal te gaan vinden, en we denken dat onze opvattingen over schuld bekennen en fouten toegeven volkomen ‘normaal’ is. Wel, ik heb weer een slecht bericht voor u. Dat is alleen en uitsluitend het geval binnen onze eigen cultuur. Schuld bekennen is aangeleerd gedrag.
De normale situatie is ‘Beken nooit schuld’, dat kan je je familie, je vrienden, je geloofsgenoten, je stad- en landgenoten, eenvoudig weg niet aandoen. Zonder de invloed van het christendom is de gewone situatie dat iemand nooit en te nimmer schuld bekent, want wat heeft iemands vader misdaan dat hij een zoon zou hebben die van zichzelf al zegt: ‘Ik ben een boef’? Omdat wij in onze goeiigheid zijn gaan denken dat het normaal en algemeen menselijk is om in staat te zijn schuld te bekennen, begrijpen we niet waarom zelfs geconfronteerd met overstelpend bewijs mensen soms blijven ontkennen. Dat komt doordat niet iedereen die training in schuld bekennen gehad heeft. Niet in alle culturen worden mensen geïndoctrineerd met de gedachte dat schuld bekennen iets positiefs is. Ten onrechte denken westerlingen dat het vermogen schuld te bekennen een vanzelfsprekende kernkwaliteit is waarover ieder mens beschikt. Ik herhaal het nog maar eens: dat is niet zo.
Schuld bekennen is niet alleen heilzaam in de justitiële en religieuze sfeer. Ook in de wetenschap is het vermogen in te zien dat een met liefde geconstrueerde theorie fout kan zijn, essentieel. Het voor de moderne wetenschap zo essentiële falsificatieprincipe is niets dan een geseculariseerde vorm van de klassieke joods-christelijke schuldbelijdenis: anaxnoe xataanoe ashamnoe, en de rest van het Gebed van de Grote Verzoendag, of het Latijnse peccavi, en het overbekende mea culpa, mea maxima culpa.
Zeker in het geval van de wetenschap en de techniek is het loon dat op de confessie volgt groot geweest. Dankzij het falsificatieprincipe hebben we al die technieken en vernuftigheden kunnen ontwikkelen die ons leven zo paradijselijk maken. Zonder falsificatie en schuldbekentenis geen aardse zegeningen. Een blik op de Derde Wereld en u heeft gezien waar het gelijk ligt in deze pijnlijke kwestie. Het is dan ook niet toevallig dat er nog nimmer Nobelprijzen voor de exacte vakken en de techniek zijn toegevallen aan wetenschappers of wetenschapscentra in de islamitische wereld. Ik begrijp dat er mensen boos kunnen worden wanneer ze dit horen uitspreken, maar ach – u wist het eigenlijk al, en wat is de stelling die ik hier poneer makkelijk te falsificeren.
De islamofiele machthebbers in Europa zijn nog steeds wel bereid om de westerse regels voor de behandeling van kinderen, vrouwen en meisjes met geweld te handhaven. De kiezer dwingt hen daar ook toe. Gun de trouweloze regeerders van wie wij afhankelijk zijn niet de ontsnappingsroute via de shariarechtbank. Die dreiging dienen we af te weren. Maar ook de vrijheid van wetenschap en denken, zo nauw verbonden met joods-christelijke beginselen, dreigt aan het gezag van de sharia-rechtbank onderworpen te worden. Ik geef graag toe dat ‘vrijheid van meningsuiting’ abstract klinkt. Toch wil ik u laten geloven dat het in het belang van uw kinderen en uzelf is, voor die vrijheid elk mogelijk offer te brengen.
