Casablanca
Het aantal christenen in Marokko is miniem. Het zijn geheime christenen die bijeenkomen in huiskring. Enkel buitenlanders mogen er in de kerk zitten. De Marokkaanse bevolking hoort thuis in de moskee en nergens anders, vindt de overheid
Een jongeman vergezelt me naar de Notre Dame de Lourdes waar de kerstviering plaatsvindt en legt uit dat moslims niet geloven dat Jezus de zoon is van god, maar een profeet, Isa. Een eind voor de kerk, een log gebouw zonder toren dat niet als kerk herkenbaar is, verdwijnt hij plots als een bliksemschicht, zodat de politiemacht voor de ingang van de kerk hem niet kan zien. De Marokkaanse wet verbiedt Marokkanen immers om een kerk binnen te gaan. Er staat ook een legervoertuig met soldaten en agenten van de geheime dienst controleren de kerkgangers. Een agent bekijkt mijn gezicht om te zie of ik geen Marokkaan ben. Een duizendtal gelovigen stroomt toe: zwarte Afrikanen en opvallend veel Europese jonge gezinnen: enkel een buitenlander mag in Marokko christen zijn. Binnen de hoge omheining houdt een jonge Marokkaan die voor de kerk werkt, het winkeltje open. Hij zegt dat hij moslim is, maar het 'katholieke geloof heeft'.“Veranderen van geloof mag niet”, voegt hij eraan toe: “Er zijn al mensen opgepakt daarvoor en na ondervraging in de gevangenis beland”. Het Afrikaans studentenkoor zingt uit volle borst en kinderen beelden kersttaferelen uit inde sfeervolle kerk. Na de viering, geleid door een Franse priester, worden de gelovigen getrakteerd op chocomelk. Enkel de katholieke kerk (met Europese en Afrikaanse priesters) die zelfbedruipend is, bekommert zich in Marokko om migranten en studenten uit West- en Centraal- Afrika die in steden als Casablanca en Rabat aan de universiteit komen studeren.
In de kerk van Carmel Oasis, gelegen in een chique buurt, wordt de dienst geanimeerd door een Togolese studente. Zingend met haar kind op de arm zwaait ze de maat. Een Ivoriaan die in de telecommunicatie werkt en met zijn gezin in al meer dan tien jaar in Casablanca woont, wijst erop dat in de grondwet staat dat een Marokkaan zich niet mag bekeren. Ook hier betaalt de kerk voor haar bescherming: aan de ingang van de omheimde kerk waken drie politieagenten. In het bijhorende klooster met school, wonen vier Arabische zusters: twee Libanese en twee uit Syrië. Ze verzorgen er onderwijs volgens Marokkaans leerplan: dus met uitsluitend islamitische godsdienst. Een jonge Marokkaanse vrouw geeft er les. Ze is opgegroeid in België, studeerde psychologie aan de universiteit van Luik en werkte jaren bij een CLB. Niettemin keerde ze definitief terug Marokko.
Enkel buitenlanders mogen christen zijn
In het klooster Notre Dame de Guadeloupe, een onherkenbaar gebouw verborgen achter een hoge muur, verblijven 28 Mexicaanse zusters. Zuster Irena zegt dat ze hun geloof verdiepen. “Wij zijn hier om het goede voorbeeld voor te leven, niet om te prediken, dat is verboden.” Ze kent een Marokkaan die het land moest verlaten omdat hij zich bekeerde tot christen, verstoten door de familie en vervolgd door de overheid. Haar woorden wikkend, vertelt ze een voorval waarbij een affiche met een christelijke aankondiging, leidde tot een politieoptreden. De politie wou weten wie de affiche had verspreid, want ten strengste verboden, en riep vader-ambt op het matje. De affiche bleek afkomstig te zijn van protestanten. De verantwoordelijke werd opgepakt en het land uitgezet. De klok luidt in het klooster, buiten luiden is verboden. Christenen zijn erg discreet en houden zich gedeisd. Casablanca is nochtans de meest liberale en moderne stad van Marokko.
