Alarm om milieucriminaliteit: ’Belastingbetaler draait op voor de kosten’
Illegale handel in gewasbeschermingsmiddelen, mestfraude en het mengen van schadelijke stoffen in stookolie en grond: milieucriminaliteit wordt in Nederland een steeds groter probleem. Intussen is er te weinig handhavings- en opsporingscapaciteit om het aan te pakken. Guus Schram, hoofdofficier van justitie van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie, luidt de noodklok. „Het moet meer prioriteit krijgen.”
Milieucriminelen lachen in hun vuistje. Terwijl ze vaak miljoenen euro’s kunnen verdienen met hun misdaden, komen ze in Nederland in de meeste gevallen weg met een kleine boete als ze worden betrapt.
’Marges van 500 procent’
„We hebben meegemaakt dat handelaren illegale gewasbeschermingsmiddelen in containers met een inkoopprijs van 600.000 euro importeerden uit Engeland naar de haven van Rotterdam”, vertelt Schram.
„Die middelen waren afkomstig uit China en niet toegelaten. Als gevolg van dat soort schadelijke middelen kunnen insectenpopulaties afnemen. De marges kunnen oplopen tot meer dan 500 procent, zodat ze miljoenen euro’s winst maken. Uiteindelijk kregen ze een boete van 40.000 euro, een schijntje. Het heeft absoluut geen afschrikwekkend effect.”
"Ondernemingen die wél de regels volgen, zijn de dupe"
Bovendien wordt milieucriminaliteit volgens de hoofdofficier verleidelijker omdat de complexiteit van de milieueisen toeneemt en er dus met omzeiling van regels meer verdiend kan worden. „Intussen zijn ondernemingen die wél de regels volgen de dupe. Zij gaan failliet omdat ze niet kunnen concurreren of worden daardoor gedwongen om er ook op over te stappen.”
Die zorgen werden deze week bevestigd in het rapport ’Dreigingsbeeld milieucriminaliteit 2021’ dat in opdracht van de Strategische Milieukamer onder voorzitterschap van Schram werd uitgevoerd. Hoewel precieze cijfers over de omvang ontbreken, schat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) dat de milieu- en gezondheidsschade in Nederland zeker 4,3 miljard euro bedraagt.
Illegale lozingen
Het gaat ook om illegale lozingen. Schram: „Als bedrijven schadelijke stoffen – zoals lood – op het terrein hebben, dienen die te worden vernietigd of verantwoord afgevoerd, wat geld kost. Om dat te omzeilen, mengen ze het bijvoorbeeld in stookolie op schepen, zodat ze er gratis vanaf zijn.”
„Of vervuilde grond wordt vermengd met schone grond en weer opnieuw gebruikt. Dat levert gezondheidsschade op. Zelfs het drinkwater kan erdoor verontreinigd worden.”
Brand bij Chemie-Pack
Schram benadrukt dat het veiligheidsrisico’s meebrengt. „Ook als bedrijven kankerverwekkende stoffen op hun terrein opslaan, is dat gevaarlijk voor het personeel.” De grote brand bij Chemie-Pack in Moerdijk in 2011 kon ontstaan doordat het bedrijf onverantwoord omging met gevaarlijke stoffen. Het leverde 70 miljoen euro schade op voor de belastingbetaler.
De Algemene Rekenkamer meldde eind juni dat in de afgelopen vijf jaar bij 20.000 inspecties bijna 3500 keer overtredingen zijn vastgesteld bij bedrijven die omgaan met gevaarlijke stoffen. Voor het OM het bewijs dat het slechts het topje van de ijsberg is. Bij het merendeel van de bedrijven komen nauwelijks inspecteurs langs.
’Milieudelict pas jaren later afgehandeld’
„Er is gewoon te weinig handhavings- en onderzoekscapaciteit”, zegt Schram. Ook bij rechtbanken bestaan tekorten. „Het gebeurt daarom vaak genoeg dat milieudelicten pas zes tot zeven jaar later afgehandeld worden, waardoor de straffen meestal lager uitvallen omdat de urgentie minder is. Een jarenlang onderzoek met duizenden uren werk levert dan soms slechts enkele duizenden euro’s boete op.”
Bovendien is de handhaving in Nederland enorm versnipperd, zegt de hoofdofficier. „Je hebt de douane, de NVWA, ILT, de politie met talloze regionale milieuteams en de omgevingsdiensten van de provincies en gemeentes en waterschappen. Van een landelijke brede aanpak is geen sprake.”
’Meer capaciteit’
Het OM signaleert dat er te weinig prioriteit wordt gegeven aan milieucriminaliteit. „De gevolgen zijn minder tastbaar dan bij geweld of drugssmokkel”, zegt Schram. „Het gaat meer om de lange termijn voor het milieu.”
De hoofdofficier roept politiek Den Haag op om daar verandering in te brengen. „Er moet meer capaciteit beschikbaar komen en meer landelijke regie georganiseerd worden. Trek daar desnoods extra geld voor uit. Als wij de klimaatdoelen willen halen, is de aanpak van milieucriminaliteit onvermijdelijk. Anders moet je dat afwentelen op bedrijven die zich wél altijd keurig aan de milieuregels hebben gehouden en op de burgers.”
"We willen niet alleen kunnen blaffen, maar ook bijten"
Schram haalt een voorbeeld aan uit het Groningse Farmsum, waar een inmiddels failliete raffinaderij werd vervolgd op de verdenking dat ze zes jaar lang schadelijke chemische stoffen op het terrein opsloeg en die illegaal vermengde met olie en brandstoffen.
In het hoger beroep kregen de twee verantwoordelijken een boete van 5000 euro, terwijl het bedrijf zelfs vrijgesproken werd omdat het gerechtshof niet bewezen achtte dat zij op de hoogte was. „Maar vervolgens moest het Rijk voor miljoenen euro’s het door een lekkende olietank vervuilde terrein schoonmaken”, zegt Schram.
„De belastingbetaler draait dus voor die kosten op. Daar word je cynisch van. We hadden er veel eerder bij willen zijn, om de schade te beperken. We willen niet alleen kunnen blaffen, maar ook bijten.”
’Geen oogje toeknijpen’
In plaats van voornamelijk geldboetes moeten er wat Schram betreft veel vaker celstraffen bij ernstige milieudelicten worden opgelegd. „Het helpt daarbij ook als we de zaak eerder voor de rechter kunnen krijgen.” Ook vindt hij dat gemeenten en provincies vaker moeten durven optreden.
„Nu horen we soms dat ze dat niet durven omdat bedrijven, als je ze van de markt haalt, failliet gaan. Maar ik vind dat je er rechtlijniger in moet zijn: als negen van de tien bedrijven hun uiterste best doen om zich aan de regels te houden, mag je bij dat tiende bedrijf echt geen oogje toeknijpen. Als OM moeten wij daar ook meer risico in durven nemen, zodat we ook zaken durven starten waarbij vrijspraak een kans is.”