Oude bekende helpt Omtzigt en verbaast zich over het venijn in de Kamer
De koning ontbood Kamervoorzitter Vera Bergkamp woensdag voor een gesprek over ‘de ontwikkelingen in het parlement’. Hoewel er volgens de Rijksvoorlichtingsdienst geen speciale aanleiding was, kan de inhoud niet verrassend zijn geweest. Er leven brede zorgen over de slechte sfeer in het parlement.
Ook bij Nicolien van Vroonhoven. Het voormalige CDA-Kamerlid verliet in 2010 het Binnenhof na er vijf jaar als fractiemedewerker en daarna acht jaar als Kamerlid te hebben rondgelopen. Sinds september is ze terug in het Kamergebouw. Ze helpt haar oud-partijgenoot Pieter Omtzigt, die na een breuk met het CDA vorig jaar als eenpitter verder ging. Pro deo. ,,We kennen elkaar al lang. Toen we samen in de fractie zaten, trokken we veel samen op. We waren hetzelfde type: technici. Hij hield zich bezig met pensioenen, ik met belastingen.’’
De afgelopen jaren nam Van Vroonhoven afstand van het Haagse. Letterlijk: ze verhuisde met haar gezin naar Australië. Nadat ze deze zomer was teruggekeerd, bood ze haar oud-collega hulp aan. ,,Hij belde meteen terug. De manier waarop hij in dossiers duikt, kost veel mankracht. Je dreigt te verzuipen en daar heb je hulp bij nodig. En wat sociale gezelligheid, zodat je niet altijd alleen bent.’’
Want dat valt haar wel op sinds haar terugkeer: gezellig is het niet in het nieuwe Kamergebouw. ,,In Australië gaat het er harder aan toe in de politiek dan hier, dus ik ben wat gewend. Maar het zou mooi zijn als het venijn uit de Kamer verdween. Ik denk dat het ook komt door het nieuwe gebouw waarin de Kamer nu zit, met al die vleugels boven elkaar. Kamerleden zien elkaar buiten de vergaderingen om amper. In mijn tijd als Kamerlid had ik mijn beste politieke vrienden in andere partijen. Partijen werken nu te veel als twintig losse kolommetjes. Maar een goed compromis begint altijd met goede persoonlijke verhoudingen.’’
Verhoudingen op scherp
Volgens Van Vroonhoven staan die onderlinge verhoudingen ‘echt op scherp’. ,,Er is permanente geldingsdrang. Ik zie kortere lontjes, wantrouwen. Kamerleden zijn ook gewoon vaak vermoeid. Twaalf jaar geleden werkten we ook hard, maar mensen vielen niet om, zoals nu.’’
Samenwerking zou al een hoop verbeteren, zegt ze. Kamerleden hebben mede door de politieke versplintering nu te weinig tijd om wetgeving goed te controleren. ,,Je moet als Kamerlid echt de diepte in kunnen gaan, dingen uitzoeken. Maar dat is lastig met al die kleine fracties. Je holt van het ene naar het andere debat omdat je geen of amper collega’s hebt en je hebt ook weinig medewerkers.’’
Diepgang
Terwijl die diepgang nodig is om bijvoorbeeld als Kamer meer grip te krijgen op problemen in de uitvoering. ,,Partijen zeggen al jaren dat alles uit de rails loopt, maar niemand krijgt er grip op. En ondertussen is er crisis na crisis, waardoor het kabinet de ene na de andere regeling erdoorheen jaagt. Waarbij de coalitie die zo ongeschonden mogelijk door de Kamer wil krijgen en de oppositie niet de rust of ruimte heeft om er goed over te discussiëren. Dat kan anders.’’
Een kwart van de partijen in de Tweede Kamer bestaat uit eenmansfracties. Nu werken de kleine oppositiepartijen wel op ad hoc-basis samen. Zo overlegt de groep-Omtzigt regelmatig met Volt over gezamenlijke inbreng bij debatten. Niet toevallig zitten die twee partijen naast elkaar in een gang. En ook andere kleintjes doen dat wel met elkaar. Maar structurele samenwerking, die eenmansfractie Liane den Haan (voormalig 50Plus) ooit probeerde op te zetten, is er niet. Het idee was fractiemedewerkers te delen, maar dat leidde niet tot enthousiasme bij anderen.
Van Vroonhoven is overigens niet de enige CDA’er die zich inzet voor Omtzigt. Via de Stichting Steunfonds Pieter Omtzigt helpen oud-partijgenoten hem met het werven van fondsen. Binnen het CDA zijn er nog steeds mensen die hopen op een verzoening. Het is nog onduidelijk of Omtzigt uiteindelijk een eigen partij wil oprichten om aan de verkiezingen mee te doen. Ook Van Vroonhoven zegt het ‘oprecht niet te weten’. ,,Maar in de tussentijd is er genoeg te doen.’’