Valse start
Overal waar het Warmtebedrijf komt, ontstaan discussies over geld en gemaakte afspraken. Discussies die het Warmtebedrijf verliest.
Dat begint direct na oprichting. De raffinaderij van Shell is aangewezen om warmte te leveren. Alleen: de installatie die nodig is om die warmte af te tappen, blijkt veel duurder dan verwacht. Shell wil daar volgens betrokkenen niet voor opdraaien. Als het Warmtebedrijf de warmte zo graag wil hebben, moet het ook de risico’s dragen. De pas opgerichte onderneming kan Shell niet dwingen en ziet de kosten zo snel oplopen dat ze halverwege alle werkzaamheden stillegt.
De valse start kost het Warmtebedrijf meer dan 20 miljoen euro aan afschrijvingen op gloednieuwe installaties, blijkt uit jaarverslagen. Daar komt nog meer dan 1,1 miljoen euro bovenop voor de inhuur van consultants die de noodstop in goede banen moeten leiden.
Wat is een warmtebedrijf zonder warmte? Een politiek echec dreigt. Carl Berg, topambtenaar van de gemeente Rotterdam, is de man die een uitweg moet verzinnen. Berg – gesoigneerd, charmant – heeft de reputatie van een macher die als geen ander politiek gevoelige projecten kan en wil managen. Dominant, zonder veel geduld voor kritiek of tegenspraak.
„Carl Berg bepaalde alles”, is de ervaring van mensen die van dichtbij met het Warmtebedrijf te maken hebben. De ambtenaar is bijna elke week bij het bedrijf in de Triathlonstraat te vinden. Berg zit er zo dicht op dat hij wordt gewaarschuwd voor bestuurlijke aansprakelijkheid, vertellen betrokkenen. Hoewel het formeel een zelfstandige onderneming is, gebeurt bij het Warmtebedrijf niets zonder toestemming van ‘het stadhuis’. Het is een politiek project, dat niet mag mislukken.
De oplossing die Berg bedenkt is ingenieus. Angelsaksische investeerders CVC en KKR hebben in 2006 voor 1,4 miljard euro afvalverwerker AVR gekocht van de gemeente. Zij hebben daarbij bepaalde „vrijwaringen” bedongen. Met die clausules in de hand dreigt AVR nu met een miljoenenclaim vanwege de vernietiging van een milieuvergunning.
Rotterdam kan de buitenlandse investeerders afkopen met een verbeterd contract voor de verwerking van Rotterdams afval én de levering van stoom aan het Warmtebedrijf, redeneert Berg. Zo lost hij twee problemen tegelijk op. AVR laat zijn claim vallen en het Warmtebedrijf heeft weer een warmteleverancier.
Het duurt jaren voor de deal rond is. Er wordt gerekend, onderhandeld, weer gerekend en nog eens gerekend. Dure consultants leveren second opinions, scenariostudies en risico-analyses. Aan het eind van de rit laat een tevreden college van burgemeester en wethouders de gemeenteraad weten dat „de levering van restwarmte kostentechnisch zeer gunstig is, wat zich vertaalt in een rendabele businesscase”. Het is dan 18 juni 2009.
Kapitale beginnersfouten
In werkelijkheid betaalt het Warmtebedrijf een hoge prijs om de gemeente Rotterdam te behoeden voor gezichtsverlies en een riskant gevecht met CVC en KKR. Het AVR-contract is voor het Warmtebedrijf zo ongunstig dat het een rendabele toekomst vrijwel onmogelijk maakt.
Simpel gezegd is het Warmtebedrijf tot 30 september 2044 contractueel verplicht grote hoeveelheden warmte te kopen, of het daar klanten voor heeft of niet. En dat tegen een veel te hoge prijs. Mensen die later de details van het contract leren kennen, spreken van „kapitale beginnersfouten”. Maar het zal niet de laatste keer zijn dat het Warmtebedrijf lijdend voorwerp van bestuurlijke koehandel blijkt.