'Le guide de Casablanca', die reizigers in de hand wordt gestopt bij aankomst in de luchthaven, vermeldt cathédrale Sacre Coeur. De opvallend witte kerk gelegen in het park van de Ligue Arabe, opgetrokken in Neo-gotische stijl met art-deco en Moorse elementen in 1930, werd gesloten na de onafhankelijkheid in 1956. Binnen, een kale ruimte met waterplassen en loshangende draden, eist algemene verwaarlozing zijn tol. Het schijnsel doorheen de mooie glasramen is het enige lichtpunt. De bovenverdieping, waar een man op een tapijt wenkt om tegen betaling de toren te beklimmen, is een vieze duiventil met duivenuitwerpselen. De krakkemikkige wenteltrap opgaan lijkt een gevaarlijke onderneming. Het park is een pleisterplaats voor spijbelende scholieren. Massa's scholieren, jongens en meisjes in jeans liepen de schoolpoorten binnen, telaatkomers mochten er niet meer in.
Dhimmi's
Na de onafhankelijkheid werden de vermolmde klokken in het torentje van Chapelle Anfa-Maârif het zwijgen opgelegd. “Ik genoot zo van het luiden van de klokken”, zegt een Française, geboren en getogen in Casablanca, nostalgisch. Zuster Lucie, vinnig in jeansbroek en spierwit haar, is al zestig jaar in Marokko. Ze verstaat Arabisch en zegt dat de zusters graag gezien zijn. Ze organiseren allerlei lessen voor Marokkaanse vrouwen en helpen wie in nood is. Daarenboven bezoeken ze christenen in de gevangenis, moslims mogen ze niet bezoeken want bekeren is streng verboden. “Een moslim die zich openlijk bekeert kan een gevangenisstraf tot drie jaar krijgen”, verduidelijkt ze. Wat de ontplooiing van politie en veiligheidsdiensten voor kerstdienst betreft, legt ze uit dat men ervoor beducht is dat christenen een revolutie zouden ontketenen, om hen te beschermen tegen radicale moslims (er werden al christenen aangevallen) en om te voorkomen dat Marokkanen de dienst zouden bijwonen; in dit geval worden ze aangehouden en ondervraagd. Ze kent een Marokkaanse vrouw die zich in het geheim heeft bekeerd en soms de kerk binnenglipt, Europees gekleed. De politie heeft het niet door omdat ze er niet Marokkaans uitziet.
Zuster Lucie zegt dat men geen grond of gebouw mag kopen voor een kerk (dit is ook zo in Turkije, waar een christelijke denominatie geen bankrekening mag openen en het artikel 301 over de 'Turkse identiteit' wordt gebruikt om Turken die zich tot christen bekeren te arresteren). Ze heeft het over een Engelse vroedvrouw die probeerde te evangeliseren: ze vertelde bijbelverhalen aan kinderen en werd daarom het land uitgezet. De parochiepriester heeft een namenlijst van Marokkanen die zich in het geheim bekeerden, een lijst waarmee hij uiterst voorzichtig is. “Wie zich bekeert krijgt problemen met de familie”, vervolgt ze. “Geheime christenen kunnen hun geloof niet naar buiten tonen want dan worden ze gearresteerd.” Er is een ondergrondse kerk bestaande uit Marokkanen die zich tot christen bekeerden. In Casablanca, waar er minder sociale controle is, zouden er een honderdtal zijn. Ze komen in het geheim bijeen in het huis van van kerklid.
Eglise du Christ-Roi is een bunker met plat dak, binnen een omheining met een stalen poort, waar Marokkaanse agenten, betaald door de kerk, de veiligheid verzekeren. De dienst is er in het Italiaans voor een handvol verarmde Italianen en Spanjaarden die al hun hele leven in Casablanca wonen en werken. En non verbergt haar kruis terug onder haar kledij vooraleer ze na de mis de straat opgaat. Ook de Italiaanse priester verlaat het kerkdomein gekleed als een toerist met pet. Uiterlijke tekens van een andere religie worden in het openbaar niet geduld. Gelaten lijkt men zich te schikken in de dhimmitude. In het bijhorend rusthuis slijten Italianen, Portugezen en Spanjaarden die altijd in Casablanca hebben gewoond, hun oude dag in armoedige omstandigheden. Er werken Marokkaanse verzorgsters die betaald worden door de oudjes. De Marokkaanse overheid doet niets voor hen. Hun laatste rustplaats zullen ze vinden op het erg verwaarloosde christelijke kerkhof al-Hank. In alle vergetelheid, ten prooi aan verval en overwoekerd door hoog opgeschoten onkruid staan architecturale juweeltjes: familiegraven, vaak met Spaanse namen.
