Angst voor volbouwen Noordzee: op ons kleine zeetje wordt het dringen
Energie-eilanden, offshore windparken, Schiphol op zee: het wordt vechten om ruimte voor onze kust. Stichting De Noordzee maakt zich zorgen, maar droomt ook van oesterriffen en een rijkere onderwaternatuur.
Ineens, zo lijkt het, zijn alle ballen op de Noordzee gericht. Deze week werden plannen gepresenteerd voor acht tot tien ‘energie-eilanden’ als locatie voor waterstoffabrieken en stekkerdoos voor windparken. Want daarvan komen er snel veel meer bij. ,,De oogsttijd is aangebroken’’, meldde het ministerie van Economische Zaken en Klimaat woensdag. In 2030 moet het aantal windmolens voor de Nederlandse kust – nu 289 – minimaal vertienvoudigd zijn: 40 procent van onze elektriciteit wordt dan op zee opgewekt. En daar blijft het niet bij, als het aan het bedrijfsleven ligt. Zo loopt er onderzoek naar de optie om Schiphol te verplaatsen naar zee – een vurig gekoesterde wens van waterbouwers én omwonenden van de lawaaierige luchthaven. En dan hebben we het nog niet eens over de groeiende kluwen kabels en gaspijpleidingen die over de zeebodem worden getrokken. Of de sterk toenemende zandwinning. Om ons land te beschermen tegen de stijgende zeespiegel, moet komende jaren namelijk fors meer zand worden opgebaggerd.
,,Het wordt dringen op de Noordzee’’, beaamt directeur Floris van Hest van natuur- en milieuorganisatie Stichting De Noordzee. ,,De Noordzee is al een van de drukste zeeën ter wereld, met belangrijke scheepvaartroutes, defensieoefenterreinen en honderden olie- en gasplatforms. En het wordt nog veel drukker.’’
Die kentering is niet alleen gaande bij partijen met eurotekens in de ogen. Ook in andere lagen van de samenleving ziet Van Hest een groeiende aandacht voor de Noordzee. Zo trekt de Beach Cleanup Tour van zijn stichting, waarbij de hele kust wordt schoongemaakt, steeds meer vrijwilligers. Maar denk ook aan de prachtige Vlaamse tv-serie Rond de Noordzee, waarvan de laatste aflevering komende week wordt uitgezonden door de VPRO. De vorig jaar opgerichte ‘Ambassade van de Noordzee’ houdt deze week in Den Haag een driedaagse manifestatie ‘om de planten, dieren en mensen in en rond de Noordzee een stem te geven’ in alle nieuwe ontwikkelingen.
De hernieuwde belangstelling is niet zo verwonderlijk, zegt Van Hest. ,,We zijn een maritieme natie. Onze welvaart hebben we aan de Noordzee te danken. In de Middeleeuwen waren we een belangrijke visserijnatie dankzij de enorme hoeveelheid vis die in de Noordzee zwemt. In de Gouden Eeuw werden we een grote handelsnatie doordat we via de Noordzee naar verre oorden konden varen. En in de twintigste eeuw hebben we in de Noordzee enorme olie- en gasvoorraden ontdekt.’’
Niet alleen Nederland profiteerde daarvan: alle Noordzeelanden zijn rijke landen. Zo rijk, dat we de brenger van al die rijkdommen voor lief zijn gaan nemen, suggereert Van Hest. ,,De laatste decennia leek onze interesse op te houden bij het strand. Steeds minder mensen waren voor hun levensonderhoud direct van de Noordzee afhankelijk. Nu groeit echter weer het besef hoe bijzonder de Noordzee is en dat we haar nodig hebben.’’
Dat zorgt echter voor nieuwe spanningen. Zo brengen windparken op zee natuurbeschermingsorganisaties als stichting De Noordzee in een lastige spagaat. Zij willen graag meer groene energie. ,,In principe zijn wij vóór windmolens’’, benadrukt Van Hest. ,,Maar als je ze op de verkeerde plek zet, pakt iets goeds voor het klimaat slecht uit voor de natuur.’’
