Unilever, Philips, Albert Heijn, Shell en Friesland Campina proberen hun wanhopige linkse vriendjes te helpen
Geplaatst op 13 februari 2017
Met de verkiezingen in aantocht is de angst en de nood in het links-elitaire kamp kennelijk zo hoog gestegen dat grote Nederlandse bedrijven te hulp worden geroepen om de PVV te gaan bestrijden. Een uiterst merkwaardige situatie. De eerste vraag is natuurlijk waar deze “internationals” het recht en het lef vandaan halen zich te gaan bemoeien met de staatkundige inrichting van individuele landen en in dit geval Nederland. We dachten dat nette bedrijven dat vandaag de dag niet meer deden. Kennelijk zijn deze praktijken wel geoorloofd als het de linkse zaak dient. Want laten we wel wezen: praktisch alle bestuurders van deze ondernemingen komen uit de post 1968 koker. Het links-geïndoctrineerde onderwijs van na 1968, waar ook de politieke elite vandaan komt die Nederland in recordtempo naar de afgrond voert. Ons kent ons. Maar toch: van mensen die zoveel maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen, zou je anders mogen verwachten. Toch doen ze het. Is er méér aan de hand?
Bestuurlijke arrogantie
De arrogantie van deze linkse jongens en meisjes is zo groot, dat ze er kennelijk geen rekening mee houden dat er nog andere medewerkers aan deze bedrijven verbonden zijn, die beslist andere politieke opvattingen hebben dan zij. Oké, door op rigide wijze medewerkers die sympathie voor de PVV koesteren te intimideren en promotiekansen te onthouden,
lijkt het alsof er geen PVV´ers werken, maar daar zullen ze nog wel achter komen na de verkiezingen van 15 maart.
Een onderzoek van de vakbond voor middelbaar en hoger personeel heeft inmiddels uitgewezen dat de PVV daar inmiddels zelfs de grootste aanhang heeft. Ga er gerust van uit dat een kwart van de medewerkers PVV gaat stemmen. En van deze medewerkers moet je een loyale houding kunnen verwachten naar het bedrijf toe.
Deze bestuurders realiseren zich totaal niet dat ze van medewerkers het onmogelijke vragen wanneer de officiële doelstelling van het bedrijf het bestrijden van hun eigen politieke mening is. Dat ze samen met Unilever, Albert Heijn, Shell, Friesland Campina en Philips geacht worden Nederland naar de afgrond te manoeuvreren. Voor veel medewerkers zal de reactie naar de directies zijn: linkse minkukels, stik er maar in.
Echter, het blijft nauwelijks te geloven dat die directies zó stom zijn. In hun verklaring hebben ze het over het nieuwe verdien-model, die stip aan de horizon. Misschien toch even de moeite naar de individuele bedrijven te kijken, want het is een apart span bij elkaar.
Albert Heijn
Dit bedrijf is al in een eerder artikel uitgebreid aan de orde geweest. Voor Albert Heijn staat het vast dat Nederland binnen afzienbare tijd geïslamiseerd is. Daar is het hele beleid op gericht. Albert Heijn is één van de grootste voorvechters van het afschaffen van christelijke en andere Nederlandse waarden en tradities. In plaats daarvan worden de islam en zijn gebruiken volop gepromoot. Zonder blikken of blozen.
Ook in de VS, waar Albert Heijn grote belangen heeft, was volop op dit beleid ingezet. Tot hun grote ontsteltenis won Trump de verkiezingen, waardoor de trend snel aan het omslaan is. In Amerika proberen dit soort winkelbedrijven nu met grote huilie huilie advertenties stemming te kweken tegen Trump om te redden wat er te redden valt.
Er is Albert Heijn dus alles aan gelegen in ieder geval in Nederland een overwinning van de PVV zoveel mogelijk te bestrijden, anders zullen ze verplicht worden hun steeds vreemder wordende linkse standpunten te herzien, en dat is in dat wereldje niet gebruikelijk. Het is voor links toch al zo moeilijk te erkennen dat het morele gelijk dat ze jarenlang geclaimd hebben volkomen achterhaald is.
Friesland Campina
Dit bedrijf speelt al jaren een zeer dubieuze rol in met name de Arabische wereld. De bestuurders hebben volstrekt geen moraal. De toekomst van hun eigen land en hun eigen kinderen zal ze een zorg zijn. De vraag is gerechtvaardigd hoe lang dit soort lui aan het roer kan blijven van een bedrijf dat eens de trots van de Nederlandse boeren was.
Het gezegde van Erdoğan dat de moslims de wereld veroveren middels de baarmoeder van hun vrouwen is zo’n beetje de leidraad van het handelen. Een soort Arabisch fokprogramma wat van melk en melkpoeder moet worden voorzien, geleverd door FrieslandCampina. Zonder scrupules werd regelmatig in paginagrote advertenties in Arabische Landen betoogd dat de FrieslandCampina-dhimmies niets met het gedachtegoed van Geert Wilders te maken (willen) hebben. Vervolgens een lijst excuses en de mededeling dat de Nederlanders er net zo over denken als zij.
Of de Nederlanders er wel of niet zo over denken, zal na de verkiezingen wel blijken. Het is zonneklaar dat dit bedrijf nu volop meedoet met de actie van dit illustere clubje, want het premierschap van Wilders komt nu wel akelig dichtbij. De jarenlange onderwerping aan de islam kon ze wel eens opbreken als de PVV wint.