De inkt van het warmtecontract tussen AVR en Warmtebedrijf is nog niet droog, of er is weer een tegenvaller. De afvalwerker besluit een Rotterdamse afvalverbrandingscentrale te sluiten. Nu moet het Warmtebedrijf zijn warmte halen bij een AVR-locatie in Rozenburg, dieper in de haven en dus verder weg van de stad. Dat kost 40 miljoen aan extra installaties en leidingen.
Hoewel AVR het probleem creëert, zal het Warmtebedrijf de 40 miljoen extra financieren. Die kosten krijgt het vergoed in gratis warmte en kortingen, is de afspraak. Maar ook over de uitleg van die afspraak ontstaat conflict. Uiteindelijk krijgt het Warmtebedrijf niet de compensatie die het nodig heeft.
Voor alle andere partijen is inmiddels duidelijk: het Warmtebedrijf is makkelijk te bespelen. Het staat met zijn rug tegen de muur, maar mag van de gemeente niet falen. En die bepaalt. Directeur van het Warmtebedrijf Co Hamers, een introverte techneut, wordt in de warmtewereld gezien als baas zonder mandaat. Hij voert uit wat Berg bedenkt. Er bestaat ook medelijden met zijn rol. Hamers wordt met onmogelijke opdrachten het veld ingestuurd, en komt met lege handen terug.
Ook de raad van commissarissen laat zich door de gemeente sturen. Onmacht en frustratie klinken door in de jaarverslagen. Het is Rotterdam dat „de regie voert”, schrijven de commissarissen. Bij discussies met andere marktpartijen is het Warmtebedrijf „lijdend voorwerp”, „geen onderhandelingspartner” of „een politiek gestuurd bedrijf”. Aftreden doen de commissarissen niet.
‘Partners’ van het Warmtebedrijf
Oliemaatschappij Shell was de beoogd warmteleverancier van het Warmtebedrijf. De kosten om de raffinaderij aan te sluiten, voor rekening van het Warmtebedrijf, vielen zo hoog uit dat het project halverwege werd stilgelegd. Inmiddels levert Shell vanaf een andere locatie warmte aan het Havenbedrijf.
Eneco is voor het Warmtebedrijf een belangrijke afnemer én concurrent, met een eigen warmtepijp vanuit de haven naar Rotterdam Noord en plannen voor een leiding naar Den Haag.
Energiebedrijf Uniper produceert in Rotterdam, Den Haag en Leiden stadswarmte met gasketels, en is een belangrijke concurrent van het Warmtebedrijf. Het bedrijf wordt in 2010 voor 25.000 euro aandeelhouder van het Warmtebedrijf en koopt zich in 2016 voor 6 miljoen uit. Uniper levert warmte aan Nuon in Leiden, maar verliest die positie per 2020 aan het Warmtebedrijf. Het is ook eigenaar van een gloednieuw kolencentrale op de Maasvlakte, die misschien in 2030 alweer dicht moet.
Nuon verwarmt huizen in Rotterdam en Leiden. In Rotterdam koopt Nuon die warmte in bij het Warmtebedrijf, in Leiden bij Uniper. Vanaf 2020 gaat het Warmtebedrijf ook de warmte in Leiden leveren aan Nuon. Nuon heeft bedongen dat Rotterdam en Zuid-Holland volledig aansprakelijk zijn als het Warmtebedrijf niet op tijd kan leveren.
Afvalverwerkingsbedrijf AVR verkoopt warmte aan het Warmtebedrijf, dat een langlopende afnameverplichting heeft tegen ongunstige tarieven.
2 Een nieuw begin
Op 18 november 2010 is het tijd voor een feestje. De voorbereidingen voor de pijpleiding van 26 kilometer vanaf Rozenburg langs de zuidoever van de Maas gaan binnenkort van start. Alle belangrijke partners zijn er: AVR, de warmteleverancier. Eneco en Nuon, de afnemers. Eindelijk kan het Warmtebedrijf gaan doen waarvoor het is opgericht: restwarmte uit de haven naar Rotterdam brengen. En, niet onbelangrijk: winst maken en schulden afbetalen.
Er is catering, een promotiefilmpje en een maquette van de warmteleiding. Kosten bij elkaar: 15.258 euro.
