Provincies zien enthousiasme voor klimaatminaret afnemen
Protesten tegen windmolens maken provinciebestuurders voorzichtiger in het omarmen van nieuwe windparken. Zuid-Holland lijkt de provincie die zich de zorgen van kritische burgers het sterkst ter harte neemt. Energieopwekking uit wind op land is de minst aantrekkelijke optie, zo blijkt uit het nieuwe coalitieakkoord uit de kustprovincie. Elders trachten provincies bewoners te paaien met inspraak en winstdelingen. ’Een farce’, klaagt men in Ketelhaven.
Het uitzicht over de Flevolandse akkers vanuit de achtertuin van Bert Steggerda in Ketelhaven reikt kilometers ver. Eendjes drijven in het aangrenzende kanaal en het enige geluid is de ruisende wind door de bomen. „We zijn hier voor rust en uitzicht komen wonen”, zegt voormalig huisarts Steggerda. „Maar nu krijgen we een industrieel windpark pontificaal voor onze neus.” Op 900 meter van de woonkern moet straks Windpark Hanze verrijzen met molens tot bijna 250 meter hoogte.
Officieel opteert ook Flevoland voor de nieuwste strategie: inspraak en de kans tot financiële participatie door omwonenden. Maar Steggerda en talloze buurtbewoners noemen het een ’farce’. „Inspraak? Wij willen geen windmolens binnen een afstand van tien keer de tiphoogte. Dat zou 2,5 kilometer zijn. Maar de provincie vertelt ons alleen dat wat wij willen niet kan. Is dat overleg? Dan kun je net zo goed wegblijven.”
Asbest
De veenkoloniën zijn het meest sprekende voorbeeld van het uit de hand gelopen windmolenconflict in Nederland. In het heetst van de strijd werden Drentse en Groningse bouwondernemers bedreigd, werd er asbest gedumpt en verdwenen verdachte actievoerders wekenlang achter de tralies. Geschrokken van die windmolenterreur gooien zowel bestuurders als lobbyisten voor duurzame energie het over een andere boeg.
Zo wijst Zuid-Holland nu expliciet gebieden aan die gevrijwaard blijven van nieuwe windmolens: het Groene Hart, de Hoeksche Waard, Midden-Delfland en Zuid-Hollandse natuurgebieden. Ook in Friesland geldt het behoud van het karakter van het Friese landschap als een beleidsprincipe.
"Men wil gewoon niet zo’n enorm ding in de achtertuin"
„We merken dat mensen toch kritisch reageren op plannen rond windmolens. Men wil gewoon niet zo’n enorm ding in de achtertuin”, verklaart een woordvoerder van de provincie Zuid-Holland. Windmolens op land gelden vanaf nu als ’laatste voorkeur’ als het aankomt op groene energie, zeker in rurale gebieden.
Opsteker
De Zuid-Hollandse keuze is een opsteker voor Forum voor Democratie. Want terwijl de grootste partij in de provinciale staten buiten de coalitie bleef, haalt de nieuwkomer zo ten minste één kiezerswens binnen: een rem op windparken. „Andere technieken voor duurzame energie worden beter”, vervolgt de provinciale woordvoerder. „Dan kun je beter voor die opties gaan, waarbij je mensen minder op de kast jaagt.”
De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) signaleert in meer provincies een grotere nadruk op draagvlak. „We zien in de meeste provincies meer aandacht voor de vorming van energiecoöperaties”, zegt NVDE-directeur Olof van der Gaag, op basis van een doorlichting van de provinciale coalitieplannen. „Omwonenden krijgen een beter gevoel bij een windpark als zij het deels in eigendom hebben. En ja, zonne-energie lijkt momenteel populairder dan wind op land.”
"Zonne-energie lijkt momenteel populairder dan wind op land"
Een geslaagd voorbeeld van bewonersparticipatie is volgens Van der Gaag het Windpark Krammer in Zeeland. Het is een van de grootste windparken gedragen door bewonerscoöperaties. Op de Krammersluizen bij Anna Jacobapolder verschijnen straks 34 windturbines die stroom leveren aan 100.000 huishoudens. Initiatiefnemers zijn de vierduizend leden van de coöperaties Zeeuwind en Deltawind en zij verkopen de stroom aan multinationals, waaronder DSM, Philips en Google.
Omwonenden laten meeprofiteren, lijkt dus de belangrijkste les. Daarom heeft de Nederlandse Windenergie Associatie (NWEA) een gedragscode opgesteld die windondernemers opdraagt te investeren in de omgeving: tussen de 40 en 50 eurocent per opgewekte Megawatt. Van der Gaag: „Dat kan per windmolen zo duizend euro per jaar opleveren.”
Spanningen
Martijn Groenleer, hoogleraar Regionaal Recht en Bestuur van de Tilburg University, vindt de nieuwe opstelling van provincies begrijpelijk. „De energietransitie komt steeds dichterbij. Die windmolens moeten ergens komen. De man in de straat heeft er last van of het kost hem geld. Dat zorgt voor spanningen”, zegt Groenleer. „Vandaar dat provincies zoeken naar manieren om die discussie in goede banen te leiden. Als je mensen bij het proces betrekt, kom je wellicht tot betere oplossingen.”
"De man in de straat heeft er last van of het kost hem geld"
Groenleer denkt dat provincies hebben geleerd van het verleden. Toen werden ’groene’ maatregelen keihard en van boven opgelegd. Maar tegenstand is dan onontkoombaar. „Als je daar niet op inspeelt, komt het draagvlak ter discussie te staan. Dan wordt het halen van doelen heel lastig.”
Toch is het betrekken van bewoners geen garantie voor succes. Hij haalt een voorbeeld aan van de A16 in Noord-Brabant, waar langs de snelweg windmolens worden gebouwd. Omwonenden zijn deels eigenaar van het park. Groenleer: „Hoe zulke projecten uitpakken, is de vraag. Mensen blijven immers overlast ondervinden. En dan kunnen ze, als puntje bij paaltje komt, toch heel lang juridisch dwars blijven liggen.”
Flevoland kiest nog een andere strategie om het noodzakelijke draagvlak te creëren. Afgezien van het stimuleren van bewonersparticipatie zet de provincie in op het saneren van oude en verspreid liggende windmolens. Daarvoor in de plaats komen minder, veelal in lijn opgestelde molens terug. Minder rommelig en méér stroomopbrengst. Maar de klimaatminaretten worden wel vele malen hoger dan de huidige.
Maasvlakte
„Ik hoor dat de hoogste windmolen ter wereld, van 260 meter, alleen op de Maasvlakte komt te staan en op de Noordzee. Maar wij krijgen molens die amper tien meter korter zijn”, zegt Steggerda, namens bewonersorganisatie VVE Ketelhaven. „We vrezen het laagfrequente geluid, waarvan je ziek kunt worden; en ook gewone geluidsoverlast.”
"De provincie wil goede sier maken met die participatie"
In een reactie stelt een woordvoerder van de provincie Flevoland dat „er meerdere momenten zijn georganiseerd waarop omwonenden konden reageren.” Windpark Hanze zal bovendien nog worden opengesteld voor financiële participatie door omwonenden, aldus de provincie.
Maar Steggerda en zijn buren zijn niet overtuigd: „De provincie wil goede sier maken met die participatie. Maar naar ons is niet geluisterd. Het zijn de boeren die eigenaar worden van het windpark. Zij verdienen straks tonnen per jaar aan die molens. Ons rest alleen de overlast. En dan moeten we ook nog een achtergestelde lening nemen in het project? Dan kan ik beter investeren op de beurs.”