Arabist Hans Jansen

Gebruikersavatar
Zwartmeer
Berichten: 12339
Lid geworden op: zo jan 26, 2003 3:12 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Zwartmeer »

Ik geloof niet dat deze hier al geplaatst is.





Een pacifistische moslim is als een vegetarische krokodil.
Gebruikersavatar
Zwartmeer
Berichten: 12339
Lid geworden op: zo jan 26, 2003 3:12 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Zwartmeer »

Met Hans Jansen.

Een pacifistische moslim is als een vegetarische krokodil.
Gebruikersavatar
Ariel
Berichten: 89854
Lid geworden op: wo apr 07, 2004 10:30 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Ariel »

Pijnlijke kwesties: De vrouw

Wat de Koran over de vrouw zegt, is niet altijd even duidelijk en expliciet. De regelingen die de islam ten aanzien van de positie van de vrouw heeft getroffen, staan daarentegen duidelijk beschreven en uitgespeld in de sharia. Ook hier geldt weer onverkort dat wat de islam ten aanzien van de vrouw leert, niet alleen uit de Koran af te leiden is, maar dat alle genres gezaghebbende teksten daarbij betrokken moeten worden.

Dit spreekt haast vanzelf, maar het kan niet vaak genoeg gezegd worden. Zelfs bij het protestantisme is dit het geval. Het is eenieder duidelijk dat het onmogelijk is een beschrijving van de leerstellingen van het protestantisme te maken zonder ook naar andere documenten dan de Bijbel te kijken. En dat terwijl het protestantisme expliciet de regel 'Alleen bij de Schrift', sola scriptura, hanteert. Bij de islam is het niet anders: alleen de Koran is als bron van een adequate beschrijving onvoldoende. Bovendien onderschrijft de islam ook nog eens de protestantse regel sola scriptura niet.

Zowel de Bijbel als de Koran zijn geen moderne boeken. De opvattingen over de vrouw die deze teksten bevatten, zijn dan ook niet modern. Veel kerkgenootschappen, maar niet alle, hebben de onmoderne uitspraken over de vrouw tot dode letter verklaard. Te denken valt aan 'Vrouwen, weest uw man onderdanig', dat maar liefst drie keer in het Nieuwe Testament voorkomt (Efeziërs 5:22, Colossenzen 3:18 en 1 Petrus 3:1). In een van de brieven van Paulus lezen we: 'Ik sta niet toe dat een vrouw onderricht geeft of gezag over de man heeft; zij moet zich rustig houden' (1 Timotheüs 2:12). Deze verzen worden door de kerken genuanceerd bekeken, in een historische context geplaatst, en zo bedaard mogelijk buiten de discussie gehouden. Zodra dat niet gebeurt, ontstaan er grote spanningen omdat de moderne opvattingen over de vrouw en de rolverdeling tussen man en vrouw in het Westen diep zijn ingevreten. In de islamitische wereld is dat anders. De sharia gaat in onmoderniteit vaak nog verder dan de Koran.

Soera 4:34, in de vertaling van Kramers, zegt meteen duidelijk waar het op staat:

De mannen zijn opzichters over de vrouwen
voor wat God aan de een meer heeft gegeven dan aan de ander.

Of, zoals Leemhuis vertaalt:

De mannen zijn zaakwaarnemers voor de vrouwen
omdat God de een boven de ander heeft bevoorrecht.

Soera 2:228 is niet veel anders:

De mannen hebben een positie boven [de vrouwen].
(Leemhuis)
De mannen hebben een rang boven [de vrouwen].
(Kramers)

Soera 33:33 richt zich gezien de gebruikte grammaticale vormen tot vrouwen, en voegt aan de vorige verzen toe:

Blijft in jullie huizen (Leemhuis)
Blijft rustig in uw huizen (Kramers)

De meestal door mannen naar voren gebrachte stelling dat vrouwen de deur niet uit mogen zonder de toestemming van hun man, is op dit vers gebaseerd. In een aantal islamitische landen is dit vers zo opgevat dat vrouwen wanneer ze een paspoort of uitreisvisum willen aanvragen, als waren ze minderjarige kinderen ook een briefje met toestemming daarvoor van hun man nodig hebben.

Maar in moderne westerse ogen is vooral het slot van 4:34 aanstootgevend. Kramers vertaalt:

Maar zij van wie gij opstandigheid vreest
vermaant haar
en vermijdt haar op de rustplaatsen
en slaat haar.

Leemhuis:

Maar zij van wie jullie ongezeglijkheid vrezen
vermaant haar
laat haar alleen in de rustplaatsen
en slaat haar.

Het gaat dus niet om het slaan van vrouwen die daadwerkelijk ongezeglijk zijn, maar om het slaan van vrouwen van wie uitsluitend gevreesd wordt dat ze ongezeglijk zullen zijn. In de meeste westerse landen is zulk slaan bij wet verboden. 'Slaat haar', in het Arabisch wa-Dribuuhunna, betekent echt gewoon 'slaan'. Het werkwoord komt in de Koran in die betekenis tientallen keren voor, ook bijvoorbeeld in soera 8:12, het vers over de nekken en de vingerkootjes van de ongelovigen. Gelijkheid voor de wet is hier ver te zoeken. Mannen krijgen in dit vers het recht te slaan, vrouwen krijgen niets.

De superioriteit van monogamie boven polygamie is niet vanzelfsprekend. Maar het is duidelijk dat als een man wel meer dan één vrouw mag huwen, en een vrouw niet meer dan één man, dat dan het principe van gelijkheid voor de wet van man en vrouw geschonden is. Soera 4:3 schrijft voor:

Indien gij ducht niet rechtmatig te zullen zijn ten aanzien van de wezen
huwt dan wat u aanstaat van de vrouwen
een tweetal en een drietal en een viertal.

Leemhuis:

Als jullie vrezen ten aanzien van de wezen niet juist te handelen
trouwt dan met zoveel vrouwen als jullie goeddunkt
twee, drie of vier.

Er doen over deze kwestie een aantal overbekende, in wezen apologetische opmerkingen de ronde. De bekendste is dat door de vele gewapende conflicten er in het antieke Arabië een vrouwenoverschot was ontstaan. Daardoor zou polygamie nodig zijn geworden. Het bestaan van zo'n vrouwenoverschot is nooit aangetoond. In de moderne Arabische wereld bestaat overigens zoals de cijfers uitwijzen juist een mannenoverschot.

Haast even bekend is de andere opvatting. In de periode voor de islam zou het aantal vrouwen waar een man mee gehuwd kon zijn, onbeperkt zijn geweest. (Dit veronderstelt tot op zekere hoogte weer een vrouwenoverschot.) Hiertegen trad de islam regulerend op, en het aantal echtgenotes werd beperkt tot vier. Moderne moslims zouden dan die lijn verder door moeten of willen trekken, totdat we op monogamie uitkomen.

Het probleem hierbij is dat we eigenlijk niet weten of in de tijd voor de islam het aantal echtgenotes inderdaad onbeperkt was. Bovendien heeft een man volgens de sharia, maar ook volgens de Koran, zie bijvoorbeeld het slot van vers 4:3, het recht seksuele omgang te hebben met een onbeperkt aantal slavinnen. Het aantal partners wordt dus door de islamitische regelingen op geen enkele wijze beperkt. De ongelijkheid in rechten tussen mannen en vrouwen, slaven en slavinnen, vrijen en slaven, is hier bijzonder groot.

Eigenlijk zou vooral de positie van de slaven hier om extra aandacht moeten vragen. In de moderne wereld is, door toedoen van het christelijke Westen, de slavernij in de eerste helft van de negentiende eeuw afgeschaft. Moderne mensen kunnen zich nauwelijks nog een voorstelling maken van waar slavernij op neerkomt. Bijbel en Koran beschouwen daarentegen de slavernij als iets vanzelfsprekends, maar een gruwelijker voorbeeld van ongelijkheid voor de wet dan slavernij is haast niet te bedenken. Ook is slavernij een schrijnend voorbeeld van een schending van de Gouden Regel. Aangezien niemand tot slaaf gemaakt wil worden, zou ook niemand een ander tot slaaf moeten willen maken. De sharia gaat realistisch met de slavernij om, en slavernij is in de islamitische wereld onder invloed van het Westen in het algemeen in theorie verboden. In sommige landen overigens nog niet zo lang. Over de prakijk van landen als Mauretanië en het Arabisch schiereiland, alsmede Soedan en ommelanden, bestaat grote twijfel.

Een ander groot verschil in rechten tussen man en vrouw is dat de Koran, en ook de sharia, het aan een islamitische man toestaat met een joodse of een christelijke vrouw te huwen, maar het omgekeerde is verboden. De sharia behandelt deze kwestie in de hoofdstukken over de 'gelijkheid van rang' van de echtelieden, want ongelijkheid ten aanzien van geboorte of stand vormt volgens de sharia een huwelijksbeletsel. Christen of jood zijn levert naar het oordeel van de islam een zo grote ongelijkheid van geboorte of stand op, dat het een huwelijk van een moslimvrouw met een christen of jood onmogelijk maakt. Anders gezegd, een man die jood of christen is staat qua rang zo ver beneden een vrouw die moslim is dat een huwelijk is uitgesloten. Een vrouw daarentegen is altijd lager van rang dan haar man. dus kan een moslim wel met een joodse of christelijke vrouw een huwelijk sluiten. Deze regeling schendt de moderne westerse opvattingen over gelijkheid van man en vrouw op tal van plaatsen.

Nu de teksten. Soera 2:221 verbiedt aan moslims een huwelijk met 'genotengeefster', maar soera 5:5 stelt dat een huwelijk met christelijke en joodse vrouwen wel is toegestaan.

Ook de eerbare vrouwen onder de gelovigen
en de eerbare vrouwen onder hen aan wie voor u de
Schrift gegeven is.

'Degenen aan wie voor u de Schrift gegeven is' is in de Koran zoals bekend een gewone aanduiding van de joden en de christenen.

Wat betreft de echtscheiding zijn de rechten van de man en de vrouw sterk verschillend. De man heeft het recht tot eenzijdige verstoting. Het is niet goed te zeggen of dit goed dan wel verkeerd is, maar dat het een rechtsongelijkheid tussen man en vrouw oplevert, is duidelijk. Wat tot een duizelingwekkende casuïstiek kan leiden, is dat voor de sluiting van een huwelijk getuigen nodig zijn, maar volgens de sharia voor de verstoting niet. Daarenboven kan de man zijn verstoting herroepen, ook zonder dat daar weer getuigen voor nodig zijn. Tot wat voor onoverzichtelijke situaties dit allemaal kan leiden, is zonder veel mededogen beschreven door Arun Shourie, The World of Fatwas or the Shariah in Action, New Delhi 1995.

Soera 2:223 vergelijkt de vrouw met een akker, wat weer vragen oproept, niet alleen over de verhouding tussen man en vrouw maar ook over het milieu waarbinnnen de Koran is geopenbaard dan wel ontstaan. Het antieke Arabië kende wel dadelteelt, maar waren er ook akkers? Of zou de herkomst van de Koran toch in vruchtbaarder streken gezocht moeten worden, meer naar het noorden, het zuiden van Syrië? Het vers luidt:

Uw vrouwen zijn een akker voor u
zo komt dan tot uw akker
zoals gij maar wilt.

Naar moderne opvattingen is de verhouding van de man tot zijn vrouw anders dan die van de boer tot zijn akker. Maar wie bepaalt welke opvatting de juiste is?

Soera 2:228 is de basis voor de regel dat het getuigenis van een vrouw slechts half zoveel waard is als dat van een man:

Neemt het getuigenis aan van twee uwer mannen
doch indien er niet twee mannen zijn
dan één man en twee vrouwen
... voor het geval dat één van de beide [vrouwen] dwaalt
de andere van beiden haar eraan kan herinneren.

In moderne ogen is dit een wel erg groot verschil in rechtspositie. Toch horen deze zaken eerder thuis bij de sharia dan bij de Koran.

HansJansen


Uit: Zelf koranlezen - Hans Jansen
Hoofdstuk 7 'Pijnlijke kwesties', pag. 193 - 199
http://hoeiboei.blogspot.com/2010/07/pi ... vrouw.html" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
Gebruikersavatar
Ariel
Berichten: 89854
Lid geworden op: wo apr 07, 2004 10:30 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Ariel »

Jihad is weer individuele plicht
Hans Jansen

De aanval op Amerika van 11 september 2001 markeert het besef dat de islamitische plicht tot het voeren van de jihad niet langer door overheden vervuld word
In de geschiedenis van de islam is 11 september een belangrijke dag. Op 11 september 1683 begon de aanval van het Poolse leger op de Turken die Wenen aan het belegeren waren. Zoals bekend werd Wenen ontzet, de Turken werden daar verdreven. Dat was het einde van de door staten gevoerde jihad-oorlogen, althans tot op heden.

Zulke oorlogen waren al begonnen tijdens het leven van Mohammed (570-632). Het is de sharia die het verplicht stelt zulke oorlogen te voeren. Daartoe beroept de sharia zich op de Koran en op het voorbeeld van Mohammed. Er bestaan geen sharia-handboeken die niet oproepen tot de jihad.
De Koran is een oud document, en het is moeilijk na te gaan wat de tekst betekent. Er zijn westerse Koranuitleggers die menen dat de Koran, mits goed uitgelegd, niet oproept tot beoorloging van de ongelovigen. Wie weet. Maar in de moskee is de uitleg die de sharia aan de Korantekst geeft, de heersende uitleg.

De sharia is heel precies, en bepaalt dat de plicht zo’n oorlog te voeren voor een individuele moslim vervalt wanneer de overheid zich van die taak kwijt. Overheden in de islamitische wereld hebben individuele jihadstrijders dan ook altijd stevig aangepakt. Net zo goed als het slaan van munten het alleenrecht van de overheid is, is de jihad dat ook.
Wie dat monopolie schendt, is nog niet jarig.

Sinds 1683 kwijten de overheden in de islamitische wereld zich niet langer van hun plicht tot het voeren van de jihad, althans niet met succes. Daarom, volgens de regels van de sharia, valt die taak terug aan individuele moslims. Staten die in deze tijd aan, bijvoorbeeld, Amerika, een jihad-oorlog zouden verklaren, konden immers wel eens nog maar weinig toekomst hebben.
De aanval op Amerika van 11 september 2001 markeert het besef dat de islamitische plicht tot het voeren van de jihad niet langer door overheden vervuld wordt, en dat ngo’s als Al-Qaida daarom deze taak moeten overnemen.

