Necrologie: Margaret Thatcher riep blinde bewondering én walging op
door Hieke Jippes
Margaret Hilda Thatcher, geboren Roberts, was de langst regerende Britse premier van de twintigste eeuw. Ze was ook de eerste vrouw in die functie. Als leider van de Conservative and Unionist Party tussen 1975 en 1990 voerde ze haar partij tussen 1979 en 1987 drie maal achtereen naar een verkiezingsoverwinning en verzekerde ze haar eigen plaats in de geschiedenisboekjes als de premier verantwoordelijk voor een economisch en sociaal beleid dat haar naam kreeg.
‘Thatcherism’ was achteraf gezien niet meer dan een koerswending wég van het socialistische gedachtegoed, die ook elders in de westerse wereld werd ingezet. Maar haar sterke, voor velen onverdraaglijk overheersende persoonlijkheid drukte op de Britse variant daarvan een eigen stempel, dat zo dominant is dat de naam Margaret Thatcher nog tot op de dag van haar dood én blinde bewondering én walging oproept.
Bewonderaars: Thatcher herstelde aanzien van Groot-Brittannië
De blinde bewondering komt van degenen die menen dat zij het aanzien van Groot-Brittannië als een natie van (economische) betekenis bijna eigenhandig heeft hersteld. Zij refereren aan haar stalen zenuwen en het onwankelbaar geloof in eigen moreel gelijk, of het nu ging om het blijven beknibbelen op de overheidsuitgaven, ook al waren er meer dan drie miljoen werklozen, of om haar verbijsterende oorlogsverklaring aan het militaire regime in Argentinië, dat aan de andere kant van de wereld de Britse Falkland-eilanden dacht binnen te halen.
Ze ging, aldus deze bewonderaars, niet opzij voor de machtige vakbonden die het land in 1979 lamlegden met hun “winter of discontent” en ze week evenmin voor diegenen die “het Britse nationale belang” wilden “uitverkopen” aan een federatief (“No! No! No!”) Europa.
Dat die onverzettelijkheid en dat zalvend beleden geloof in het eigen gelijk uiteindelijk óók haar val veroorzaakten, wil er bij de Thatcher-adepten nog steeds niet in. Zij vinden dat de ‘Leaderene’ door de leden van haar ministerraad in 1990, toen haar belager Michael Heseltine een strijd om het leiderschap van de partij ontketende, schandelijk is verraden.
Critici: Thatcher heeft solidariteit kapotgemaakt
De walging komt van al diegenen die menen dat Margaret Thatcher met haar dikwijls (uit context) geciteerde uitspraak “There is no such thing as society” – er bestaat niet zoiets als een samenleving – de sociale samenhang en onderlinge solidariteit in de Britse maatschappij heeft kapotgemaakt. Die redenering gaat gedeeltelijk terug op sentiment over een verbeeld verleden, maar zeker is dat de Britse bevolking van de kruideniersdochter uit Grantham dagelijks kreeg ingewreven dat er maar één manier is om vooruit te komen in het leven: hard werken, geld verdienen en niet naar de staat kijken voor ondersteuning.
Dat was de les die jonge Margaret geleerd had van haar eindeloos als voorbeeld aangehaalde vader, winkelier en gemeenteraadslid en daarmee bron van alle wijsheid. Tering naar de nering zetten, bezint eer gij begint – het waren principes die Margaret Thatcher keer op keer aanhaalde als ze de kiezers kapittelde over hun eigen financiële huishouding, maar ook als ze hen uitlegde hoe onder haar leiding de huishoudportemonnee van de staat bestierd diende te worden. De overheid diende tekorten te beperken, moest daarom zijn taken inkrimpen en als er daardoor geld overbleef, kon de belastingbetalende burger dat geld – “your money, to spend as you deem fit!!” – terugkrijgen.
http://www.nrc.nl/nieuws/2013/04/08/mar ... afkeer-op/