Ook Uniper is van de partij. Carl Berg heeft het energiebedrijf overtuigd zich voor 25.000 euro in te kopen in het Warmtebedrijf. Voor Uniper is het een onlogische stap. Het bedrijf is met zijn gascentrale al een belangrijke producent en leverancier van stadswarmte in Rotterdam. Het Warmtebedrijf is een directe concurrent. Maar Uniper wil de relaties met Rotterdam goed houden en stapt toch in.
Voor ambtenaar Berg is het een onverdeeld succes: hij haalt met Uniper een aandeelhouder binnen die verstand heeft van de warmtemarkt én die een deel van de kosten kan dragen. Althans, dat denkt Berg.
Eneco is de eerste van de ‘partners’ op het feestje van het Warmtebedrijf die de onderneming dwarszit. Door het slechte contract met AVR koopt het Warmtebedrijf veel meer warmte in dan het kwijt kan. De oplossing: meer warmte verkopen. De enige plek waar dat op grote schaal kan, is in Rotterdam Noord, en daar mag alleen Eneco warmte aan woningen leveren.
Eind 2011 onderhandelt het Warmtebedrijf met Eneco over de aanleg van een tweede warmtepijp, die AVR-warmte naar de noordoever van de maas transporteert. Het leidt tot niets, naar verluidt omdat Eneco vindt dat het Warmtebedrijf de financiële risico’s moet dragen. Niet getreurd: het afketsen van de deal heeft „geen negatieve consequenties” voor het Warmtebedrijf, schrijft het Rotterdamse college pas anderhalf jaar later aan de gemeenteraad.
Van de weg gedrukt
Onzin, weet iedereen die met het Warmtebedrijf te maken heeft. Eneco besluit namelijk zelf de pijp langs de noordoever te bouwen – en duwt daarmee in één klap het Warmtebedrijf van het grootste deel van de Rotterdamse warmtemarkt. Bij het Warmtebedrijf zijn ze razend – op Eneco, maar ook op Carl Berg. Rotterdam heeft bijna een derde van de aandelen van Eneco. Waarom grijpt het stadhuis niet in? „Eneco wist dat we kwetsbaar waren en heeft ons volkomen van de weg gedrukt”, zegt een nauw betrokkene.
Rotterdam heeft het bestaansrecht van het Warmtebedrijf altijd uitgelegd met de stelling dat marktpartijen niet zelf de risico’s van een ‘warmte-infrastructuur’ zouden willen dragen. En nu wil juist het Warmtebedrijf die financiële risico’s niet nemen, en een marktpartij wél. Toch blijkt stoppen geen optie: hoe slechter het gaat, hoe meer de betrokken ambtenaren en politici zich ingraven. Niemand wil het politieke en financiële verlies nemen.
In 2015 gaat het Warmtebedrijf eindelijk warmte leveren. Maar door het slechte AVR-contract, de concurrerende pijpleiding van Eneco en de hoge schulden maakt het Warmtebedrijf in zijn eerste operationele jaar bijna 14 miljoen euro verlies. Op een omzet van nog geen 10 miljoen. Het is de zoveelste keer dat de werkelijkheid de sussende beloften van het college onderuithaalt. Het betekent ook dat het zo niet verder kan.
Niet iedereen verliest. Directeur Co Hamers verdient 180.000 euro per jaar, een derde van de medewerkers rijdt rond in zulke dure lease-auto’s dat het bezoekers opvalt. Maar vooral voor de accountants, juristen en andere consultants van onder meer Stibbe, Pels Rijcken, Nauta Dutilh, Ecorys, Loyens en Loeff, BarentsKrans, Rabo corporate finance, Boer & Croon, KPMG en Deloitte zijn het gouden jaren. Het Warmtebedrijf geeft volgens jaarverslagen tot en met 2017 6,5 miljoen uit aan hun adviezen. Welke advieskosten de gemeente maakt, is onbekend.
Zeker is wel dat consultants nauw betrokken zijn bij het plan dat ambtenaar Berg en de inmiddels aangetreden wethouder Adriaan Visser (D66) uitdenken om het Warmtebedrijf voor de derde keer te redden. Visser werkte als ambtenaar jarenlang samen met Berg. Daarvoor was hij zélf consultant en adviseerde over grote projecten als de aanleg van de Betuwelijn en de verzelfstandiging van het Havenbedrijf. Net als Berg geldt Visser als charmant en dominant, met grote ambities en de bereidheid risico’s te nemen.