Sinds 11 september 2001 hebben er volgens http://www.thereligionofpeace.com" onclick="window.open(this.href);return false; meer dan zestienduizend aanslagen plaatsgevonden, waarbij de omstanders steeds weer met jaloersmakende hardnekkigheid willen blijven geloven dat deze aanslagen los van elkaar staan en niets met elkaar te maken hebben.

Er doen wilde speculaties de ronde over de daders en aanstichters van 9/11. Die speculaties zijn van weinig belang. Achteraf moeten we vaststellen dat 9/11 vooral heeft laten zien dat de jihad weer een individuele plicht is. Daarom is 11 september een belangrijke dag.

Hans Jansen is arabist, islamoloog en publicist

http://extra.volkskrant.nl/opinie/artik ... ele_plicht" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
Gebruikersavatar
Ariel
Berichten: 89854
Lid geworden op: wo apr 07, 2004 10:30 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Ariel »

Toespraak Arabist Jansen bij boekpresentatie Martin Bosma

Toespraak Hans Jansen bij boekpresentatie “De Schijn-élite van de valsemunters” van Martin Bosma, 29 september 2010, Oude Zaal van de tweede Kamer, Binnenhof, Den Haag.

Voor mijn informatie ben ik grotendeels afhankelijk van de staatsomroep, dus misschien zit ik er helemaal naast, maar als ik het goed begrepen heb, was het gisteren, dinsdag 28 oktober 2010, voor Nederland D-Day. Er zal nog veel strijd volgen op D-Day, mogelijk zelfs de rivers of blood die Enoch Powell voorspeld heeft, maar het keerpunt in deze strijd ligt op dit mooie moment één dag achter ons.

Maar vandaag willen we onze gedachten ver houden van de moeilijkheden die in het verschiet liggen, want het is feest vanwege het uitkomen van het prachtboek van Martin Bosma.
In mijn studententijd hadden we nog nooit van Job Cohen gehoord. Toch zongen we toen een prachtlied, waarvan de beginregels luidden ‘Op socialisten, sluit de rijen, het rode vaandel volgen wij, ’t is door de jaren wat versleten, ’t heeft nu de kleur van slappe thee.’

Slappe thee inderdaad. Nederland is sinds de jaren zestig opgezadeld met een thee-kleurige, oranjerode elite die de inwoners van dit land schade toebrengt. Het is onze allereerste taak die elite een spiegel voor te houden.

Die elite en haar hulptroepen zijn daar niet blij mee. Iemand die zoals Theo van Gogh of Pim Fortuyn in woord of geschrifte laat blijken hun fabeltjes en verzinsels niet voor zoete koek te slikken, loopt grote risico’s.

Het gaat zoals we allemaal eigenlijk wel al weten om een elite die er een bloedhekel aan heeft als iemand ze een spiegel voorhoudt, een elite die in besloten kring wel wat meer in zijn schild voert dan alleen theedrinken. Het gaat om een elite die bovendien wraakzuchtig is, want niets doet machthebbers zo veel pijn als het verlies van een deel van hun macht.

Het moet daarom worden toegejuicht dat Martin Bosma helder, scherp en leesbaar onder woorden heeft weten te brengen hoe het precies zit tussen die elite en Nederland. Om aan de macht te blijven bedient de schijn-elite zich van ideologische valsemunterij, en dat kan heel lang goed gaan, maar valsemunterij lukt niet zodra de valse biljetten tegen het licht worden gehouden.

In zijn prachtboek richt Martin bladzij na bladzij de schijnwerper op de kletskoek die dagelijks over ons heen gestrooid wordt, en die kletskoek is daar niet tegen bestand.

De ongeveer anderhalf miljoen mensen die op de PVV gestemd hebben, zullen het boek van Martin willen gaan kopen, om op bruiloften en partijen de redelijke argumenten bij de hand te hebben die een mens nodig heeft om zijn politieke voorkeuren gedocumenteerd te verdedigen. Maar ook als maar de helft van alle stemmers op de PVV het boek koopt, is Martin over een paar maanden een man met een bescheiden eigen vermogen.

Dat heeft hij ook wel verdiend, en ach, het meeste gaat toch naar de belasting, moet u maar denken, en kan dan gebruikt worden om subsidies te geven aan kunstzinnige dans, aan windmolens op de Noordzee of een van de andere projecten van de Groene Khmer, of misschien ook wel aan een werkbezoek van Sheikh al-Qaradawi aan het Sultanaat van Amsterdam-West.

Ik vind het dapper van Mai Spijkers van uitgeverij Bert Bakker/Prometheus dat hij het boek van Martin Bosma heeft uitgegeven. Die Spijkers is een rare man, maar dit heeft me nou toch wel voor hem ingenomen. Ik hoop maar dat zijn uitgeverij gebruik heeft gemaakt van de voordelige aanbieding stalen rolluiken waarvoor op de website van de PVV laatst werd geadverteerd.

Toen ik in Egypte woonde, placht ik regelmatig bij islamitische predikanten op bezoek te gaan, om deze heren domme vragen te stellen. Eén van deze vrome mannen zei op een keer tegen me: ‘Ach, weet u, meneer Jansen, ik heb hier regelmatig westerse journalisten op bezoek. Meestal vraag ik ze of zij niet ook vinden dat de koran en de bijbel eigenlijk hetzelfde zijn. Als ze dan met ‘ja’ antwoorden, dan weet ik zeker dat ze van die beide boeken geen letter gelezen hebben’.

Die islamitische predikant had het beter door dan de professionele islam-watchers van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken of die van de Nederlandse gevestigde

politieke partijen. Hoewel, misschien vinden de gevestigde politieke partijen de islam
niet eens belangrijk genoeg om die te watchen. Godsdienst, gelooft de elite van de linkse kerk met benijdenswaardige blijmoedigheid, is immers apekool. Nu, ik heb een slecht bericht: godsdienst is geen apekool. Er is geen enkele daad die mensen niet ooit wel eens een keer hebben gepleegd, of juist nagelaten, omdat ze meenden dat hun godsdienst dat van hen eiste. Je kunt het zo gek niet bedenken of er is wel ergens een godsdienst die het oplegt of verbiedt.

Nederland is deel gaan uitmaken van een multiculturele superstaat die ‘de Europese Unie’ heet. De ideologie van de multiculturaliteit onderwijst dat niet alleen individuen gelijk en gelijkwaardig zijn, maar ook collectieven: alle maatschappijvormen en godsdiensten zouden evenwaardig zijn, beweert deze ideologie. Aan de universiteiten worden er ongetelde uren gestoken in het de studenten ervan overtuigen dat maatschappijen die niet eens hun eigen rioolwater kunnen zuiveren, gelijkwaardig zijn aan de onze.

Maar voordat Nederland deel ging uitmaken van die Europese multiculturele heilstaat, kende dit land eigenlijk minstens drie leuzen. Het fiere Je maintiendrai, ‘ik zal handhaven’; het optimistische luctor et emergo, ‘ik worstel en kom boven’; en het wat sentimentele den vaderland getrouwe. Het is niet zo’n goed idee die drie leuzen te vervangen door de multiculturele blinddoek waarop met reuzenletters geschreven staat wir haben es nicht gewusst.

Immers, om te weten te komen wat een godsdienst voorschrijft over de behandeling van vrouwen, kinderen, homosexuelen en religieuze minderheden, of om te weten te komen wat een godsdienst voorschrijft over macht, mensenrechten, wetgeving, oorlog, geweld en sluipmoord, dat is helemaal zo moeilijk niet. Een beroep op onwetendheid gaat hier niet op. Zo’n beroep op onwetendheid is niet alleen belachelijk, het is ook immoreel.

Wanneer u mij dat toestaat, maak ik nu een toespeling op het Hebreeuwse motto van Martins prachtboek: Je kunt alleen ‘duisternis’ ‘licht’ blijven noemen wanneer je je blinddoek stevig vastgeknoopt op je neus houdt. Laat het boek van Martin Bosma ons, ja heel Nederland, van dienst zijn bij het steeds verder losknopen van die idiote oranjerode multiculturele blinddoek.

HansJansen

http://hoeiboei.blogspot.com/2010/09/to ... n-bij.html" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
Mahalingam
Berichten: 52290
Lid geworden op: za feb 24, 2007 8:39 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Mahalingam »

http://www.nrc.nl/binnenland/article262 ... lamisering
Arabist Jansen: 'D-day' bereikt in strijd tegen islamisering
Daar lees ik nog een feitje:
Bosma overhandigde een eerste exemplaar van zijn boek aan de tramcontroleur Mickel Aziz, die in de publiciteit kwam omdat hij weigerde in werktijd een kruisteken af te doen. Een ander exemplaar ging naar PVV-leider Geert Wilders, die het „geen vrolijk boek” noemde, maar een boek „om van wakker te liggen”.
Inmiddels hebben onze zeer linksen als bloeddorstige hyena's zich geworden op de woorden:
Er zal nog veel strijd volgen op D-Day, mogelijk zelfs de rivers of blood die Enoch Powell voorspeld heeft, maar het keerpunt in deze strijd ligt op dit mooie moment één dag achter ons.
het nieuwe lemma is nu ook "Hans Jansen, de beroepspropagandist in dienst van de PVV."
En het citaat wordt ook fout in de NRC gezet:
Dat neemt niet weg dat er nog strijd zal volgen, mogelijk met „rivieren van bloed” , zoals de rechtse Britse politicus Enoch Powell die in 1968 voorspelde als gevolg van de immigratie uit niet-Europese landen.
Dat zei de arabist Hans Jansen
Er kan natuurlijk verschil zijn in de geschreven uit uiteindelijk uitgesproken tekst.
Wie in de Islam zijn hersens gebruikt, zal zijn hoofd moeten missen.
Mahalingam
Berichten: 52290
Lid geworden op: za feb 24, 2007 8:39 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Mahalingam »

De ware betekenis van de tekst van de Koran

Over de uitleg en de betekenis van een oude tekst bestaat altijd enige onzekerheid. Ook bij oude godsdienstige teksten als de bijbel en de koran is dat het geval. Twijfel over de ‘ware betekenis’ is bij zulke teksten normaal.

Wanneer een rechtbank zich bij de onderbouwing van een vonnis beroept op ‘de ware uitleg’ van een godsdienstige tekst, beroept de rechtbank zich dus op iets dat twijfelachtig is.

In beschaafde landen geldt de regel dat in geval van twijfel de verdachte vrijuit gaat. De klassieke Latijnse rechtsregel daarvoor luidt in dubio pro reo, ‘in twijfel, ten voordeel van de verdachte’.

Mede daarom is het islamitische sharia-recht niet voor slechts een bepaald percentage maar voor de volle honderd procent loodrecht in strijd met het Nederlands recht. In het Nederlands recht zijn inhoud en strekking van de vonnissen immers niet (zoals bij de sharia) afhankelijk van de juiste koranuitleg.

De ‘ware’ betekenis van een heilige tekst is altijd onzeker. Waar wel zekerheid over is te krijgen, is de vraag hoe heilige teksten vanaf de preekstoel aan de gelovigen uitgelegd worden. Het eist onderzoek, maar het is goed na te gaan of de gelovigen wordt voorgehouden of een heilige tekst hun iets verbiedt, opdraagt of toestaat.

In concreto: Zijn er predikanten en gelovigen die de Koran zien als een license to kill die van God afkomstig is? Of de koran dat ook inderdaad ‘echt’ is, is niet na te gaan – behalve voor wie over het telefoonnummer van God beschikt.

HansJansen
Wie in de Islam zijn hersens gebruikt, zal zijn hoofd moeten missen.
mercator
Berichten: 19672
Lid geworden op: do nov 06, 2008 1:36 pm
Locatie: Vlaanderen

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door mercator »

Mahalingam schreef: In concreto: Zijn er predikanten en gelovigen die de Koran zien als een license to kill die van God afkomstig is? Of de koran dat ook inderdaad ‘echt’ is, is niet na te gaan – behalve voor wie over het telefoonnummer van God beschikt.

HansJansen
Dat is het natuurlijk. Dat dwaze proces wordt nog dwazer doordat ingegaan wordt op de "inhoud" van Koran. Dat is zinloos, het maakt geen donder uit wat er nu precies in die Koran staat. Net zoals het ook nu a° 2010 irrelevant is of Mohammed nu in 625 a ° een pedofiel was. Waar het op aankomt is wat de "gelovigen" met die kennis NU doen. Wat dat betreft zitten Wilders en zijn aanklagers compleet naast elkaar heen te praten.
Stel je nu even het omgekeerde voor: de Koran staat vol met zoetsappige tekstjes maar de moslims zijn dezelfde boeven en profiteurs die ze zijn, wat zou een proces van de Koran er dan toe doen ?

Daarom moet Koran niet verboden, noch aangemoedigd worden. Het is een bundel papier in een kaftje, meer niet.
De Ideale Mens is een negroïde transsexueel in een rolstoel
Gebruikersavatar
Ariel
Berichten: 89854
Lid geworden op: wo apr 07, 2004 10:30 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Ariel »

LAWFARE

Soms weet ik niet zeker meer of iets echt gebeurd is, of dat ik het gedroomd heb. Heb ik samen met prominent vrouwelijk rechtsgeleerde in een tv-programma gezeten, waar over het koranverbod van Wilders gediscussieerd werd?

In dat programma betoogde ik dat de koran niet verboden moest worden, maar dat het juist verplicht gesteld moest worden om de koran eens goed te lezen. Dat leverde in ieder geval een bulderende lach op vanachter het geluidwerende glas waarachter de technici zaten die ons in de lucht hielden. Of heb ik die geluiden er ook bij gedroomd?

Buiten de uitzending gebeurde er iets dat eigenlijk nog bovenaardser was. Aan de koffie in de wachtkamer voor we naar de studio gingen, verscheen de Satan aan mij. De twee vrienden van mevrouw zagen en hoorden hem niet. Maar mij hoorden ze toch wel? Ze lachten in ieder geval hartelijk. Ook Jaffe Vink zat aan tafel, hij was nog hoofdredacteur van OPINIO. Hij glimlachte alsof hij al wist hoe het met OPINIO zou aflopen.