Je kunt de zee niet ongestraft volbouwen met windmolens en energie-eilanden, waarschuwt hij. ,,Mensen willen geen windmolens in hun achtertuin, dus worden ze op zee gepland. Daar lijkt de ruimte misschien oneindig, maar dat is ze niet. Je ziet containerschepen bij een ankerplaats liggen, viskotters varen, boorplatforms liggen. Alle nieuwe plannen samen gaan enorme oppervlakten in beslag nemen.’’
Euromasten
De 289 windmolens die er nu staan, beslaan een bescheiden 0,2 procent van het Nederlandse deel van de Noordzee. Volgens een scenario van het Planbureau voor de Leefomgeving kan dat in 2050 zijn opgelopen tot 20 procent. Zo komen de 152 nieuwste megawindmolens die Vattenfall komende jaren voor de Noord-Hollandse kust gaat bouwen op 1 kilometer afstand van elkaar. De wieken zijn 94 meter lang; bijna net zo lang als een voetbalveld. Met een hoogte van 220 meter worden ze 35 meter hoger dan de Euromast.
Voor vogels een drama: zij kunnen zich tegen die enorme turbinebladen te pletter vliegen. Zeevogels, zoals alken en zeekoeten, raken leefgebied kwijt. En trekvogels moeten omvliegen, waardoor ze kostbare energie verliezen. Zeezoogdieren als zeehonden, bruinvissen en tuimelaars lopen vooral bij de aanleg van windparken risico. Zo maakt het heien van de enorme palen zoveel herrie dat bruinvissen (die navigeren op hun gehoor) er doof van kunnen worden. En de dikke stroomkabels kunnen het gedrag verstoren van haaien en roggen, die gevoelig zijn voor elektromagnetische velden.
Natuurorganisaties willen dat er meer onderzoek wordt gedaan voor de échte grote verbouwing van de Noordzee begint. ,,We moeten heel goed monitoren wat er gebeurt in windparken, zodat we op tijd kunnen bijsturen als het verkeerd loopt’’, zegt Van Hest. ,,Zo kunnen we voorkomen dat door de aanleg van echt grote windparken straks het hele ecosysteem ontregeld raakt. Zorgen de palen voor onwenselijke veranderingen op de bodem, in de stroming of in de temperatuurlagen in het water? Daar moeten we beducht op zijn.’’
Ook vissers maken zich zorgen: elk nieuw windpark gaat ten koste van hun ruimte om de kost te verdienen. In windparken is het namelijk verboden om sleepnetten uit te gooien. Het risico dat ze kabels kapot trekken is te groot.
De windsector benadrukt dat de aanleg van windparken de onderwaternatuur ook kansen biedt. Omdat er een visverbod geldt, kunnen vissen er ongestoord leven. Ze schetsen een droombeeld waarin de funderingen van windmolens veranderen in rijke oesterriffen. Daar lag de Noordzeebodem tot begin van de twintigste eeuw mee bezaaid, maar door overbevissing, ziektes en klimaatverandering zijn die verdwenen.
In Eneco’s windpark Luchterduinen zijn Stichting De Noordzee en Natuur en Milieu samen met baggeraar Van Oord afgelopen najaar een proef gestart om oesterriffen terug te brengen. Al vallen de eerste resultaten nog wat tegen: deze week bleek dat het merendeel van de oesters de winter niet heeft overleefd. Maar de onderzoekers zagen wel volop leven rond de oesterkooien krioelen: ze troffen krabbetjes, anemonen, zeesterren, steenbolken en pijlinktviseieren aan.
Lastiger zal het zijn om de vissers, die al een groot deel van de Noordzee vrezen kwijt te raken door de Brexit, tevreden te stellen. Maar ook zij profiteren uiteindelijk van natuurbescherming, stelt Van Hest. In een gezonde zee zijn immers meer vissen om te vangen. ,,Bij een dode zee is niemand gebaat. In de twintigste eeuw hebben we grote fouten gemaakt met de Noordzee. Die was gigantisch overbevist en zwaar vervuild. Mede dankzij inspanningen van natuurorganisaties kwam er wetgeving die de problemen grotendeels heeft opgelost. Niet allemaal: sommige soorten zijn nog steeds overbevist, we hebben een probleem met plastic en er zijn bijna geen effectief beschermde natuurgebieden. Maar ik durf wel te stellen dat het beter gaat met de Noordzee. Nu er een hele nieuwe industrie bij komt, moeten we voorkomen dat we vergelijkbare fouten maken.’’