Vrouwen en meisjes gaan voor, daarna komt het vermogen tot schuldbekentenis, en dan is er nog een derde veld waar het Westen een geheel irreële kijk op de wereld heeft: de zogeheten Gouden Regel. Deze regel luidt in zijn positieve vorm: ‘Zoals gij wilt dat de mensen u doen, doet gij hen dan ook alzo’. Ten onzent is de regel bekender in zijn negatieve vorm: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’, in het Latijn Quod tibi non vis, alteri ne feceris. De heidense Romeinse Keizer Severus Alexander, 235 overleden, was dol op deze regel en zou hem op alle openbare gebouwen hebben laten aanbrengen. Wij denken zonder dat verder gecontroleerd te hebben, dat deze regel opgang doet in alle godsdiensten en maatschappijvormen. Dat is niet zo.
Wij beschouwen het als vanzelfsprekend dat ook de islamitische theologie deze regel onderschrijft. Tot op heden is dat niet het geval geweest. De theorie van de islam zoals die de afgelopen 1400 jaar heeft geluid, bevat dit gebod niet. Zoals wij zonder onderzoek of nadenken er van uit gaan dat ieder mens wel redelijke opvattingen zal koesteren over vrouwen en meisjes, zo denken we ook dat alle godsdiensten er wel op uit zullen zijn die Gouden Regel toegepast te krijgen. Mijn bewering is weer makkelijk te controleren. Laten moslims aanwijzen waar die regel in een van hun heilige teksten voorkomt.
Onze westerse opvattingen over meisjes en vrouwen zijn ons voldoende dierbaar om ter handhaving van die waarden geweld te gebruiken. Aan die waarden en opvattingen willen we met stelligheid vasthouden. Die bereidheid bestaat naar mijn stellige indruk ook op het gebied rond de Gouden Regel en de Schuldbekentenis, alleen zijn daar de meesten van ons zich het eigen erfgoed niet goed bewust. Ik hoop dat daar verandering in komt.
De westerse opvattingen over meisjes en vrouwen, de westerse opvattingen over schuld en schuld bekennen, en de westerse opvattingen over de Gouden Regel vormen een bedreiging voor de islam. Toch zie ik uit naar het moment dat onze moslimse medemens zijn levenshouding met deze drie elementen zal kunnen gaan verrijken.
Arabist Jansen
http://hoeiboei.blogspot.com/" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
but the heart of the fool to the left.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Goed stuk! Alleen...
In de islam staat op moord de doodstraf, of een boete van 200 kamelen. Dat is klasse justitie maar dit terzijde. Over hoe je bewijst of iemand een moordenaar is staat in de boeken niets. Nou ja, je kunt het voorbeeld van Mohammed nemen die iemand de ogen uitbrandde om aan informatie te komen. Maar hoe voorkom je dat een onschuldige gestraft wordt? Op diefstal van iets met de waarde van een ei of meer staat amputatie. Maar is een nulletje vergeten op je belastingformulier ook diefstal? Ik heb het over je eigen geld achterhouden. Wat zegt de koran of de hadith over wat er met zo’n fraudeur moet gebeuren?
Ze zullen hier allemaal wel oplossingen voor bedacht hebben maar die zijn niet-islamitisch. Het beroep advocaat is zo heidens als de pest maar ook in sharia staten ontkomen ze er soms niet aan een heidensgebruik te hanteren. Dus ik vraag me af hoe compleet de islam wel niet is...
Je hoort heel vaak zeggen dat de sharia, of de islam, een compleet systeem is. Jansen zegt dat hier ook. Hij noemt het zelfs volwassen. Toch heb ik mijn twijfel. Om maar eens wat te noemen, ik ben nooit in de koran of de hadith iets wat lijkt op een advocaat tegengekomen. Mij schiet alleen te binnen dat Mohammed kan bemiddelen, bij Allah, om bepaalde mensen die eerst door Allah geweigerd werden, alsnog toegaan tot het paradijs te verschaffen. Dus voor zover mij bekend kent het islamitischstrafrecht geen advocaat toe.De sharia is de gedragsleer, de wet, van de islam. De sharia is niet een of andere vage vorm van onschuldig en irrelevant canoniek recht, maar de sharia is een compleet juridisch systeem, dat weliswaar ook de beschrijving van het islamitische ritueel omvat, maar voor het overige een volwassen en compleet juridisch bouwwerk is dat contracten, levering en strafrecht, elk juridisch vraagpunt, behandelt.