Philips
Philips moet zich schamen in dit rijtje te willen staan. Als er één bedrijf synoniem is voor nationale trots is het Philips wel. Oost-Brabant, de streek rond Eindhoven, is de Silicon Valley van Europa geworden dankzij de aanwezigheid van Philips. Juist de kracht van de hechte Philips-community heeft grootse dingen voortgebracht, waaronder nieuwe bedrijven zoals NXP en ASML, die stuk voor stuk al veel groter zijn geworden dan Philips zelf.
Het is zo droevig te zien dat dit bedrijf dan nu kiest voor treurige globalisering en tegen de spirit en kracht van levendige gemeenschappen. Misschien heeft het er mee te maken dat Philips zich steeds meer terugtrekt in de wereld van de medische hulpmiddelen. Dan kun je als een kruidenier geld verdienen aan het verzieken van een maatschappij.
Feit is dat de importmoslims een onevenredig groot beslag leggen op de nationale gezondheidszorg, vooral omdat het voor hen gratis is en op kosten van de oorspronkelijke bevolking. Daar kan Philips dan nog eens lekker extra aan verdienen, maar als dat het moet worden? Het lijkt er meer op dat ook de Philips-bestuurders zich niet gerealiseerd hebben dat links de greep op de maatschappij aan het verliezen is. Alles is inmiddels anders aan het worden dan het poezelige wereldje zoals ze dat kennen van het indoctrinatie-schooltje.
Unilever
Unilever is een geval apart. Dit bedrijf heeft de afgelopen jaren een groot aantal nationale merken geschrapt, omdat het vooral inzet op “wereldmerken”. Daarvoor heeft het ook “wereldburgers” nodig die allemaal op elkaar lijken. zijn belang lijkt te liggen bij het vernielen van landen, culturen, gemeenschappen om te komen tot de verdwaasde consument die overal hetzelfde is. Die zich niet laat leiden door lokale smaken en tradities en voorzien is van een soort slurf waardoor standaard Unilever-producten naar binnen geschoven kunnen worden. Unilever ziet dus niets in nationalistische gedachten, want dan moeten ze weer rekening gaan houden met allemaal die kneuter-landjes.
Het is pur sang juist deze globaliseringsgedachte die er vooral toe leidt dat uiteindelijk de kleinschalige boeren in de wereld geen stuiver meer kunnen verdienen. Zich dat te realiseren, zou nog eens een opbouwende gedachte kunnen zijn voor het linkse Unilever-management.
Vroeger ontleenden bedrijven hun bestaan aan het leveren van goederen waar vraag naar bestond. Unilever begeeft zich op een hellend vlak als ze de maatschappij geschikt wil maken voor haar producten. Dat zal ze ook niet lukken, ondanks de bemoeienissen met verkiezingen.
Beroemd is het voorbeeld van Allied Breweries dat het wereldmerk Skol-bier introduceerde en de lokale merken afschafte. Dat mislukte totaal en na een paar jaar werden alle oude merken weer van stal gehaald. Het is het bedrijf vervolgens nog nooit zo goed gegaan.
Shell
De producten die Shell maakt, maken mobiliteit en kwaliteit van leven mogelijk. Mobiliteit staat synoniem voor vrijheid. Oud en jong, links of rechts, arm of rijk, iedereen heeft voordeel van deze vrijheid. De vrijheid om te reizen, om handel te vervoeren, andere culturen te ontmoeten, zwaar werk te vervangen door machines, te veel om op te noemen. Iedereen heeft er plezier van. Shell kan dus met iedereen te vriend blijven.
Welke drijfveer of welk belang kan Shell dan hebben om zich toch aan te sluiten bij een louche clubje bedrijven en kruideniers om zich juist af te gaan zetten tegen een partij voor de VRIJHEID en te proberen de verkiezingen te beïnvloeden?
Daar valt beslist geen objectieve reden voor te verzinnen. De sleutel moet dan toch zitten in het linkse netwerk van bestuurders en relaties waarmee ook de top van Shell besmet is. Of misschien toch gestuurd door een paar grootaandeelhouders? We weten dat het koninklijk huis duidelijk afstand heeft genomen van wat Nederlanders onder Nederlandse cultuur verstaan. Misschien heeft Shell beloofd die visie dan toch maar te ondersteunen? Voor ons linkse koningshuis is de gedachte alleen al een nachtmerrie als de volgende troonrede door Geert Wilders geschreven zou zijn...
Wanhopig
Nadere beschouwing leert dat van de vijf bedrijven er twee zijn voor wie de titel beter zou luiden: Albert Heijn en Friesland Campina proberen wanhopig hun linkse vriendjes te helpen. Philips moet zich diep schamen dat ze zich hier voor leent en zou zich er onmiddellijk van moeten distantiëren. Evenals Shell trouwens, want die doen zijn eigen zaak geen goed met deze linkse prietpraat.
Unilever is een geval apart. Ze denkt dat het slim is om op deze wijze te opereren, maar ze zal pijlsnel door de realiteit ingehaald worden. Los van het feit dat het voor zo’n bedrijf een stomme zet is zo openlijk met een (achterhaalde) politieke mening te koop te lopen.
Door: “Weethetwel”
https://ejbron.wordpress.com/2017/02/13 ... te-helpen/