‘Mevrouw’, liet de Duivel mij vragen, ‘Stel nu eens dat, waar het om de ongelovigen gaat, er in de koran zou staan Doodt hen waar ge ze maar aantreft. Heeft Wilders dan niet een punt, dat er in ieder geval iets aan de hand is waar over nagedacht zou kunnen moeten worden?’

Mevrouw schoot in de lach. ‘Ach, meneer Jansen, als er zoiets in de Koran zou staan, dan hadden we dat toch allang gehoord’. Thuis pakte ik bezorgd de naslagwerken er bij. En ja, zie Koran 2:191, 4:89 en 4:91.

Tevreden viel ik in slaap. Als zoiets echt gebeurd was, dan zou ik uit vrees voor lawfare het nooit durven opschrijven. Maar nu wel. Dromen zijn immers bedrog.

HansJansen

http://hoeiboei.blogspot.com/" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
Gebruikersavatar
Manon
Berichten: 17353
Lid geworden op: ma feb 17, 2003 9:58 am

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Manon »

grandioos gevonden :roll2:
More diversity always means "less white people"
Diversity is a codeword for white genocide.
Gebruikersavatar
Ariel
Berichten: 89854
Lid geworden op: wo apr 07, 2004 10:30 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Ariel »

Schalken, raadsheer

Voor maandagavond 3 mei 2010 nodigde de activist Bertus Hendriks me te eten uit. Bertus is de ziel van het Palestina-comité. Ik ken hem al sinds 1963. Niemand kan zo mooi over het leed van de Palestijnen vertellen als Bertus. Boven een handvol glazen bier heeft Bertus me ooit uitgelegd dat het Palestijnse probleem hem eigenlijk niet zo veel kan schelen. Het gaat er om, legde hij me uit, want ik ben een ‘burgerlijk element van een voorbije generatie’, om via het lot der Palestijnen de mondiale structuren van uitbuiting bloot te leggen. Kortom, een goede vriend van wie je een eetuitnodiging niet in de wind slaat.

Er zouden nog ‘een paar vrienden’ van hem komen. Bij eetpartijen in beschaafde kringen is dat niet ongebruikelijk. Het leek Bertus wel leuk als we wat over de islam zouden praten, en ja, ook over het Wildersproces. Ik zou donderdag 6 mei in dit proces als getuige-deskundige verhoord worden, als ik het goed begrepen had over: ‘de inhoud van de koran en de sharia’ voor zo ver die in dit proces van toepassing of belang zou zijn.

Dat verhoor was nodig, zoals later bleek, omdat de rechtbank, naar mijn indruk, zich niet kon voorstellen dat de dingen waarvan Geert Wilders zei dat ze in de koran stonden ook daadwerkelijk in de koran stonden. Het is moeilijk ‘nee’ te zeggen tegen een oude vriend die je al bijna veertig jaar kent. Ik zei dus ‘ja’. Binnenskamers mag er immers nog steeds vrij gedacht en veel gezegd worden.

Ik ben altijd wat te vroeg, of eigenlijk precies op tijd. Dat is een wat boerse gewoonte die uit onzekerheid is geboren. De tweede gast die arriveerde was niemand minder dan ene Mr Tom Schalken. Deze begroette mij minzaam en knoopte een gesprek aan over de islam. Waar kende ik de naam van die man toch van? Ineens wist ik het. Hij was een van de leden van de kamer van het Amsterdamse Gerechtshof die had bevolen om Geert Wilders voor de Rechtbank van Amsterdam te brengen voor haatzaaien, discriminatie en groepsbelediging.

Ik vroeg hem of ik in zijn bijzijn wel vrijuit kon spreken. Hij had immers al eerder iemand die over de islam gesproken had, voor de rechter gebracht. Dit leidde tot verontwaardiging bij de bekwame jurist. Ik zei mijn gastheer dat ik nu vertrok, omdat het zinloos is een gesprek te voeren wanneer er iemand bij zit die de macht heeft je te laten opsluiten als het gesprek hem niet bevalt. De stemming sloeg wat om.

Na enig aandringen mijnerzijds garandeerde Mr Tom Schalken mij dat hij mij niet zou aanklagen of laten oppakken voor wat ik die avond zou zeggen. Ik was blij met die garantie. Het gesprek over zijn toezegging had ongeveer twintig minuten in beslag genomen. Inmiddels waren de andere gasten ook gearriveerd.

Mr Schalken vroeg vervolgens van mij dezelfde garantie. Die heb ik niet gegeven, met het formele argument dat ik niet beschik over de bevoegdheid om iemand op te pakken. Ik hoop maar dat ik mijn boosheid goed verborgen heb. Het was een paar dagen voordat ik naar de rechtbank moest voor mijn getuigenis. Het voorgerecht werd opgediend. Dit eetpartijtje leek me niet langer nog leuk.

Mevrouw Hendriks had mooi gekookt, maar het smaakte niet. Behalve ikzelf waren de andere eters allen notabelen van de PvdA en GroenLinks. Een aantal hunner bovendien werkzaam bij Justitie. Mr Schalken was dan ook niet de enige magistraat die meetafelde.

Toch had de avond ook wel vrolijk makende kanten. Af en toe deed Mr Tom Schalken een poging vriendelijk tegen mij te zijn, en knoopte hij joviaal een goed gesprek aan. Steeds weer stuurde hij het gesprek naar het Wilders-proces. Een werkeloze acteur had die pogingen tot vriendelijkheid en bonhomie beter gespeeld. Hij probeerde me te overtuigen van de juistheid van zijn beslissing Wilders voor de Rechtbank in Amsterdam te slepen. Schalken, die ook emeritus-hoogleraar is, aan de Vrije Universiteit, de universiteit van Balkenende, Rouvoet en Bos, liet weten dat het wetenschappelijk gezien een ‘machtig interessante casus’ was, waar ‘deksels goed’ over moest worden doorgedacht, en die ‘allerlei perspectieven’ bood.

Ah, ik begreep het. Het is dus geen proces, daar aan de Parnassusweg, maar meer een academische werkgroep. Meer een studentikoze pleit-oefening dan een serieus strafproces voor grote mensen. Met voor de grap een zwaar bedreigde politicus als proefkonijn. ‘Mondiale structuren blootleggen’. Inderdaad, een leuke hobby.

HansJansen

http://hoeiboei.blogspot.com/" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
Mahalingam
Berichten: 52290
Lid geworden op: za feb 24, 2007 8:39 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Mahalingam »

Moslims, voorop de OIC, Organisatie van de Islamitische Conferentie, verwijten ons aan een fobie te lijden: ‘islamofobie’, een ziekelijke ‘angst voor de islam’. Ekmeleddin Ihsanoglu, de secretaris-genaraal van de OIC, heeft 6 november 2010 die beschuldiging nog maar weer eens herhaald.

Dat is een wel heel raar verwijt. Koran 3:151 luidt, in de islamvriendelijke vertaling van Fred Leemhuis, want mooier kunnen we het niet maken: ‘Wij zullen de harten van hen die ongelovig zijn, schrik aanjagen’.

‘Schrik’ is hier een vertaling van het Arabische woord roe9b, volgens het woordenboek fright, alarm, dismay. Het Nederlandse woord ‘vrees’, of het aan het Grieks ontleende ‘fobie’, is dus geheel op zijn plaats. Het Vlaamse ‘Daar heb ik schrik van’ betekent ook gewoon ‘Daar ben ik bang voor’.

Wanneer de koran zegt dat de ongelovigen angst zullen koesteren, en de ongelovigen blijken dat ook inderdaad te doen, wat valt er voor het OIC dan nog te klagen? Sinds wanneer is het een probleem dat een voorspelling van de koran uitkomt?

En dan is er ook nog 8:60, waar de moslims de opdracht krijgen (weer in de vriendelijke vertaling van Leemhuis:) ‘vrees aan te jagen’, Arabisch: toerhiboena. Sinds wanneer is het een probleem als er moslims zijn die met succes uitvoeren wat de koran opdraagt?

In plaats van ontstemd te zijn over ons gedrag, dient Ekmeleddin Ihsanoglu juist tevreden te zijn over de nauwkeurige juistheid van de voorspellingen van de koran.

HansJansen

http://hoeiboei.blogspot.com/2010/11/is ... html#links
Wie in de Islam zijn hersens gebruikt, zal zijn hoofd moeten missen.
Gebruikersavatar
Ariel
Berichten: 89854
Lid geworden op: wo apr 07, 2004 10:30 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Ariel »

Opsporing

Wanneer er een misdaad is gepleegd, spoort Justitie de dader op, bewijst dat deze dader de misdaad gepleegd heeft. Vervolgens wordt de dader bestraft. Het klinkt tegenwoordig een beetje ouderwets en theoretisch, maar zo lag het vroeger, en tegenwoordig gelukkig ook nog heel vaak.

Het kan ook omgekeerd: je zet een dader voor de rechter, en gaat dan kijken wat hij gedaan heeft, en of dat misschien strafbaar is. In dat geval wordt er geen dader opgespoord, maar een misdaad.

Het gewone strafrecht is gemaakt om daders op te sporen, en ze tegen willekeur en incompetentie te beschermen. Het strafrecht is niet gemaakt om misdaden op te sporen, of om na te gaan of er wel een misdaad gepleegd is.

Incompetentie en willekeur slaan dan ook wild om zich heen wanneer het strafrecht in de omgekeerde richting gebruikt gaat worden. Een koffiemolen kan je ook niet gebruiken om van gemalen koffie weer bonen te maken.

Elk proces loopt van de rails wanneer er naar een misdaad gezocht wordt in plaats van naar een misdadiger.

Wie denkt dat het hier om een rare theorie gaat: denk even tien minuten na over de ontsporingen van het Wildersproces.

HansJansen

http://hoeiboei.blogspot.com/" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
Mahalingam
Berichten: 52290
Lid geworden op: za feb 24, 2007 8:39 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Mahalingam »

Nu eens een artikel over Hans Jansen. Over 8 jaar geleden.

Ervaringen met professor Hans Jansen

Onderstaande is een gastbijdrage van Abdul Haq Compier, oud-student van Hans Jansen aan de Universiteit Leiden en hoofdredacteur van Al-Islaam, het tijdschrift van Ahmadiyya Moslim Gemeenschap Nederland

In 2002 was ik aan de Universiteit Leiden getuige van een surrealistische publiciteitscampagne voor de op handen zijnde Amerikaanse inval in Irak. Het waren arabist Hans Jansen, Jozias van Aartsen en een – ik geloof gepensioneerde – generaal. Een vreemde gewaarwording was het, een academicus zo actief te zien in het promoten van een oorlog, geflankeerd door de politiek en het leger.

Kort nadien werd Hans Jansen aangesteld als hoogleraar Arabistiek in Utrecht. (Van Aartsen werd burgemeester van Den Haag). Sinds deze aanstelling laat Jansen zich nog louter inschakelen om met publicaties of televisie-optredens het angstniveau voor de Islam op voldoende peil te houden om bommen te kunnen laten vallen en vreemdelingen in vernederende inburgeringscursussen te kunnen dwingen.

In eerdere publicaties echter beperkt hij zijn persoonlijke rol in de wetenschap vooral tot het met wat cabaret prikkelen van fundamentalistische starheid bij moslims. Zo vertelde hij tijdens zijn colleges eens dat hij een delegatie notabelen uit Egypte had getrakteerd op een rondleiding op een varkensboerderij – misplaatst, maar tenminste niet kwaadaardig.

In zijn publicaties van vóór zijn aanstelling in Utrecht, zoals zijn ‘Nieuwe inleiding tot de Islam’ (ons leerboek voor zijn colleges; Uitgeverij Couthino, Bussum 1998,) blijkt het hem nog niet verboden te zijn ook angsten over de Islam wèg te nemen. Weliswaar wemelde het van de ironische en soms ronduit denigrerende toespelingen. Maar ook schrijft hij, in het hoofdstuk ‘Angst voor de Islam’, p. 260):

“Nu is het natuurlijk zo dat een universele godsdienst in principe de hele wereld wil bereiken, maar dat de ‘islamitische fundamentalisten’ ook Europa en Amerika begeren te overmeesteren, is toch niet echt het geval. Wat de Islamitische fundamentalisten wèl willen, is dat regeringen in Europa en Amerika geen steun verlenen aan de regimes waar de fundamentalisten mee in conflicht zijn. (…)

“Ten slotte is er de angst dat Nederland ‘islamiseert’. Wie zich realiseert dat het al eens eerder is gebeurt dat een godsdienst uit het Midden-Oosten het werelddeel Europa heeft overgenomen (nl. het Christendom), heeft inderdaad reden tot ongerustheid, zij het dat we het over processen hebben waarbij termijnen in het geding zijn die lang zijn, en waar een individu vanuit zijn eigen tijd geen zicht op heeft.

“Het is in de Nederlandse publieke opinie nog weinig naar voren gekomen hoe zeer Moslimse migranten in Nederland, en hun nakomelingen, aan het vernederlandsen zijn. Er is hier een hele generatie van ‘allochtone’ schrijvers die in het Nederlands voor Nederlandse lezers over Nederlandse problemen schrijft. Het taal- en cultuurverlies onder de allochtonen verloopt veel sneller dan de autochtone publieke opinie zich bewust is. Het allochtone ‘Onderwijs in de Eigen Taal en Cultuur’ zou zo langzamerhand haast beter niet meer in het Arabisch of het Turks maar in het Nederlands gegeven kunnen worden.

“Desalniettemin zullen er altijd enclaves van vroomheid en/of onaangepastheid blijven bestaan. Maar de Moslims in Nederland hebben meer reden bang te zijn voor vernederlandsing, dan de niet-Moslims in Nederland reden hebben bang te zijn voor de Islam – hoe begrijpelijk en menselijk al die angsten ook zijn”.

Jansen maakte tijdens zijn colleges wel al vaak opmerkingen om moslims af te krijgen van hun idee van Mohammed als vreedzame profeet, of de Islam als ideale godsdienst. We waren vaak gekwetst. Maar in vergelijking met wat hij nu schrijft en op tv doet, missen we de oude Jansen, die soms ook positief over de Islam kon zijn. Lees wat hij in hetzelfde boekje schreef in het hoofdstuk ‘de aantrekkingskracht van de Islam’ (p. 215-216):

“Meer dan enige andere concurrerende godsdienst weet de Islam raad met het bestaan van andere godsdiensten. Wie in de Derde Wereld (of elders) zich tot het Christendom bekeert, heeft er direct een probleem bij: hoe zit het nu met de Islam? Wie zich in de Derde Wereld tot de Islam bekeert, heeft een probleem minder: hij weet nu ook hoe het met het (met het Westen geassocieerde) Christendom zit.


