Nederland niet voorbereid op gevolgen zonnepaneelbranden
De overheid is niet voorbereid op de gevolgen van grote branden met zonnepanelen. Dat blijkt uit onderzoek door het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV), waarvan de uitkomsten in handen zijn van RTL Nieuws. Bij zo'n brand kunnen scherpe deeltjes kilometers verderop terechtkomen, maar als dat gebeurt, weet niemand wie die moet opruimen. Terwijl ze vooral voor dieren schadelijk kunnen zijn.
Bij een kleinere brand waarbij zonnepanelen branden, komen tot 500 meter rond de brand deeltjes van de panelen terecht in de omgeving. Bij grotere kan het om een veel grotere afstand gaan. Volgens het IFV is het belangrijk dat deze opgeruimd worden, om bijvoorbeeld te voorkomen dat '(on-)verbrande resten van zonnepanelen in de voedselketen terechtkomen' doordat koeien ze opeten. Het is ook gevaarlijk voor dieren, want een scherp voorwerp in de maag kan voor dodelijke bloedingen zorgen.
'Maak afspraken'
Volgens het onderzoek is er nauwelijks iets bekend over de zogeheten 'depositie van zonnepanelen'. Er bestaan ook geen procedures voor. Terwijl die wel nodig zijn, om te bepalen wie er verantwoordelijk is voor het opruimen, de schadeafhandeling en de zorg voor dier- en voedselveiligheid. "Ik zeg niet dat zonnepanelen exact hetzelfde zijn als asbest", stelt Nils Rosmuller, lector energieveiligheid van het IFV. "Maar bij asbest zijn specifieke afspraken tussen verschillende partijen gemaakt, hoe je omgaat met de herstelwerkzaamheden van asbestbranden. Dat zou bij zonnepanelen ook moeten gebeuren."
Niet giftiger
Wel lijkt het er volgens het IFV op dat branden met zonnepanelen niet giftiger of schadelijker zijn dan andere branden. Het RIVM doet daar op dit moment nog nader onderzoek naar.
© Aangeboden door RTL Nieuws
Wat de gevolgen kunnen zijn van een grote brand werd weer duidelijk bij een brand twee maanden geleden in het Friese Noardburgum. Een houthandel met 1600 zonnepanelen op het dak ging volledig in vlammen op. Scherpe delen van die panelen kwamen door de sterke wind tot 10 kilometer verderop terecht.
Veehouder Hillie van der Meer vond ze in haar weiland. "Het gras moest nog gemaaid worden en het was ook echt nog de eerste snee van het seizoen. Dat is heel belangrijk voer voor onze koeien. Maar daar zaten die deeltjes allemaal in. En dat kunnen onze koeien niet eten." Ze heeft het gras nu opgeslagen, maar eigenlijk wil ze nieuw voer krijgen. "Maar het hangt er even om of dit allemaal vergoed wordt. Want dat weet nog niemand."
© Aangeboden door RTL Nieuws
Burgemeester Jeroen Gebben van gemeente Tytsjerksteradeel opende na de brand een meldpunt waar mensen konden laten weten of er deeltjes op hun land waren gevonden. Er kwamen 120 meldingen binnen. "We dachten: wat doen we in vredesnaam met al die boeren die schade hebben? Daar had niemand een antwoord op."
Niet op elk dak
Hij pleit net als het IFV voor protocollen voor dit soort branden. "Er gaan af en toe gebouwen in de brand, dat is nou eenmaal zo. Maar dan moet je geregeld hebben welke partijen je daarna aan tafel krijgt." Gebben wil ook dat er voortaan beter nagedacht wordt over waar grote hoeveelheden zonnepanelen worden gelegd. "Bij een houthandel op het dak, daar zit wel heel veel brandstof onder, natuurlijk."
Volgens het IFV zullen we er rekening mee moeten houden dat dit in de toekomst vaker gaat gebeuren, omdat er nu eenmaal meer bedrijfshallen worden uitgerust met panelen. "Je moet echt goed nadenken op welke daken je dit wil toestaan en onder welke maatregelen", stelt IFV-lector Rosmuller.
Dat we dat in Nederland nu nog te weinig doen, wijt hij aan het feit dat het om relatief nieuwe technologie gaat. "Bij heel veel van dit soort innovaties in het kader van de energietransitie, lopen we net even achter de feiten aan. Misschien dat we van tevoren toch een stevigere veiligheidsparagraaf willen hebben over dit soort ontwikkelingen."
Staatssecretaris Yesilgöz-Zegerius van Economische Zaken heeft eerder gezegd dat een panelenprotocol 'één van de opties' is. Ze wacht nog op onder andere de resultaten van het onderzoek van het RIVM, dan gaat ze overleggen met haar collega van Infrastructuur en Waterstaat om te kijken of er vervolgstappen nodig zijn.