Reconstructie: coalitie vluchtte Kamergebouw uit om stemming niet te verliezen
Coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie zijn al ruim voor het einde van het coronadebat gewaarschuwd voor de komst van een hoofdelijke stemming. Dat maakt het extra opvallend dat er puntje bij paaltje ’opeens’ te weinig Kamerleden in het parlementsgebouw aanwezig waren om te kunnen stemmen over een hogere beloning voor zorgmedewerkers.
PVV-leider Geert Wilders eiste donderdagavond laat een hoofdelijke stemming, na het staken der stemmen (gelijke uitslag). De voorman van de grootste oppositiepartij laat weten dat hij tijdens het debat aan de andere partijen en Kamervoorzitter Khadija Arib duidelijk heeft gemaakt dat de volksvertegenwoordigers voorbereid moeten zijn op dit scenario. Bij een hoofdelijke stemming moeten minimaal 76 Kamerleden aanwezig zijn. Die waren op dat moment ook nog aanwezig.
De Kamervoorzitter vraagt hier tijdens debatten in de avond vaker naar om te voorkomen dat alle Kamerleden voor niets uren zitten te wachten. Meerdere aanwezigen bevestigen dat Wilders enkele uren voor het einde van het debat gewaarschuwd heeft voor de optie om hoofdelijk te stemmen. Dat betekent normaal gesproken dat alle politici niet naar huis gaan.
De coalitiepartijen – die tijdens het debat niet reageerden op het verwijt – wijzen na afloop naar afspraken die zijn gemaakt in het presidium – het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer – over hoofdelijk stemmen in coronatijd.
Vanwege de anderhalvemeterregel is het namelijk niet mogelijk om met 150 politici tegelijk in de nationale vergaderzaal te zitten. Achter de schermen is daarom afgesproken dat als een hoofdelijke stemming ’tijdens’ de stemming wordt aangevraagd daar een apart moment voor in te richten. Kamerleden gaan dan in groepen van vijftig stemmen. Maar daar wringt de schoen: Wilders heeft al vóór de stemming geadviseerd om in het vergaderpaleis te blijven.
Bovendien is de afspraak van het presidium een ’dringend beroep’ op Kamerleden. Daar is eerder gehoor aan gegeven. Maar die afspraak staat niet boven het zogeheten Reglement van Orde, waardoor Wilders wettelijk recht heeft om toch hoofdelijk te stemmen.
Verbaasd
Een betrokkene is verbaasd. „Kamerleden komen speciaal terug van vakantie en er zouden moties worden ingediend waarover stemmen eerder staakten. Dan weet je toch dat er een hoofdelijke stemming kan komen? In principe weet je zelfs dat er gestemd gaat worden.” Het reces is officieel pas 1 september afgelopen, er is nog geen moment om te stemmen voorzien voor die datum.
De oppositie is vooral woedend op Kamerleden van de coalitiepartijen die vlak voor de stemming het parlementsgebouw verlieten. Zodra ze met hun toegangspas het pand verlaten worden ze automatisch ’afgemeld’. Wilders foeterde in het debat dat hij CDA-fractievoorzitter Pieter Heerma „zag wegrennen omdat hij te laf is om te stemmen.”
Noodgreep
Achter de schermen valt te beluisteren dat er al maanden geleden binnen de coalitie is nagedacht over een noodgreep om een onwelgevallige stemmingsuitslag te voorkomen. Het kabinet heeft immers geen meerderheid meer in de Tweede Kamer. Het frustreren van het quorum is toen als noodgreep bedacht. De actie van donderdagavond lijkt dan ook vooral een paniekreactie.
Zeker als wordt gekeken naar de lijst met aanwezigen woensdag, daaruit blijkt dat de coalitie flink in de minderheid was in het gebouw. Er waren namelijk in totaal 96 Kamerleden: 40 van de coalitie en 56 van de oppositie. Het was dus de hele dag duidelijk dat een hoofdelijke stemming problemen zou kunnen opleveren voor VVD, CDA, D66 en CU.
Koken van woede
De oppositiepartijen, die het voorstel van Wilders steunen, koken van woede. GroenLinks-voorman Jesse Klaver noemt de situatie ’ondemocratisch’ en ’oncollegiaal’. „Dat coalitieleden het gebouw ontvluchten vind ik ongehoord”, reageert Lodewijk Asscher van de PvdA. „Dit getuigt niet van respect dat een coalitie moet hebben richting de oppositie.”
SP-leider Lilian Marijnissen vraagt zich af hoe de hele situatie op de mensen thuis overkomt: „Wat moeten zorgmedewerkers hier nu van denken?” De Tweede Kamer moet nu op een later moment alsnog bijeenkomen om te stemmen over het voorstel van Wilders.