“Meer dan enige andere concurrerende godsdienst weet de Islam een gelovige te suggereren dat hij als een planeet in zijn baan zit, of zou kunnen zitten. Zonder dat het ontbreekt aan keuzemogelijkheden die een gevoel van vrijheid geven biedt de Islam toch veel vastheid. De dag is ingedeeld door het gebed, de seksuele relaties zijn geordend door de Sharî’a, spijswetten vragen om aandacht, het individu heeft zijn plaats binnen de familie, de gemeenschap, de kosmos, de heilsgeschiedenis.


“Een moslim die zich tot het Christendom zou bekeren en bij zijn nieuwe geloofsgenoten zou informeren naar de Christelijke wijze van bidden, of de Christelijke wijze van het verrichten van de reinheidswassingen krijgt ontwijkende, gecompliceerde, schamel klinkende antwoorden: het gaat om de gezindheid, hebt uw naaste lief als uzelve, Christus is Koning, God is Liefde, ik geloof omdat het absurd is. Christenen die zich tot de Islam bekeren worden daarentegen geconfronteerd met een overstelpende hoeveelheid concrete, heilbrengende, regels en aanwijzingen.


“Tot onderzoek en speculatie geneigde geesten vinden in de Islam meer dan genoeg materiaal bij de klassieke Moslimse filosofen en mystici, en de grote meerderheid van de meer huiselijk ingestelde geesten wordt bepaald niet vergeten door wet en plichtenleer.


“Alle vragen die aan de orde worden gesteld in het Nederlandse volksliedje ‘Lieve Heer, kost en kleer, ‘t hemelrijk en dan niet meer’ worden door de Islam klaar en duidelijk, gezaghebbend en systematisch, desgewenst op verschillende niveau’s, door professionele Ulama beantwoord. Er zijn twee mogelijkheden: het is daarin dat de kracht van de Islam schuilt; of de Islam is inderdaad Gods eigen godsdienst.”

Ach, hadden we toen maar niet teveel over hem geklaagd, en hadden we deze Jansen nog maar! En beste Hans, nu geachte professor, kunnen we u niet terugkrijgen? Was uw oude cabaret niet veel leuker, dan het nu met uw verschijning goedkeuren van moord, vernedering en plundering? Verlangt u niet een beetje terug naar de oude onschuld?

http://www.krapuul.nl/blog/19765/ervari ... ns-jansen/
Wie in de Islam zijn hersens gebruikt, zal zijn hoofd moeten missen.
Gebruikersavatar
Ariel
Berichten: 89854
Lid geworden op: wo apr 07, 2004 10:30 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Ariel »

De Tokkies en de Takkies

Het artikel 'Schalken, raadsheer' , dat er voor zorgde dat het proces tegen Geert Wilders over moet worden gedaan, plaatste Hoeiboei woensdag 20 oktober 2010 op de site. De beschreven ontmoeting is een deel van het 28-pagina's tellende stuk De Tokkies en de Takkies dat is opgenomen in het boek De Onzichtbare Ayatollah, Uitgeverij Van Praag. Hier volgt het begin van dat verhaal:

De Tokkies en de Takkies
Het was opgezet als een proces tegen Geert Wilders. Het had makkelijk kunnen ontaarden in een proces tegen de islam. Het liep uit op een proces tegen links.

Ik ging er maandag 4 oktober uit plichtsbesef heen, om er een snaaks stukje over te schrijven, zonder te vermoeden dat er ook aan mij een rol zou gaan worden toebedeeld. Het regende en de tram reed niet. Was het niet verstandiger om gewoon thuis te blijven? Toch maar een fiets geleend en op pad gegaan. Zo'n proces was per slot van rekening een historische gebeurtenis: er zou in Amsterdam voor het eerst sinds lange tijd weer eens een ketter berecht worden voor een opiniedelict. Ik had het gevoel dat ik de plicht had gebruik te maken van de kans die mij werd geboden om er bij te zijn.

De tram bleek uiteindelijk wel te rijden, maar toen zat ik al halfweg verregend op een oude fiets. De rechtbank werd zwaar bewaakt. Politie te paard, dranghekken, afgesloten toegangswegen. Politiehonden en de staatsmedia. Er waren stevige voorzorgsmaatregelen genomen, niet alleen om de orde te bewaren, wat gelukt is, maar ook, en minder in het oog lopend, om te voorkomen dat voor een Nederlandse rechtbank de islam in het beklaagdenbankje zou komen te zitten. Ik zag geen demonstranten.

Het aantal getuigen van de verdediging was door de rechtbank teruggebracht van achttien tot drie, onder wie ikzelf, en die drie waren tevoren achter gesloten deuren gehoord. Tijdens een proces drie keer te moeten aanhoren dat de koran inderdaad toestaat, ja, beveelt om je vrouw te slaan (vers 4:34, wa-dribuu-hunna) was te veel voor de gevoeligheid van

de tegenpartij van Wilders, maar om dat achttien keer te moeten aanhoren was voor vrienden en vriendinnen van de islam natuurlijk helemaal gekmakend geweest.

Bovendien zouden de door Wilders 'benadeelde partijen' en de media er nog wel in weten te slagen een smet te werpen op de reputatie van een of twee van dat drietal getuigen. Met voldoende deskundigheid in huis zou er misschien zelfs nog wel wat gedaan kunnen worden aan de reputatie van alle drie. Maar met achttien wordt dat lastiger, eigenlijk onmogelijk.

De bereidheid om te liegen over de inhoud van de regels van de sharia en de voorschriften van de koran is immers afwezig bij de getuigen voor Wilders; en de deskundigen die zich op eigen initiatief buiten het proces om in de media tegen Wilders hadden gekeerd, geneerden zich om voluit onwaarheden te verkondigen, misschien alleen maar omdat zulke leugens zo gemakkelijk kunnen uitkomen. Of uit verlegenheid met de situatie? Het gaat bij koran en sharia om vrij makkelijk te controleren zaken. Voor wie zijn gehoor wil misleiden blijft voorzichtigheid geboden. Er staat in de heilige teksten wat er staat, alleen over de reikwijdte van een gebod valt te discussiëren.

De officier van justitie had, tot ontzetting van Amerikaanse waarnemers, al duidelijk gesteld dat de waarheid van de beweringen van Geert Wilders er niet toe deed. Ook dat hielp braaf mee aan de bescherming van de islam. In de dagvaarding stond opgesomd wat Geert Wilders ten laste werd gelegd, en alleen daarover moest het proces gaan.

Geert W. mocht dan duizend keer Kamerlid zijn, en lid van de wetgevende macht, leider van een partij die in de peilingen er steeds weer uitkwam als de grootste in het land - in de ogen van de heersende elite was hij een geblondeerde Tokkie met ketterse praatjes. Hij geloofde niet in de ideologie van 'de multiculturele samenleving'. Hoe moest dat gestraft worden?

De beweringen over de islam, de koran en de sharia van deze volksvertegenwoordiger zouden volgens het Nederlands recht neerkomen op haatzaaien, discriminatie en groepsbelediging. Uitsluitend de vraag of dat ook inderdaad het geval was moest tijdens het proces ter discussie staan en beantwoord worden. De dagvaarding ging niet over de vraag of zijn beweringen al dan niet juist waren. Daarom was een getuigenverhoor ook eigenlijk irrelevant. Er zijn volgens buitenlanders die het proces gevolgd hebben in de vrije wereld wel rechtssystemen waar dat anders geregeld is.

Er bestond een onwrikbare consensus tussen de toenmalige bovenbazen van de politiek in het algemeen en die van justitie in het bijzonder over het voornemen om het Wilders-proces alleen en uitsluitend rond die drie punten te laten draaien: haatzaaien, discriminatie en groepsbelediging. Daarmee, viel te verwachten, zou de islam voldoende uit de wind kunnen worden gehouden en de gestelde doelen, wat die ook geweest mogen zijn, kunnen worden bereikt.

Wanneer de uitspraken van Wilders ook nog eens onwaar zouden zijn, een mogelijkheid waarmee het Openbaar Ministerie, de rechtbank en een aantal politici aanvankelijk ernstig rekening hielden, dan was dit misschien hoogstens een verzwarende omstandigheid bij het bepalen van de strafmaat. Maar naar Nederlands recht deed de waarheid er eigenlijk niet toe, zoals de officier in het requisitoir ten gehore van heel de wereld duidelijk liet weten.

Er waren griezelige kanten aan dat requisitoir. De officier eiste ten slotte vrijspraak, dat was mooi natuurlijk, maar over wat de rechtbank zou gaan doen, veroordelen of, zoals gevraagd, vrijspreken, bestond desalniettemin grote onzekerheid. De officier wekte de griezelige indruk dat hij er van overtuigd was dat hij het recht ahd te bepalen wat anderen denken. Die bevoegdheid strekte zich ook uit tot opinies omtrent zaken die toets- en testbaar waren zoals de precieze bewoordingen van bijvoorbeeld de koran, leek het wel. De middeleeuwen en de inquisitie deden ineens heel luchtig, aantrekkelijk en vrijzinnig aan. (...)

Titel: De Onzichtbare Ayatollah
Auteurs: Carel Brendel, Hans Jansen en Nahed Selim
prijs: 19,95 euro
Uitgeverij Van Praag.

http://hoeiboei.blogspot.com/2010/12/de ... kkies.html" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
Gebruikersavatar
Ariel
Berichten: 89854
Lid geworden op: wo apr 07, 2004 10:30 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Ariel »

SHARIA 4 U

Dat er relatief zo weinig tegen de sharia gewaarschuwd wordt (in ieder geval minder dan voor de koran), hangt samen met een zevental misverstanden over de islamitische sharia. Deze misverstanden zijn onder wie geen moslim is en niet onder de islam moet leven algemeen. Wie aan de islam onderworpen is, zoals de christenen in Egypte of Pakistan, leert al snel hoe het wel zit. Uiteraard lopen islamitische religieuze leiders zich niet het vuur uit de sloffen om deze misverstanden onder het westerse publiek weg te nemen. Integendeel, want als deze misverstanden niet zo gangbaar waren, zou er geen sprake van zijn dat wie dan ook zelfs maar een seconde bereid zou zijn na te denken over de vraag of de sharia misschien geheel of gedeeltelijk in de vrije wereld ingevoerd zou moeten worden.

Het eerste misverstand luidt (1) dat de sharia alleen geldt ‘voor moslims onderling’. Omdat de islam niet de mogelijkheid tot uittreden kent, is het concept ‘moslims onderling’ als juridisch criterium in de vrije wereld niet bruikbaar zolang tenminste burgers vrijheid van godsdienst genieten. Het is immers niet bekend hoeveel en welke moslims eigenlijk zouden willen uittreden. Alleen al hierom zouden sharia-rechtbanken in de vrije wereld verboden moeten zijn. Binnen elke groep moslims zouden immers mensen kunnen zitten die alleen lid van die groep zijn omdat ze daartoe met geweld gedwongen worden. Die mensen dan ook nog een keer dwingen de regelingen van de sharia te accepteren, is naar de normen van de vrije wereld niet acceptabel.

Het tweede misverstand luidt (2) dat de sharia niet van toepassing is op buitenstaanders. Voor wie geen moslim is, is dit een geruststellende en logische gedachte. Het bloedeloze Hervormde kerkrecht is immers ook niet van toepassing op wie niet Nederlands-Hervormd is. Ook de joodse spijswetten zijn niet van belang voor niet-joden. De sharia heeft dan misschien wel bedenkelijke aspecten, maar dat moeten de moslims toch eigenlijk zelf maar weten, denkt een buitenstaander.
Ook deze redenering is alleen al ongeldig omdat uittreden uit de islam niet mogelijk is. De regelingen en vonnissen van de sharia blijven gelden wanneer een moslim uittreedt. De sharia is ook van toepassing op afvalligen en uittreders. Maar niet op hen alleen: de sharia staat bol van de regelingen betreffende christenen en joden.

De minst bekende is wellicht dat kinderen van een ongehuwde moeder als moslim gelden, ook wanneer de moeder geen moslim is. Dit betekent dat de christelijke en joodse gemeenschappen onder de islam niet in de gelegenheid zijn zulke kinderen zelf op te voeden, in bijvoorbeeld kindertehuizen. Dat een islamitische vrouw niet met een man die geen moslim is mag trouwen, is daarentegen wel enigszins bekend. Het omgekeerde mag weer wel, want de man dan wel de moslim is de baas: het zou geen pas geven wanneer een moslimvrouw onderworpen zou zijn aan de grillen van haar christelijke baasje. ‘De islam ligt boven en niet onder’, al-islam ya’lii wa-laa yu’laa.

De sharia eist ook dat joden en christenen een stapje opzij doen wanneer ze op de openbare weg een moslim tegenkomen. Dit is geen theoretische kwestie, zoekt u het maar na. De sharia verbiedt de bouw van nieuwe kerken, kloosters en synagogen. Ook groot onderhoud aan deze gebouwen is verboden. Voor christelijke minderheden in Egypte is dit tot op de dag van vandaag een voortdurende bron van problemen. De procedures van het strafrecht van de sharia kennen allerlei bepalingen waarin onderscheid gemaakt wordt tussen enerzijds christenen en Joden, en anderzijds moslims. Gelijkheid voor de wet is ver te zoeken.

De sharia verbiedt wijn en muziek. ‘Jongerenimam’ is een onbeschermde titel maar zelfs de Nederlandse jongerenimam Abdul-Jabbar van de Ven meent dat dit verbod ook voor de christelijke liturgie geldt. En weg zijn Bach, Mozart, Haydn en Schubert. En natuurlijk Huub Oosterhuis maar het is de vraag hoe erg dat laatste nu weer is. Om de geloofwaardigheid van dit betoog niet te schaden, laten we het hierbij. Mocht de lezer dit allemaal nog niet voldoende vinden om de sharia resoluut af te wijzen en meer details en meer voorbeelden begeren te krijgen, dan wordt hij voor de verdere details naar de handboeken verwezen.

Het derde misverstand betreft (3) het vrijblijvende karakter van de sharia. ‘Het gaat bij shariarechtbanken in de vrije wereld alleen maar om een vrijwillige onderlinge traditionele manier van bijleggen van kleine familieconflicten.’ Inhoudelijk staat dit dicht bij het eerste misverstand, ‘de sharia geldt alleen voor moslims onderling’.