Visser en Berg geloven er nog in. Daarbij: na al die jaren van extra geldinjecties en gebroken beloften zou stoppen tot te groot gezichtsverlies leiden.
Uniper trekt een andere conclusie en wil zo snel mogelijk van zijn aandelen af. Het energiebedrijf voelt zich door de stad misbruikt om de slechte plannen van de gemeente te financieren en weigert mee te betalen aan de verliezen. Bovendien: Uniper is bang voor het reddingsplan van Berg en Visser. Zo bang dat het bedrijf bereid is Rotterdam 6 miljoen euro over te maken om van zijn aandelen af te komen – 240 keer het bedrag dat Uniper zes jaar eerder voor de stukken heeft betaald.
3 De vlucht vooruit
Zes mannen in pak kijken lachend in de camera, de handen gestapeld boven een rode knop. Links Carl Berg, de Zuid-Hollandse gedeputeerde Han Weber (D66) en een D66-wethouder uit Leiden. Aan de andere kant de managers: van bierbrouwer Heineken, van energiebedrijf Nuon en Hamers van het Warmtebedrijf.
Ze vieren de aanstaande bouw van een 43 kilometer lange pijpleiding die vanaf 2020 restwarmte uit de Rotterdamse haven helemaal naar Leiden zal brengen. Geschatte investering: zo’n 140 miljoen euro. „Een uniek project”, jubelt een promotiefilmpje van de provincie. „Zuid-Holland als duurzaam voorbeeld van wereldklasse.”
De foto dateert van 5 april 2016. Vier maanden eerder is het Klimaatakkoord van Parijs gepresenteerd en is besloten dat de gaswinning in Groningen vanwege de aardbevingen fors omlaag moet. Nederland is op zoek naar enorme hoeveelheden duurzame energie – Zuid-Holland voorop, met zijn zware industrie en energie-intensieve glastuinbouw. Met deze ‘Leiding over Oost’, te bouwen door het Warmtebedrijf, tonen provincie, gemeenten en bedrijven dat zij bereid zijn eensgezind aan oplossingen te werken.
Maar de foto verhult veel. Reputaties en opportunisme zijn minstens zo belangrijk als vergroeningsambities. Het ‘unieke project’ is de vlucht vooruit die Carl Berg heeft bedacht om het Warmtebedrijf te redden. Een pijpleiding naar Leiden betekent nieuwe afnemers, daar snakt het bedrijf naar.
Bij de deal tussen Nuon en Rotterdam raakt ook de provincie Zuid-Holland betrokken. De leiding naar Leiden past bij de ambities van gedeputeerde Han Weber (D66), die droomt van een Zuid-Hollandse warmterotonde waarmee warmteoverschotten via een buizensysteem door de provincie worden gepompt om huizen en bedrijven te verwarmen.
Nuon kent de kwetsbaarheid van het Warmtebedrijf. Met een schuld van 100 miljoen en veertien medewerkers in dienst is het Rotterdamse bedrijfje nogal klein voor zo’n groot project. Medewerkers van het Warmtebedrijf betwijfelen zelf ook of ze dit wel aankunnen, vertellen betrokkenen.
Nuon eist daarom garanties, en krijgt die ook. In een geheim document van oktober 2017 beloven provincie en gemeente het Warmtebedrijf financieel weer op weg te helpen én stellen ze zich volledig aansprakelijk voor vertraging. Rotterdam en Zuid-Holland maken elk 100 miljoen euro vrij. Weer wordt gezichtsverlies voorkomen door extra risico’s te nemen. Een weg terug is er niet meer.
Zoals NRC eerder schreef, is het een garantstelling met grote gevolgen. Ellende en gesteggel beginnen vrijwel direct nadat het contract onherroepelijk wordt – opnieuw. Zo komt de provincie haar financieringsbelofte niet na vanwege gedoe over het potje waar het geld uit moet komen. Resultaat: ruzie tussen Zuid-Holland en Rotterdam, en een Warmtebedrijf dat niets kan beginnen.