Syrische vluchteling, in beeld voor oorlogsmisdaden, verdwijnt plotseling
Een Syrische vluchteling die in beeld was vanwege oorlogsmisdaden is uit handen van de Nederlandse politie gebleven door plotseling te verdwijnen. Mogelijk wist de man dat de opsporingsdiensten hem in de gaten hielden en vluchtte hij daarom terug naar Syrië.
Het ging om een man die namens het regime van de nog steeds regerende president Assad oorlogsmisdaden zou hebben gepleegd en daarna als vluchteling naar Nederland kwam. Het Team Internationale Misdrijven (TIM) van de politie, ook wel de oorlogsrecherche genoemd, wil niet zeggen waarom de man precies in beeld was en waar hij in Nederland verbleef. Hij werd nog niet officieel als verdachte beschouwd.
Er zijn de afgelopen jaren in Nederland al zo’n tien vermeende terroristen en oorlogsmisdadigers onder Syrische asielzoekers opgepakt en vervolgd. Het ging in al die gevallen om militieleden die tegen het regime van Assad streden. Maar ook het Syrische regime zelf heeft talloze (oorlogs)misdaden gepleegd. Zij is onder andere verantwoordelijk voor het neerslaan van demonstraties en het vasthouden, martelen en executeren van duizenden mensen in geheime gevangenissen. Uit publicaties in verschillende media blijkt dat ook regimestrijders naar Nederland zijn gevlucht, tot nu toe wordt nog geen van hen vervolgd als verdachte van oorlogsmisdaden.
De teamleider van het TIM benadrukt dat er naar deze groep ook verschillende opsporingsonderzoeken lopen. Hij wijst daarbij onder andere op een man die terug naar Syrië vluchtte nadat hij lucht kreeg dat er een onderzoek naar hem liep. ,,Al kun je nooit met zekerheid zeggen dat het daardoor komt. Voor de mensen die aan de kant van regime stonden, is het veel gemakkelijker om terug te keren. Als ze naar een ander Europees land vluchten, kun je het dossier nog overdragen. Maar als ze terug naar Syrië gaan, hebben we geen rechtsmacht meer.”
Op Syrische nieuwssites en op Facebook worden verschillende asielzoekers in Nederland openlijk beschuldigd van oorlogsmisdaden in Syrië. De politie waakt voor te snelle conclusies. Het team kent voorbeelden van onterechte beschuldigingen vanwege een familievete en ziet hoe foto’s worden gemanipuleerd. ,,Dan fotoshoppen mensen er het logo of de vlag van een militie bij op een uniform.”
Boven aan de smalle, hoge trap in de portiekflat staat Mahmoud*, een gespierde Syriër. Hij lacht vriendelijk. ,,Welkom’’, zegt hij. Sinds drie maanden woont hij in Rotterdam, vanuit zijn raam kun je de Euromast bijna zien. Binnen serveert hij een bord fruit en schenkt hij sterke Arabische koffie.
Hier in het appartementje op drie hoog, met buiten het geroezemoes van de stad, lijkt de Syrische burgeroorlog ver weg. Maar in werkelijkheid is hij angstwekkend dichtbij. ,,Ik weet waarom jullie komen’’, zegt Mahmoud. ,,En ik wil vertellen waarom het niet waar is wat jullie denken.’’
De Syriër claimt dat hij jaren geleden zijn geboorteplaats verliet omdat hij niet het leger in wilde. Omdat hij niet wilde moorden in naam van president Assad. Maar dat laatste is precies waar hij door andere Syriërs van wordt beschuldigd. Mahmoud zou lid zijn geweest van een militie. Shabiha worden deze regimestrijders wel genoemd, de beulen van Assad.
Die beschuldiging komt uit de koker van het Syrische nieuwsmedium Zaman al-Wasl. De website plaatste vorig jaar een artikel met foto’s van Mahmoud in gevechtstenue, omringd door collega’s met kalasjnikovs. Mahmoud zou tot een militie hebben gehoord die volksopstanden de kop moest indrukken. Bij een bestorming van de stad werden honderden demonstranten gearresteerd, gefolterd en vermoord.
Het is een van de duistere kanten van de vluchtelingenstroom die vanuit Syrië naar Europa kwam. Dat er onder die Syrische asielzoekers ook terroristen van IS en Jabhat al-Nusra zaten, is inmiddels bekend. Er worden er zo’n tien voor de Nederlandse rechtbank vervolgd. Maar hoe zit het met die andere kant, met de shabiha? Dankzij hen verdwenen er duizenden arrestanten in gevangenissen om er nooit meer levend uit te komen. Hoeveel van hen worden er hier vervolgd? Het antwoord: nog nul.
Enorm archief
Dat wil niet zeggen dat er niet op de regimestrijders wordt gejaagd. Bijvoorbeeld door Zaman-Al Wasl. De Syrische nieuwssite claimt een enorm archief te hebben met documenten van het Syrische leger, veiligheidsdiensten en militia. Het gevolg is een reeks aan onderzoeksverhalen waarbij de ene na de andere Syrische vluchteling publiekelijk wordt beschuldigd.