Wie volgens de sharia moslim is, en een hem of haar onwelgevallig sharia-vonnis afwijst, of zelfs de voorkeur geeft aan het vonnis van één van de heidense rechtbanken van de vrije wereld, heeft volgens de sharia uittreding uit de islam gepleegd. De doodstraf die daar op staat kan in de vrije wereld wel niet voltrokken worden, maar gezien de nauwe contacten met de landen van herkomst is niets eenvoudiger dan de weerspannige naar huis te sturen, waar recht aan hem geschieden kan. Wie als moslim te boek staat, kan niet zonder de grootste risico’s te lopen, de regeling van zijn zaken door een shariarechtbank afwijzen.

Moslims hebben volgens de sharia niet het recht onderdelen van de sharia af te wijzen zonder daardoor schuldig te worden aan de misdaad van uittreding uit de islam. ‘Shariarechtbanken, dat moeten moslims toch eigenlijk zelf maar weten’ is daarom wel een vriendelijk standpunt, maar het miskent de dwang die er op moslims uitgeoefend wordt binnen de islam te blijven. De islam is de katholieke kerk niet, waar een uittreder, als hij zich komt uitschrijven, in de pastorie op een kopje koffie getrakteerd wordt door de vrouw van de pastoor. De instelling van shariarechtbanken, hoe informeel ook, draagt een enorme hoeveelheid macht die bij de overheid thuis hoort, over aan de imams.
Het vierde misverstand is de 95% claim. De sharia (4) zou in zo een grote mate gelijk zijn aan het heersende Nederlandse recht dat het van dwaze islamofobie getuigt zich zorgen te maken over de invoering of gedeeltelijke toepassing van de sharia. ‘Het gewone recht van Nederland (of België, en zo voort) is immers voor (misschien nog wel meer dan) 95% identiek met de sharia’. In Nederland is de meest prominente vertegenwoordiger van dit standpunt professor dr. Maurits Berger, hoogleraar te Leiden.

Ondanks jarenlang herhaalde verzoeken daartoe heeft professor nog nimmer een rekenkundige onderbouwing van deze 95% gegeven. Wie zich eens over het proefschrift van professor buigt, begrijpt dat wel. Zijn leerstoel wordt overigens door het Sultanaat Oman betaald. De Nederlandse CDA-politicus Maxime Verhagen heeft toen hij nog minister van buitenlandse zaken was een keer gezegd dat als dat klopt, van die 95%, dat de moslims in Nederland dan weinig of niets te klagen hebben. Voor zo ver bekend heeft professor ook daar niet op gereageerd, wat, zie hieronder bij misverstand 6, alleen maar verstandig van hem geweest is.

Een belangrijk verschil tussen de sharia en het recht van Nederland of België is dat vrome mannen met baarden in verre landen bepalen hoe de inhoud van de sharia luidt en welke regels er hoe en door wie zullen worden toegepast. Maar hoe het Nederlands of het Belgisch recht moet luiden, kan beter door de parlementen en regeringen in de hoofdsteden van deze landen worden beslist. Zeker wanneer er op grond van maatschappelijke ontwikkelingen vernieuwing van de wetgeving nodig is, telt dit zwaar. Wie kiest voor de sharia, kiest voor een gilde van buitenlandse godgeleerden als wetgever.
De leden van de wetgevende macht in de kleine groep landen die de vrije wereld vormen, zijn daarentegen door de bevolking gekozen. De mannen met baarden coöpteren elkaar. Zij zullen nimmer een jurist die geen moslim is in hun midden coöpteren (misschien met uitzondering van professor Maurits Berger?). Wie geen moslim is, is onder de sharia daarom uitgesloten van het deelnemen aan wetgevende arbeid van welke aard ook. Voorlopig is dit radicaal in strijd met het vigerende recht en de grondwet van welk vrij land ook.

‘Maar het komt zo weinig voor’, zullen de amateurs die door dik en dun de islam verdedigen, nu wel roepen. Daar hebben ze gelijk in. Wetgevende arbeid is niet ieders roeping, opdracht, taak of hobby. Maar onder een systeem van wet en recht te leven is daarentegen voor een ieder een niet te vermijden noodzakelijkheid. Daarom is het van belang dat iedereen betrokken kan raken bij het werk van de wetgever, niet alleen en uitsluitend de aanhangers van één religie.

Ook hier hebben de vrienden en de vriendinnen van de islam een alleraardigst tegenargument. ‘Wanneer moslims gedwongen worden onder niet-islamitisch recht te leven, waarom is het dan verkeerd als wie geen moslim is, eens gedwongen wordt onder islamitisch recht te leven? Uiteindelijk hebben moslims jaren lang onder niet-islamitisch recht moeten leven, laten we het nu eens omdraaien.’ Hiertegen is weinig in te brengen, behalve dat in een democratie moslims in hun rol van kiesgerechtigd burger desgewenst mee kunnen doen bij de totstandkoming van dat niet-islamitische recht, en het omgekeerde uitgesloten is.

Er is nog één fout in de 95%-redenering van de Leidse hoogleraar niet aan de orde geweest, maar die fout is misschien zelfs voor een Leidse hoogleraar te technisch-juridisch. Het islamitisch recht is wat in de boeken wel een ‘studeerkamerrecht’ genoemd wordt. Het is van een grote consistentie en schoonheid, niemand zal daaraan durven twijfelen, maar het is bedacht door geleerden in een studeerkamer, of in dit geval, in een bijgebouw van de moskee. Het is niet op billijkheid getoetst in de dagelijkse gang van zaken in de rechtszaal.

Dit is bezwaarlijk. Terwijl het recht van de staten in de vrije wereld gegroeid is uit de praktijk van de rechtszaal, waar beide partijen zich wel zo’n beetje in de billijkheid van het systeem moeten kunnen vinden, is de sharia uitsluitend gebaseerd op mooie en vrome theorieën, niet op de dagelijkse praktijk in de rechtszaal van de afgelopen paar honderd jaar. De reële economische en dagelijkse belangen van de gedaagde partijen vormen niet altijd een centraal of zelfs maar gewichtig punt van overweging. Het gaat de islamitische wetgeleerden er vooral om het systeem systematisch te houden. De interne logica van het systeem is primair. Dat heeft de prioriteit. Zeker ervaringsdeskundigen zullen zich door dit argument aangesproken worden, maar aan de academie heeft het uiteraard weinig kans.

Tot slot nog een omstandigheid die zo tragisch is dat het bijna weer lachwekkend wordt. Stel dat het waar zou zijn, van die 95%, wat dan? De chimpansee, de gorilla en de mens hebben voor 99% hetzelfde DNA. In het gedrag en het uiterlijk maakt die ene procent zoals bekend nogal wat verschil. Het recht van Nazi-Duitsland en Nederland zijn waarschijnlijk voor meer dan 95% identiek. Maar in die 5% verschil zit nu net de status van joden en homoseksuelen. Accepteren dus maar, dat recht van Nazi-Duitsland? Als vigerend recht voor het Koninkrijk der Nederlanden anno 2010?

Het vijfde misverstand is de juridische kwaliteit van het systeem van de sharia. Behalve op een aantal punten die glashelder maar naar ons gevoel onacceptabel zijn, zoals steniging, stokslagen, amputatie van handen en/of voeten, onthoofding, en zo verder, zijn er (5) nog al wat mazen in de wetten van de islam. De sharia is behalve voor een klein aantal veelvoorkomende zaken eigenlijk meer maas dan wet. Bijvoorbeeld brandstichting of overtredingen van de maximum snelheid blijven ongenoemd, of het zou moeten begrepen worden onder vage termen als ‘schade berokkenen’.

Ook kent de sharia niet de mogelijkheid tot het oprichten van instellingen die te vergelijken zijn met onze besloten of andere vennootschappen. Voor conflictoplossing in een gecompliceerde maatschappij is de sharia eenvoudigweg ontoereikend. Ook hier moet de lezer genoegen nemen met een verwijzing naar de handboeken. Die zijn zoals bij het onderwerp past gedetailleerd en uitgebreid. Het is niet mogelijk om zonder de inhoud onrecht aan te doen, in kort bestek deze literatuur samen te vatten.
Het zesde misverstand luidt dat (6) deelinvoering van de sharia tot tevredenheid onder moslimse religieuze leiders en hun onmiddellijke aanhang zal leiden. Dat is niet zo. Het gilde der wetgeleerden leert zijn aanhang dat elke afwijking van de sharia bewijst dat de heerser in zijn kwaliteit van wetgever denkt het beter te weten dan de Goddelijke Wetgever zelf – en dat levert een hard bewijs op tegen die heerser: hij is geen moslim, of geen moslim meer. De ideologische achtergrond van de moordaanslag op Sadat in 1981 was gelegen in deze overtuigingen.

In feite is het zo dat gedeeltelijke invoering van de sharia alleen maar de roep om verder invoering aanwakkert. En het debat over de legitimiteit van het gezag van de regering is door deelinvoering op een manier die niet is terug te draaien in het voordeel van de sharia-fanatici beslist. Als weinig sharia goed is, is veel sharia beter. Een regering die vervolgens bewust afziet van verdere invoering van de sharia geeft fanatici en religieuze leiders de ruimte om te stellen dat het gezag van de regering niet legitiem is omdat de bewindslieden, en hun lakeien, vijanden van God zijn die Gods woord en wet afwijzen. Elke, ook de geringste, afwijking van de sharia is voldoende om tot dat oordeel te komen. Geen enkele deeloplossing kan de ware ijveraars tevreden stellen. God sluit immers geen compromissen met de Satan.

Het zevende misverstand over de sharia wordt door de vrienden en vriendinnen van de islam als positief punt gepresenteerd. Volgens hen is (7) de sharia ‘zeer flexibel’, en bestaat ‘de’ sharia niet. Voor zo ver dit juist is, is het bedreigend en gevaarlijk. Het is voor een burger nodig zo precies mogelijk te weten wat wel en wat niet bij wet verboden is. Als een wet maar flexibel genoeg is, kan immers elke vorm van gedrag er onder vallen. Dat maakt elke burger vogelvrij, en levert hem over aan de luimen van de mannen die het recht hebben de wet beslissend te interpreteren. Alles wat iemand doet, bijvoorbeeld een speelgoedbeertje ‘Mohammed’ noemen, kan een halsmisdaad opleveren zonder dat de ‘misdadiger’ dat in redelijkheid verwachten kon.

Dat er binnen de sharia over allerlei kleine kwesties meningsverschillen bestaan, wijst niet, zoals er wel eens betoogd wordt, op de mildheid en wijsheid van de islam. Zulke meningsverschillen bestaan in elk rechtssysteem; als het anders was, konden immers tegen elkaar procederende partijen niet beide een rechtsgeleerde advocaat vinden. Over het geheel genomen is de sharia juist een monument van overeenstemming. Sterker nog, overeenstemming is een van de ‘wortels’ van het sharia-recht.

HansJansen

http://hoeiboei.blogspot.com/2010/12/sh ... .html#more" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
Gebruikersavatar
Ariel
Berichten: 89854
Lid geworden op: wo apr 07, 2004 10:30 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Ariel »

Praten of gehoorzamen

De vrienden en de vriendinnen van de islam beschouwen islamkritiek als een eigentijds soort fascisme, en dat zullen we weten ook. Er zijn columnisten die wat dit aangaat hun lezers echt niets meer besparen.

Fascisme is politiek, islam is volgens velen een godsdienst. Als dat laatste klopt, is het een grove schending van de scheiding tussen kerk en staat en de scheiding tussen godsdienst en politiek om islamkritiek fascisme te noemen.

Of zou hier juist de schoen wringen, en is de islam ook volgens de vrienden en vriendinnen van de islam ten diepste een politiek-maatschappelijk systeem? Jammer dat alleen God in de harten kan kijken.

Iemand die over een godsdienst spreekt, of zijn verhaal nu in positieve of negatieve termen is gesteld, maakt gebruik van twee grondrechten: de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van meningsuiting.

Door kritiek op de islam te verbieden, maakt de verbieder duidelijk dat de islam inderdaad geen gewone godsdienst is waar over te praten valt, maar een politiek systeem dat gehoorzaamd moet worden – indien ten minste die verbieder de normale westerse regels van godsdienstvrijheid onderschrijft, of hoort te onderschrijven omdat hij, bijvoorbeeld, politiecommissaris is.

Wie de islam bespreekt, of hij nu wel of niet om de drie regels in gejubel uitbarst, moet natuurlijk laten zien dat de islam inderdaad leert wat hij (over de schouders van moslims meelezend of meeluisterend) beweert dat de islam leert.

Daartoe citeert hij of zij uit een zo breed mogelijk scala van oude en recente teksten, inscripties, preken, shariahandboeken, fatwa’s, de koran, artikelen in islamitische opiniebladen, korancommentaren, leuzen op muren geschilderd, wat hij maar te pakken kan krijgen.

Als volleerde judoka’s reageren de vrienden en vriendinnen van de islam daarop door te zeggen dat ‘de meeste moslims die preek/dat koranvers/dat shariahandboek/die fatwa niet kennen’. Zo weten ze de kracht van hun tegenstander te gebruiken voor een mooie heupworp. De ‘pedante’ tegenstander gaat toch maar mooi onderuit met zijn knipselboek vol citaten!

Het is natuurlijk waar dat de meeste moslims die citaten niet kennen. Daar is weinig of niets tegen in te brengen. Maar wie de islamitische ideologie wil beschrijven, moet steeds naar bronnen verwijzen, anders is zijn beschrijving niet precies genoeg. Voor elk citaat hadden er in principe tien andere kunnen staan.

De gelovigen kennen, als het goed is, de inhoud en de strekking van zo’n citaat uit de mondelinge overlevering aan tafel in het theehuis, uit gesprekken binnen de familie, uit andere preken dan de toevallig geciteerde, en zo voort.

Niet alle protestanten in Nederland weten wat er afgelopen zondag in de kerk in Harderwijk gezegd is. Toch is wat er daar en toen gezegd is, wel zeker representatief voor protestants Nederland en het christendom in het algemeen. Wie iets over het protestantisme wil zeggen, mag die preek uit Harderwijk voor de voetnoten gebruiken.

Wanneer een dominee in Harderwijk iets raars zegt, kan hij er bovendien op rekenen dat de weldenkende columnisten van het koninkrijk der Nederlanden hem con brio aan het kruis van de publiciteit zullen nagelen.

