Huis als basis om te integreren
Stichting Nieuw Thuis Rotterdam kocht gisteren de 200ste woning voor een gevlucht gezin uit Syrië. De familie Joud woont al in zo'n woning.
Het gezin met vier kinderen geniet van de rust in het Rotterdamse Ommoord. In 2012 vluchtten Mazen, Fatima en hun kinderen uit de Syrische stad Aleppo. Na een lange reis met tussenstops in Egypte en Turkije, belandde het gezin in eind vorig jaar in het asielzoekerscentrum in de Maasstad. Na tweeënhalve maand trokken ze eind november in een vierkamerflat in Ommoord.
,,Heerlijk'', verzucht Mazen Joud. ,,Het geeft ons een goed gevoel hier.'' De Syrische familie is een van de 200 gezinnen die onder de hoede zijn gekomen van Stichting Nieuw Thuis Rotterdam van de Verre Bergen.
In bijna anderhalf jaar tijd kocht de stichting, onderdeel van de filantropische Stichting De Verre Bergen, 200 woningen voor Syrische gezinnen. De waarde van de huizen bedraagt gemiddeld 100.000 euro. Voorwaarde was dat het huis niet staat in een wijk waar de Rotterdamwet van kracht is. Daarnaast moest de woning al langere tijd te koop staan.
Inmiddels wonen 400 vluchtelingen met een verblijfsstatus in ruim honderd Rotterdamse woningen. De stichting verwacht dat de leegstaande huizen op korte termijn bewoond zullen worden. ,,Veel mensen wachten nog op gezinshereniging'', laat een woordvoerder van de stichting weten.
Snellere integratie
Tegelijkertijd begeleidt de stichting de nieuwkomers met een intensieve taalcursus en persoonlijke hulp bij bijvoorbeeld het beantwoorden van de post en het vinden van werk. Met het programma wil de stichting aantonen dat een intensieve aanpak leidt tot een snellere integratie van statushouders. De Erasmus Universiteit onderzoekt de impact van het programma. Zij verwachten over vier tot zes jaar de resultaten.
De eerste volwassen Syriërs zijn in oktober begonnen met een taalcursus. Zestien nieuwkomers doen werkervaring op als vrijwilliger of bij een bedrijf. ,,Zij doen bijvoorbeeld boodschappen voor oudere buren of lopen stage bij een kapper of makelaar'', zegt een woordvoerder van Stichting Nieuw Thuis Rotterdam.
Ook Fatima en Mazen volgen een intensieve taalcursus. Vier dagen per week krijgen ze 2,5 uur Nederlandse les om hier snel te integreren. De oudste drie kinderen Bayan (11), Mohammad (10) en Rayan (7) gaan naar school. De jongste telg, dochter Bisan (3), gaat vier dagen naar de crèche.
,,De lessen zijn best zwaar'', verzucht Mazen. ,,Nederlands is een moeilijke taal.'' Komende maand doet Mazen zijn eerste examen basis Nederlands. Fatima is nog niet zover. En dan? Eerst verder studeren, zeggen zowel Mazen als Fatima. ,,We doen examen op basisniveau, maar willen beter Nederlands leren.'' Dan wacht Mazen hopelijk een baan.
In Syrië was hij kleermaker, hier wil hij zich graag om laten scholen tot taxichauffeur. Mazen volgt inmiddels weer rijlessen. En dat is flink aanpassen aan het Nederlandse verkeer. ,,Al die verkeersregels hier'', verzucht hij. ,,Lastig.''
Wennen
En dat is niet het enige waar het gezin aan moet wennen. ,,Het weer'', zucht Fatima. En in de supermarkt is het lastig om te zien
of producten halal zijn. ,,Zeker omdat we de taal niet goed spreken.''
Een gebrek aan taalvaardigheid maakt het vooral voor de ouders lastig om zich hier thuis te voelen. Zelfs in hun eigen huis. De drie oudste kinderen zijn het Nederlands inmiddels redelijk machtig. ,,Als ze niet willen dat wij horen wat ze zeggen, stappen ze over op het Nederlands'', lacht Fatima.''
Verder klinkt er vooral lof over Rotterdam en haar inwoners. ,,Mensen zijn heel vriendelijk'', zegt Fatima. ,,Ze glimlachen vaak en groeten ons. We hebben geen vervelende ervaringen.''
Oppervlakkig
Toch blijft het vaak bij oppervlakkig contact. ,,Mensen zijn hier erg op zichzelf'', zegt Mazen. ,,In Syrië kookten we vaak uitgebreid met familie en vrienden. Dronken we tot laat in de avond koffie. Feestdagen, trouwerijen vierden we uitgebreid. Het leven is daar meer gemeenschappelijk en hecht. Hier is iedereen altijd druk en bezig.'' Dat contact mist het gezin Joud het meest. ,,Van die herinneringen word ik verdrietig'', zegt Mazen.