Autochtone christenen in Noord-Afrika
Marokko was net als de rest van Noord-Afrika, tot de verovering door de islam, overwegend christelijk. Historische bewijzen van de vroeg-christelijke aanwezigheid zijn de Romeinse steden Volubilis, Tingis (Tanger), Lixus (Laranche), gelegen in het noorden van Marokko. Vele Berbers, Amazighen (vrije mens) werden christen. De heilige Marcellus stierf in Tanger in de 3de eeuw. Belangrijke christelijke leiders kwamen voort uit de de Noord-Afrikaanse Kerk, zoals de kerkvader Augustinus. Hij werd geboren in Algerije, als zoon van een Berbers raadsheer en een christelijk Berberse moeder. Hij was filosoof, theoloog en gaf les in Carthago (Tunesië). Van 396 tot 430 was hij bisschop van Hippo en leidde een sober kloosterleven. Hij predikte, maar was vooral denker en schrijver: hij schreef traktaten, verhandelingen, brieven, preken, bijbelcommentaren, theologische teksten. Latere theologen zoals Thomas van Aquino en Calvijn, zijn sterk beïnvloed door het werk van Augustinus. Hij stierf voor de inval van de Vandalen die alles vernielden dat op hun weg kwam. De Vandalen werden verslagen en de autochtone Noord-Afrikaanse kerk kon zich herstellen.
Maar 'Maghreb El Aksa' (het uiterste Westen), zoals Marokko in het Arabisch werd genoemd, werd door de Arabische wereld gezien als een gebied van 'ongelovigen' waar de islam te vuur en te zwaard moest verspreid worden. Sidi Okba ibn Nafi stond aan het hoofd van de Arabische strijdmacht die Noord-Afrika binnenviel om joden en christenen te bekeren. Bij zijn derde veldtocht in 684 viel hij Marokko binnen Volgens de kronieken dreef hij nabij Agadir zijn paard in de golven en slaakte hij een luide kreet: 'Ik zou altijd blijven strijden voor uw godsdienst en iedereen doden die u niet gelooft'. De autochtonen,Berbers, boden echter weerstand tegen de Arabieren en Nafi werd in Algerije gedood. In 703 werd de tweede veroveringstocht ondernomen onder de krijgsman, Moussa ibn Nasr en werden de Berbers verslagen. Idriss I vestigde in 788 de eerste islamitische dynastie, waarna de islamisering van de Amazighen kon beginnen.
Christenen en joden werden onderworpen aan de discriminerende tweederangs dhimmistatus: ze moesten zware belastingen, 'jizya', betalen in ruil voor bescherming. Veel Berbers bekeerden zich onder druk: in ruil voor bekering kregen ze posten in het leger en in de politiek, materiële voordelen en vooral een verlaging van de belasting. Veel Berber-joden konden standhouden. Maar de Berber-christenen waren armer en bezweken onder het juk van de discriminerende belastingen en propaganda. Door deze impliciet gedwongen bekeringen verdween het autochtoon christendom in Noord-Afrika in een eeuw tijd, in de annalen van de geschiedenis. Tijdens de periode van het Frans protectoraat was er wel godsdienstvrijheid, christenen konden hun geloof uiten en er werden kerken gebouwd Na onafhankelijkheid in 1956 werd dit teruggeschroefd: veel kerken werden gesloten, klokken mochten niet meer luiden, de meerderheid van de Europese christenen verliet het land. Er kwam een verbod op evangelisatie en de onderdrukking van religieuze minderheden herbegon.
Vervolgde christenen
De Marokkaanse grondwet, conform de islam, verbiedt Marokkanen om zich te bekeren tot een andere godsdienst en afvalligheid. Kiezen voor vrijzinnigheid of atheïsme is ook verboden. Niet-gelovigen hebben niet het recht om dit te openlijk uiten en nog minder om de islam te bekritiseren, op straf van arrestatie en opsluiting. In november vorig jaar eiste een groepje Marokkanen het recht op om atheïst te mogen zijn en organiseerde een 'open picknick' in een park. De politie arresteerde hen onmiddellijk en de de organisator, een Marokkaanse vrouw die journalist is bij een Franstalig weekblad, werd gedeporteerd naar Frankrijk.