Het zou goed zijn als de islamitische predikanten in binnen- en buitenland wat dit aangaat niet langer gediscrimineerd zouden worden, ook niet door de vrienden en vriendinnen van de islam.

HansJansen

http://hoeiboei.blogspot.com/" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
Gebruikersavatar
Ariel
Berichten: 89854
Lid geworden op: wo apr 07, 2004 10:30 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Ariel »

Brandend huis & grote jongen


De democratische rechtsorde in Nederland wordt onhoudbaar gemaakt, en dus ondermijnd, niet door de islam maar door twee complexen van haast algemeen aangehangen opvattingen. Hoewel die opvattingen misschien niet links zijn, zien ze er wel zo uit.

Het eerste complex van redeneringen noem ik voor het gemak ‘brandend huis’. Het is algemeen bekend dat het niet mogelijk is een brandend huis te verzekeren. Een maatschappij die dat wel doet zou al snel merken dat er niemand meer premie komt betalen. Als het mogelijk is een brandend huis alsnog te verzekeren, wacht een verstandig mens immers tot zijn huis in brand staat, en dan belt hij de verzekeraar.

Je bent natuurlijk zielig als je huis in vlammen opgaat en je hebt geen verzekering. Maar de rijke verzekeringsmaatschappij die het makkelijk missen kan, betaalt niks aan een arme zielepoot wiens huis is afgebrand en die alleen maar dat ene papiertje niet kon overleggen. Als brandende huizen verzekerd konden worden, zouden er geen brandverzekeringen bestaan en zouden huizen die niet in brand staan, niet tegen brand verzekerd kunnen worden. Het is beledigend voor de intelligentie van de lezer om dit verder uit te leggen.

Het toestaan van ongereguleerde massa-immigratie is een variant op het verzekeren van een brandend huis. De rijke maatschappij waar die ene zielige migrant zich vestigt, kan de uitkering aan die ene migrant makkelijk missen, bovendien is het gemeen om hem niet te helpen. Er is ook nog zoiets als naastenliefde! Maar voor de maatschappij als geheel zijn de consequenties niet anders dan voor de brandverzekeraar die een brandend huis verzekert, nl. opheffing.

Het tweede complex noem ik voor het gemak ‘grote jongen’. Elke Nederlandse ouder gaat er vanuit dat hij zijn kinderen wanneer die volwassen zijn niet meer hoeft te onderhouden. Maar door het huidige overheidsbeleid ten aanzien van ongereguleerde migratie onderhoudt elke volwassen Nederlander niet zijn eigen volwassen kinderen maar wel onbekende aantallen hem vreemde volwassenen uit andere landen. Het is de verdienste van Pamela Hemelrijk (1947-2009) hier al vele keren op gewezen te hebben. Het heeft niet geholpen.

Toch blijft de vraag bestaan: Waarom moet iemand van 9 tot 5 naar kantoor of fabriek, om daar te werken voor een volwassene die hij niet kent, die 24 uur per dag vrij heeft, maar die niet beschikt over kwalificaties om aan het Nederlandse arbeidsproces deel te nemen? Waarom gedwongen werken voor willekeurige, uit het buitenland afkomstige volwassenen die zelf nooit de voor de arbeidsmarkt benodigde kwalificaties zullen verwerven, en die ook geen voornemens koesteren om zulke kwalificaties te gaan verwerven, of de lust daartoe voelen? De eigen kinderen worden ooit grote jongens, of meisjes, maar een grote groep migranten en hun nazaten worden dat kennelijk nooit.

Omdat een groot percentage van de migranten moslim is, heeft er zich ook een kleine maar agressieve en welbespraakte islamitische voorhoede in Nederland gevestigd die de centrale stellingen van de islam bevorderd wil zien. Die voorhoede opereert geraffineerd, en meestal binnen de ruimte die Nederlandse rechtsorde biedt, hoewel de dreiging met geweld sinds de moord op Theo van Gogh nooit ver weg is. De doelstellingen waarvoor die voorhoede zich ‘inspant', zijn regelrecht in strijd met de Nederlandse democratische rechtsorde. Het Arabische woord jihaad betekent zoals iedereen weet, ‘inspanning’.

Het betreft onder andere de volgende aspiraties: geen concurrentie tussen meningen en dus afschaffing van de vrije meningsuiting; geen concurrentie op de markt van liefde en relaties maar uithuwelijking; geen concurrentie in de economie maar een ‘islamitische economie’, die mogelijk gemaakt moet worden door ‘islamitisch bankieren’; geen religieuze concurrentie maar een verbod op uittreding uit de islam; geen politieke concurrentie tussen politieke partijen maar invoering van de islam en de wetgeving van de sharia.

Het is wel duidelijk wat een grote jongen in zo’n brandend huis te doen staat.

HansJansen

http://hoeiboei.blogspot.com/2011/01/br ... ongen.html" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
Gebruikersavatar
Zwartmeer
Berichten: 12339
Lid geworden op: zo jan 26, 2003 3:12 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Zwartmeer »

Toch blijft de vraag bestaan: Waarom moet iemand van 9 tot 5 naar kantoor of fabriek, om daar te werken voor een volwassene die hij niet kent, die 24 uur per dag vrij heeft, maar die niet beschikt over kwalificaties om aan het Nederlandse arbeidsproces deel te nemen?
Links is zeer pro asielzoeker allochtoon en moslim en daarom vraagt het de Nederlandse arbeider steeds weer om een deel van zijn loon voor hen af te staan. Ze moeten maar een aantal uren gratis werken. De arbeider is dus degene die er in de linkse plannetjes steeds weer voor opdraait. En toch hoor je Links dat alleen maar zeggen als er een bezuiniging is. Ik ben ook maar gewoon een arbeider en ik zal idioot zijn om op een partij te stemmen die mij wil dwingen gratis te werken voor mensen die ik niet ken. Of erger nog, mensen die ik hier liever niet heb.
Een pacifistische moslim is als een vegetarische krokodil.
Gebruikersavatar
Ariel
Berichten: 89854
Lid geworden op: wo apr 07, 2004 10:30 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Ariel »

Grondrechten in Nederland en de islam


Vanavond zult u harde taal horen, of in ieder geval uitspraken die u waarschijnlijk als harde taal beschouwt. Maar ik ben bereid alles wat als harde taal beschouwd wordt terug te nemen als er drie moslims zonder om anonimiteit te vragen in het openbaar afstand willen nemen van de stelling dat joden apen en varkens zijn, al-qirada wa-l-xanaaziir, Koran 5:60; dat de moslims de plicht hebben de niet-moslims, u dus, angst aan te jagen, turhibuuna, Koran 8:60; dat ieder die gelooft dat Christus de Zoon van God is, in de oorlog gedood dient te worden, qaatalahumullaah, Koran 9:30; en dat mannen hun vrouwen moeten kunnen slaan, wa-Dribuu-hunna, 4:34. Vier uitspraken uit de koran, drie moslims, en we zijn klaar.

Ik geef u in overweging uw adem niet in te houden tot die drie moslims zich over die vier passages uitgelaten hebben. Er blijven dan trouwens nog een paar honderd koranpassages over waar ik ook nog wel vragen over heb. Ik zou bijvoorbeeld willen weten wat precies de bedoeling is van de koranverzen waarin ertoe wordt opgeroepen niet-moslims dood te slaan, fa-qtuluuhum. Ik zou bijvoorbeeld willen weten wat precies de bedoeling is van de verzen waarin er op wordt aangedrongen oorlog te gaan voeren tegen wie geen moslim is. Het gaat om meer dan 150 passages, die u kunt terugvinden door op Internet te zoeken met behulp van de zoektermen koran war passages.

De koran, leert de islam, is Gods woord. Moslims geloven dat de islam leert dat God de tekst van de koran letterlijk zo gezegd heeft, tegen de aartsengel Gabriel, die dat letterlijk heeft doorgegeven aan Mohammed (570-632), die dat letterlijk heeft doorgegeven aan zijn secretarissen, die dat letterlijk zo hebben opgeschreven. De islam leert bovendien dat vanuit de antieke manuscripten de tekst van de koran letterlijk is terecht gekomen in de Arabische koran zoals die tegenwoordig gedrukt in winkels te koop ligt. Ik vind dat wel heel erg veel om te geloven, er zijn wel heel veel schakels in het spel, maar goed, daar gaat het nu niet om. Iedereen gelooft wel eens wat. Waar het om gaat is dat God in de koran wordt voorgesteld als zittend op zijn troon terwijl hij zijn profeet en de gelovigen toe sist ‘sla ze dood, sla ze dood’ (2:191, 4:89 en 4:91).

Dan heb ik toch liever de bijbel waarin de profeet Ezechiël (33:11) God laat zeggen: ‘Ik heb geen behagen in de dood van de ongelovige’, nolo mortem impii, of het Nieuwe Testament (Mt 5:44) waarin we ertoe worden opgeroepen onze vijanden lief te hebben. Het contrast tussen de bijbel en de koran kon hier niet groter zijn.

Het is daarom eigenaardig wanneer moslims het voorstellen alsof het van het christendom naar de islam maar een klein stapje is, dat u nodig eens zou moeten zetten. Dat ze dat zelf in werkelijkheid heus niet zo zien, blijkt wel uit het feit dat de islam op het omgekeerde stapje, van de islam naar het christendom, de doodstraf stelt, en denkt u niet dat het hier om een theoretische zaak gaat, zoals de vrienden en de vriendinnen van de islam u wel eens wijs proberen te maken.

Maar het gaat bij vraag naar de grondrechten in de islam niet allereerst en zeker niet uitsluitend om de koran. Elke godsdienst en elke godsdienstige beweging is meer dan de regels die in het bijbehorende heilige boek te vinden zijn. Het christendom is meer dan de bijbel, en de islam is meer dan de koran. De klassieke leuze sola scriptura, ‘alleen bij de schrift’, geldt uitsluitend binnen de theorie van het christendom in zijn protestantse variant. En ook binnen de leer van de protestantse kerken is de leuze ‘alleen bij de schrift’ trouwens meer ideologie dan praktijk.

Binnen de dogmatiek van andere kerkgenootschappen en godsdiensten speelt deze protestantse regel uiteraard geen enkele rol, ook al menen vooral moderne ongelovigen als onze geliefde leiders Pechtold en Cohen met grote hardnekkigheid dat iets dergelijks wel het geval is. Maar nee, binnen de theologie van de islam is de regel ‘alleen de schrift’ niet geldig. Of de islam iets voorschrijft en of iets in de koran staat zijn twee verschillende vragen, met antwoorden die niet identiek aan elkaar zijn. Het zijn kwesties die los van elkaar staan. Er zijn islamitische plichten die niet in de koran staan. We betreden hier de buitenkant van een doolhof van gedragsregels waarin alleen de imams, de ayatollahs en de muftis de weg weten.

De koran dient binnen het systeem van de islam in hoofdzaak om het goddelijk karakter van de islam te verankeren en te garanderen, het is niet het islamitisch leerboek voor gedrag, moraal en moraaltheologie. De regels die de islam oplegt, kunnen dan ook niet direct door een leek uit de koran geput worden. Alleen de islamitische wet- en schriftgeleerden kunnen dat. De regels zoals zij die hebben opgesteld, hebben ze verzameld en gesystematiseerd in de handboeken van de zogeheten sharia.

Buitenstaanders spreken dan ook wel eens van drie islams. Islam1, dat is de koran; er kleven bedenkelijke kanten aan deze vorm van islam, maar wat de koran aanbeveelt is nog kinderspel vergeleken bij de inhoud van de sharia, de islamitische wet. Dat is dan ook islam2. Rechten en grondrechten die enigszins hanteerbaar en bespreekbaar omschreven zijn, vinden we daar. Islam2 is dan ook de islam van de sharia. Wie nu nog niet weet dat de sharia het recht van de islam is, die kan wel op het dak gaan zitten. Daar zal hij dan een aantal Amsterdamse rechters aantreffen, maar daarover bij een andere gelegenheid.

Islam3, dat is wat de moslims daadwerkelijk aan de islam doen en als islam zien. Bij islam3 is er uiteraard sprake van lokale verschillen. Die lokale verschillen worden door vrienden en vriendinnen van de islam aangevoerd om te bewijzen dat ‘de’ islam niet bestaat. Dat maakt de islam heel bijzonder, want volgens deze vrienden en vriendinnen van de Onderwerping bestaat ‘het’ Westen en ‘het’ christendom wel degelijk.

Maar Islam3 is inderdaad niet uniform, per slot van rekening is Java Marokko niet, maar binnen de islam van de wetgeleerden, islam2, zijn er geen belangrijke verschillen. De verschillen die er binnen de islam2 bestaan, zijn onbetekenend, zeker voor buitenstaanders. Ze zijn niet anders of groter dan de verschillen van mening die er binnen bijvoorbeeld het Nederlands recht zijn aan te treffen. Nederlandse advocaten van elkaar bestrijdende partijen zijn het misschien niet helemaal over juridische kwesties met elkaar eens, maar de rechter veroordeelt gewoon een van de beiden. ‘Het’ Nederlands recht bestaat dus, ondanks de meningsverschillen van de advocaten.

Fundament nummer 1 van islam2 is, zoals de vrienden en de vriendinnen van de islam heel goed weten, de overeenstemming, in het Arabisch de igmaa3. Dit principe staat het ontstaan in de weg van grote, voor de praktijk belangrijke verschillen binnen de sharia.

In Nederland zijn we bijzonder gezegend, want hier hebben we ook nog een islam4: de droombeelden van academische islamologen als de professoren Fred Leemhuis en Maurits Berger. Wat deze creatieve denkers in hun studeerkamers in Wassenaar en Haaren verzinnen, is voor de wereld buiten die studeerkamers van geen enkel belang. Het gaat de wereld buiten hun studeerkamers uitsluitend om de islam zoals die in de moskee gepredikt wordt. Maar over islam1, 2 of 3 spreken de aanhangers van islam4 niet graag de waarheid. Sterker nog, daarover verkopen zij misleidende praatjes, en strooien u al dan niet met opzet zand in de ogen.