Hetzelfde gebeurt via Facebook-groepen die zijn opgezet door naar Europa gevluchte Syriërs, die willen dat de Assad-getrouwen boeten voor hun daden. Het format is bijna altijd hetzelfde: aan de ene kant een foto van een man in uniform met een kalasjnikov in de hand, aan de andere kant een foto van ogenschijnlijk dezelfde man ergens in Europa.
Veel Syriërs worden via nieuwssites of Facebook openlijk beschuldigd van oorlogsmisdaden. Het concept: foto in uniform, met geweer; ernaast kiekje van dezelfde man, zonder zorgen in Nederland.
Volgens het medium Zaman-Al Wasl maakte Mahmoud deel uit van een moordlustige Assad-militie. Volgens hemzelf gaat het links om een foto van zijn broer die in het leger zit. Rechts: Mahmoud met twee vrienden op de Dam.
Ene Rawad wordt genoemd als voormalig lid van de militie Adelaars van de Wervelwind, een militie die de stad Homs zou hebben geplunderd en mensen hebben gedood. Nu woont hij volgens zijn ‘onthullers’ in Twente. Een andere oorlogsmisdadiger zou in Amsterdam rondlopen. Weer een ander in Arnhem, eentje in Leersum, Maastricht wordt ook genoemd. De beschuldigingen zijn talrijk, de onderbouwing mager.
Bij het Team Internationale Misdrijven van de Nationale Politie komen dat soort foto’s aan de lopende band binnen. ,,Maar wat zegt dat: een foto van een man met een baard en een kalasjnikov?’’, zegt Vincent Cillessen, hoofd van het rechercheteam dat zoekt naar buitenlandse oorlogsmisdadigers in Nederland. Hij en Anne van Dooren, een van de drie officieren van justitie die oorlogsmisdadigers vervolgen, weten hoe gemakkelijk het fout kan gaan.
Cillessen vertelt over een foto van een man met een afgehakt hoofd in zijn hand. ,,Daar stond op social media bij: dit is een IS-terrorist in het azc in Ter Apel. Dan gaan alle alarmbellen rinkelen. Maar wij kenden die foto al. Die man zat niet in Nederland, maar in Oostenrijk en later Finland. Hij kwam niet uit Syrië, maar uit Irak. En hij was ook geen lid van IS, maar van een Iraakse militie.’’
Vloek
Cillessen kent ook voorbeelden van Syriërs die publiekelijk onterecht werden beschuldigd, bijvoorbeeld vanwege een familievete. Verder ligt geknoei met beeldmateriaal op de loer. ,,Dan photoshoppen mensen er het logo of de vlag bij van een militie op een uniform. Dat gebeurt. Bij de strijd in voormalig Joegoslavië, Rwanda of Afghanistan waren er nog geen mobieltjes en bestond Facebook niet. Syrië is het eerste conflict waarbij social media een grote rol speelt. Dat is een zegen, maar soms ook een vloek.’’
Op internet circuleert een clip waarin mannen zingen over de vernietiging van de stad Idlub. Een van hen zou Hassan zijn, die misdaden zou hebben gepleegd, aldus Zaman Al-Wasl. Hij zou nu in Nederland zijn en poseert in Maastricht.
De zegen komt er in de vorm van de eindeloze stroom foto’s en video’s. Het turen naar al dat beeldmateriaal is een van de dingen die Cillessen en zijn mensen doen. Het team bestaat uit 43 voltijdfuncties, onder wie internetspeurders, financieel rechercheurs, juristen en vertalers.
In Nederland helpt het Syria Legal Network, waarin Syrische advocaten, mensenrechtenactivisten en rechtenstudenten zich hebben verzameld in de strijd tegen oorlogsmisdadigers. ,,We krijgen tips vanuit de gemeenschap of we zien artikelen in de media”, vertelt de Syrische Laial Laham. ,,Daar duik je dan in. Wie is hij? Waar woonde hij in Syrië? Je probeert via je netwerk getuigen te vinden. We hebben kunnen bewijzen dat een verdachte in een bepaalde gevangenis werkte.’’
Die onderzoeken dragen Laham en co over aan het Team Internationale Misdrijven. Maar wat er bij de oorlogsrecherche mee gebeurt? ,,Wij horen daar niks over. Het is frustrerend als je veel tijd in dit soort onderzoeken steekt en niet weet wat de politie ermee doet.”
Er wordt serieus naar gekeken, verzekert Cillessen. Maar mensenrechtenorganisaties op de hoogte houden van een lopend politieonderzoek, kan niet. De belangen zijn te groot. ,,Stel dat, op welke manier dan ook, bekend wordt dat wij onderzoek doen naar een verdachte, dan kan hij ineens de benen nemen.’’ Is dat gebeurd? ,,Ja, we onderzochten iemand van de Syrische regime-zijde die ineens foetsie was. Terug naar Syrië. Heel frustrerend.’’