In de islam staat op moord de doodstraf, of een boete van 200 kamelen. Dat is klasse justitie maar dit terzijde. Over hoe je bewijst of iemand een moordenaar is staat in de boeken niets. Nou ja, je kunt het voorbeeld van Mohammed nemen die iemand de ogen uitbrandde om aan informatie te komen. Maar hoe voorkom je dat een onschuldige gestraft wordt? Op diefstal van iets met de waarde van een ei of meer staat amputatie. Maar is een nulletje vergeten op je belastingformulier ook diefstal? Ik heb het over je eigen geld achterhouden. Wat zegt de koran of de hadith over wat er met zo’n fraudeur moet gebeuren?
Ze zullen hier allemaal wel oplossingen voor bedacht hebben maar die zijn niet-islamitisch. Het beroep advocaat is zo heidens als de pest maar ook in sharia staten ontkomen ze er soms niet aan een heidensgebruik te hanteren. Dus ik vraag me af hoe compleet de islam wel niet is...
Polygamie?Waarom zijn die westerse normen en waarden betreffende de behandeling van meisjes en vrouwen nu toch zo gevaarlijk voor de islam? Het is verleidelijk om nu een grapje te maken, en te zeggen dat de reden daarvan is dat de helft van het mensdom uit meisjes en vrouwen bestaat. Maar in de landen van de islam is dat eigenlijk niet eens zo, daar bestaat, om wat voor reden dan ook, een mannenoverschot.
Een pacifistische moslim is als een vegetarische krokodil.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Er schoot me nog een te binnen. Wat moet volgens het complete systeem islam de pensioensgerechtigde leeftijd zijn?
Een pacifistische moslim is als een vegetarische krokodil.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Volgens mij kennen ze geen pensioen in Islam. Als ik het goed zeg dan is er in geen één Islamitische land een pensioenfonds.
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
but the heart of the fool to the left.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Aan de ene kant kan ik ook wel begrijpen dat ze geen pensioen kennen in de islamitische wereld. Er wordt immers niks geproduceerd en niks gepresteerd. Het is een leven van wat omhangen en zo. Zo kan iedereen 100 worden. Hoewel dat daar nou juist niet gebeurt, maar dat is een ander verhaal. De bedoeling is natuurlijk dat vroeg of laat de kinderen hun ouders gaan verzorgen als ze te oud worden om om te hangen. Een pensioen heb je dan niet nodig. Het lijkt me trouwens dat een pensioensfonds heel erg aan principes die met rente te maken hebben gekoppeld is. Dom van mij om te denken dat het ontbreken van een pensioensgerechtigde leeftijd een hiaat in de islamitische wetgeving is.Ariel schreef:Volgens mij kennen ze geen pensioen in Islam. Als ik het goed zeg dan is er in geen één Islamitische land een pensioenfonds.
Laatst gewijzigd door Zwartmeer op wo nov 18, 2009 3:39 am, 1 keer totaal gewijzigd.
Een pacifistische moslim is als een vegetarische krokodil.
Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.
Ik vraag me wel eens af hoe het zit met de verkeersregels in sharia staten. Ook daar moet iedereen zich aan deze door mensen bedachte regels houden. Dat is in de hele wereld zo. En ze zijn nergens vrijblijvend. Stel een fundamentalistische moslim rijdt te pas en onpas door roodlicht in Saoedi-Arabië of Iran. Ik vraag me dus af op welke grond iemand hem een boete kan geven. In een sharia staat kennen ze alleen de geboden en verboden van god. Dat zijn de enige dingen waar een moslim zich aan hoeft te houden. Dat zeggen ze zelf. Dus met welk recht kunnen ze verkeersovertreders bestraffen?
Een pacifistische moslim is als een vegetarische krokodil.