Vanwege het geringe belang van de zaak beperk ik mij tot één voorbeeld: Professor Maurits Berger (Leiden) beweert regelmatig dat de sharia voor 95% identiek is aan het Nederlands recht. Als het waar zou zijn, en hij weet natuurlijk heel goed dat het niet waar is, dan hebben moslims weinig te klagen, maar ook als het waar is, zegt het nog niets. Het DNA van de chimpansee en de mens zijn voor nog wel meer dan 95% identiek. Toch is er meestal wel enig verschil tussen een mens en een chimpansee. Bovendien, als in de paar procent eigenheden van de sharia nu net de juridische positie van joden en andere niet-moslims zit, is het natuurlijk goed mis.

Wanneer we over rechten praten, in de islam en in het Nederlandse rechtssysteem, moeten we vooral kijken naar islam2. Islam1 en islam3 zijn niet juridisch van aard, en laten zich niet helder uit over rechten of grondrechten. Islam4 is flauwekul van geflipte would-be dominees, alleen islam2 speelt in een vergelijking van rechtssystemen een rol. Bovendien is islam2 de enige vorm van islam die professioneel personeel heeft rondlopen, dat de eisen en regels van islam2 kracht bijzet.

Islam2, de sharia, behandelt de grondrechten niet systematisch. De regels die wij ‘grondrechten’ willen noemen, worden in allerlei hoofdstukken van de sharia-handboeken zijdelings behandeld. Uiteraard zijn de islamitische theologen van mening dat de mens niet zichzelf bij universele verklaring (of enige andere verklaring) rechten kan toemeten. Alleen God geeft regels, en de mens mag die niet veranderen, zelfs al zou de mens in zijn hoogmoed en verwatenheid menen dat die veranderingen verbeteringen zijn.

Vanuit systematisch oogpunt is dit wel te billijken, maar het betekent dat de islam geen ‘grondrechten’ in de westerse betekenis van dat woord kent. Voor een vergelijking kunnen we niet anders dan van de westerse grondrechten uitgaan, en onder ogen proberen te zien wat de islam en de sharia daarover zeggen.

Laten we beginnen bij de duidelijkste schending van een van onze grondrechten, zoals dat grondrecht is neergelegd in artikel 18 van de Universele verklaring van de Rechten van de Mens. Dat artikel luidt: ‘Een ieder heeft het recht … om van godsdienst te veranderen’. De islam denkt daar anders over. De sharia stelt op uittreding uit de islam de doodstraf. Sinds Salman Rushdie, 1989, is dit in het Westen algemeen bekend.

Het is niet helemaal duidelijk of de daadwerkelijke executie van de afvallige de taak van de overheid of van elk individu persoonlijk is, maar volgens sommige sharia-geleerden is het voor een individu slechts een overtreding wanneer hij een afvallige om het leven brengt indien de overheid in gebreke blijft de afvallige op de juiste manier te berechten. Dat betekent dat ook in het Westen het leven van elke afvallige bij voortduring in gevaar is. Dat een overheid uittreding toestaat, is helaas niet voldoende. Het gaat er om dat de moskee uittreding toestaat.

Het Stockholm-syndroom leidt er toe dat een moslim die zichzelf betrapt op het koesteren van het begin van een gedachte aan geloofsafval en uittreding, zichzelf onmiddellijk dwingt die weg niet verder in te slaan. Die kant uit ligt er geen heil, en uitsluitend groot persoonlijk gevaar. Ayaan Hirsi Ali vermoedt dat er honderdduizenden moslims desalniettemin uittreding overwegen, en dat wanneer er eenmaal een golf van ongestrafte uittredingen heeft plaats gehad, de islam als een luchtballon leegloopt. De strengheid waarmee moslims de weinige openlijke uittreders aanpakken, doet vermoeden dat Ayaan zoals haast altijd gelijk heeft.

Deze doodstraf voor uittreding is ondubbelzinnig onderdeel van islam2. Islam1, de koran, is wat minder expliciet, maar islam3 keurt deze doodstraf goed. Islam4 wil ons zoals gebruikelijk misleiden, en weet deze regel te nuanceren, in hoofdzaak met het argument dat de regel geen deel uitmaakt van islam1, en soms niet van de in een staat vigerende wetten.

Het is duidelijk dat dit gedoe over uittreding allemaal in flagrante strijd is met het grondrecht dat artikel 18 van de UDHR proclameert. Er is bovendien geen enkele aanwijzing dat de doodstraf op uittreding uit de islam door islamitische wetgeleerden als achterhaald zal gaan worden beschouwd.

Artikel 19 proclameert vrijheid van mening en meningsuiting. Islam1, 2, 3 en 4 gunnen u die vrijheid niet. Islam2 is zoals altijd het meest expliciet. De sharia kent een aantal zeer losjes geformuleerde misdragingen waarop de doodstraf staat. De formuleringen die de sharia gebruikt zijn zo vaag en algemeen dat zo goed als elke mening of handeling er onder kan vallen.

De vrienden en vriendinnen van de islam noemen dit de ‘flexibiliteit’ van de sharia, maar flexibele wetten kunnen voor een beklaagde levensbedreigend zijn in de meest letterlijke zin van het woord. Wetten moeten niet flexibel maar juist scherpomlijnd zijn. Een beklaagde is alleen dan in staat zich goed te verdedigen tegen de beschuldiging die wet overtreden te hebben. Het kenmerk van een proces over een opiniedelict, we weten in Nederland sinds kort weer precies wat dat is en hoe zo’n proces toegaat, is vaagheid van de aanklacht.

De islam leert dat Mohammed, de profeet van de islam, zonder zonden is geweest, in het Arabisch ma3Suum. De koran niet als Gods woord te erkennen, impliceert twijfel of ongeloof aan dit leerstuk, en wil in feite zeggen dat de twijfelaar of de ongelovige bij zichzelf zegt: ‘Misschien was Mohammed wel een leugenaar toen hij verkondigde dat hij openbaringen van God heeft ontvangen'. Het is beledigend iemand een leugenaar te noemen.

Het afwijzen van de koran als het woord van God is derhalve een belediging van de profeet van de islam. Zulke belediging is volgens de sharia strafbaar. Moslims vergelijken deze strafbaarstelling wel eens met majesteitsschennis. Maar het is een vergrijp waaraan iedereen die nog geen moslim is zich impliciet schuldig maakt door de islam niet of nog niet te omarmen. Wanneer dat opportuun wordt geacht, kan iedereen die geen moslim is, worden aangepakt.

Terwijl de UDHR bij artikel 10 het uiten van twijfel aan de goddelijkheid van de koran toestaat, wordt het uiten van zulke twijfel door de sharia streng verboden. Het is voor de voorhoede van de islam van groot belang de bewoners van Europa en Amerika te trainen in het respecteren van het verbod dat de sharia hier oplegt. Daartoe worden met medewerking van de Linkse kerk overal in Europa rechtszaken gevoerd. Ook als die rechtszaken door de moslims en hun hulptroepen worden verloren, zijn ze toch een goede les voor wie een rustig en ongestoord leven wil leiden. Twijfel uiten aan de waarheid van de islam en de koran zal dientengevolge zeldzamer en zeldzamer worden. Op een gegeven moment zullen Europeanen en Amerikanen niet meer weten waarom je ook weer geen moslim zou worden. Tegen die tijd zijn de velden rijp om te oogsten. Het Wildersproces is akelig voor Geert Wilders en Rechter Tom Schalken, maar goed voor de training en opvoeding van het Nederlandse volk.

Atheïsme, agnosticisme en haast alle joodse of christelijke religieuze handelingen kunnen vallen onder het vergrijp ‘schennis van de majesteit van de profeet van de islam’. Atheïsme impliceert dat Mohammed heeft gelogen toen hij verklaarde dat God via Gabriel tot hem heeft gesproken. Agnosticisme betekent dat je tegen Mohammed recht in zijn gezicht zegt dat je het allemaal nog niet zo weet. En, minder theoretisch, het drukken of bezitten van Bijbels impliceert dat de Koran als woord van God je niet voldoende is. Het slaan van een kruis, het opleiden van christelijke voorgangers, het neerzetten van een christelijke bibliotheek, alles kan als kritiek op de majesteit van Mohammed worden uitgelegd. Het dagelijks leven van christenen en andersdenkenden onder islamitisch gezag is dan ook riskant en vol beperkingen, willekeur en onzekerheden. Dat is allemaal niet te rijmen met artikel 19 van de UDHR.

De islam en de sharia staan het toe dat een man een van zijn vrouwen verstoot, en vervolgens die verstoting herroept zonder dit haar mee te delen. Dat betekent dat een vrouw niet noodzakelijkerwijs zeker weet of zij nu wel of niet gescheiden is. Dit is levensbedreigend, want wanneer een getrouwde vrouw het met een ander doet, staat daar de doodstraf door steniging op, ook al verkeert ze in de waan gehuwd te zijn met de man waarmee zij het doet.

Dit vermeende huwelijk is immers nietig omdat ze niet door haar vorige echtgenoot verstoten is. Dat zij geslachtsgemeenschap heeft met de man die zij als haar nieuwe echtgenoot beschouwt, is dus ontucht, want zij kon wettelijk niet met hem in het huwelijk treden omdat zij nog gehuwd was met haar eerste echtgenoot – zonder dat te weten, omdat deze haar niet had meegedeeld dat hij zijn verstoting had herroepen. Uiteraard is deze regeling in strijd met alles wat rechtvaardig en billijk is. Wie dit niet wil geloven dat deze regeling bestaat: zie de boeken van Arun Shourie.

Artikel 7 van de UDHR stelt dat allen gelijk zijn voor de wet. In het islamitische recht is dat niet zo. Man en vrouw, vrije en slaaf, moslim en niet-moslim zijn voor de sharia niet gelijk. Er is een lange lijst met verschillen. Die verschillen zijn steeds in het voordeel van de vrije moslimse man, en sterk in het nadeel van vrouwen, slaven en al wie de islam afwijst of nog niet geaccepteerd heeft. De regels die ons waarschijnlijk het meest opvallen, zijn dat een moslimman het recht op eenzijdige verstoting van zijn vrouwen heeft, maar dat de vrouw niet over dat recht beschikt; en dat een man die niet tot de islam is toegetreden, niet een huwelijk kan sluiten met een moslimvrouw, maar een moslimman wel met een vrouw die geen moslim is. Uiteraard is dit een ongelijkheid van man en vrouw die in strijd is met UDHR artikel 7.

Artikel 5 van de UDHR stelt dat niemand onderworpen zal zijn aan wrede bestraffing. Zelfs als we in het midden laten of de doodstraf een wrede bestraffing is, is het toch wel heel duidelijk dat de doodstraf door steniging dat is, of ook de manier waarop Mohammed Bouyeri het hoofd van Theo van Gogh heeft geprobeerd er af te zagen. Ook stokslagen voor het drinken van wijn, amputatie van de hand voor diefstal en stokslagen of geseling wegens het betichten van ontucht zijn wreed en onrechtvaardig.
De islam stelt immers als eis voor ontucht dat er vier getuigen zijn. Zijn die er niet, dan levert de beschuldiging van ontucht het bijzondere vergrijp van ‘betichting’ op. ‘Betichting’ wordt gestraft met tachtig stokslagen. Het probleem hier is dat een meisje dat verkracht is, en niet de vereiste vier getuigen kan leveren, zich schuldig heeft gemaakt aan zulke ‘betichting’, en ook nog eens tachtig slagen krijgt – wat niet iedereen overleeft.

Op grond van koran 5:33, het ‘zich beijveren verderf te brengen in het land’, yas3awna fi-l-arD fasaadan, stelt de sharia het verspreiden van verderf strafbaar, al-ifsaad fil-arD. Er zijn duizenden zo niet miljoenen mensen op grond van dit nauwelijks gedefinieerde vergrijp ter dood gebracht. Het is waarschijnlijk deze misdaad, het verspreiden van verderf, die de vrienden en vriendinnen van de islam bedoelen wanneer ze betogen dat ‘de’ sharia niet bestaat.

De islamitische theologie wijst de causaliteit af. God herschept de wereld op elk deelmoment, en is daarbij niet gehouden aan enige beperking van voorspelbaarheid of redelijkheid. Dit sluit, in theorie en a priori, het bestaan van causaliteit uit. Islam2 heeft dan ook het ‘geloof’ in de causaliteit tot een van de kenmerken van uittreding uit de islam bestempeld. Het verschil met de bijbel kon weer niet groter zijn; de bijbel, en belangrijker nog: de kerken en de synagoge gaan er van uit dat God wel redelijk is. Ook westerse moderne ongelovigen zijn van oordeel dat Gods schepping, zeg maar het heelal, redelijk in elkaar zit, en met behulp van de rede te doorgronden is, ook al is dit een oncontroleerbaar geloofspunt, met recht een theorie over alles. Het geloof in die redelijkheid heeft de wetenschap van het christendom geërfd, en het is een axioma voor elke vorm van wetenschappelijk onderzoek. Zonder het axioma ‘gelijke oorzaken hebben gelijke gevolgen’ is de gewone wetenschap niet mogelijk. ‘Geloof’ in de causaliteit als kenmerk van geloofsuittreding te beschouwen, ziet er dan ook uit als in strijd met artikel 27 lid 1: Een ieder heeft het recht te delen in wetenschappelijke vooruitgang. Ik denk dat Moszkowicz dit prima voor een rechtbank aannemelijk kan maken.

Ten slotte stelt de UDHR, artikel 21, dat een ieder het recht heeft om deel te nemen aan het bestuur van zijn land. Een van de eisen die de sharia aan wet- en schriftgeleerden, aan mufti’s stelt, is dat ze moslim zijn. Wanneer de sharia de wet des lands is, zou wie geen moslim is, derhalve zijn buitengesloten van deelname aan rechtspraak, advocatuur, bestuur, en zo voort. Er is geen Moszkowicz nodig om uit te leggen dat dit in strijd is met artikel 21 van de UDHR.

Vrienden en vriendinnen van de islam voeren vaak aan dat het tolerante karakter van de islam blijkt uit de speciale status van dhimmii die de islam toekent aan joden en christenen die zich aan de islam onderwerpen. Dit is twijfelachtig. De dhimmii is aan een groot aantal beperkingen onderworpen. Zo dient hij op de openbare weg een stapje opzij te doen als er een moslim aankomt. Er zijn zelfs plaatsen en tijden geweest dat het een dhimmii verboden was een bril of een paraplu te dragen, maar dat gebod is voor zo ver mij bekend in onbruik geraakt.

