Inkijkje op ic UMC Utrecht: levenslustige dertigers nu doodziek
Het perspectief op versoepelingen van de coronamaatregelen doet anders vermoeden, maar in de Nederlandse ziekenhuizen vrezen ze het doemscenario dat met een spreekwoordelijk kop of munt moet worden bepaald of een patiënt nog wordt behandeld. Dat geldt ook voor het UMC Utrecht. De Covid-afdelingen puilen uit, de situatie is kritiek. „De kans op code zwart is groter dan ooit.”
De kelder van het ziekenhuis waar een extra ic is ingericht biedt een verontrustend inkijkje. Slechts één van de tien personen is een ’blanke oudere man met flink overgewicht’ die eerder tijdens de pandemie als de ’gedoodverfde ic-kandidaat’ werd gezien. Hier knokt, enkele maanden later, een doorsnee van onze samenleving om niet de laatste adem uit te blazen.
Enkele bedden naast de blanke, oudere, corpulente man liggen twee op het oog fitte dertigers, van wie niet bekend is dat ze ’een medische voorgeschiedenis’ hebben. Ofwel: ze hadden hoogstwaarschijnlijk geen onderliggend lijden. Levenslustig, staat in de beschrijving bij een van hen geschreven. Nu is hij doodziek, en wordt hij slapende gehouden.
Overvol
„De keiharde realiteit”, waarschuwt teamleider en ic-verpleegkundige Jeroen Lammers tijdens een rondje over de intensive care met coronapatiënten – er zijn twee overvolle ic’s in het ziekenhuis. „Doordat de oudste burgers, en mensen met een ruim te hoog BMI, worden gevaccineerd, krijgen we nu de jongere mensen binnen. Nou, je ziet ze liggen.
Geloof mij, het kan echt iedereen overkomen dat ze hier worden binnengebracht.”
Domme pech
Kwestie van genetisch bevattelijker, of gewoon domme pech. „We hebben ook al meegemaakt dat zwangere vrouwen op de ic zijn opgenomen”, vertelt Lammers verder. „Een kind is noodgedwongen eerder gehaald, en toen opgenomen in het hiernaast gelegen Wilhelmina Kinderziekenhuis. De besmette moeder kon haar kind niet vasthouden. Het zijn emotionele toestanden.”
Personeel op de extra ingerichte corona-ic, waar de bedden naast elkaar staan opgesteld, is intussen bezig met het draaien van een patiënt, om ervoor te zorgen dat een deel van de longblaasjes weer opengaat en de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide beter plaatsvindt.
Het luistert allemaal nauw. „Vergelijk het met een kerstboom”, zegt verpleegkundige Jantina Pranger. „Die moet je zien om te draaien, maar er mag geen bal uitvallen. Als er een slangetje losraakt, kan dat enorme consequenties hebben.”
Verwoesting
Op dat moment weten ze al: er zijn mensen die het ziekenhuis niet levend verlaten. „Ongeveer driekwart overleeft het. Een kwart niet”, zegt Diederik van Dijk, hoogleraar intensive care en medisch afdelingshoofd.
Het zijn harde feiten over het coronavirus dat nog altijd volop rondgaat in onze samenleving. De verwoesting kennen ze hier maar al te goed. Van de overlevenden hebben sommigen nog een lang revalidatietraject voor de boeg.
Ziekteverzuim
Veel personeel loopt, meer dan ooit, op zijn laatste benen. Het ziekteverzuim is hoog: ruim 15 procent. „Een enorme klus om al die ballen in de lucht te houden”, erkent Remco van Lunteren, voorzitter van het zogeheten Covid-responsteam, die daarvoor verantwoordelijk is. „Zonder medewerkers begin je nu eenmaal weinig. Het is echt puzzelen voor gevorderden.”
Evenementen waar je vanaf zaterdag met een negatieve zelftest als proef naartoe kunt, dat wordt in het UMC met lichte verbijstering ontvangen. „We snappen dat mensen graag weer naar buiten willen, dat ze perspectief op een normaler leven willen. Geldt ook voor ons”, zegt Van Dijk. „Maar we zijn bang dat we daarna waarschijnlijk een flinke toename aan patiënten kunnen verwachten. Dat is óns perspectief.”
’Code zwart’
Het tiende bed dat ze in het hart van het land op de beneden-ic graag leeg hadden willen laten, is inmiddels ook bezet, en in de hoek van de ruimte gezet. De patiënt is geïntubeerd, en aan allerlei slangetjes verbonden. Of hij het haalt is nog niet te zeggen.
Als het zo doorgaat, verwacht Lammers dat er over twee à drie weken een kritiek punt wordt bereikt: het vreselijke ’code zwart’, dat hier ’fase drie’ wordt genoemd.
Dat kan erop uitdraaien dat er keuzes gemaakt moeten worden wie wel en wie niet wordt behandeld. Triage dus. „Een van de twee moet je dan laten overlijden.” In dat geval wordt er gekeken naar de leeftijd van de personen, en hun medische toestand. Is die ongeveer gelijk, dan wordt het een kwestie van kop of munt. Niet letterlijk; een computer bepaalt.
Ze denken er liever niet aan in het UMC Utrecht. „Maar de kans daarop is groter dan ooit”, zegt Van Dijk. „Code zwart was nog nooit zo dichtbij.”
Alarm om piek die verder weg lijkt
Hoe kan het dat er wordt gesproken over ’code zwart’, terwijl het reproductiegetal van het virus vrijdag voor het eerst sinds februari onder de 1 dook, en het aantal patiënten op de ic’s ook weer iets daalde tot 784?
In de eerste piek vorig jaar was er sprake van ruim 1400 patiënten. Nu zijn dat er dus een stuk minder, en met het actuele reproductiegetal van 0,96 zou de groei van het aantal besmettingen bovendien moeten afnemen. Daar staat tegenover dat op dit moment het aantal besmettelijke mensen met ongeveer 161.000 erg hoog is.
Jaap van Dissel gaf onlangs in de Tweede Kamer aan te vrezen voor een sterke patiëntenstijging op de ic’s. Eind april zou er volgens het RIVM een piek van 1300 coronapatiënten op de ic’s kunnen ontstaan als het aantal besmette mensen blijft toenemen.
Remco van Lunteren van UMC Utrecht geeft aan dat het hele land tijdens de eerste coronagolf stillag, en dat veel mensen zorg meden. „Die situatie is nu anders.” Wat ook meespeelt is dat de reguliere zorg niet meer zo ver kan worden afgeschaald als eerder, omdat dit inmiddels als onverantwoord wordt gezien.
’Beddenplanner’ Ernst Kuipers heeft meer vertrouwen. „Als de trend van verpleegopnames de komende paar dagen doorzet, krijg ik daar een rustig gevoel bij.” Daarmee zou de totale Covid-bezetting in ziekenhuizen eind april-begin mei rond de 2800 uitkomen, zei hij begin deze week. „Dan is code zwart totaal niet aan de orde.”