Dreigementen
Terug naar Mahmoud. Na de online beschuldiging van oorlogsmisdaden stroomde zijn inbox vol met dreigementen. Hij laat een Facebookbericht zien: ‘Goedemorgen, ik ben met een paar jongens en we hebben gehoord dat je in Nederland bent. We staan klaar om onze verantwoordelijkheden op te pakken. We zullen je binnenkort zien, als het God het wil’. Mahmoud: ,,Mijn moeder heeft een maand lang niet geslapen. Ze was in tranen, mijn zussen ook.’’
Maar hoe zit het met de beschuldigingen? Want Mahmoud lijkt inderdaad sprekend op de man in het uniform op de foto’s die online rondgaan. ,,Dat ben ik niet”, beweert Mahmoud, ,,dat is mijn tweelingbroer. Hij zit in het leger.’’ Mahmoud scrolt door de foto’s. ,,Ja, dat is mijn broer. Hier ook. Ja, daar zit hij ook. Bij die laatste foto ben ik de voorste, mijn broer zit achter mij.’’ De twee broers dragen op de laatste foto geen militaire kleding, maar zitten in een horecagelegenheid aan de tafel. Ze lijken als twee druppels water op elkaar.
Mahmoud was geen soldaat van Assad en ook geen militielid, zegt hij. Hij had een eigen zaak. ,,Maar op een gegeven moment moesten alle jonge mannen in het leger. Toen ben ik ondergedoken, ik wilde niet vechten. Na een jaar ben ik naar Koerdistan gevlucht, verstopt in de kofferbak. En vanuit daar naar Europa.’’ En zijn broer? ,,Hij zat al lang in het leger en zit er nog steeds in. Hij heeft toch niks met mij te maken?’’
De mensen van het regime zitten nog steeds in het zadel, die vluchten niet. Dan heb je ook minder potentiële daders van de regimekant in Nederland
Blijkbaar dacht ook de Nederlandse immigratiedienst daar zo over. Toen Mahmoud zich als asielzoeker bij het aanmeldcentrum in Ter Apel meldde, moest hij zijn telefoon inleveren. ,,Die was ik vijf dagen kwijt. Toen ze vroegen wie die man in uniform op de foto’s was, vertelde ik over mijn broer.’’ Mahmoud kreeg een verblijfsvergunning.
Maar volgens een Syrische burgerrechtenactiviste, afkomstig uit dezelfde stad, rammelt zijn verhaal. Ja, hij had een eigen zaak. Maar zowel hij als zijn broer steunden het regime. ,,Mahmoud liep rond met een geweer en vroeg bij checkpoints om de identiteitspapieren’’, vertelt ze. ,,Er gaan ook verhalen rond dat hij mensen zou hebben gemarteld of zelfs gedood. Maar ik weet niet of dat klopt.’’
Wordt Mahmoud ook onderzocht door het Team Internationale Misdrijven? Teamleider Vincent Cillessen en officier van justitie Anne van Dooren kunnen er niets over zeggen. Slechts dat de regimestrijders hun aandacht hebben. Maar dat betekent niet automatisch dat er ook veel daders van die kant van het conflict in Nederland zitten. Van Dooren: ,,De mensen van het regime zitten nog steeds in het zadel, die vluchten niet. Dan heb je dus ook minder potentiële daders van de regimekant in Nederland.’’
Opsporingsonderzoeken
Hoeveel oorlogsmisdadigers het team op de korrel heeft, willen Cillessen en Van Dooren niet zeggen. Om een idee te geven: in 2019 liepen er zestien opsporingsonderzoeken naar oorlogsmisdadigers, van wie het gros Syriërs. Hun werk is pittig. De vluchtelingen hebben een wantrouwen richting de politie, omdat het vaak mannen in uniformen waren die hen een trauma bezorgden. In Syrië zelf kan geen onderzoek worden gedaan. En het verschil in taal en cultuur maakt de meest simpele dingen tot een uitdaging.
In Duitsland is eerder dit jaar een Syrische asielzoeker die aan de Assad-zijde vocht veroordeeld tot 4,5 jaar cel. Hij bracht mensen naar een gevangenis waarvan hij wist dat er gemarteld werd. De zaak tegen een tweede verdachte loopt nog. ,,Het zijn vooralsnog de enige twee zaken in heel Europa.’’
Nederland krijgt ook nog een keer zo’n zaak, daar zijn Cillessen en Van Dooren van overtuigd. Maar wanneer? Van Dooren: ,,Je moet beseffen dat onderzoeken naar oorlogsmisdaden gemiddeld twee, drie jaar duren, met uitschieters naar tien jaar.’’
Dat zal in ieder geval geen zaak over Mahmoud zijn. Volgens hemzelf dan. ,,Waarom zou ik bang zijn te worden opgepakt? Een Syriër in Nederland beschuldigt me van dingen waar ik niks vanaf weet. Ik ben geen oorlogsmisdadiger, ik ben onschuldig.’’
* De naam van Mahmoud is gefingeerd.