De Marokkaanse koning is zowel staatshoofd als aanvoerder van de gelovigen: 'Amir el Moumine'. Hij leidt de hoge raad van oelema's (schriftgeleerden) die het alleenrecht heeft om fatwa's uit te vaardigen. Twee jaar geleden richtte Marokko 'de raad van oelema voor Marokkanen in Europa' op, die toeziet op het behoud van het islamitisch geloof en de Marokkaanse identiteit. Ze zijn vooral bezorgd dat Marokkanen in Europa vrijzinnig zouden worden en gebruiken hun invloed om hen zo islamitisch mogelijk te houden. Onder meer door het hanteren van een verplichte islamitische namenlijst, te raadplegen bij onze burgerlijke stand. Geeft een Marokkaans koppel hun kind geen toegestane islamitische naam, dan komt het kind niet in aanmerking voor de (dubbele) Marokkaanse nationaliteit. Marokko is ook lid van de Organisatie van de Islamitische Conferentie, die de Universele Verklaring van de Mensenrechten ondergeschikt maakt aan de islamitische wetten.
Wetsartikel 220 van het Marokkaans strafrecht bepaalt: 'Elke verhindering van één of meerdere personen in de uitvoering van hun geloofsovertuiging of van een bijeenkomst van moslims is strafbaar met drie tot zes maanden hechtenis en een boete van (omgerekend) 75 euro, dit geldt ook voor ieder die het geloof van een moslim aan het wankelen brengt of bekeert tot een andere religie. Gevolggevend aan dit wetsartikel worden er regelmatig christenen het land uitgezet. In maart werden meer dan veertig christenen gedeporteerd die alles moesten achterlaten.
Op zondag 7 maart stormde de politie in Marrakech een hervormde kerk binnen en arresteerde er twee Afrikanen omdat ze contact hadden met een Marokkaan die zich in het geheim tot het christendom heeft bekeerd. In Amizmiz, een stadje ten zuiden van Marrakech, voerde de politie in opdracht van de minister van justitie, Mohammed Nacir op 4 februari met 15 voertuigen een raid uit op een huis waar Marokkanen een bijbelstudie hielden. Achttien mensen, waaronder kleine kinderen van nog geen vier jaar, werden opgepakt en veertien uur lang ondervraagd. Ondertussen werden ze gefilmd. De enige buitenlander, een Amerikaan, werd gedeporteerd, de autoriteiten namen in het huis de bijbels in beslag, boeken, twee laptops en een GSM. De woordvoerder van ambassade van de VS bevestigde dat er een lijst is van nog veertig uit te zetten Amerikanen, wegens zendingswerk (daarentegen zond Rabat afgelopen najaar wel 176 imams naar Europa om er te preken).
Op 4 december vorig jaar deed de politie een inval in een huis in Oujda waar christenen waren samen gekomen. Alle christenen, buitenlanders en 12 Marokkanen werden gearresteerd. De buitenlanders: een Guatemalteek, twee Zwitsers, en twee Zuid-Afrikanen werden gedeporteerd. In dezelfde maand werden in Rabat vijf evangeliserende christenen het land uitgezet: ze hadden bijbels en christelijke literatuur bij zich. Vorig jaar werd een Duitse toerist veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf en een geldboete omdat hij bijbels had uitgedeeld in de badplaats Agadir. Twee jaar geleden belandde een Belg in de gevangenis omdat hij een bijbel had gegeven aan een Marokkaan.
Een tijd geleden werd een Zuid-Afrikaanse pastoor onder politiebegeleiding het land uitgezet, na zes jaar in Marrakech te hebben gewerkt. Hij werd beschuldigd van bekeringsijver. De islam tolereert niet dat moslims christen worden, daartoe sporen geheime diensten zendelingen op, die dan zonder vorm van proces het land worden uitgezet. Marokkanen die christen zijn of worden kunnen een zware repressie verwachten van de overheid. Ze vergaderen ondergronds en komen bijeen in huiskerken. Soms worden deze verstoord door de politie met uitgebreide huiszoekingen en onverwachte arrestaties, bij de ondervraging op politiebureaus ligt de nadruk op het bekomen van de namen van buitenlandse zendelingen. De populist en hoofdredacteur van het invloedrijke dagblad 'al Massae', Rachid Niny, liet niet na om er fijntjes op te wijzen dat er nog 25 000 christenen in Marokko rondlopen, mochten die wel gewoon hun gang gaan? Kort daarop werden zeven Spanjaarden en een Duitser gedeporteerd, 'op heterdaad betrapt op bekeringsijver'. In maart werd een Franse buschauffeur opgepakt omdat hij bij elk tankstation waar hij stopte, christelijke literatuur achterliet. In Casablanca werden vijf vrouwen het land uitgezet: ze hadden bijbels bij.