Het is voor een dhimmii verboden muziek te maken of klokken te luiden. Dit verbod op klokken luiden speelde kortgeleden in Somalië, waar ook de schoolbel van een missieschool geacht werd onder dit verbod te vallen. De zichzelf jongerenimam noemende Abdoel-Jabbaar van der Ven (‘jongerenimam’ is een onbeschermde titel) heeft mij er van proberen te overtuigen dat het muziekverbod echt heus ook voor de kerken geldt. En weg zijn Mozart, Haydn en Bach. En natuurlijk Huub Oosterhuis, maar het is de vraag hoe erg dat dan weer is.

Ik beschouw de tot nu toe behandelde punten als voldoende om de sharia in al zijn vormen met grote beslistheid af te wijzen. Er is natuurlijk veel meer, op het gebied van dieren, van voedsel, van gezinsleven, van hygiëne, van openbare orde, de lijst is lang.

Twee belangrijke zaken, de Tien Geboden en de Gouden Regel ‘Zoals gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’, die bestaan alleen in islam4. Dat maakt de islam niet goed inpasbaar in onze maatschappelijke ordening, wat geen probleem hoeft te zijn, want we hebben het eeuwenlang zonder de islam gedaan. Maar moslims kunnen zich geen maatschappelijke ordening voorstellen waarin de islam geen rol speelt.

Het is van belang ook in Nederland ook academisch studie te maken van de sharia, maar ik vraag me af of de vrienden en de vriendinnen van de islam die elkaar aan de Nederlandse universiteiten het alleenrecht hebben gegeven hier onderwijs in te geven, dat erg objectief en wetenschappelijk doen. Bezorgdheid lijkt me hier op zijn plaats.

Een verbod op de invoering van de sharia in de Nederlandse grondwet opnemen is desalniettemin overbodig, want de handelingen waartoe de sharia of de koran oproepen zijn in Nederland allang verboden. Misschien is het tegenover de islamitische voorhoede tactisch wel een goede stap zo’n artikel aan de grondwet toe te voegen omdat die voorhoede overal, ook in Nederland, zo veel mogelijk sharia ingevoerd wil zien, en zo’n expliciet standpunt hen wellicht duidelijk zou maken hoe de vlag in het Westen op het schip staat, dat kan ik slecht beoordelen. Maar inhoudelijk betekent zo’n wet niet veel meer dan dat wat volgens de grondwet verboden is, volgens de wet inderdaad verboden is. Ik denk dat juristen en senatoren zo’n wet niet zo mooi zullen vinden en alleen op al esthetische en systematische gronden zich zullen verzetten tegen zo’n grondwetsuitbreiding.

Dames en Heren: Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen. Dan dooft het licht.

HansJansen

Conservatief Café, Gouda, 23 februari 2011
http://hoeiboei.blogspot.com/2011/02/gr ... islam.html" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
Gebruikersavatar
Manon
Berichten: 17353
Lid geworden op: ma feb 17, 2003 9:58 am

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Manon »

Hans Jansen Anton Constandselezing

http://www.youtube.com/watch?v=xHA01Ulz ... dded#at=30" onclick="window.open(this.href);return false;

More diversity always means "less white people"
Diversity is a codeword for white genocide.
Gebruikersavatar
silkyboxershortXL
Berichten: 2541
Lid geworden op: za apr 24, 2010 3:20 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door silkyboxershortXL »

Wie zouden er in de zaal zitten? Allemaal SPers? Tijdens de verkiezingen hoorde ik Sap zeggen dat de SP al heel lang bekend is met multicul problemen, ze was wel fier over Anton Constanse als partijgenoot. Ze weet dat ie nog steeds onder het tapijt wordt geveegd. Verraadster, want ze werkt nog steeds met de vijand.
Mijn complimenten voor de doorwrochte mooie lezing waar we er nog veel te weinig van hebben.
Hoop is geen strategie.
WWG1WGA
Gebruikersavatar
Ariel
Berichten: 89854
Lid geworden op: wo apr 07, 2004 10:30 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Ariel »

Kruisvaarders en Zionisten


Wat wij in het Westen op school over de Kruistochten te leren krijgen, staat ver af van de historische werkelijkheid. Niet alles is een misverstand: De Kruistochten hebben geduurd van ongeveer 1100 tot ongeveer 1300. In veel opzichten doen de staatjes van de Kruisvaarders aan het moderne Israel denken. Ze lagen voor een groot deel ook op dezelfde plek.

Maar behalve een aantal overeenkomsten is er een reeks verschillen. Eén van de overeenkomsten is dat de vrienden en vriendinnen van de islam de Kruisvaarders en de Zionisten allebei als zeer slechte mensen beschouwen. En wie weet: Het zou zo maar waar kunnen zijn. Alhoewel, verhalen over slechtheid hebben iets eentonigs. Ze zouden overal en altijd gebeurd kunnen zijn. Maar nu dan het verschil.

Kruisvaarders die naar huis teruggingen, werden in Europa als halve heiligen beschouwd. Zij waren in Jeruzalem geweest! Ze hadden het heilige Graf bezocht! Ze hadden gestreden dan wel gevaar gelopen voor de zaak van God! Zij hadden geprobeerd het erfgoed van Christus en zijn kerk veilig te stellen! Ze hadden recht op vergeving van hun zonden!

In Jeruzalem zelf daarentegen was iedereen in Jeruzalem geweest. In Jeruzalem zelf was het niets bijzonders om in Jeruzalem te zijn. De keus was dan ook niet moeilijk: een kruisvaarder die terugging naar Europa gold daar als bijzonder en kon rekenen op respect en een warm onthaal. Dus was het voor individuele Kruisvaarders aantrekkelijker om terug te gaan dan om te blijven. Dus gingen de meeste kruisvaarders daadwerkelijk na een paar jaar (of eerder) terug. De kruisvaarders die in het Heilige Land achterbleven, hebben dan ook permanent met een gebrek aan mankracht te kampen gehad.

Vandaar dat ze hun forten zo bouwden dat er bij een beleg nauwelijks bemanning nodig was om het fort te verdedigen. Dat stelde hoge eisen aan het ontwerp, want de forten moesten ook kunnen dienen wanneer er bij een beleg juist heel veel mensen in zaten. Die middeleeuwse kruisvaarderforten zijn in het Midden-Oosten nog steeds in het landschap goed zichtbaar. Er is over de bouw destijds goed nagedacht. Een zeker respect voor de bouwmeesters is op zijn plaats.

De Zionisten hebben het anders aangepakt. Natuurlijk gold het onder Joden als bijzonder om in het Heilige Land geweest te zijn, maar toen de moderne migratie van West- en Oost-Europese Joden naar het heilige Land eenmaal op gang was gekomen, leidde het tot gefronste wenkbrauwen wanneer een migrant terugkwam. Een echte Zionist gaat in het heilige Land wonen en werken, hij sticht daar een gezin, hij is daar niet als vakantieganger, toerist of pelgrim.

Wie na een paar jaar toch maar weer terugkwam, genoot bij andere Zionisten géén ontzag vanwege zijn tijdelijk verblijf op de heilige grond of het tijdelijk in- en uitgeademd hebben van de heilige lucht. Waren die terugkeerders niet eigenlijk verliezers? Het was pijnlijk om het te zeggen, maar het antwoord was vaak ‘ja’. Ongeacht de feiten werd dat antwoord alleen al door de ideologie vereist.

Kruisvaarders zijn soms wel met hun hele hebben en houwen voorgoed naar het heilige land vertrokken, maar meestal hadden ze daar een andere status dan ‘migrant’: ze bleven hoe dan ook pelgrim of toerist. Dat is ook heel mooi, maar een migrant is iets anders.

Dit arrangement van tijdelijkheid was mogelijk doordat de terugkeerders naar Europa bepaald niet als losers beschouwd werden. Het wijdverbreide ontzag voor wie zijn gebeden gezegd had op het heilige Graf heeft op den duur de kruistochtbeweging de das omgedaan.

Het werd ons vroeger op school niet zo verteld, en het zal nu wel al helemaal niet meer ter sprake komen. Maar Zionisten en Kruisvaarders begeerden het land waar zij tijdelijk of voor altijd gekomen waren, tot bloei te brengen, en hebben zich daartoe onwaarschijnlijke opofferingen getroost.

Zijn de Kruisvaarders en de Zionisten daarbij wel aardig geweest tegen de plaatselijke bevolking die daar al aanwezig was? Wat we daar op school over horen, staat ver af van de historische werkelijkheid. Het is een vraag waar veel inkt over gevloeid heeft. Veel van wat over die kwestie beweerd wordt, is propaganda. Dat moet kunnen, propaganda heeft een belangrijke functie. Maar zo miserabel en ongewoon als het in de propaganda wordt voorgesteld, is het echt niet geweest. Er is nu eenmaal veel onrecht en verdriet in de wereld. Zeker naar de hoge normen van Nederland en Amsterdam Oud-Zuid.

Hans Jansen

http://hoeiboei.blogspot.com/2011/04/kr ... html#links" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
Polleke
Berichten: 3234
Lid geworden op: ma sep 04, 2006 3:07 pm
Locatie: Amsterdam

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Polleke »

Zijn de Kruisvaarders en de Zionisten daarbij wel aardig geweest tegen de plaatselijke bevolking die daar al aanwezig was? Wat we daar op school over horen, staat ver af van de historische werkelijkheid. Het is een vraag waar veel inkt over gevloeid heeft. Veel van wat over die kwestie beweerd wordt, is propaganda.
Wanneer het op een eventuele schuldvraag aankomt - de teloorgang van de Arabische beschaving - kan het historische discours beter worden uitgebreid tot zeg het jaar 1400. Tenslotte is de intrinsieke reden voor deze propaganda dat de kruistochten, als symboliek van westers imperialisme, voor de teloorgang van de Arabische beschaving zorgde.

Wat stelselmatig genegeerd wordt is de rol van de Khans in de ondergang van de Arabische beschaving. De laatste Khan, Timur of Tamarlane, is met de brandschatting van Bagdad, 20.000.000 doden en de islamitische bijnaam 'ghazi', de werkelijke grafdelver.

Tamarlane degradeert de kruisridders tot liefelijke koorknaapjes en de Arabische beschaving tot folklore. Maar goed, dergelijke kennis is natuurlijk slecht voor de propaganda en het schuldbesef bij onze beroepsknuffelaars.
Gebruikersavatar
Ariel
Berichten: 89854
Lid geworden op: wo apr 07, 2004 10:30 pm

Re: Artikelen van Arabist Hans Jansen.

Bericht door Ariel »

PRIJSVRAAG


Wat nu toch zou het kwaadaardigste vers uit de Koran zijn? Hierbij stel ik Koran 9:123 kandidaat, maar zo nodig herzie ik mijn mening wanneer er betere verzen voorhanden zijn.

Het vers begint met ‘O Gij die tot geloof zijt gekomen’, ‘O gij die gelooft’. Het vers spreekt dus direct alle moslims aan. Vrienden en vriendinnen van de islam betogen wel eens dat de agressieve opdrachten die de koran bevat zich nu en dan tot slechts een bepaalde groep moslims in het verleden richten. Moslims zelf willen daar meestal niet aan. Maar bij dit vers is er geen enkele onduidelijkheid. Er wordt geen bepaalde historische context bij geleverd, bijvoorbeeld de vijandigheid van andersdenkenden, of iets anders, bijvoorbeeld een redelijke aanleiding tot verdediging van eigen huis en aard. Volgens de koran komt de oproep die volgt van God en geldt alle moslims. Gelukkig zijn de meeste moslims te humaan en te fatsoenlijk om de opdracht die Koran 9:123 geeft, uit te voeren.

‘Beoorloogt’, Arabisch qaatiluu, van de wortel QTL, ‘doden’, ‘trachten in de strijd te doden’. De moslims krijgen hier, in de gebiedende wijs, de opdracht te doden en oorlog te voeren, uiteraard volgens de regels van de islam. Die regels houden in dat de overwinnaar niet alleen probeert in het gevecht zijn vijand te doden, maar dat hij na de overwinning het recht heeft zijn krijgsgevangenen af te maken. De islam maakt hier geen onderscheid tussen burgers en militairen. De Conventie van Geneve, die het doden van gevangenen verbiedt, is niet van toepassing. Er is al eens eerder op gewezen, recentelijk weer eens door Dr Mark Durie: Wanneer Amerikanen een groep Afghanen gevangen nemen, en hen doden, worden ze wegens moord voor een krijgsraad gebracht. Amerikanen daarentegen die door Afghanen gevangen worden genomen, worden gedood. Het Arabisch-islamitische ‘beoorlogen’, muqaatala, volgt niet dezelfde regels als wat wij gewoonlijk onder ‘beoorlogen’ verstaan. Het Arabisch-islamitische begrip ‘beoorlogen’ kent ook de mogelijkheid de overwonnenen te verkopen, tegen een losgeld aan hun eigen familie, of als slaaf. Dit werpt licht op het gedrag van de Somalische piraten.

‘Beoorloogt degenen die dichtbij u zijn’, alladhiina yaluuna-kum, van het Arabische werkwoord waliya – yalii, ‘dichtbij zijn’; 3de persoon meervoud zoals hier yaluuna. ‘Degenen die’ is alladhiina, het meervoud van het betrekkelijk voornaamwoord voor personen. ‘Degenen die dichtbij u zijn’, is een griezelig algemene aanduiding. Het werpt enig licht op het gedrag van bijvoorbeeld de schutter van Fort Hood in Texas.

‘Beoorloogt degenen die u nabij zijn van de ongelovigen’, min al-kuffaar. Het Arabische min betekent ‘van’, kuffaar is het meervoud van het inmiddels overbekende kaafir, ‘ongelovige’. In constructies zoals deze hoort volgens de regels van de syntaxis min eigenlijk niet met ‘van’ vertaald te worden. De syntactisch juiste vertaling is ‘de ongelovigen die nabij u zijn’; een ezelsbruggetje is hier om min met ‘namelijk’ te vertalen: ‘degenen die bij u zijn, namelijk de kuffaar’.

Prijsvraag: Vind in de bijbel een vers dat hierbij in de buurt komt of erger is; of een vers in de koran dat erger is. De winnaars krijgen een gesigneerd exemplaar van mijn rijk geïllustreerde boek over de kruistochten dat later dit jaar uitkomt. Over de uitslag wordt niet gecorrespondeerd.

Hans Jansen

http://hoeiboei.blogspot.com/2011/04/pr ... .html#more" onclick="window.open(this.href);return false;
The heart of the wise inclines to the right,
but the heart of the fool to the left.
Plaats reactie