De enige foto van Mohamed Amine Boutahar, waarvan niet eens zeker is dat hij het is die erop staat. © -
Zoon van Marokkaanse consul in Den Bosch leidde voor IS martelingen
Enkele honderden Nederlanders vertrokken de afgelopen jaren naar Syrië en Irak om mee te vechten met IS. Een van hen blijkt een leidinggevende functie te hebben gehad bij de terroristen, blijkt uit een nieuw boek.
Frank Renout 26-11-18, 08:00
Terreurbeweging IS heeft jarenlang een geheime dienst gehad die mede werd geleid door een Nederlander. Onder zijn leiding werden Westerse gijzelaars in Syrië verhoord en gemarteld. Hij werkte samen met jihadisten die later aanslagen pleegden in Parijs en Brussel.
Het gaat om Mohamed Amine Boutahar, geboren in Rabat in Marokko, maar met een Nederlands paspoort en opgegroeid in Nederland. Zijn vader was de consul van Marokko in Den Bosch.
Dat blijkt uit onderzoek van de Franse journalist Matthieu Suc. ,,Boutahar stond heel hoog in de hiërarchie van IS. Hij was een van de leiders van hun geheime dienst, de zogeheten Amniyat. De Nederlander was belast met het ontmaskeren van spionnen, bijvoorbeeld van Westerse inlichtingendiensten.‘’
Suc doet al jarenlang onderzoek naar IS. Hij sprak met geheime diensten, met gevangenen van IS en met (ex-)jihadisten. In Frankrijk is nu een lijvig boekwerk van hem verschenen over de geheime dienst van de terreurbeweging. Daarin is een prominente rol weggelegd voor Boutahar.
Abou Obeida al-Maghribi
Bij IS had hij een bijnaam: Abou Obeida al-Maghribi. Over zijn rol als terrorist waren tot nu toe nauwelijks details bekend. Matthieu Suc maakt, op basis van gesprekken met betrokkenen, voor het eerst een nauwgezette reconstructie.
,,De Nederlander was in 2013 en 2014 in Syrië'', vertelt Suc in een vraaggesprek met deze krant. Boutahar was toen zo'n 20 jaar oud. ,,Vóór die tijd reisde hij al regelmatig heen en weer van Nederland naar Syrië. Dat was in 2011 en 2012. Zijn familie heeft me verteld dat hij in Nederland is geradicaliseerd. Hij trok daar op met andere moslimextremisten.''
Als tiener spijbelde hij veel. Zijn vader, de consul in Den Bosch, hielp hem aan een baantje: hij kon aan de slag op het Marokkaanse consulaat in Utrecht. Hij trouwde met een psychologe en ze kregen twee kinderen. Ondertussen radicaliseerde hij en bereidde hij zich voor op de gewapende strijd. ,,Zes maanden lang deed hij met andere aspirant-jihadisten in de bossen bij Utrecht mee aan paramilitaire oefeningen.'' Op 1 april 2013 vertrok hij naar IS-gebied. Zijn Nederlandse vrouw, die hem met de kinderen achterna reisde, stuurde foto's naar familie in Nederland, waarop de kinderen met plastic kalashnikovs spelen.
Boutahar was intelligent en klom op tot hoofd contraspionage van IS in Aleppo. De kelders van het oogziekenhuis dienden als gevangenis. ,,Nieuwe gevangenen werden daar bij binnenkomst aan hem voorgeleid'', schrijft Suc. ,,Hij was lang en mager en droeg een lang beige gewaad. Hij had vaak een bivakmuts op en had een baard.''
Boutahar leidde het verhoor. Hij wilde bijvoorbeeld te weten komen of door IS gekidnapte Westerse journalisten in Syrië eigenlijk spionagewerk deden. ,,Hij vroeg de gevangen naar hun identiteit en waarom ze in Syrië waren. Hij sprak Arabisch, Engels, Duits en Frans. De antwoorden filmde hij met zijn mobiele telefoon.''
Ziekenhuiskelder
Boutahar was meestal gematigd tijdens die verhoren. Het waren zijn ondergeschikten die martelden. In het boek van Suc spreken ex-gevangenen over de ziekenhuiskelders waar 'van 20 uur 's avonds tot 4 uur 's morgens wordt gemarteld'. Die ondergeschikten ontpopten zich later in West-Europa tot terroristen. Een van Boutahars medewerkers was de Fransman Mehdi Nemmouche. ,,Die was extreem, gewelddadig en sadistisch''. Nemmouche pleegde in mei 2014 de aanslag op het Joods Museum in Brussel, waarbij vier doden vielen.
Een andere jihadist die in het ziekenhuis onder Boutahar werkte, was Najim Laachraoui. Deze Belg leverde de explosieven voor de aanslagen op 13 november 2015 in Parijs. Op 22 maart 2016 was Laachraoui een van de zelfmoordterroristen die een aanslag pleegden op het Belgische vliegveld van Zaventem. ,,Boutahar was de baas van heel veel mensen die later betrokken waren bij aanslagen in Europa'', aldus Suc.
De Nederlandse leider van de IS-contraspionage overleefde de oorlog niet. Hij werd er door zijn superieuren van beschuldigd zélf een spion te zijn. ,,Ik heb tientallen betrokkenen gesproken en op één na zeggen ze allemaal dat hij spioneerde voor de Britten'', schrijft Suc.
In het voorjaar van 2014 werd het vonnis geveld. Er was een openbare bijeenkomst van IS op het binnenplein van een gevangenis, vertelt een Duitse ex-jihadist in het boek. ,,Boutahar zou onthoofd worden, maar hij verzette zich. Zijn vroegere ondergeschikten gooiden hem toen op de grond en schoten een kogel door zijn hoofd. Zijn lichaam werd daarna in een put gegooid.''
In de jaren erna kregen inlichtingendiensten een aantal keren tips dat de Nederlander nog wel in leven zou zijn. Maar zijn familie verklaarde tegenover Matthieu Suc: hij is dood. Boutahars Nederlandse vrouw belde in september 2014 met zijn moeder. Ze zei: ,,De volgende keer dat we hem zullen zien, is in het paradijs.''
Les espions de la Terreur, Matthieu Suc, Harper Collins, 404 blz
AD