Oelema's steunen de uitwijzing van christenen
Op een top tussen de Europese Unie en Marokko in het Spaanse Granada op 7 maart bekritiseerde Europees president Herman Van Rompuy Marokko omwille van van gebrek aan godsdienstvrijheid en drong erop aan om de vrijheden van alle burgers te respecteren. Cynisch genoeg vond op datzelfde moment aan de overkant van de straat van Gibraltar, in het hele land een gecoördineerde actie plaats van de Marokkaanse politie, waarbij tien christelijke buitenlanders zonder enige waarschuwing werden opgepakt en het land uitgezet. Twee dagen later ondergingen tientallen andere buitenlandse christenen hetzelfde lot, onder wie zes Nederlanders.
De uitgezette Nederlanders ontfermden zich reeds meer dan tien jaar over 33 kinderen in een dorp in de Midden-Atlas, Aïn Leuh. Deze kinderen zijn meestal verstoten en afkomstig uit prostitutie, buitenechtelijke relaties of verkrachting. De heer en mevrouw Boonstra hadden acht pleegkinderen onder hun hoede, toen plots een agent in burger hen het bevel gaf om nog diezelfde avond te vertrekken. De kinderen, die via de school waren verwittigd, renden in paniek de school uit en klampten zich vast aan hun pleegvader. Meneer Boonstra kreeg nipt drie uur de tijd om zijn koffers te pakken Als de politie hem later kwam oppakken trokken de kinderen aan zijn koffer en liepen mee, gillend en schreeuwend om hun papa. Maar hij werd samen met zijn medewerkers gedeporteerd naar Nederland. Veertig Amerikanen die ook betrokken zijn bij het Village of Hopeproject maar toen niet in Marokko verbleven, kregen ook te horen dat ze het land niet meer in mogen. Dat een opvangtehuis met christelijke pleegouders van de ene op de andere dag kan worden opgerold, omdat er soms verhalen uit de bijbel werden voorgelezen, zou te maken hebben met het heropleven van het islamitisch fundamentalisme en het aantreden van de nieuwe minister van Justitie, Mohamed Naciri, die de wet naar de letter laat uitvoeren.
Bovendien steunen zowat 7000 Marokkaanse oelema's (islamitische schriftgeleerden) de uitwijzing van de christenen. In een verklaring op 10 april verleenden ze hun steun aan koning Mohammed VI die in maart meer dan zeventig christenen het land liet uitzetten, op beschuldiging van 'proselitisme'. De oelema's beschouwen deze bekeringsijver als een 'morele verkrachting' en een vorm van 'religieus terrorisme'. Khalid Naciri, minister van communicatie, waarschuwde dat men 'streng zal optreden tegen diegenen die bekeerlingen werven voor een andere godsdienst'.
De vijandigheid jegens christenen neemt toe. Een priester uit een dorp niet ver van Marrakesh heeft alle diensten stopgezet: hij vreest voor aanvallen tijdens de misviering. Nadat reeds meer dan honderd christenen het land waren uitgezet, volgde een nieuwe golf van uitzettingen. Deze vinden bijna altijd in het geheim plaats en gebeuren zonder vorm van proces. De Marokkaanse overheid heeft lijsten opgesteld van 'verdachte' personen. Na een verlofperiode of een conferentie in het buitenland komen zij veelal het land niet meer in. Momenteel geldt dit voor diverse Nederlanders. De Nederlandse minister, Verhagen, van Buitenlandse Zaken trok al aan de alarmbel over de gang van zaken in Marokko, maar vergeefs. Ook de Spaanse ambassadeur in Marokko tekende protest aan, maar de Marokkaanse autoriteiten blijven christenen uitzetten.
Terwijl in onze contreien moslims rechten opeisen die men anderen niet gunt, hebben christenen en andere minderheden in landen met een moslimmeerderheid minder rechten en is er geen geloofsvrijheid, noch wederkerigheid. De Zwitserse islamoloog, Tariq Ramadan, kleinzoon van de oprichter van de radicale Moslimbroeders, zei het al: “We moeten de wetten in Europa respecteren, tot we in de meerderheid zullen zijn.” Dit ligt in het verlengde van visie van de eerste president van Bosnië, Alija Izetbegovic (hij stierf in 2003), die geen multi-etnische democratie wou. In 1970 publiceerde hij zijn verklaring waarin hij stelt dat er geen sprake kan zijn van co-existentie tussen het islamitische geloof en niet-islamitische samenlevingen en instellingen.