In mijn permanente queeste naar de betere mens in mij, probeer ik al jaren wat levens te sparen door minder vlees te eten. Gisteren kocht ik een bak vol mosselen in de supermarkt. Alleen stond er iets op de verpakking dat me niet beviel: '60-70 stuks per kg'.
Gezien het feit dat ik die levende beestjes eigenhandig om zeep moest helpen, maakte het verorberen van deze schaaldieren in één klap een serial killer van mij. Altijd beter dan de viering van de islamitische massamoord op schapen en geiten die net begint, zou je zeggen. Niet dat die 75.000 Nederlandse hoefdieren getalsmatig zo'n opzien baren. Gedeeld door 800.000 moslims valt per individu de slachting nog mee. Wat te denken ook van de tientallen miljoenen kalkoenen die Amerikanen met Thanksgiving naar het dierenhiernamaals sturen. Of de miljoenen eenden en ganzen die Fransen met hun trechters martelen, voor wat foie gras bij de Kerst.
Toch heeft het Offerfeest een barbaars aspect dat niet alleen niet past in onze samenlevingen, maar ook een diepere analyse verdient. Zie de reportage van de Turkse correspondent Erdal Balci in Trouw: 'Als de slagers hun messen in de kelen van de schapen en de koeien zetten, proberen de dieren eerst kreten uit te slaan. (...) De schapen- en de koeienlichamen trillen en springen op en neer - ogenschijnlijk van de pijn - als de messen in de tere huid gaan.' Zelfs in Turkije worden de protesten tegen dit achterlijke ritueel steeds luider.
Wat me verontrust en een gevoel van onbehagen geeft, is die relatie tot spattende hemoglobine. De bijna-fascinatie met stromend (dieren)bloed die vele moslims koesteren bij een van hun voornaamste religieuze feesten. In Turkije wordt er zelfs op straat onverdoofd gekeeld. In Nederland wil menig schaapeigenaar aanwezig zijn tijdens de slacht door het abattoir. Wat of wie kan me nog weerhouden om een legitieme link te leggen met de duistere zijde van de islam? Met al dat geweld dat rechtlijnige extremisten, die zich op hetzelfde geloof beroepen als de (vreedzame) toeschouwer in het slachthuis, sinds jaren toepassen. Niet zelden door hun menselijke slachtoffers te kelen, op dezelfde wijze als de schapen en geiten uit het abattoir.
Bespaar me uw aantijgingen van islamofobie als ik hier zonder schroom en twijfels verklaar dat ik geen enkele respect kan opbrengen voor een feest waar dierenleed en bloedfascinatie centraal staan. Dan is voor mij het woord godsdienstvrijheid een verzameling dode letters.
En er komt nog iets bij.
Als ik twee redenen zou moeten noemen die aan de basis staan van mijn verstoorde relatie met God, komt op de eerste plaats de tiende plaag van Egypte. Een opperwijze die alle onschuldige eerstgeborenen van een land laat sterven, heeft meer weg van een kindermassamoordenaar dan van een barmhartige God. Op de tweede plaats staat het goddelijke verzoek aan Abraham om zijn eigen zoon te kelen om zijn geloof te bewijzen. Die ram die de plaats van de zoon mocht nemen doet er niet toe: het kwaad was al geschied. En dat uitgerekend deze bijna sadistische manipulatie indirect wordt geëerd via het islamitische offerfeest, maakt mijn herfststemming nog somberder deze dagen.
Bron